• Gepubliceerd door
  • Vrouw tot Vrouw
  • Gepubliceerd op
  • 4 mei 2023

Rouw is rauw

Door: Mariëlle Pelle – van Wijngaarden, redactielid Vrouw tot Vrouw online

‘Rouw is rauw’, zei ooit iemand tegen me. Dat waren woorden waar ik even over na moest denken. Maar ik besef steeds meer dat dit inderdaad zo is. Het is hard, het doet zeer, het raakt en het schuurt. Het maakt ook kwetsbaar en misschien is dat juist waarom mensen het een lastig onderwerp vinden om over te praten.  

Rouw is iets waar iedereen in zijn leven mee te maken krijgt. Een onderwerp waar veel boeken over zijn geschreven. Enkele weken geleden verscheen op deze website het artikel De reis in het landschap van rouw. Het artikel beschrijft hoe de wereld van rouw voor iedereen een individuele reis is.  

Als 15-jarige puber stierf mijn moeder na een ziekbed en een jaar later overleed mijn elfjarige jarige zusje ten gevolge van een noodlottig ongeval. Jaren later, toen ik zelf moeder was, overleed ons kindje tijdens de zwangerschap. Toen ik met mijn eigen kinderen op de begraafplaats stond, besefte ik dat ik alle generaties naar het graf gedragen heb. Mijn moeder, mijn zusje en ons eigen kind. In die periode ervaarde ik dat elk overlijden een andere vorm van rouw geeft. 

Rouw is kwetsbaar 

Het artikel van enkele weken geleden geeft handvaten voor een gesprek over rouw. Zo’n gesprek geeft openheid. Maar dat kan alleen, als degene die in rouw is zelf ook open is. Als ik open ben over mijn verdriet, is dat voor mijn omgeving ook fijn. Maar dat is niet altijd makkelijk, want rouw is kwetsbaar. Na het overlijden van ons eigen kindje, wilde ik geen mensen zien. Ik deed de deur op slot en het licht uit. Ik wist precies op welke plekjes in huis ik veilig zat, zodat mensen niet zagen dat ik toch thuis was en bleven aanbellen. Het voelt voor jezelf veilig om in die cocon te kruipen en je verdriet vast te houden. 

'Weet en vertrouw dat er een gemeente en mensen om je heen staan, die voor jou bidden.'

Naast je staan 

In alle periodes van rouw die ik moest doormaken en nog dagelijks doormaak (want rouw stopt niet), helpt het als mensen naast me durven staan om samen onze kwetsbaarheid te delen. Dat elke periode van rouw anders is, leerde ik nu ik terug kan kijken. Bij het overlijden van mijn moeder en zusje was ik jong en ging ik verder. Ik ging studeren, wilde een opleiding afmaken, deed examen en werd verliefd. De rouw was een schaduw die ik altijd meedroeg en mij vormde als jonge vrouw. Maar als je jong bent wil je verder.  

Na het overlijden van ons eigen kindje was dit anders. Het leven van vriendinnen ging verder, maar ieder had zijn zorg. De een raakte haar baan kwijt, de ander had een ziek kind. Als we over elkaars zorgen spraken, was ik degene die alleen luisterde, maar liever niets vertelde. Vriendinnen vertelden en om zichzelf moed in te praten zeiden ze weleens: ‘Ik weet het, alles komt goed’. Die opmerking sneed door mijn ziel, want ik besefte: bij mij komt het nooit meer goed. Het leven van onze Paarl was geweest. Dat maakte dat ik steeds meer in mezelf kroop. In de ochtend bracht ik de kinderen naar school, deed de boodschappen en thuis ging snel de deur weer op slot. Ik ging alleen op reis door dat landschap van rouw. Eerlijk gezegd gaf ik mensen de kans niet om naast me te komen staan. Je hebt dan mensen nodig die dat toch durven. Het was mijn jongste broer die belde en heel eerlijk, maar wel integer en liefdevol, zei: ‘Ben jij nu verstoppertje aan het spelen in je eigen huis? Kom op, we hebben met elkaar al zoveel meegemaakt, dit kun jij ook en hoef jij niet alleen te doen. Stop met verstoppertje spelen.’ Hij liet voelen dat hij naast me stond en gaf me moed om uit mijn cocon te kruipen. Die mensen die naast je staan, zijn belangrijk, mensen die zelf ook eerlijk en kwetsbaar durven te zijn. Het was mijn vriendin, die ik al levenslang ken, die durfde te zeggen: ‘Ik zie je weer alleen je weg gaan. Alleen de strijd aangaan en dit alleen een plekje geven. Ik zag dit 25 jaar geleden bij het overlijden van je moeder en bij je zusje en nu doe je het weer. Ik heb je gelaten, want ik wist dat je dit nodig had, maar heb ondertussen wel voor je gebeden.’ 

De kracht van gebed 

Het gebed is krachtig in tijden van rouw. Dat heb ik zelf zo bijzonder ervaren. Die momenten dat je zelf je handen niet kunt vouwen en er geen gebed over je lippen komt en de hemel een betonvloer lijkt … maar dan toch ervaren dat je gedragen wordt. Dat is de kracht van een biddende familie, van vrienden en de gemeente om je heen. 

