• Gepubliceerd door
  • Vrouw tot Vrouw
  • Gepubliceerd op
  • 27 augustus 2024

Een (t)huis voor 27 kinderen

Tekst: Dianne Bredenhoff

Pleegouder worden. Het is iets wat Marieke van Eijsden (50) altijd graag heeft gewild. Ook haar man Arjo (50) draagt pleegzorg een warm hart toe. Hoewel de tijd nog niet daar lijkt, rollen Arjo en Marieke op wonderlijke wijze de wereld van de pleegouders in. Inmiddels zijn ze negen jaar verder en hebben er al 27 kinderen bij hen in huis gewoond.

Marieke heeft altijd al graag pleegouder willen worden. “Als iemand over pleegzorg praatte, leek het wel alsof ik elektrisch geladen werd. Dát deed pleegzorg met mij!” Het echtpaar uit Ridderkerk besluit een voorlichtingsavond over pleegzorg te bezoeken bij Enver (pleegzorgorganisatie Rotterdam). Arjo en Marieke zijn beiden erg enthousiast, maar Arjo ziet het op dat moment niet zitten. “Hij had een hele drukke baan en had het gevoel dat hij te weinig tijd aan de pleegkinderen zou kunnen besteden. Pleegkinderen hebben nog meer tijd en aandacht nodig dan onze eigen kinderen toen kregen.” De droom om pleegzorg te gaan bieden blijft, maar ze besluiten dit even te laten voor wat het is.

Opvang in het netwerk

Ongeveer een jaar na de voorlichtingsavond heeft een gezin in de kerkelijke gemeente van Marieke hulp nodig. Het gezin is Marieke niet onbekend. “Een van de jongens was al vaker een weekend bij ons geweest. We kenden hen gewoon goed.” Arjo en Marieke krijgen de vraag of deze jongen, samen met zijn broertje, een weekend bij hen mag komen. “Dat broertje is na dat weekend weer teruggegaan naar huis, maar die ene jongen is nog langer gebleven.” Uiteindelijk gaat ook hij terug naar zijn ouders, maar daarmee gaat er wel een balletje rollen. In het desbetreffende gezin blijkt meer tijd nodig te zijn om het leven weer goed op de rit te krijgen en de jongen komt voor een halfjaar bij de familie Van Eijsden wonen. “Maar hij is er nu nog steeds en we zijn negen jaar verder.”

20240725-IMG_9851

Leiding

Door deze opvang van de zoon van kennissen, wat uiteindelijk dus een langdurige pleegzorgplaatsing1 wordt, rollen Arjo en Marieke de pleegzorg in, ondanks dat zij zelf een jaar eerder hadden besloten dat dit niet het juiste moment was. “We voelden heel duidelijk dat dit op ons pad kwam en we hebben geen moment getwijfeld of we dit zouden gaan doen of niet.” Diverse instanties raken betrokken bij dit gezin en het wordt een officiële pleegzorgplaatsing. Er volgt een gesprek met uitleg en er wordt screening en ondersteuning opgestart vanuit de pleegzorgorganisatie.

De bal rolt verder

Als de dochter van het echtpaar op kamers gaat, komt er een extra kamer leeg te staan in huis. “Onze dochter vond het fijn om een plekje te hebben om thuis te slapen, maar had er alle begrip voor als haar eigen kamer gebruikt zou worden voor een pleegkind.” Naar aanleiding daarvan melden Arjo en Marieke zich aan voor crisispleegzorg2. “Dat was wat ons eigenlijk het leukst leek en nu we eenmaal begonnen waren, zagen we het ook wel zitten.” Al snel volgt de eerste crisisplaatsing; een jongetje van 5 jaar. “Hij kwam uit een noodbedgezin3 waar hij niet langer kon blijven. Hij is ongeveer zeven maanden gebleven.” Arjo en Marieke vinden het geweldig om dit kind op te vangen. “Het was heel zwaar, want het was een heel stuurloos kind, dat helemaal niet gewend was aan gezag en structuur. Hij was ook erg dik en gewend om de hele dag met chips voor de tv te zitten.” Beide pleegouders zetten alles op alles om het jongetje een fijne tijd te bieden. “En na die zeven maanden was er zoveel veranderd! Hij was enorm afgevallen, terwijl we daar eigenlijk niets voor hadden gedaan. Aan het begin sprak hij bijna geen Nederlands, maar na die zeven maanden ging dat veel beter.” Ook op school valt op hoe het jongetje veranderd is. “Mensen vonden het heel goed van ons, maar wij hadden er eigenlijk niets aan gedaan, behalve de ‘normale dingen’. Maar die normale dingen waren voor hem dus gewoon van levensbelang.”

