TussenWoordje Genesis

Tekst: Lia van der Neut 

Heb je een ‘verloren’ moment? Sta je in de file? Ga je een kop koffie drinken? Dan is dat een mooi moment voor een tussendoortje waarin je kunt mediteren over het Woord.

Het TussenWoordje bevat een enkel Bijbelvers (of een paar verzen) met een korte uitleg en toepassing om over te mijmeren. Het is geen diepgaande Bijbelstudie. Misschien ben je het er niet altijd mee eens of zou je zelf een ander accent leggen. Dat is prima, want je bent dan wel aan het denken gezet. Ik ben geen theoloog. Het zijn gewoon mijn gedachten die ik heb verwoord en ik hoop dat jij erdoor wordt gezegend, bemoedigd en opgebouwd.  


januari

maandag 1 januari

Toen zei Adam:
Deze is ditmaal been van mijn beenderen, en vlees van mijn vlees!
Deze zal mannin genoemd worden, want uit de man is zij genomen.

Genesis 2:23

Adam:
Ik werd als eerste mens door God geschapen.
Hij gaf mij de taak om alle dieren een naam te geven.
Terwijl ik daarmee bezig was, ontdekte ik dat ik iets miste; iemand zoals ik.
Toen heeft God uit een van mijn ribben een vrouw voor mij gemaakt.
Zij paste bij mij, hielp mij en maakte mij compleet.

Ook jij bent verbonden met andere mensen,
door God bedoeld om er voor elkaar te zijn.

dinsdag 2 januari

En de vrouw zag dat die boom goed was om ervan te eten 
en dat hij een lust was voor het oog, 
ja, een boom die begerenswaardig was om er verstandig door te worden. 

Genesis 3:6a 

Eva: 
Ik luisterde naar de slang en keek naar de boom. 
Hij zag er verleidelijk uit! 
Maar God had gezegd dat we zouden sterven als we daarvan zouden eten. 
De slang beweerde dat we door ervan te eten zouden worden als God. 
Wat was waar?  

Die slang bracht me aan het twijfelen.  

Dat had voor mij een waarschuwing moeten zijn,  

want God is goed, Hij liegt niet!  

woensdag 3 januari

En zij gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en hij at ervan.

Genesis 3:6b

Adam:
Ik was bij Eva toen het gebeurde.
Toch liet ik haar in de steek, want ik waarschuwde haar niet.
In plaats van te voorkomen dat ze van de verboden vrucht at, liet ik me ook verleiden.
Ik ben zelf verantwoordelijk voor mijn eigen zonde,
maar dat neemt mijn verantwoordelijkheid voor mijn naaste, Eva, niet weg.

Vraag aan de Heere om inzicht en kracht,
zodat je verleidingen doorziet en kunt weerstaan.
En waarschuw je medemens als je merkt dat hij/zij een verkeerde keuze wil maken.

donderdag 4 januari

En zij hoorden de stem van de HEERE God,
Die in de hof wandelde, bij de wind in de namiddag.
Toen verborgen Adam en zijn vrouw zich voor het aangezicht van de HEERE God
te midden van de bomen in de hof.
Genesis 3:8

Adam en Eva:
Voordat we Gods gebod hadden overtreden, leefden we in harmonie met Hem.
We hoorden Zijn stem en konden gewoon met Hem praten.
Maar nu schaamden we ons diep en we verstopten ons voor Hem.
Onze zonde stond tussen God en ons in en we konden het niet meer ongedaan maken.
Toch liet de Heere God ons niet los.

vrijdag 5 januari

En de HEERE God riep Adam en zei tegen hem: Waar bent u?
En hij zei: Ik hoorde Uw stem in de hof en ik werd bevreesd, want ik ben naakt;
daarom verborg ik mij.
Genesis 3:9-10

Adam:
Natuurlijk wist de Heere wel waar ik verscholen zat.
Maar Hij vroeg waar ik was, omdat Hij wilde dat ik uit eigen beweging tevoorschijn kwam.
Het was een smoes dat ik me had verstopt omdat ik naakt was,
want God had me Zelf geschapen.
Hij wist hoe ik eruitzag, zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant.
Ik had eerlijk tegen Hem moeten zijn.

zaterdag 6 januari

Toen zei Adam:
De vrouw die U gaf om bij mij te zijn, die heeft mij van die boom gegeven
en ik heb ervan gegeten.
Genesis 3:12

Adam:
Indirect gaf ik er de Heere de schuld van dat ik van de verboden vrucht gegeten had,
want Híj had me deze vrouw gegeven.
Dat zei ik ook tegen Hem.
Ik snap niet waar ik de brutaliteit vandaan haalde om zo tegen God te spreken.
Blijkbaar lokt de ene zonde de volgende uit, als een soort domino-effect.
Ik was nog niet zover om eerlijk te zijn tegenover God en mezelf, en mijn zonde te belijden.

zondag 7 januari

En de HEERE God zei tegen de vrouw: Wat hebt u daar gedaan!
En de vrouw zei: De slang heeft mij bedrogen en ik heb ervan gegeten.
Genesis 3:13

Eva:
Ik schoof mijn schuld op de slang af, maar ík had zelf de verkeerde keuze gemaakt.
Toch wil ik je waarschuwen.
Met de kennis van nu kan ik je zeggen dat het de duivel was
die de slang gebruikte om mij te bedriegen.
Hij is de vijand van God en mensen,
een leugenaar en mensenmoordenaar, die alles wat goed is, kapotmaakt.
Geef hem geen kans om tussen jou en God te komen.

maandag 8 januari

En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw,
en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht;
Dat zal u de kop vermorzelen,
en u zult Het de hiel vermorzelen.
Genesis 3:15

Adam en Eva:
Wat de Heere tegen de slang – en dus tegen de duivel – zei, leek op een oorlogsverklaring.
De duivel had een aanslag op Gods volmaakte schepping gepleegd.
Hij had ons tot zonde verleid en daarmee de dood in de wereld gebracht.
Wij zouden altijd moeten strijden tegen het kwaad,
maar de Heere beloofde dat Iemand uit ons nageslacht er voorgoed mee zou afrekenen.
Hij heeft woord gehouden: Jezus is onze Redder!

dinsdag 9 januari

Noach was een rechtvaardig, oprecht man onder zijn tijdgenoten.
Noach wandelde met God.
Genesis 6:9

