’t Noabernest: een plek voor ‘gevallen vogeltjes’
Tekst: Dianne Bredenhoff
Nabij het Overijsselse plaatsje Hoge Hexel ligt, midden tussen de weilanden, gezinshuis ’t Noabernest. Dit gezinshuis wordt gerund door Karel (50) en Rianne (47) van Grootheest. In ’t Noabernest wonen momenteel, naast de drie dochters van Karel en Rianne, zes pleegkinderen. Karel en Rianne hebben van dit gezinshuis hun dagelijks werk gemaakt en zorgen 24/7 voor de kinderen die aan hun zorgen zijn toevertrouwd.
In de eethoek van het gezinshuis hangt een groot planbord met daarop de namen van alle pleegkinderen. Onder iedere naam staan zeven vakjes: voor elke dag van de week een vakje. Met pictogrammen is aangegeven welke activiteit(en) de kinderen die dag hebben. ‘Een stukje structuur in het leven van de kinderen’, legt Rianne uit.
In de zithoek zit de jongste pleegdochter heerlijk te spelen in de box. Alle andere kinderen zijn vandaag weg: naar school of naar de peuterspeelzaal. ‘Vandaag draai ik vier wassen’, vertelt Rianne. ‘Dat is trouwens wel iets meer dan gemiddeld hoor, meestal draai ik zo’n vijftien wassen in de week.’
Een slecht idee…?
‘Vroeger’ werkten Karel en Rianne allebei in het onderwijs. Karel was directeur van de middelbare school in een naburig dorp en Rianne werkte als burgklasmentor op een andere school. Helaas komt Karel thuis te zitten met een burn-out. Rianne: ‘Een vriend van Karel gaf hem toen de tip om een lijst te maken van elementen die Karel graag zou willen zien in zijn volgende baan, of dat nou in het onderwijs zou zijn of niet. Daar kwam een mooie lijst uit: niet alleen maar binnen zitten, werk met een maatschappelijke betekenis, iets van coaching… Een heel rijtje.’
In de Week van de Pleegzorg1 wandelden Karel en Rianne samen een deel van het door hen geliefde Pieterpad. En daar oppert Karel: ‘Ri, wat denk je van een gezinshuis?’ Met een zucht vertelt Rianne: ‘En ik dacht… slecht idee! Ik vind mezelf helemaal niet de geduldigste, dus ik was echt niet direct enthousiast. Maar ik vond het wel heel erg bij Karel passen, daarom moest ik toch een beetje netjes en subtiel laten merken dat ik dit echt niet zag zitten…’
Onrust
Toch laat het idee Rianne niet los, al heeft ze veel moeite met het 24/7 aspect van een gezinshuis. De broer en schoonzus van Rianne bieden aan om, mochten zij hun plan voortzetten, achtervang te zijn en eens per maand de zorg voor de pleegkinderen over te nemen, zodat Karel en Rianne iedere maand een weekend vrij zijn. Dat geeft Rianne wel een stukje rust. Toch blijft ze erg aarzelen. ‘Ik ben gewoon niet zo van de veranderingen. In een restaurant kies ik altijd biefstuk, want dat is sowieso lekker. Veranderingen passen niet zo bij mij.’ Tijdens een wandeling met haar broer en schoonzus is Rianne er behoorlijk klaar mee. De onrust maakt haar chagrijnig. ‘Ergens had ik het gevoel dat we dit moesten doen, maar ik wilde het eigenlijk niet en ik durfde het eigenlijk ook niet…’
Na de wandeling gaan de twee stellen samen ergens eten en stelt Riannes broer voor om, als afsluiting van de maaltijd, nog een stukje uit de Bijbel te lezen. Rianne: ‘Ik was een beetje recalcitrant en zei: ‘Nou, doe maar! Sla de Bijbel maar open en als er ‘gezinshuis’ staat, moeten we het doen. En anders niet.’ En dat bedoelde ik echt niet eerbiedig.’ Een papieren Bijbel is op dat moment niet voor handen en Karel opent de Bijbel App op zijn telefoon. Hij leest de eerste tekst die daar op komt te staan: ‘Die de eenzamen doet wonen in een huisgezin’ (Psalm 68:7). Rianne: ‘Ik wist natuurlijk ook wel dat er geen ‘gezinshuis’ in de Bijbel stond, maar ja, ‘huisgezin’, hoe exact wil je het hebben? We hebben elkaar vol verbazing aangekeken en vanaf dat moment was voor mij duidelijk dat dit de weg was. Ik heb daarna ook nooit meer getwijfeld en was er vanaf toen positief over dat we dit gingen doen. Ik wist dat als dit Gods weg was, Hij ervoor zou zorgen dat ik het ook kan.’