Van crisisplaatsing naar langdurige plaatsing

Arjo en Marieke krijgen ook een jongen in huis die daarvoor drie maanden in een noodbedgezin heeft gewoond. “Hij zou eigenlijk bij ons vandaan weer naar een ander gezin gaan, maar hij draaide zo goed mee bij ons en hij had het zo naar zijn zin hier!” De jongen zou geplaatst worden in een gezin met één ander kind, maar geniet juist zo van de reuring en gezelligheid bij de familie Van Eijsden. Ook het geloof speelt bij deze plaatsing een rol. De jongen kwam uit een gezin dat hindoe is en was erg bang voor de hindoestaanse goden en boze geesten. “Bij ons in huis heeft hij het christelijk geloof echt omarmd en het gezin waar hij heen zou gaan, was niet christelijk. Dat vonden wij best lastig.” Arjo en Marieke besluiten dat de jongen toch langdurig bij hen kan blijven. De plaatsing duurt uiteindelijk 4,5 jaar en loopt helaas stuk door het trauma dat de jongen in zijn jonge leven al heeft opgelopen. “Het was voor ons niet veilig meer en hij is uiteindelijk teruggegaan naar zijn vader.” Toch is het contact niet weg, want de jongen komt nog regelmatig over de vloer.

Noodbed

De familie Van Eijsden is een gezin voor crisispleegzorg, maar draait ook mee in de noodbedopvang. Op een middag wordt Marieke om 17.45 uur gebeld voor een noodbedplaatsing. Marieke: “Ik wil eigenlijk altijd wel graag met Arjo overleggen, dus ik vroeg hun of ik mijn man even kon bellen.” Die mogelijkheid is er dit keer niet, want het meisje zou om 18.00 uur op de stoep staan. En hoewel de noodbedkamer altijd ingericht is, volgt er dan toch een hectisch kwartiertje. “Je moet dan heel snel even een bedje in orde maken, want je wilt toch dat er een leuk dekbed op het bed zit als zo’n kindje komt. En van tevoren weet je natuurlijk niet of er een kleuter of een puber komt, of een jongen of een meisje.”

20240725-IMG_9869

Naar een nieuw pleeggezin

Als een kind als noodbedplaatsing bij Arjo en Marieke komt, kan hij of zij bij hen blijven voor crisisopvang. Tijdens die crisisopvang zoekt de pleegzorgorganisatie uit of het kind terug naar zijn of haar ouders kan of dat er langduriger pleegzorg nodig is. “Dat kan soms in het eigen netwerk, zoals een tante of een oma die het kind opvangt, maar het kan ook zijn dat er een pleeggezin voor langdurige pleegzorg wordt gezocht.” Zo’n zoektocht duurt vaak wel een paar weken. “Als er dan een pleeggezin gevonden is, komen de nieuwe pleegouders eerst een keertje kijken zonder dat het pleegkind weet dat hij of zij misschien bij hen gaat wonen.” De kennismaking wordt dan rustig opgebouwd. “Ik ga daarna een keer samen met het kind naar die nieuwe pleegouders toe en uiteindelijk gaat hij dan een keer alleen en daarna volgt de overplaatsing.” Zo’n kennismakingsperiode moet niet te lang duren, omdat het veel onrust geeft voor de pleegkinderen. “Eigenlijk is het altijd wel binnen twee weken rond, vanaf het moment dat het kind heeft gehoord dat er een pleeggezin beschikbaar is.”

De verkeerde kant van de tafel

Als pleegouders heb je veel contact met de biologische ouders van de pleegkinderen. “De ouders hebben vaak het gevoel dat wij aan de verkeerde kant zitten; iedereen lijkt tegen hen.” Toch is er vaak ook wel begrip. “De beslissing dat pleegzorg nodig is, hebben wij natuurlijk niet genomen; dat doet de jeugdbeschermer. Wij zorgen alleen voor hun kind.” Heel veel ouders realiseren zich dat en zijn ook dankbaar voor wat Arjo en Marieke voor hun kind doen. Toch zijn er helaas ook situaties waarin het contact vijandig is. “Dan stuur je bijvoorbeeld een foto door en krijg je als reactie dat het haar niet goed zit of dat er een snottebel zichtbaar is.” Gelukkig gaat het meestal goed. “Bij de laatste plaatsing wilde de moeder mij graag even persoonlijk spreken en zij was heel erg dankbaar dat wij voor haar jongens wilden zorgen.”

Een blik in de toekomst

Marieke hoopt dat ze nog heel lang pleegouder mag zijn. “We hopen binnenkort opa en oma te worden, dus het zal in de toekomst echt wel een beetje zoeken worden.” Tot nu toe genieten Arjo en Marieke nog heel erg van het pleegouder-zijn en blijft het kriebelen om nog meer kinderen te helpen. “Ik weet niet hoe het zal lopen. Het kan best zijn dat we op een gegeven moment besluiten dat het mooi is geweest. Dan hebben we in ieder geval heel veel kinderen mogen opvangen en liefde mogen geven. We hopen dat de kinderen daar in de toekomst goed op terug kunnen kijken!”


1Een langdurige pleegzorgplaatsing (of perspectiefbiedende pleegzorgplaatsing) houdt in dat het pleegkind langer dan een jaar in het pleeggezin blijft.
2Crisispleegzorg betekent dat er voor een kind heel snel een plek nodig is. Deze vorm van pleegzorg duurt vaak enkele weken, hooguit enkele maanden.
3Een noodbedplaatsing is een crisisplaatsing die buiten kantoortijden plaatsvindt. Een noodbedpleeggezin zorgt ervoor dat het kind in ieder geval tot de eerstvolgende werkdag kan blijven.

20240725-IMG_9797