- Gepubliceerd door
- Vrouw tot Vrouw
- Gepubliceerd op
- 10 april 2024
- Categorieën
- Actueel
- Artikelen
- Link in bio
Ds. Messemaker tegen slachtoffers seksueel misbruik: ‘Blijf er niet mee lopen’
Tekst: Corine de Jong, redactielid online toerusting
Het is soms zoeken naar de juiste woorden. Regelmatig valt het even stil tijdens het interview. Maar over één ding is ds. M. Messemaker volstrekt duidelijk: ‘Als seksueel misbruik in de kerk boven water komt, gebeurt het niet vaak dat er aangifte wordt gedaan en daar heb ik een uitgesproken mening over.’
Politie
Een paar jaar geleden werd hij door de politie gebeld. Ds. Messemaker was betrokken bij een slachtoffer van seksueel misbruik, een minderjarig meisje dat door haar oom was misbruikt (zie het artikel). ‘Een tijd lang heb ik met dit gezin opgetrokken. Op een gegeven moment heeft dit gezin ervoor gekozen om de juridische weg te bewandelen en aangifte te doen, en ik heb dat van harte ondersteund. De politie wilde me daarover spreken, omdat ze het buitengewoon opmerkelijk vonden dat ik, als dominee, de juridische weg niet had afgewezen. Dat gebeurde namelijk vrijwel altijd, was hun ervaring. En ze wilden daarover meer weten.’ De predikant, die parttime de gemeente van Cillaarshoek dient en docent godsdienst op het Wartburg College in Rotterdam is, schrok hiervan. ‘Behalve dat seksueel misbruik sowieso een moeilijk te bespreken onderwerp is, zijn we in de kerk blijkbaar ook niet altijd ondersteunend of loyaal genoeg als er een aangifte plaatsvindt.’
Onmenselijk
De predikant heeft een uitgesproken mening over dat laatste. ‘Het is goed en belangrijk dat er een melding wordt gedaan als er sprake is van seksueel misbruik. De Protestantse Kerk in Nederland heeft daar de laatste jaren echt stappen in gezet door het Meldpunt SMPR (Meldpunt seksueel misbruik in de kerk) op te zetten. En ik zie ook in steeds meer gemeenten dat er vertrouwenspersonen zijn waar slachtoffers hun verhaal bij kwijt kunnen. Maar naar mijn mening kan het daar niet altijd bij blijven. Zeker als het slachtoffer minderjarig is, is er sprake van juridisch onrecht en daar gaat de overheid over. Die draagt het zwaard toch niet tevergeefs?’
Ds. Messemaker benadrukt dat het uiteraard altijd aan het slachtoffer zelf is of zij* aangifte wil doen. Maar als ze daartoe besluit, vindt de predikant dat de kerk dat zonder meer moet ondersteunen, ook als de dader berouw heeft en Gods vergeving heeft ontvangen. De predikant spreekt met voorzichtigheid. ‘Het is zonder meer mogelijk dat iemand echt berouw heeft en mag weten dat God hem vergeven heeft. Maar in de kerk hebben we te vaak gedacht dat de vergevende liefde van God bepaalde zaken tot een oplossing brengt. Vergeving van God gaat hand in hand met het gericht. Als iemand echt berouw heeft, moet hij toch ook bereid zijn om onder het recht te buigen?’ De predikant gelooft niet dat als iemand weet van Gods vergeving, het recht zijn loop niet hoeft te hebben. Hij citeert een uitspraak van Emmanuel Levinas (een Frans-Joodse filosoof, red.): ‘Een wereld waarin de vergeving almachtig wordt, wordt onmenselijk.’
Pijn delen
In zijn jarenlange pastorale praktijk heeft de predikant uit Cillaarshoek het regelmatig meegemaakt: mensen die bij hem komen om te vertellen dat ze seksueel misbruikt zijn. ‘Je vergroot de openheid door er in de kerk en in het jeugdwerk over te spreken. Een slachtoffer zal dan hopelijk iets minder een drempel ervaren om met haar verhaal naar je toe te komen.’ Het doet hem pijn dat mensen zo lang in hun eentje blijven tobben en met niemand over het seksueel misbruik kunnen praten. Hij pleit er sterk voor dat slachtoffers niet blijven lopen met de pijn die hun is aangedaan. Bijna hartstochtelijk spreekt hij ze aan: ‘Je bent het beeld van God, je bent schitterend gemaakt, ook in je seksualiteit, en je bent een prachtig mens, zoals God het bedoeld heeft. Het is echter stukgemaakt, en wat jij voelt, is niet hoe je bent. Dus blijf er niet mee lopen. Draag het niet tot in lengte van jaren met je mee. Ik zou bijna zeggen: dat heb je niet verdiend. Dat heeft God zo niet bedoeld. Je hebt iemand nodig om je pijn te delen.’