Noach:
Mijn tijdgenoten waren ver van God afgedwaald.
Niemand hield nog rekening met Hem.
De mensen deden slechte dingen en er was veel geweld op aarde.
Ik was de enige die God liefhad en gehoorzaam aan Hem wilde zijn.
Dat maakte mij ‘anders’ dan de rest, waardoor ik me vaak eenzaam voelde.
Het was niet makkelijk, maar ik wandelde met God.
Daarmee bedoel ik dat ik Hem overal bij betrok.
In elke situatie vertrouwde ik op Hem.
God maakte het gemis aan begrip en vriendschap van mensen goed.

woensdag 10 januari

En Noach deed het;
overeenkomstig alles wat God hem geboden had, zo deed hij.
Genesis 6:22

Noach:
God kon de slechtheid van de mens niet langer verdragen
en Hij besloot door een wereldwijde vloed een einde te maken aan al het kwaad.
Mij gaf Hij de opdracht om een ark te bouwen,
zodat ik met mijn vrouw en (schoon)kinderen zou worden gered.
Alle tijd die ik nodig had voor deze enorme klus, was genadetijd.
De mensen werden gewaarschuwd; ze konden zich nog bekeren …
Lijkt jullie tijd niet veel op de tijd van voor de zondvloed?
Waarschuw je tijdgenoten voor het te laat is!w

donderdag 11 januari

En van alle vlees waar een levensgeest in was, kwamen ze naar Noach in de ark,
twee aan twee.
En die kwamen, kwamen als mannelijk en vrouwelijk van alle vlees,
zoals God hem geboden had.
Genesis 7:15-16a

Noach:
God gaf mij een opdracht,
maar Hij liet Zelf de dieren twee aan twee naar de ark toe komen.
Dat wonder gaf me hoop voor de toekomst:
de vloed zou alles búíten de ark vernietigen,
maar eens zou de aarde weer een plaats vol van leven zijn.

Waarin zie jij het werk van God op aarde?
En waarop zijn jouw hoop en je toekomstverwachting gebaseerd?

vrijdag 12 januari

En de HEERE sloot de deur achter hem toe.
Genesis 7:16b

Noach:
We hadden alle dieren een plaats in de ark gegeven.
Onze drie zoons met hun vrouwen, mijn vrouw en ik waren ook binnen.
Verder had geen mens zich bij ons gevoegd.
Nu deed de Heere de deur dicht. Wie alsnog naar binnen wilde, was te laat.
Wij waren veilig in de ark, maar ieder die buiten was gebleven, zou verdrinken in de vloed.
Ik was tegelijk dankbaar én verscheurd van verdriet.

Stel alsjeblieft niet uit, maar maak nu de keuze om mét God te leven!
Want straks is het te laat.

zaterdag 13 januari

Watervloed roept tot watervloed,
terwijl Uw waterkolken bruisen;
al Uw baren en Uw golven zijn over mij heen gegaan.
Maar de HEERE zal overdag Zijn goedertierenheid gebieden;
‘s nachts zal Zijn lied bij mij zijn,
een gebed tot de God van mijn leven.
Psalm 42:8-9

Noach:
Deze woorden zijn me uit het hart gegrepen.
Gods toorn over de zonde werd zichtbaar
in het allesvernietigende noodweer dat veertig dagen aanhield.
Maar door Zijn goedheid, genade en trouw waren wij veilig in de ark.
Mijn liederen en gebeden zijn op Hem gericht,
want ik heb de Heere leren kennen als de God van mijn leven!

zondag 14 januari

En hij wachtte nog eens zeven dagen; toen liet hij de duif weer los uit de ark.
En de duif kwam naar hem toe tegen de avond;
en zie, er was een afgebroken olijfblad in haar snavel;
daaraan merkte Noach dat het water op de aarde afgenomen was.
Genesis 8:10-11

Noach:
Na een jaar in de ark liet ik eerst een raaf en vervolgens een duif uitvliegen
om te zien of de aarde droog werd.
Het was een teken van hoop toen de duif met een olijfblad terugkeerde.
De Heere gaf ons weer een toekomst.
Wat is voor jou een teken van hoop?

maandag 15 januari

Als deze boog in de wolken is, zal Ik hem zien,
en denken aan het eeuwig verbond tussen God en alle levende wezens
van alle vlees dat op de aarde is.
Genesis 9:16

Noach:
Toen wij de ark uit gingen en weer op de aarde konden leven,
bracht ik de Heere een offer uit dankbaarheid voor Zijn redding.
Toen beloofde God ons
dat Hij nooit meer een allesverwoestende vloed over de aarde zou laten komen.
Als teken van het verbond dat Hij sloot met alles wat leeft, gaf Hij de regenboog.
Kijk ernaar in tijden van nood en weet dat de Heere trouw is!

dinsdag 16 januari

Hij dronk van de wijn en werd dronken; en hij ontkleedde zich midden in zijn tent.
Genesis 9:21

Noach:
Je kunt de indruk hebben gekregen dat ik zo dicht bij God leefde, dat ik geen fouten maakte.
Maar hier lees je dat ik de mist in ben gegaan door dronken te worden en me uit te kleden.
Is dat niet zo erg volgens jou?
De Bijbel leert dat God er anders over denkt.
Het was zonde; zo had de Heere het niet bedoeld.
Natuurlijk mag je genieten van wijn en andere fijne dingen,
maar doe het zó, dat God erbij kan zijn.

woensdag 17 januari

De HEERE nu zei tegen Abram:
Gaat u uit uw land, uit uw familiekring en uit het huis van uw vader,
naar het land dat Ik u wijzen zal.
Genesis 12:1

Abram:
De Heere stuurde mij op reis naar een onbekende bestemming.
Daarbij beloofde Hij me het volgende:
• Ik zal je tot een groot volk maken.
• Ik zal je zegenen.
• Je zult zelf tot een zegen voor anderen zijn.
Ik nam afscheid van mijn familie en ging met mijn huishouding op weg,
want ik vertrouwde op de Heere.

