• Gepubliceerd door
  • Vrouw tot Vrouw
  • Gepubliceerd op
  • 17 juni 2021

Samen werken vanuit passie

Werken als moeder en dochters in hetzelfde bedrijf. Familie en tegelijkertijd collega’s – hoe gaat dat? Welke uitdagingen levert dat op? Een interview met Wilma Baelde, 48 jaar, en haar dochters Rosina, 24 jaar, en Deborah, 22 jaar. Beide dochters werken sinds enkele jaren in het familiebedrijf van hun ouders (Provence Creations) en wonen nog thuis.

Start

Moeder Wilma start dit spontane en gezellige gesprek met een leuke anekdote. ‘Toen Rosina en Deborah jong waren, op de basisschool, zeiden ze allebei: ik ga later nooit bij mijn ouders werken. Dan moet je zo hard werken, die zijn altijd aan het werk. Ze waren er een beetje klaar mee, dat het altijd over keukens ging.’ Rosina vult aan dat ze aan het eind van haar opleiding stage moest lopen en op dat moment juist de receptioniste wegging, waardoor zij bij Provence Creations stage kon lopen. ‘Het was helemaal niet mijn bedoeling om hier te gaan werken, maar ik ben na mijn stage gebleven. Ergens anders was het niet zo leuk als hier.’ Ook Deborah geeft aan dat ze niet in het bedrijf van haar ouders wilde werken. ‘Ik zat in het laatste jaar van mijn opleiding en twijfelde of ik mijn studie wel leuk vond. Als bijbaan ben ik toen een poosje bij mijn ouders gaan werken. Stilzitten is niets voor mij. Ik merk dat ik deze branche wel heel leuk vind en ik ben vanuit de receptie, toen Rosina ziek werd, hier gebleven.’ Wilma merkt op dat zij en haar man altijd tegen hun dochters hebben gezegd dat ze willen dat zij iets gaan doen wat ze ook leuk vinden, waar hun hart ligt en wat bij hen past. ‘Ik heb altijd gezegd: Ga eerst kijken wat je zelf leuk vindt. Beiden zijn zomaar heel natuurlijk ingestroomd.’

Feedback

Stel dat je fouten maakt, hoe bespreek je dat met elkaar?

Deborah: ‘Als ik een fout maak, bespreek ik dat met mijn moeder en dan kan ik weleens gefrustreerd zijn. Ik neem dat dan wel mee naar huis. Je voelt het ook wel eerder en beter aan als iets niet goed gaat, dat heb je met familie. Mijn moeder kan het gemakkelijker zeggen als er iets is zonder dat het als kritiek voelt. Juist omdat je familie bent, voelt het veilig’. Rosina merkt op dat het nadeel van de combinatie familie en werk is dat je je werk meeneemt naar huis. ‘Toen ik ziek was, merkte ik dat ik thuis niet mee kon praten.’ Wilma vult aan dat ze in het begin hebben afgesproken dat er thuis niet over werk gesproken wordt. ‘Ik merk wel dat het erg lastig is; onbewust neem je dingen toch wel mee naar huis. We zouden het er dan niet over hebben, maar dat doen we wel. Op zondag lukt het vaak wel; dan wordt er in huize Baelde niet over zaken gepraat.’

Wilma geeft nog aan dat zij best een open gezin zijn, waardoor het samenwerken als familie boven verwachting goed gaat. Buitenstaanders vragen zich dat namelijk weleens af.

Succesfactor

Wat maakt werken met je familie een succes?

Rosina: ‘Het is goed dat je allemaal een andere functie hebt en elkaar aanvult met werkzaamheden’. Deborah merkt op dat het zeker een rol speelt dat zij altijd open naar elkaar zijn. Dat is heel belangrijk. ‘We vertelden elkaar altijd al alles en we zijn niet jaloers op elkaar.’ Wilma vertelt dat het zeker belangrijk is dat je dingen bespreekbaar maakt. Heel eerlijk: ‘We kunnen soms best wel heel pittig naar elkaar reageren, we zijn niet altijd heel lief en aardig tegen elkaar’.

Rolwisseling

De verschillende rollen vallen weleens samen. Hoe werkt dat? Wilma: ‘Op de zaak wil je niet in een moeder/dochterverhouding komen. Dat gebeurt weleens vanuit emoties die opspelen. Dan loop ik even weg en vind ik het niet waard om het tot een uitbarsting te laten komen. Later zeg ik het persoonlijk thuis tegen diegene’. Wilma geeft aan dat zij ervaren heeft dat dit beter werkt. Verder is haar rol en houding in het bedrijf niet anders naar collega’s dan naar haar dochters. ‘Ik behandel mijn dochter net zoals de andere collega’s, anders is dat ook niet eerlijk.’ De omschakeling thuis gaat eigenlijk automatisch; aan tafel wordt er nog even kort besproken wat er is gebeurd, verhalen worden gedeeld en dan zijn de rollen weer helder voor Wilma. Rosina merkt op dat het voor haar juist andersom werkt: ‘Ik noem mijn ouders aan de telefoon bij hun voornaam en merk dat ik thuis al snel zeg: Wilma, kun je zo even komen?’ Voor Deborah blijft het lastig: ‘Het zijn gewoon mijn vader en moeder’. Als er klanten zijn, noem ik ze niet zo, anders wel.