Leven lang worstelen
De oproep doet de predikant niet voor niets. Meermalen benadrukt hij dat er zoveel pijn wordt geleden op dit punt. ‘Ik kom ouderen tegen die hun leven lang hiermee worstelen. Ik hoop zo dat ze ermee voor de dag komen. Ik zou bijna zeggen: om Gods wil.’ Ds. Messemaker weet dat mensen allerlei redenen hebben om erover te zwijgen. Bijvoorbeeld omdat er ruzie en ellende komt in de familie als het openbaar wordt en dat de Heere dat ook niet wil. Of dat ze hun naasten moeten liefhebben. Voor de predikant is het duidelijk: ‘Ik geloof niet dat onze God een vergevend God is ten kóste van het slachtoffer. Dat vind ik in de Schrift nergens terug. Er is altijd een dader en díé is schuldig. Níét het slachtoffer omdat ze gaat spreken over wat er gebeurd is.’
Luisteren, luisteren, luisteren
Wanneer een slachtoffer gaat spreken over het seksueel misbruik, heeft de predikant één advies: ‘Luisteren, luisteren, luisteren. Er is zóveel moed voor nodig om over het misbruik te praten. Toon begrip, vraag naar de pijn en concludeer niets. Kom ook niet met oplossingen. Natuurlijk, je kent nooit het hele verhaal, maar toon hoe dan ook nóóit begrip voor de dader. Dat wil niet zeggen dat er geen compassie of pastorale zorg voor de dader is, maar in het gesprek met het slachtoffer gaat het over háár verhaal.’ Ds. Messemaker erkent dat seksueel misbruik een delicaat onderwerp is, maar hij geeft aan dat het wel helpend kan zijn als het slachtoffer concreet benoemt wat er gebeurd is. ‘Het is mooi als je zoveel vertrouwen kan oproepen dat iemand dat durft te vertellen.’ Wanneer het gesprek beëindigd wordt, is het goed om de Bijbel te openen. ‘Lees dan niet direct een gedeelte waarin het gaat over God die kan genezen, maar lees bijvoorbeeld een Psalm die gaat over de gebrokenheid, over de pijn, over het roepen naar God. Daarin kan een slachtoffer zich herkennen.’
Dader
Hoewel de kerk er in de allereerste plaats is voor het slachtoffer, is zij er volgens de predikant ook voor de dader. ‘De Bijbel staat immers vol met daders en mensen die zonde doen. Dus natuurlijk zijn we dan als kerk ook de dader pastoraal nabij.’ Hij plaatst daar echter direct een kanttekening bij: ‘Wat er gebeurd is, moet zeker op tafel komen. En zorg er ook voor dat je kennis hebt van dadergedrag en -mechanisme. Een dader kan automatisch denken dat als hij de zonde beleden heeft, het dan wel over moet zijn. Dat is niet juist, en daar ben ik erg beducht voor.’ Ds. Messemaker ziet het eveneens vaak gebeuren dat een dader zichzelf slachtoffer gaat voelen. ‘Natuurlijk, ook het leven van een dader staat op z’n kop als het seksueel misbruik aan de orde komt. Maar de dader is hieraan schuldig, en nooit het slachtoffer dat het in de openbaarheid heeft gebracht. Dat wordt nogal eens vergeten.’
Heling
Ds. Messemaker heeft het meerdere keren meegemaakt dat een dader echt berouw had en zijn zonden oprecht beleed, ook aan het slachtoffer. ‘Het is ontzettend mooi als zoiets gebeurt. Ik heb mensen daarvan zien opknappen, zowel psychisch als geestelijk. Seksueel misbruik is als het ware een gezwel, en doordat een dader beleed wat hij verkeerd had gedaan, werd het gezwel verwijderd en kwam er heling.’ Er blijft echter altijd een verwonding zitten bij het slachtoffer, aldus de predikant. ‘Laten we er daarom te allen tijde in alle voorzichtigheid over spreken. Want elke situatie is anders.’
Eén ding wil de predikant ten slotte nog maar eens onderstrepen: ‘Er wordt zoveel pijn geleden op dit punt. Ik hoop dat zo’n artikel als dit slachtoffers helpt om naar een meldpunt te stappen of naar een vriendin te gaan. Alsjeblieft, blijf er niet mee lopen.’
*In dit artikel worden de vrouwelijke voornaamwoorden ‘zij’ en ‘haar’ gebruikt als het over de slachtoffers gaat. Uiteraard kun je hier ook ‘hij’ en ‘zijn’ invullen.