De weg naar ‘t Noabernest
Nadat Karel en Rianne samen hebben ontdekt dat dit Gods weg met hun leven is, moeten zij dit nog delen met hun drie dochters. Twee van hen wonen in die tijd op kamers, de jongste dochter woont nog thuis. ‘Eigenlijk reageerden zij heel positief. De oudste vond het prima, de middelste vond het fantastisch en is momenteel ook deels in dienst bij ons. Onze jongste dochter vond het wat spannender, maar voor haar zou er ook het meeste veranderen. We zouden bijvoorbeeld op zoek gaan naar een ander huis.’ Alle drie de dochters staan achter de keuze van hun ouders en willen eraan meewerken om het gezinshuis op te zetten. Uiteindelijk volgt er een proces om een startkwalificatie2 te behalen. Dat gebeurt in september 2022.
‘Tja, en dan heb je een gezinshuis, maar dan moet dat huis natuurlijk nog een naam hebben!’ In Twente is ‘noaberschap3’ een groot goed en Karel oppert daarom ‘Noabers’ als naam voor het gezinshuis, maar Rianne vindt dat niet volledig genoeg. ’Op een gegeven moment hadden we een nestje koolmeesjes in de tuin en we zagen het gebeuren dat die vogeltjes gingen uitvliegen. En toen wisten we het ineens: ’t Noabernest! Een veilige plek voor al die uit het nest gevallen ‘vogeltjes’, waar je hen mag leren vliegen. Dat vonden we wel een mooie beeldspraak.
'Je hebt gewoon soms kinderen in huis die je echt niet direct leuk vindt of waar je je zelfs aan ergert.'
Plaatsing eerste kinderen
Half oktober 2022 komen de eerste twee kinderen in ’t Noabernest wonen: een meisje van 4 en een jongen van 1,5 jaar. ‘In de hoek van de keuken lagen twee vuilniszakken met spullen. Dat was hun hele leven. Heel aandoenlijk.’ Overdag wordt er lekker gespeeld, maar ’s avonds komt het meisje moeilijk in slaap. ‘En meteen kwam ik in een spagaat terecht. Want waar onze jongste dochter gevraagd had of ik ’s avonds nog wilde helpen met haar huiswerk, lag onze pleegdochter te huilen in haar nieuwe bed. Allebei hadden ze me nodig en voor allebei wilde ik er zijn.’ Het leven in een gezinshuis is dan ook echt wel even wennen. Zowel voor Karel en Rianne als voor hun kinderen. ‘Naast dat het fysiek vermoeiend is, is het ook emotioneel heel belastend. Je hebt gewoon soms kinderen in huis die je echt niet direct leuk vindt of waar je je zelfs aan ergert. Je houdt niet direct van die kinderen, dat moet gewoon groeien.’ Gelukkig gebeurt dat en groeit er emotioneel een band tussen de pleegouders en kinderen.
Ruimte voor meer kinderen
In het voorjaar van 2023 vertelt de toenmalige buurman van Karel en Rianne dat er een huis te koop komt te staan aan de Haarboersweg. De familie gaat kijken en weet direct dat dit een mooie plek is voor hun gezinshuis. De koop is snel rond en in september 2023 volgt de verhuizing.
In dit nieuwe huis is meer ruimte voor pleegkinderen. ‘We wilden heel graag brusjes4 in huis halen, omdat we het zo verdrietig vinden dat zij vaak uit elkaar gehaald moeten worden. En toen was het hele huis klaar en was er ruimte voor nog drie brusjes, maar er kwam maar geen plaatsingsverzoek!‘ Hoewel dit veel spanning geeft, hebben Karel en Rianne geen moment getwijfeld aan de weg die God met hen gaat. ’Uiteindelijk wisten we dat God voor ons zorgde, dat had Hij al die tijd gedaan. We vertrouwden er ook echt op dat het goed zou komen.’