Durf jij het aan om God gehoorzaam te volgen, waarheen Hij je ook leidt?

donderdag 18 januari

Zeg toch dat je mijn zuster bent,
zodat het mij omwille van jou goed zal gaan
en ik omwille van jou blijf leven.
Genesis 12:13

Abram:
Vanwege hongersnood weken wij uit naar Egypte.
Daar was ik bang gedood te worden, omdat mijn vrouw Sarai zo knap was.
De farao zou haar aan zijn harem willen toevoegen.
Door een list wilde ik mijn leven redden.
Ik vertrouwde niet op de Heere, maar op mijn eigen inzicht.
Wat doe jij als je bang bent?
Ga met je angst naar de Heere.
Hij wil je rust geven
en je leiden, zodat je geen domme dingen doet.

vrijdag 19 januari

Toen riep de farao Abram en zei: (…)
Waarom hebt u gezegd:
Zij is mijn zuster, zodat ik haar tot vrouw genomen heb?
Nu, hier is uw vrouw; neem haar mee en ga!
Genesis 12:18-19

Abram:
De Heere zorgde ervoor dat de farao van Egypte het zwaar te verduren kreeg.
Toen de farao onderzocht wat daarvan de oorzaak was,
ontdekte hij dat Sarai mijn vrouw was.
Hij verweet mij dat ik hem bedrogen had.
Vervolgens gaf hij Sarai aan mij terug en stuurde hij ons uit Egypte weg.

Ondanks onze fouten, gaat de Heere door met Zijn plan.
Hij houdt Zich aan Zijn beloften.

zaterdag 20 januari

En Abram zei tegen Lot:
Laat er toch geen onenigheid zijn tussen mij en jou,
en tussen mijn herders en jouw herders.
Wij zijn immers mannen die broeders zijn!
Genesis 13:8

Abram:
Mijn neef en ik hadden allebei veel vee.
Maar onze herders kregen conflicten met elkaar
over het gebied waar ze de dieren weidden.
Dat zat mij dwars.
Ik wilde geen ruzie hebben met Lot.
Familie is toch veel belangrijker dan een stuk grond?!

Het is goed om eens stil te staan bij de mensen waar je van houdt.
Zijn er struikelblokken die jullie relatie kunnen schaden?
Bespreek het open met elkaar.

zondag 21 januari

En Lot sloeg de ogen op en zag dat heel de Jordaanvlakte rijk aan water was;
(…) zij was in de richting van Zoar als de hof van de HEERE (…)
Daarom koos Lot voor zichzelf heel de Jordaanvlakte (…)
Genesis 13:10-11

Lot:
Mijn oom Abram liet mij kiezen welk land ik wilde hebben voor mijn vee.
Ik koos het beste deel, waterrijk land, een paradijs.
Daarbij dacht ik alleen aan mijn eigen belang.
Ik was inhalig, terwijl Abram mij alles gunde
en ik betrok de Heere niet bij mijn keuze.

Als je voor een belangrijke beslissing staat, vraag dan de Heere wat Zijn wil is.

maandag 22 januari

En Abram zette zijn tenten op
en ging bij de eiken van Mamre wonen, die bij Hebron zijn,
en hij bouwde daar een altaar voor de HEERE.
Genesis 13:18

Abram:
Nadat Lot vertrokken was, werd ik door de Heere bemoedigd.
Hij herhaalde Zijn beloften aan mij en zei dat heel het land voor mijn nageslacht zou zijn.
Hoewel er nog geen stuk grond van mij was en ik geen kinderen had,
vertrouwde ik God op Zijn woord.
Ik bouwde een altaar om Hem te danken en te eren.

Niet zien en toch geloven, kun je dat?
Hoe dank en eer jij de Heere?

dinsdag 23 januari

Maar Abram zei tegen de koning van Sodom:
Ik zweer bij de HEERE, God, de Allerhoogste, Die hemel en aarde bezit,
dat ik niets, van draad tot schoenriem toe, ja, niets van alles wat van u is, zal nemen,
zodat u niet kunt zeggen: Ik heb Abram rijk gemaakt.
Genesis 14:22-23

Abram:
Ik had een veldslag gewonnen voor de koning van Sodom.
Hij wilde mij belonen, maar ik wilde niets van hem aannemen.
Niemand mocht denken dat ik mijn rijkdom aan hem te danken had.
Het is de zegen van God!

Wil je zelf beloond worden, of geef je aan God alle eer?

woensdag 24 januari

Na deze dingen kwam het woord van de HEERE tot Abram in een visioen:
Wees niet bevreesd, Abram, Ik ben voor u een schild, uw loon zeer groot.
Genesis 15:1

Abram:
Dat de Heere een schild voor me was, is gebleken.
Hij beschermde mij en mijn mannen tijdens de veldslag en gaf ons de overwinning.
De beloning van de koning had ik geweigerd.
Nu zei de Heere: ‘Ík ben je loon!’
En dat is waar; Hij is veel kostbaarder dan het hoogste loon dat je kunt hebben.
Echte rijkdom zit niet in vergankelijke dingen,
maar in het leven met God, Die eeuwig is!

donderdag 25 januari

Toen zei Abram:
Heere HEERE, wat zult U mij dan geven, aangezien ik kinderloos heenga
en de bezitter van mijn huis deze Eliëzer uit Damascus zal zijn?
Genesis 15:2

Abram:
De Heere was een schild voor mij en het leven met Hem was veel kostbaarder dan rijkdom.
Toch had ik vragen voor Hem,
want ik begreep niet hoe God Zijn beloften zou waarmaken terwijl ik geen kinderen had.
Ik legde mijn gedachten open en eerlijk aan Hem voor.
Ik wil je aanmoedigen om dat ook te doen.
Houd niets voor de Heere verborgen, maar spreek alles uit wat er in je hart leeft.

vrijdag 26 januari

Toen leidde Hij hem naar buiten en zei:
Kijk toch naar de hemel en tel de sterren, als u ze kunt tellen.
En Hij zei tegen hem: Zo talrijk zal uw nageslacht zijn.
Genesis 15:5

Abram:
Toen ik mijn zorgen aan de Heere had uitgesproken, nam Hij me mee naar buiten.
Hij liet me naar de hemel kijken en vroeg me de sterren te tellen.
Heb jij dat weleens geprobeerd? Dat gaat je echt niet lukken!
Ik begon iets te begrijpen.
Al die sterren zijn door God geschapen. Hij is zo geweldig machtig!
Niets is onmogelijk voor de grote Schepper van het heelal.

zaterdag 27 januari

En hij geloofde in de HEERE, en Die rekende hem dat tot gerechtigheid.
Genesis 15:6

Abram:
De Heere had me beloofd dat mijn nageslacht zo groot als het aantal sterren zou zijn.
En ik geloofde Hem, ik vertrouwde op Hem.
Daarom was ik rechtvaardig in Zijn ogen.
Niet omdat ik zo’n goede man was, ik had ook mijn fouten,
maar omdat ik alles van de Heere verwachtte.