WILMA: ‘Ik behandel mijn dochters net zoals de andere collega’s, anders is dat ook niet eerlijk’

ROSINA: ‘Het was helemaal niet mijn bedoeling om hier te gaan werken, maar ik ben na mijn stage gebleven. Ergens anders was het niet zo leuk als hier’

DEBORAH: ‘Wij moeten ook gewoon een verlofbriefje invullen en kunnen een vrije dag niet tijdens de avondmaaltijd regelen’

Betrokkenheid

Zowel Rosina als Deborah voelt dezelfde passie voor het bedrijf die ze zien bij hun moeder. Deborah: ‘Als het bedrijf van je ouders is, dan voel je je echt verantwoordelijk. Ik moet echt goed presteren’. Deborah geeft aan dat je dan bijvoorbeeld continu plannen aan het bedenken bent: hoe kunnen we de klanten nog meer beleving geven? Zij vindt dit positief, het geeft een teamgevoel. Rosina vult aan dat je om dingen op te lossen ook langer op je werk blijft. Wilma vindt het bijzonder bij haar twee dochters een grote passie te zien voor het bedrijf. Omgekeerd geven Rosina en Deborah vol vuur aan dat de zaak voor hun moeder ook haar echte grote liefde is na haar man en dochters.

Werksfeer

Wat vinden collega’s van jullie familierelatie?

Wilma merkt op dat zij het wel heel bijzonder vinden hoe ze met elkaar omgaan. Rosina: ‘Iedereen wordt gelijk behandeld, we hebben een leuk en hecht team en er is geen sprake van jaloezie’. Wilma geeft aan dat ze daar heel dankbaar voor is. ‘Dat is ook iets wat je niet organiseert.’ Deborah: ‘Dat zit hem ook in kleine dingen: wij moeten ook gewoon een verlofbriefje invullen en dit niet tijdens de avondmaaltijd regelen’. Wilma vult nog aan: ‘Ook als dingen niet goed gaan, wordt het gezegd op precies dezelfde manier als tegen collega’s en zij merken dat ook’.

Wilma: ‘We zijn van werkplekken verhuisd, het ging niet helemaal lekker, je moet niet de hele dag tegenover elkaar zitten. Dat is te persoonlijk en niet goed. Ze moeten ook zichzelf kunnen ontwikkelen. Tegenover je moeder zitten werkt dan niet, we hebben het twee maanden volgehouden’.

Geloofsleven

Jullie zijn heel open naar elkaar, dat merk je in dit gesprek ook, bespreken jullie alles?

Rosina vertelt: ‘Vanavond aan tafel kregen we een gesprek over: ‘Hoe zien we Gods leiding nu in ons leven?’ Mijn vriend en ik zijn bezig met de koop van ons eerste huis en we weten niet goed wat we moeten doen. Ik vroeg: ‘Kan God mij dan geen teken geven?’ Vervolgens hadden we daar een heel gesprek over en zeiden mijn ouders dat het niet gaat om het teken. Het gaat er juist om dat je Gods leiding ziet in wat er ook gebeurt. Dat soort gesprekken voeren we dus ook’.

Wilma: ‘In de afgelopen jaren hebben we best heel veel verdrietige en moeilijke dingen meegemaakt in het bedrijf. In elke situatie zagen mijn man en ik dat God ons daarin gesteund en geleid heeft. Zonder Hem hadden we het niet kunnen dragen! Er zijn echt wonderen gebeurd’. Rosina en Deborah hebben dit zeker meegekregen en ook gehoord hoe het geloofsvertrouwen van hun ouders hen erdoorheen geholpen heeft. Hoewel hun ouders niet alles konden vertelden, voelden de dochters wel aan dat er spanningen waren. Rosina: ‘Ik merk sowieso dat mijn ouders in alles Gods leiding in hun leven zien’. Deborah: ‘Dat vormt je, mijn ouders zijn altijd erg open geweest over hun persoonlijke relatie met God. Dat heeft onze relatie met God ook verdiept en het gevoel dat Hij ook ons leven leidt’.

Het gesprek sluiten we af met de vraag welk lied voor hen van betekenis is geweest in de afgelopen periode. Op pagina 18 van De Hervormde Vrouw vind je dit lied: De Heer is mijn Herder (Sela).

Deborah: ‘Een bijpassend lied bij wat onze ouders ons geleerd hebben: Al gaat mijn weg door een donker dal. Ik weet dat hij mij redden zal’.

Tips voor dochters die in het familiebedrijf willen starten:

  1. Ga eerst bij jezelf na: hoe open ben je naar elkaar toe? Je moet alles durven en kunnen zeggen, kritiek kunnen incasseren.
  2. Zit niet op elkaars lip en geef elkaar verantwoordelijkheid.
  3. Zorg voor een duidelijke functiebeschrijving, zodat de taken helder zijn en je daarop aangesproken kunt worden.

Wie doet wat?

Het familie bedrijf Provence Creations, gevestigd in Veenendaal, verkoopt keukens, badkamers, deuren, kasten en open haarden. Naast Wilma en haar twee dochters, werken ook man Hans en aanstaande schoonzoon Wilco in het bedrijf.

Wilma doet de orderverwerking en de planning. Rosina werkt er als management-assistente/receptioniste en Deborah doet de Marketing & Communicatie en is onlangs ook als verkoper gestart.

Dit artikel is verschenen in ‘De Hervormde Vrouw’. Meer weten? Kijk hier.