- Gepubliceerd door
- Vrouw tot Vrouw

- Gepubliceerd op
- 8 november 2023
- Categorieën
- Artikelen
- Link in bio
- Onlineartikelen
- Tags
- gezin
‘God kent ze allemaal en houdt meer van hen, dan dat ik als moeder kan’
Portret van een moeder met een groot gezin
Tekst: Mariëlle Pelle, redactielid Vrouw tot Vrouw online
‘Moeder van een groot gezin? Zo zie ik dat zelf niet. Ik voel het zelf ook niet zo. Ik kom zelf ook uit een gezin van zeven en mijn man uit een gezin van veertien’, vertelt Cora de Vries-Wemmers (44) uit Bleskensgraaf. Waarop ze lachend zegt: ‘Mijn man krijgt onderweg wel vaak de vraag of alle kinderen van één vrouw zijn. We krijgen veel reacties. Mensen reageren vaak verbaasd, maar als je zelf positief bent, reageert men ook positief.’ Cora is moeder van Peter (21), Coert (20), Paulette (18), Jefta (16), Levi (15), Silas (12) en Anna (10).
Intens
‘Als kind droomde ik niet van een groot gezin’, vertelt Cora, waarop ze even nadenkt en zegt: ‘Ik dacht niet in aantallen, maar ik wist wel altijd dat ik moeder wilde worden.’ Op de vraag hoe ze het beleefde om moeder te worden, antwoordt ze: ‘Het moment dat ik Peter kreeg, dat super beschermende gevoel, dat je je kind moet beschermen, is zo intens. Het is een gevoel dat niet te omschrijven is. Dit heb ik ook het meest intens ervaren bij de geboortes van de oudsten.’
Groot gezin
‘De kinderen zelf zijn er altijd behoorlijk van overtuigd dat ze minder ontvangen omdat ze opgroeien in een groot gezin. Ze denken dat als we een kleiner gezin zouden hebben, we elk jaar twee keer op vakantie zouden gaan, verre reizen zouden maken en vaak een pretpark zouden bezoeken. Ze onderschatten hoeveel plezier ze met elkaar hebben. Als er één niet is, is er direct een andere dynamiek in huis. Vooral de vakanties zijn leuk, dan hebben ze elkaar en zijn ze op elkaar gericht. Op zondag worden er spelletjes gedaan. Ik ben blij dat we de keuze hebben gemaakt dat de kinderen onder de 16 op zondag niet op hun telefoon mogen. Het grappige is dat dit zo in het systeem zit, dat ze er ook niet om vragen. We zijn een echt spelletjesgezin, op zondag is dat genieten.’
Structuur en regelmaat
‘Andere mensen benoemen dat ik veel structuur heb in het gezin. Zelf zie ik dit niet zo, maar structuur maakt het wel werkbaar in een groter gezin. We hebben regelmaat in de dagen en tijdstippen. We eten altijd met elkaar. Als je niet mee-eet, meld je je van tevoren af.
Ik vind het belangrijk dat elk kind zich op zijn eigen manier mag ontwikkelen. Ze zijn niet alle zeven gelijk, elk kind is uniek. Elk kind krijgt zijn eigen verantwoordelijkheid, passend bij zijn leeftijd en karakter. In ons gezin wordt veel gepraat. Als gezin, maar ook met elk kind een-op-een.
Ik zal niet alles goed doen, maar ik wil wel dat de kinderen weten dat we altijd van ze houden. Het is soms best moeilijk om ze te laten ervaren dat we als ouders onvoorwaardelijk van ze houden. Ik probeer het vaak te benoemen. Kinderen zelf vergelijken zich met elkaar. Ze denken dat de een beter kan leren en dat de ander beter in sport is. Als moeder moet je hier voorzichtig mee zijn, want vergelijking en dat een ander altijd mooier is, is wat de maatschappij wel schreeuwt, maar wat we als ouders niet mee willen geven.’
Geloof aan tafel
‘Het leeftijdsverschil aan tafel is groot, van 10 tot en met 21 jaar. De jonge kinderen vinden de gesprekken aan tafel soms irritant. Want er kan door de oudsten enorm gediscussieerd worden over wereldwijde onderwerpen, maar ook over zaken rondom geloof en kerk. Ze hebben hier allemaal hun mening in. Kinderen mogen hun eigen mening hebben, waarbij we als ouders wel proberen te sturen. Het belangrijkste is hoe wij als ouders hun voorleven en onze kwetsbaarheid laten zien. Als moeder kan ik het geloof wel voorleven, maar ik kan het ze niet geven. Elke avond noem ik elk kind bij naam en leg ik ze in gebed bij God.’
Geloofsopvoeding
‘In hun zoektocht naar geloof en identiteit hoeft het niet zoals wij het als vader en moeder doen. Ze mogen het zelf ontdekken. Ik ontdek en leer ook elke dag. Het is een constante zoektocht. Voor opvoeden en geloofsopvoeding is er geen handleiding, want elk kind is anders. Ik ben dankbaar als ze God volgen. Het moet niet per se op één manier, niet alleen wat ik denk is goed.’ Even is ze stil. ‘Ik zou God kleinmaken als het alleen maar goed zou zijn op de manier zoals ik het als moeder doe. Zijn liefde is veel groter.’
Gebed
‘Ik hoef als moeder niet alles van ze te weten. Ze mogen altijd thuiskomen, ze mogen alles vertellen en als moeder houd ik onvoorwaardelijk van ze. Maar ik moet ook accepteren dat ze niet alles vertellen. Wat een rust om te weten dat God ze kent en dat ik in gebed mijn kinderen bij Hem mag brengen. Dat hoeft niet altijd tijdens mijn stille tijd. Ik kan bij de strijkplank staan en dat er een gebed opstijgt als ik een kledingstuk van ze vasthoud. Ik denk dat het gebed als vader en moeder samen het allerbelangrijkste is.’
Interactie
‘Het belangrijkste in ons gezin vind ik onderlinge liefde en verdraagzaamheid. Wat kan ik genieten als ze allemaal aan tafel zitten en dat ze dan op elkaar reageren. Ze gaan soms hard tegen elkaar te keer, maar ik weet als moeder welk hart eronder zit.
Rondkijkend aan tafel kan ik beseffen: God kent ze allemaal. Hij weet veel beter wat ze nodig hebben. Hij houdt veel meer van hen, dan dat ik als moeder kan. Dat geeft rust.’