Ik kreeg een groot nageslacht, waaruit Jezus, de Zoon van God, is voortgekomen.
Als je in Hem gelooft, ben jij ook rechtvaardig voor God.
Hoe meer je met Hem omgaat, des te sterker wordt je geloof.

zondag 28 januari

Toen (…) verscheen de HEERE aan Abram en zei tegen hem:
Ik ben God, de Almachtige! Wandel voor Mijn aangezicht en wees oprecht.
Genesis 17:1

Abram:
De Heere maakte mij duidelijk Wie Hij is, namelijk God, de Almachtige!
Dat besef vulde mij met diep ontzag voor Hem.
Het verwonderde mij dat de Heere vertrouwelijk met mij wilde omgaan.
Hij leerde mij te wandelen voor Zijn aangezicht;
in afhankelijkheid van Hem te leven en gehoorzaam aan Hem te zijn,
zodat zichtbaar zou zijn dat ik de Heere diende,
niet schijnheilig, maar oprecht.

De Heere wil Zich ook aan jou bekendmaken … Maar wat wil jij?

maandag 29 januari

U zult niet meer Abram heten, maar uw naam zal Abraham zijn,
want Ik zal u vader van een menigte van volken maken.
Genesis 17:5

Abra(ha)m:
De Heere sterkte mij in mijn geloof en gaf mij een nieuwe naam: Abraham,
omdat ik de voorvader van een menigte van volken zou worden.
Deze naam was vol van Gods belofte.
Ik hoorde erin hoe God mij zag en welk doel Hij met mij had.
Tegenwoordig word ik ‘de vader van alle gelovigen’ genoemd (Romeinen 4, 11 en 16).

Weet je dat de Heere elke gelovige een nieuwe naam belooft (Openbaring 2:17)?
Die naam zegt wie jij, als kind van God, bent.

dinsdag 30 januari

Toen wierp Abraham zich met zijn gezicht ter aarde en lachte.
Hij zei in zijn hart: Zal bij een honderdjarige een kind geboren worden
en zal Sara, die negentig jaar is, baren?
Genesis 17:17

Abraham:
Ik weet niet welk beeld je van mij hebt gekregen,
maar ik was geen volmaakte gelovige.
Toen de Heere gezegd had dat Sara en ik samen een zoon zouden krijgen,
schoot ik in de lach.
Ik geloofde het niet, terwijl ik het van God Zelf gehoord had.
Ondanks mijn oneerbiedige reactie, werd de Heere niet boos op mij.

God heeft geduld met ons, ook als wij soms twijfelen.

woensdag 31 januari

Zou er iets voor de HEERE te wonderlijk zijn?
Op de vastgestelde tijd, over een jaar, zal Ik bij u terugkomen,
en Sara zal een zoon hebben!
Genesis 18:14

Sara:
Net als Abraham moest ik ook lachen toen ik hoorde dat ik op mijn leeftijd nog een zoon zou krijgen.
Ik dacht dat de Heere het niet doorhad, maar Hij wist precies wat er in mij omging.
Probeer nooit iets voor Hem verborgen te houden, maar wees gewoon eerlijk.
Die woorden ‘Zou er iets voor de Heere te wonderlijk zijn?’ ben ik nooit meer vergeten.
Nee, voor Hem is werkelijk niets onmogelijk!


februari

donderdag 1 februari

Er kan toch geen sprake van zijn dat U zoiets doet,
dat U de rechtvaardige samen met de goddeloze doodt?
Dan zal het zijn: zo de rechtvaardige, zo de goddeloze.
(…)
Zou de Rechter van de hele aarde geen recht doen?

Genesis 18:25

Abraham:
De Heere zou in Sodom gaan kijken…
Ik begreep dat Zijn oordeel vreselijk zou zijn,
want de inwoners van de stad waren erg zondig.
Toen sprak ik de Heere aan op Zijn rechtvaardigheid en begon ik vrijmoedig te pleiten voor het behoud van de stad.

Hoe zou God oordelen over jouw woonplaats?
Bid om redding voor mensen in je omgeving.

vrijdag 2 februari

Sara zei: God heeft mij doen lachen; ieder die het hoort, zal met mij meelachen.

Genesis 21:6

Sara:
Toen onze zoon geboren was, lachte ik weer.
Je begrijpt dat het deze keer geen ongelovig lachen was.
Nu lachte ik van dankbaarheid en diepe vreugde.
Dat lieten we doorklinken in de naam van ons kind: Izak.
Dat betekent ‘hij die lacht’.
Ik wilde iedereen laten weten wat God voor ons had gedaan.
Iedereen mocht delen in onze blijdschap.

Bedenk eens hoe God jou zegent; waar word je blij van?
Deel het met anderen, zodat ze met je kunnen meelachen en de Heere zullen prijzen.

zaterdag 3 februari

God zei: Neem toch uw zoon, uw enige, die u liefhebt, Izak (…)
en offer hem daar als brandoffer (…)

Genesis 22:2

Abraham:
De Heere stelde mij op de proef toen Hij me vroeg Izak te offeren.
Hoe zou ik mijn geliefde zoon kunnen doden en teruggeven aan God?
Izak was de vervulling van Gods beloften en onze hoop!
Al begreep ik er niets van, toch geloofde ik dat God ervoor zou zorgen dat het goed zou komen.
De Heere betekende alles voor mij.
Daarom had ik ook het liefste wat ik had, voor Hem over.

Wat zou jij willen opgeven/offeren uit liefde voor God

zondag 4 februari

Abraham:
Izak vroeg mij naar het lam voor het brandoffer en ik antwoordde:
God zal Zichzelf voorzien van het lam voor het brandoffer, mijn zoon.

Genesis 22:8

Toen ik op het punt stond mijn zoon te doden, sprak de Heere de verlossende woorden dat ik hem niet hoefde te offeren.
Ik had getoond dat ik de Heere werkelijk liefhad met heel mijn hart.
In plaats van Izak offerde ik een ram, een offerdier waar de Heere Zelf voor had gezorgd.

