Open ogen
Tekst: Marja de Kruijf – redactielid Vrouw tot Vrouw online
Als Nana dat wil, kan ze gaan werken als advocaat en daar een riant salaris mee verdienen. Af en toe verlangt ze ernaar: geen zorgen meer of je rond kunt komen en je gezin kunt onderhouden. Toch wijst God haar, telkens opnieuw, de weg naar haar huidige baan: coördinator van het Bijbelvertaalwerk in Mali.
Nana groeit op in een christelijk gezin in Mali en kiest, als ze gaat studeren, voor de studie publiek en internationaal recht. Vervolgens verhuist ze naar Parijs om daar Europees recht te studeren. Ze leert haar man kennen, die vertaler en taalkundige is. Na haar huwelijk, als haar man in Kenia studeert, volgt Nana daar een MBA, waarbij ze veel leert over management en personeelszaken. Terug in Mali wordt Nana echter geen advocaat, zoals ze altijd dacht, maar gaat ze werken voor SIL Mali, een partnerorganisatie van ‘Wycliffe Bijbelvertalers’.
Nana begeleidt als manager alle vijftien Bijbelvertaalprojecten in Mali. Enthousiast vertelt ze erover: ‘Ons werk is levensveranderend. Predikanten vertellen dat het leven in hun dorp verandert als de Bijbel daar komt, mensen gaan de Bijbel begrijpen. Medewerkers binnen de projectteams veranderen, komen tot geloof, ook moslims die voor SIL werken. Ze zien dat hun christelijke collega’s binnen het vertaalprogramma zich zo heel anders gedragen dan hun moslimbroeders. Het is een getuigenis dat ze meekrijgen!’
Hoe is het in Mali als een moslim zich bekeert tot het christendom?
‘In Mali is 95% van de bevolking moslim. Als je van moslim christen wordt, gooien je ouders je het huis uit en de gemeenschap verstoot je. We zijn net gestart met een nieuw vertaalteam waar veel moslims in meewerken. Hun gemeenschap heeft er veel moeite mee dat ze dit werk doen, zelfs de Bijbel in hun hand houden is al problematisch. Niet alle moslimvertalers die tot geloof zijn gekomen door hun vertaalwerk, komen daar dan ook openlijk voor uit. Toch zie je dat ze geloven, doordat hun levensstijl helemaal anders wordt. Het zijn verborgen christenen.’
WhatsApp
Volg Vrouw tot Vrouw nu ook via WhatsApp! Klik daarvoor op deze link.
Hoe zie je, bij jullie vertaalwerk, God aan het werk?
‘Mali is een gevaarlijk land, er is veel dreiging, ook van jihadisten. Steeds als we denken dat iets binnen ons werk niet meer lukt omdat het te gevaarlijk wordt, geeft God ons andere middelen en manieren om de mensen tóch te blijven bereiken. Als het bijvoorbeeld niet meer lukt om openlijk Bijbelverhalen te vertellen, dan gaan we het een–op-een doen, zodat de jihadisten en andere mensen die erop tegen zijn het niet zien. De Jezusfilm is vertaald, maar kunnen we niet zomaar aan mensen laten zien. We verspreiden deze film nu op een SD-kaart. God beschermt ons echt, dat zien we telkens weer. Hij zorgt voor nieuwe mogelijkheden om het Evangelie te blijven delen.’
Wat is het meest bijzondere wat je als coördinator hebt meegemaakt?
‘Het meest bijzonder vind ik dat God in mijn leven werkt. Ik wilde altijd advocaat worden, veel geld verdienen om mijn gezin te onderhouden, maar God leidde me naar dít werk. Het tweede dat ik heel bijzonder vind, is dat God ons steeds voorziet van financiën voor ons project. Er zijn veel moeilijkheden in Mali, maar voor ons vertaalwerk is er elke keer weer voldoende geld. Daar ben ik God heel dankbaar voor.’
Wat wil je delen met vrouwen in Nederland?
‘Wees trouw op de plek waar God je heeft geplaatst. Wie je ook bent, wat je ook doet, God kan je gebruiken. Hij heeft je niet voor niets geplaatst op de plek waar je nu bent. Wees trouw en vraag God hoe je Hem, op jouw plaats, kunt dienen. Ik heb er best weleens naar verlangd om iets anders te gaan doen dan dit werk, iets waarmee ik meer geld zou verdienen, maar het voelde niet goed. God wees me de weg maar dit werk, Hij laat me ook telkens weer merken dat Hij me hier wil hebben. Iedere keer weer bracht Hij me terug. Hier heeft Hij mij geplaatst, hier wil Hij mij gebruiken. Hij heeft ook steeds weer voorzien in wat we nodig hadden. God is trouw!’

Waar hoop je op, waar droom je van?
Als Nana deze vraag beantwoordt, gaan haar ogen stralen. ‘Ik hoop dat God de ogen opent van de mensen in Mali. Velen geloven niet in God. Ze doen van alles om gelukkig te worden, maar niets helpt. De Enige Die hen gelukkig kan maken, is Jezus en dat zien ze niet.’ Nana kijkt over haar schouder en wijst vlak achter zich: ‘Jezus hun Redder is vlak bij hen, Hij is zo dichtbij, maar ze hebben het niet door. Ik bid dat God hun ogen opent, zodat ze Jezus gaan leren kennen. Ik hoop dat God ons vertaalwerk hiervoor wil gebruiken, zodat de mensen van Mali God gaan leren kennen en hun heil niet meer zoeken in een grote auto of in het offeren van dieren, of waar ze hun verlossing ook maar in zoeken. Als God hun ogen opent en ze gaan geloven, dan wordt míjn leven goed omdat ik veilig en in rust kan leven, én dan wordt hún leven goed. Dan worden ze namelijk écht gelukkig.’