Ik zeg nu zelf vaak tegen mensen in verdriet: voel je niet schuldig als je momenteel niet bidden kunt en er geen woorden over je lippen komen. Weet en vertrouw dat er een gemeente en mensen om je heen staan, die voor jou bidden. In die kwetsbaarheid durf ik nu ook open naar mensen in verdriet te zijn. Want openheid in kwetsbaarheid sterkt.  Zo benoem ik vaak eerlijk: al het medeleven is lief en heb je nodig, maar voel je niet schuldig als het jou overstijgt. Besef dat iedereen er voor je wil zijn en dat iedereen het goed bedoelt. Maar iedereen zoekt naar woorden, weeg die woorden niet, maar ontvang de liefde en betrokkenheid die erachter zit. Zoek daar zelf een weg in en voel je vooral niet schuldig. 

Ik werd overladen met appjes met vaak de prachtigste liederen. Ik opende alleen de app, zodat de ander dacht dat ik hem gelezen had, maar ik luisterde de liederen niet. Ik kon het niet aan, ik vond alleen maar herkenning in de oude psalmen en enkele liederen. Die hebben me gedragen. Zoals zangeres Kinga Bàn zei: ‘Ik zing me hier dwars doorheen.’ Dat heb ik letterlijk ervaren, ik zong de psalmen en vooral het lied ‘Wat de toekomst brenge moge’. Ik was graag alleen buiten en dan wandelend, biddend, maar vooral huilend en worstelend zong ik elke keer weer de woorden: Leer mij volgen zonder vragen, vader wat Gij doet is goed. Heer, ik wil Uw liefde loven, al begrijpt mijn ziel u niet. Schijnen mij Uw wegen duister, zie ik vraag U niet; waarom. Wil mij als een kind behandelen, dat alleen de weg niet vindt. 

'Dat onvoorwaardelijke moederliefde zo diep gaat, besef je pas als je kind overlijdt.'

Rijkdom 

Rauw is rouw. Dat ervaar ik dagelijks. Maar het brengt naast kwetsbaarheid ook iets kostbaars. De rouw die mijn leven vormde als jong meisje, heeft me gemaakt tot de vrouw die ik nu ben. Leven is niet vanzelfsprekend, ik besef me hoe waardevol het is om herinneringen te maken, om dankbaar te zijn. In de moeilijke periode in mijn jeugd, sprak ik elke dag tot me zelf: tel je zegeningen, tel wat je wel hebt en tel niet wat je niet hebt, want dat maakt je ondankbaar. Dat is ook nu elke dag mijn kracht. Elke dag mijn zegeningen tellen maakt me positief en dankbaar.  

De nacht in het ziekenhuis na het overlijden van Paarl, kwam ‘s ochtends al vroeg de zon op en scheen met scherpe stralen naar binnen. Alleen en verdrietig in het ziekenhuis kon ik biddend zingen: ‘De zon komt op, maakt de morgen wakker. Laat mij nog zingen als het avond wordt.’ Het bekende lied 10.000 redenen was ineens zo dichtbij en gaf me kracht. 

Ik probeer deze rijkdom ook altijd te vertellen, als mensen vragen naar het overlijden van Paarl. Het heeft mij leren zien hoe groot en onvoorwaardelijk de liefde van een moeder voor haar kind is. In de bijbel lezen we hoe God het kind in de moederschoot kent. Deze liefde ervaarde ik pas na het overlijden. Wij mochten al drie keer een gezond kind uit Zijn hand ontvangen en je voelt hoeveel je van je kinderen houdt en we weten dat we als moeder onvoorwaardelijk van ons kind houden. Maar dat onvoorwaardelijke moederliefde zo diep gaat, besef je pas als je kind overlijdt. Ik besefte dat ik ons kindje nooit had gezien, het had nog geen stem en we hadden samen nog geen herinneringen gemaakt, maar de liefde van de moeder is dan al onvoorwaardelijk. Hierin leerde ik Gods liefde voor Zijn kinderen en de liefde voor Zijn schepping kennen, maar ook hoe wonderlijk mooi God moeders heeft geschapen en liefheeft. 

Hemelse troost 

Enige tijd geleden spraken we zomaar informeel met wat vrouwen uit de gemeente over het onderwerp om als kind al jong rouw te kennen. Kort vertelde ik en nog een vrouw, hoe we dit als kind beleefd hadden. Waarop iemand reageerde: ‘Dit verdriet moet jullie toch enorm getekend hebben?’ Ik voelde dat ik dit niet zo beleef, alsof ik een getekend en minder waardevol leven heb. Waarop ik eerlijk antwoorde: Nee, het heeft me gevormd tot de vrouw wie ik nu ben, met wie God ook een plan heeft. 

Dan is rouw rauw, maar ik weet wel dat er een God is die ons verdriet kent en die naast ons wil staan en waarmee we elk gevoel van verdriet, onmacht en boosheid mogen delen. Wat een troost. Een hemelse troost. 


Lees ook artikel ‘De reis in het landschap van rouw’ wat beschrijft hoe de wereld van rouw voor iedereen een individuele reis is.