God voorzag Zichzelf van hét Lam voor het brandoffer in Zijn eigen Zoon.
Jezus gaf Zijn leven om ons met God te verzoenen

maandag 5 februari

Abraham:
Ik was de Heere gehoorzaam geweest,
zelfs toen Hij het grootst mogelijke offer van mij vroeg.
Daarmee had ik Hem getoond dat mijn liefde voor Hem oprecht was.
Toen zei de Heere tegen mij:

In uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden,
omdat u Mijn stem gehoorzaam geweest bent.

Genesis 22:18

Lees in plaats van ‘uw Nageslacht’ ‘Jezus’; Hij is de vervulling van deze belofte.
Ook jij wordt door God gezegend als je in Jezus gelooft.
Hij heeft het mogelijk gemaakt vertrouwelijk met God om te gaan en Hij leert je vanuit ware liefde gehoorzaam aan God te zijn.

dinsdag 6 februari

Izak ging tegen het vallen van de avond naar buiten om te bidden in het veld.

Genesis 24:63a

Izak:
Van jongs af aan leerde ik ontzag te hebben voor de Heere, de God van mijn ouders.
Ik zag bij hen dat Godsdienst meer was dan alleen religie.
Er was sprake van een relatie met God.
Mijn vader ging heel vertrouwelijk met God om, de Heere betekende álles voor hem.
Ik verlangde ook naar dat contact met God en dan is bidden het beste wat je kunt doen.

Neem de tijd en zoek de rust om te bidden en zo de Heere te ontmoeten.

woensdag 7 februari

Ik knielde en boog mij neer voor de HEERE;
ik loofde de HEERE, de God van mijn heer Abraham,
Die mij op de goede weg geleid had om voor zijn zoon (…) Rebekka (…) tot vrouw te nemen.

Genesis 24:48

Eliëzer:
Abraham had mij op pad gestuurd om een goede vrouw voor Izak te zoeken.
Ik vroeg daarbij de Heere om hulp …
Hij bracht Rebekka op mijn weg.
Zij was erg knap om te zien, heel behulpzaam én bereid om met Izak te trouwen.
Ik loofde de Heere voor Zijn leiding.

Laat je door de Heere leiden, óók bij het kiezen van je toekomstige echtgenoot

donderdag 8 februari

Izak bad vurig tot de HEERE in het bijzijn van zijn vrouw, want zij was onvruchtbaar.
En de HEERE liet zich door hem verbidden, zodat Rebekka, zijn vrouw, zwanger werd.

Genesis 25:21

Izak:
Wanneer je als echtpaar zorgen hebt, breng ze dan samen bij de Heere.
Dat is de beste manier om met elkaar en met God verbonden te blijven.
In onze situatie verhoorde de Heere ons gebed.
Als dat niet gebeurt, kan dat moeilijk voor je zijn.
Toch mag je erop vertrouwen dat de Heere het beste met je voorheeft, óók als Hij je niet geeft waar je om hebt gevraagd.

vrijdag 9 februari

De kinderen stootten in haar lichaam tegen elkaar.
Toen zei zij: Als dit zo is, waarom overkomt mij dit?
En zij ging de HEERE raadplegen.

Genesis 25:22

Rebekka:
We kregen een tweeling.
Ze botsten al met elkaar toen ze nog niet geboren waren!
Ik had het er moeilijk mee en legde het de Heere voor.
Hij maakte mij duidelijk dat er twee volken uit hen zouden voortkomen.
Ezau en Jakob waren totaal verschillend.
Hoe ga je daarmee om? In ons gezin zijn er dingen misgegaan …
Als je ook conflicten in je thuissituatie hebt,
vraag dan de Heere om wijsheid, liefde en geduld.

zaterdag 10 februari

Jakob:
Door list en bedrog had ik mijn broer Ezau het eerstgeboorterecht afgenomen en de zegen ontvangen die mijn vader aan hem had willen geven.
Ezau wilde wraak nemen en daarom moest ik vluchten.
Toen werd ik door de Heere bemoedigd met deze woorden:

En zie, Ik ben met u, Ik zal u beschermen overal waar u heen zult gaan, en Ik zal u terugbrengen in dít land, want Ik zal u niet verlaten, totdat Ik gedaan heb wat Ik tot u gesproken heb!

Genesis 28:15

Ondanks onze zonden, is de Heere ons genadig.
Ook als wij falen, wil Hij met ons verder.

zondag 11 februari

Daarom was hij bevreesd en zei hij:
Hoe ontzagwekkend is deze plaats!
Dit is niets anders dan het huis van God en de poort van de hemel.

Genesis 28:17

Jakob:
Op de plek onder de sterren waar ik had geslapen, had een ladder naar de hemel gestaan en in mijn droom had de Heere tot mij gesproken.
Ik was met diep ontzag vervuld.
God, Die zo hoog boven ons verheven is, komt heel dicht bij ons.
Wij kunnen de afstand naar Hem niet overbruggen, maar de Heere strekt Zichzelf naar ons uit.
Niet omdat wij zo geweldig zijn, maar omdat Híj liefde is.

maandag 12 februari

Jakob legde een gelofte af en zei:
Als God met mij zal zijn en mij zal beschermen op deze weg, waar ik op ga, en mij brood zal geven om te eten en kleren om aan te trekken, en ik in vrede in het huis van mijn vader zal terugkeren, dan zal de HEERE mij tot een God zijn.

Genesis 28:20-21

Jakob:
Hoewel de Heere zó dichtbij was gekomen, kon ik mezelf niet volledig aan Hem toewijden.
Pas als God Zijn beloften had waargemaakt, zou Hij mijn God zijn.
De Heere verdient méér dan dat.
Geef Hem je hart en vertrouw Hem onvoorwaardelijk.

dinsdag 13 februari

Ik ben de God van Bethel, waar u een gedenkteken gezalfd hebt, waar u Mij een gelofte gedaan hebt.
Welnu, sta op, vertrek uit dit land en keer terug naar het land van uw familiekring.

