Tucht in de kerk: liefde vermomd als kritiek
Tekst Tineke Boele-Noort
‘Mam, die trui heeft echt een rare kleur, en er zitten gaatjes in, haha!’ Kinderen kunnen ongezouten kritisch zijn, en ons driejarige zoontje vormt bepaald geen uitzondering op die regel. Natuurlijk lach ik hard met hem mee, de puurheid van een kind is altijd ontwapenend. Bovendien gaat het immers maar om een trui.
Lastiger wordt het als de kritiek zich niet richt op iets wat je hebt, maar op iets wat je doet, en als de kritiek niet van een eigenzinnige peuter afkomstig is, maar van bijvoorbeeld je werkgever, partner of zomaar iemand op straat. Als vriendin, gemeentelid, buurvrouw, echtgenoot of collega heb je allerlei ballen in de lucht te houden en doe je je best om aan ieders wensen en verwachtingen te voldoen. We leggen de lat ook voor onszelf graag hoog. Soms kan kritiek – al is het op iets kleins – dan net de spreekwoordelijke druppel zijn.
WhatsApp
Volg Vrouw tot Vrouw nu ook via WhatsApp! Klik daarvoor op deze link.
Zelf had ik daar onlangs last van, toen ik op een drukke dag mijn zwaarbeladen bakfiets parkeerde op een plek waar dat niet mocht: vlak bij de ingang van de bibliotheek. Alle fietsenrekken in de buurt waren vol, en ik voelde er weinig voor om 300 meter te gaan sjouwen met twee boekentassen, een baby-in-maxicosi en een levendig tweetal dat me vast voor de voeten zou lopen. Kortom: ik had erg veel begrip voor mijn eigen situatie en bovendien stonden er tientallen fietsen verkeerd geparkeerd. Toen ik bij terugkeer berispt werd door een bewaker werd ik spinnijdig en gaf ik de beste man een flinke veeg uit de pan. Kritiek ontvangen was even niet mijn sterkste kant.
Kritiek in de kerk
Ook in de kerk worden we onder kritiek gesteld. Bijvoorbeeld als we op zondagmorgen de Tien Geboden horen en ons realiseren hoezeer we daaraan voorbij hebben geleefd in de achterliggende week. Ook als we door het luisteren naar een preek of zingen van een psalm of lied met ons eigen tekortschieten worden geconfronteerd. Deze kritiek gaat ten diepste niet om wat we wel of niet hebben, en zelfs niet over ons doen en laten. Het gaat nog een slag dieper. De wet stelt aan de kaak wie we zijn als zondaars voor het aangezicht van God: onweersproken schuldig.
Voor het onder kritiek gesteld worden in de kerk, zijn we in de loop van de kerkgeschiedenis ook een andere term gaan gebruiken: tucht. Dit woord is afkomstig van het oud-Nederlandse woord ‘tijgen’ (trekken) en wijst op de bedoeling om een gemeentelid dat in een bepaalde zonde leeft, terug te ‘trekken’ naar God en de gemeente. Tucht is dus gericht op bekering, verzoening, en herstel van relaties.
Alle goede intenties ten spijt: in de loop van de kerkgeschiedenis is er rondom de tucht ontzettend veel misgegaan.
Ik weet niet hoe het jou vergaat, maar zelf vind ik het woord ‘tucht’ zo mogelijk nog vervelender klinken dan het woord ‘kritiek’. Het mag dan weliswaar positief bedoeld zijn, maar toch roept het vaak negatieve associaties en gedachten op. Misschien ken je uit jouw omgeving verhalen waarin mensen publiekelijk schuldbelijdenis moesten afleggen, geweerd werden van het avondmaal of zelfs uitgeschreven of ‘verbannen’ werden als lid van de kerk. Tucht klinkt voor velen van ons niet als ‘trekken’, maar juist als afstoten; niet als heling, maar als straf. Als je van nabij weleens een tuchtzaak hebt meegemaakt, zul je herkennen dat mensen hiermee in het diepst van hun zijn, hun geweten geraakt kunnen worden. Alle goede intenties ten spijt: in de loop van de kerkgeschiedenis is er rondom de tucht ontzettend veel misgegaan.
Tucht in de eerste christelijke gemeenten
Is tucht nog wel van deze tijd? Moeten we daar nog iets mee vandaag de dag? Kunnen we – juíst in de kerk – onze kritiek soms niet even parkeren?
Voor een antwoord op deze vragen is het goed om te beseffen dat kritiek, tucht zo je wilt, er in de eerste christelijke gemeenten als vanzelfsprekend bij hoorde. In de kerk horen we elkaar scherp te houden en te waken voor onenigheid en zonde. Het Nieuwe Testament reikt ons een aantal belangrijke lessen aan voor de manier waarop we elkaar in de gemeente liefdevol onder kritiek kunnen stellen. Deze lessen deel ik graag.