Een vol nest
In november 2023 komt er een plaatsingsverzoek voor een jongen van 8 jaar. Karel en Rianne accepteren dit voorstel en zo blijft er nog ruimte over voor twee brusjes.
‘Het werd toen wel echt spannend. Wij wisten natuurlijk ook dat we dit huis wel draaiende moesten houden en nu waren er twee lege plekjes. Uiteindelijk kwam er wéér een voorstel voor één kind. We besloten nog één week af te wachten en dan toch maar op dat plaatsingsvoorstel in te gaan.’
Op de allerlaatste dag van die ‘wachtweek’ komt er een nieuw voorstel voor drie kleine kinderen: een broer met zijn twee zusjes. Hoewel er eigenlijk nog maar ruimte is voor twee kinderen, gaan Karel en Rianne op dit voorstel in en zo telt ‘t Noabernest inmiddels zes pleegkinderen. In principe wonen deze kinderen langdurig bij Karel en Rianne, maar eens in de zoveel tijd wordt elke situatie opnieuw voor de rechter gebracht. Zekerheid over hoelang de kinderen blijven, is er dus nooit. ‘We zeggen weleens tegen elkaar: ‘Ze kunnen weer weggaan hè.’ Maar je kunt daarom niet minder van ze gaan houden. Je gaat er vol in en de liefde voor hen gaat groeien. Het is voor de kinderen niet eerlijk om terughoudend te zijn in die liefde. Als ze wel weer weg zouden gaan, dan doet ons dat verdriet, maar dat zien we dan wel weer.’
Elk kind geliefd
Karel en Rianne hebben als hoofddoel dat de kinderen die bij hen wonen, zich geliefd weten. Door hen, maar zeker ook door God. ‘Karel noemt dat bijvangst, want wij zijn geen evangelisatiepost. Het belangrijkste is dat de kinderen een veilige plek hebben, maar je hoopt natuurlijk wel dat ze ook het geloof meekrijgen.’ Ook het bijbrengen van rust, reinheid en regelmaat vinden Karel en Rianne erg belangrijk. ‘De kinderen die hier wonen, zijn dat van huis uit echt niet gewend. Net als het goedmaken van ruzies. Het feit dat een ruzie ook afgelopen kan zijn en dat het dan weer écht goed is, dat is echt iets wat we deze kinderen willen leren.’
Karel en Rianne kijken dankbaar terug op Gods zorg in de afgelopen jaren en de bijzondere stappen die zij gezet hebben. ‘Het mooiste bericht van de afgelopen maanden was toen een van de kinderen naar de kapper ging. De kapster zag dat dat meisje heel veel nieuwe haren had gekregen van zo’n 10 cm lang. Ze legde ons uit hoe dat kwam: dit is gezondheid van het lichaam en de geest, dat zie je terug in de haargroei. En 10 cm haargroei is precies anderhalf jaar, precies de periode dat zij bij ons woont. Haar lichaam laat ons zien dat ze een veilige plek heeft en dat is waar we het voor doen!
Voetnoten:
1; Elk jaar organiseert Jeugdzorg Nederland de Week van de Pleegzorg. Met deze actieweek wil Jeugdzorg Nederland aandacht vestigen op pleegzorg en het tekort aan pleegouders. Tijdens de Week van de Pleegzorg staan er veel verschillende activiteiten op de agenda, in samenwerking met gemeenten, zoals netwerkbijeenkomsten en speciale activiteiten om pleegouders in het zonnetje te zetten (https://www.pleegzorg.nl/week-van-de-pleegzorg).
2. Om te kunnen starten met een gezinshuis, moet er een startkwalificatie behaald worden. Om hieraan te voldoen, moeten er een ondernemingsplan, actueel portfolio, jaarplan en jaarbegroting zijn. Ook moet er een coach benaderd zijn en moeten de pleegouders een VOG hebben.
3. In De Vrije Encyclopedie wordt noaberschap omschreven als gezamenlijke noabers (buren) in een kleine, sociale, overwegend agrarische gemeenschap. Binnen de noaberschap geldt de noaberplicht. Dit houdt de verplichting in om de noabers (in een ruime zin des woords) bij te staan met raad en daad indien dat nodig is.
4. Brusjes: broertjes en zusjes.