Genesis 31:13

Jakob:
De Heere heeft Zich aan Zijn belofte gehouden;
Hij was met mij, beschermde en zegende mij.
Met lege handen was ik weggevlucht, maar nu had ik een gezin en een grote kudde.
Toen herinnerde de Heere mij aan de gelofte die ik Hem gedaan had.
Het was tijd dat ik deze zou inlossen …

God doet wat Hij zegt en hetzelfde verwacht Hij ook van ons.

woensdag 14 februari

Jakob:
Op Gods bevel keerde ik met mijn gezin terug naar Kanaän, mijn vaderland.
We hadden geen afscheid genomen, omdat ik dacht dat Laban ons niet zou laten gaan, maar mijn schoonvader kwam ons achterna en zei:

Maar nu, je bent ongetwijfeld gegaan omdat je hevig naar het huis van je vader verlangde; maar waarom heb je dan mijn goden gestolen?

Genesis 31:30

Hoe kun je geloven in een beeldje, een god die gestolen kan worden?
Ik wist niet dat Rachel hem had meegenomen.
Blijkbaar heeft ze niet van mij geleerd alleen op de Heere te vertrouwen.

Wat zien/leren anderen van jouw geloof?

donderdag 15 februari

Jakob:
Mijn schoonvader en ik waren met een ‘gewapende vrede’ uit elkaar gegaan.
Nu hoorde ik dat Ezau ons met vierhonderd man tegemoetkwam…
Zowel de verstoorde relatie met mijn schoonvader als die met mijn broer, had ik vooral aan mijn eigen bedrog en stiekemigheid te danken.
Ondanks dat smeekte ik de Heere:

Red mij toch uit de hand van mijn broer, uit de hand van Ezau; want ik ben bevreesd voor hem; anders zal hij komen en mij en de moeders samen met hun kinderen neerslaan!

Genesis 32:11

Hoe je alles ook hebt verprutst, je mag altijd tot God om uitkomst/redding bidden.

vrijdag 16 februari

Jakob:
Omdat ik dacht dat mijn gezin gevaar liep, bad ik om Gods bescherming.
Daarbij herinnerde ik de Heere aan de belofte die Hij mij had gedaan:

U hebt immers gezegd: Ik zal u zéker weldoen en Ik zal uw nageslacht maken als het zand van de zee, dat vanwege de menigte niet geteld kan worden!

Genesis 32:12

Wanneer je bidt, mag je altijd een beroep doen op wat God heeft gezegd.
Bid daarom met de Bijbel open.
De Heere zal Zijn beloften nooit vergeten, maar een open Bijbel helpt jou op Hem te vertrouwen…
Dat geeft rust, ook als het erom spant.

zaterdag 17 februari

Jakob:
Nadat ik mijn gezin in veiligheid had gebracht, was er een Man die met mij worstelde.
Toen de Man niet van mij kon winnen, ontwrichtte Hij mijn heup.
Ik besefte dat de Man niet zomaar iemand was en vroeg Hem mij te zegenen.

Toen zei Hij: Uw naam zal voortaan niet meer Jakob luiden, maar Israël, want u hebt met God en met mensen gestreden, en hebt overwonnen.

Genesis 32:28

Ik begreep dat ik met God geworsteld had, niet alleen op dat moment, maar mijn hele leven lang…

God heeft liever dat je met Hem worstelt, dan dat Hij jou onverschillig is.

zondag 18 februari

Maar Ezau snelde hem tegemoet, omarmde hem, viel hem om de hals en kuste hem; en zij huilden.

Genesis 33:4

Jakob:
Ik zag Ezau met vierhonderd man dichterbij komen.
Nog steeds wist ik niet wat ik van hem kon verwachten, dus ik maakte zeven diepe buigingen voor hem in de hoop hem gunstig te stemmen…
Maar Ezau rende naar me toe en nam me in zijn armen.
Hij was blij me na zoveel jaren terug te zien!
Ik begon te geloven dat hij me alles had vergeven.

Leer van Ezau dat je je haat niet moet koesteren; wie kan vergeven, kan ook liefhebben.

maandag 19 februari

Aanvaard toch mijn geschenk, dat u gebracht is, omdat God mij dit in Zijn genade geschonken heeft, en omdat ik alles heb.
Hij drong zo aan dat hij het aanvaardde.

Genesis 33:11

Jakob:
Toen we jong waren, had ik het eerstgeboorterecht van Ezau afgetroggeld.
Inmiddels had God mij gezegend met een enorme veestapel.
Daarvan gaf ik Ezau honderden geiten en schapen en tientallen kamelen, koeien en ezels.
Zo wilde ik mij met hem verzoenen.
Daarom was ik ook blij dat Ezau mijn geschenk aanvaardde.

Heb je een relatie die (mede) door jouw toedoen is verbroken? Wat kun jij doen om deze te herstellen?

dinsdag 20 februari

Hij richtte daar een altaar op en gaf het de naam: De God van Israël is God.

Genesis 33:20

Jakob:
Ik was weer terug in Kanaän, het land dat God voor ons bestemd had.
Daarom richtte ik een altaar op met de naam: De God van Israël is God!
Voorheen had ik de Heere ‘God van mijn vader Abraham en van mijn vader Izak’ genoemd.
Nu was ik eindelijk zover de Heere ‘De God van Israël’, míjn God dus, te noemen.

Wees dankbaar als je gelovige (groot)ouders hebt, maar zeg jij ook: ‘De Heere is mijn God?’ Want dát is wat Hij wil.

woensdag 21 februari

Laten wij opstaan en naar Bethel gaan. Ik zal daar een altaar maken voor de God Die mij antwoordde op de dag toen ik in nood was, en Die met mij geweest is op de weg die ik gegaan ben.

Genesis 35:3

Jakob:
Bethel was voor mij een bijzondere plaats.
Daar had ik voor het eerst persoonlijk contact met God gehad.
Terugkijkend op mijn leven, zag ik dat de Heere woord had gehouden.
Het altaar dat ik voor Hem ging bouwen, zou me daar altijd aan herinneren.

Heb jij ook zulke herinneringstekens?
Ze helpen je onthouden wat de Heere voor je heeft gedaan.

donderdag 22 februari

(…) Jozef, zeventien jaar oud, hoedde gewoonlijk het kleinvee (…) met de zonen van Bilha en met de zonen van Zilpa, de vrouwen van zijn vader. En Jozef bracht het kwade gerucht over hen aan zijn vader over.

Genesis 37:2

Jozef:
Samen met mijn oudere broers hoedde ik het kleinvee.
Daardoor zag ik de verkeerde dingen die zij deden en ik verklikte alles aan onze vader, Jakob.
Maar ik was blind voor mijn eigen fouten: kwaadspreken over anderen.

Praat niet óver, maar mét je naaste.
Kijk eerlijk naar jezelf en belijd je eigen zonden.
Vraag vergeving aan God en maak het goed met je medemens.

vrijdag 23 februari

Israël had Jozef meer lief dan al zijn andere zonen, want hij was voor hem een zoon van zijn ouderdom. Ook liet hij een veelkleurig gewaad voor hem maken.

Genesis 37:3

Israël (= Jakob):
Door het leven met God verander je.
Hij zorgt voor een groeiproces, waardoor je steeds meer wordt zoals Hij je heeft bedoeld.
Toch blijf je ook fouten maken, omdat je vaak handelt vanuit je eigen inzicht.
Ik was zo onverstandig om te laten merken hoe speciaal Jozef voor me was.
Het gevolg was dat zijn broers juist een hekel aan hem kregen.

Behandel elk mens als een kostbaar schepsel van God.

zaterdag 24 februari

Hij kreeg nog een andere droom, en vertelde ook die aan zijn broers. Hij zei: Zie, ik heb weer een droom gehad; en zie, de zon, de maan en elf sterren bogen zich voor mij neer.

Genesis 37:9

Jozef:
Mijn broers werden kwaad op me toen ik ze mijn dromen vertelde en ik kreeg zelfs een standje van mijn vader.
Dat had ik kunnen verwachten; het idee dat mijn vader, moeder en broers voor mij zouden buigen, stond hun niet aan.
Maar ik vroeg me gewoon af wat mijn dromen betekenden …

Vraag God om wijsheid en leiding bij het realiseren van je ‘dromen’.

zondag 25 februari

Toen er Midianitische kooplieden voorbijkwamen, trokken en tilden zij Jozef uit de put en verkochten zij Jozef voor twintig zilverstukken aan de Ismaëlieten. Die brachten Jozef naar Egypte.

Genesis 37:28

Jozef:
Mijn broers hebben alles gedaan om ervoor te zorgen dat er niets van mijn dromen terecht zou komen.
Ik kon niet tegen hen op en werd als slaaf verkocht.
Natuurlijk vroeg ik me af waaraan ik dit had verdiend.
Wat mijn broers hadden gedaan was slecht, maar had ik door mijn houding hun woede misschien uitgelokt?

Je kunt anderen de schuld geven van wat je overkomt, maar wat is je eigen aandeel?

maandag 26 februari

De HEERE was met Jozef, zodat hij een voorspoedig man was; en hij bleef in het huis van zijn heer, de Egyptenaar.

Genesis 39:2

Jozef:
Ik kwam als slaaf terecht in het huis van Potifar, een hoveling van de Egyptische farao.
Het was echt niet de plaats waar ik wilde zijn en ook niet het ‘beroep’ waarvoor ik had gekozen.
Maar de Heere was mét mij.
Hij zegende mij, zodat het toch goed met me ging.

In welke ongewenste situatie je ook verzeild raakt, er is geen plek waar de Heere niet kan komen.
Hij kan je zelfs in de moeilijkste omstandigheden zegenen.

dinsdag 27 februari

Jozef:
Potifar had me de verantwoordelijkheid over al zijn bezittingen gegeven.
Toen kreeg zijn vrouw een oogje op mij en ze probeerde me te verleiden.
Ik zei tegen haar:

Niemand heeft meer aanzien in dit huis dan ik; en hij (Potifar) heeft mij niets onthouden dan alleen u, omdat u zijn vrouw bent. Hoe zou ik dan dit grote kwaad kunnen doen en zondigen tegen God?

Genesis 39:9

Het is verkeerd om de vrouw/man van een ander in te pikken.
Weet dat als je zondigt tegen een mens, je óók zondigt tegen de Heere.
Wees daarom trouw en betrouwbaar in je omgang met anderen.

woensdag 28 februari

Jozef:
Elke dag probeerde de vrouw van Potifar me te verleiden, maar ik ging er niet op in.
Toen heeft ze me vals beschuldigd en zei ze tegen haar man dat ik haar lastigviel.

En de heer van Jozef greep hem en leverde hem over in de gevangenis, de plaats waar de gevangenen van de koning gevangenzaten. Zo zat hij daar in de gevangenis.

Genesis 39:20

Dat je doet wat goed is, wat God van je vraagt, betekent niet altijd dat jou geen kwaad kan overkomen.
Bid in elke situatie om kracht, zodat je kunt volhouden en trouw blijft aan de Heere.

donderdag 29 februari

Maar de HEERE was met Jozef en bewees hem Zijn goedertierenheid; Hij gaf hem genade in de ogen van het hoofd van de gevangenis.

Genesis 39:21

Jozef:
Het zag er slecht voor me uit; ik zat onschuldig in de gevangenis.
Een uitzichtloze situatie … Maar ook hier was de Heere mét mij.
Hij zorgde ervoor dat het hoofd van de gevangenis goed voor me was.

Ook al ben je gedwongen op een plek of in omstandigheden waar je niet wilt zijn, dan kan de Heere nog wel mét je zijn en ervoor zorgen dat je midden in de ellende Zijn goedheid en trouw ervaart.


maart

vrijdag 1 maart

Het hoofd van de gevangenis zag naar geen enkel ding meer om van wat in Jozefs hand was, omdat de HEERE met hem was. Alles wat hij deed, liet de HEERE voorspoedig verlopen.

Genesis 39:23

Jozef:
Als alles meezit, heb je hoge verwachtingen en genoeg zelfvertrouwen.
Maar juist in de gevangenis, toen al mijn dromen in duigen waren gevallen, ontdekte ik dat de Heere met mij was; Hij zegende alles wat ik deed.

In moeilijke omstandigheden kun je je zelfvertrouwen verliezen.
Maar als je dan merkt dat de Heere, ondanks alles, met je is, leer je steeds meer op Hém te vertrouwen.

zaterdag 2 maart

Jozef:
De schenker en de bakker van de farao kwamen bij mij in de gevangenis terecht.
Op een dag zag ik dat ze terneergeslagen waren.
Ik vroeg aan de hovelingen van de farao:

Waarom staan uw gezichten vandaag zo treurig?

Genesis 40:7b

Je kunt zo bezig zijn met je eigen situatie, dat je geen oog meer voor anderen hebt.
Toch is het goed om, ondanks je eigen problemen, ook aandacht voor anderen te hebben.
Bedenk dat de mensen om ons heen, ons door God zijn gegeven.
Wanneer jij er kunt zijn voor je naaste, word je soms even boven je eigen narigheid uitgetild.

zondag 3 maart

Jozef:
Toen ik vroeg waarom de schenker en bakker zo somber waren, zeiden ze:
We hebben een droom gehad en er is niemand die hem kan uitleggen.
Ik zei tegen hen: Is de uitleg niet aan God? Vertel ze toch aan mij.

Genesis 40:8

De schenker en de bakker kenden de Heere niet.
Maar ik kende Hem wel.
Hun woorden gaven mij een invalshoek om iets over God te zeggen:
‘Geen mens kan dromen uitleggen, maar God wél!’

Je hoeft niet te kunnen ‘preken’ om God aan anderen bekend te maken.
Soms kun je tussen de regels door, heel eenvoudig, iets over Hem delen.

maandag 4 maart

Jozef:
God maakte mij duidelijk wat de dromen van de schenker en de bakker betekenden.
Ik vertelde de schenker dat hij over drie dagen de gevangenis zou verlaten.
Toen vroeg ik hem:

Denk aan mij, wanneer het u goed zal gaan; bewijs mij toch goedertierenheid en vertel over mij aan de farao, en maak dat ik uit dit huis kom.
Het hoofd van de schenkers dacht echter niet meer aan mij, maar hij vergat me.

Genesis 40:14,23

Je mag een beroep op mensen doen; ze kunnen je helpen.
Maar mensen kunnen je ook vergeten en teleurstellen.
De Heere daarentegen blijft aan je denken.

dinsdag 5 maart

Jozef:
De farao had gedroomd en er was niemand die zijn dromen uit kon leggen.
Toen vertelde de schenker dat ik zíjn droom had verklaard.
Dat was twee jaar nadat hij uit de gevangenis was gekomen.
En er waren inmiddels dertien jaren verstreken sinds ik door mijn broers was verkocht.

Toen stuurde de farao boden en liet me roepen.  Zij haalden me snel uit de kerker; men schoor mij, verwisselde mijn kleren, en ik kwam bij de farao.

Genesis 41:14

Je kunt gevangen zitten in een situatie waaraan geen eind lijkt te komen, maar God kan je op een totaal onverwacht moment bevrijden.

woensdag 6 maart

Jozef:
De farao zei tegen me:

Ik heb een droom gehad, en er is niemand die hem kan uitleggen, maar ik heb over u horen zeggen dat u, als u een droom hoort, hem kunt uitleggen.
Ik antwoordde hem: Dat is niet aan mij, maar God zal antwoorden wat het welzijn van de farao dient.

Genesis 41:15-16

Het was een hele eer dat de farao mij om hulp vroeg.
Maar ik zei dat God raad kan geven, níét ik.
Wie er ook boven je staat, vergeet nooit wie de hoogste Majesteit is.
Alles wat je zegt of doet, moet je tegenover God verantwoorden.

donderdag 7 maart

Jozef:
De farao vertelde mij zijn dromen.
Ik zei hem dat ze dezelfde betekenis hadden:

De dromen van de farao zijn één. God heeft de farao bekendgemaakt wat Hij gaat doen.

Genesis 41:25

Er zouden zeven jaren volgen met overvloedige oogsten en vervolgens zeven schrale jaren van hongersnood.
Nu God dit had bekendgemaakt, kon de farao zich hierop voorbereiden.

Je weet niet wat de komende jaren jou zullen brengen, maar in de Bijbel maakt de Heere Zijn plannen bekend, met de wereld, met Zijn volk én met jou.
Zo geeft Hij je de gelegenheid om je voor te bereiden op wat komen gaat.

vrijdag 8 maart

Jozef:
De farao had goed naar mijn uitleg en advies geluisterd.
Hij zei tegen zijn dienaren:

Zouden wij ooit iemand kunnen vinden als deze man, in wie de Geest van God is?
Daarna richtte hij zich tot mij: Aangezien God u dit alles heeft bekendgemaakt, is er niemand zo verstandig en wijs als u.

Genesis 41:38-39

Vervolgens gaf de farao mij de leiding om alle maatregelen te treffen die nodig waren.
Wanneer jij een vertrouwelijke relatie met de Heere hebt, leidt Hij je door Zijn Geest. Dan zal Hij je ook toerusten met verstand en wijsheid voor de taak die Hij je geeft.

zaterdag 9 maart

Jozef:
Ik trouwde met Asnath en nog voor de hongersnood uitbrak, kregen we twee zonen.

Ik gaf de eerstgeborene de naam Manasse. Want, zei ik, God heeft mij al mijn moeite en heel mijn familie doen vergeten.
De tweede gaf ik de naam Efraïm. Want, zei ik, God heeft mij vruchtbaar doen worden in het land van mijn verdrukking.

Genesis 41:51-52

God zorgde voor herstel in mijn leven.
Door de geboorte van mijn zonen werd het gemis van mijn familie vergoed en kon ik ook de ellende van mijn slavenbestaan en gevangenschap achter me laten.

Waardoor ervaar jij dat God voor herstel zorgt?

zondag 10 maart

En Jozef, hij was de machthebber over dat land; hij verkocht koren aan de hele bevolking van het land. De broers van Jozef kwamen en bogen zich voor hem neer met het gezicht ter aarde.

Genesis 42:6

Jozef:
God heeft werkelijk álles omgekeerd.
De dromen die Hij me gaf toen ik zeventien was, kwamen uit rond mijn veertigste levensjaar.
Als onderkoning van Egypte had ik enorme voorraden graan laten opslaan.
Nu er hongersnood was, kwam iedereen bij mij om voedsel, óók mijn broers.
Ze bogen zich voor me neer…

Ook al zie je het niet altijd, vertrouw erop dat God je leven leidt.

maandag 11 maart

Jozef herkende zijn broers, maar zij herkenden hem niet.

Genesis 42:8

Jozef:
Het was begrijpelijk dat mijn broers me niet herkenden.
Ik was nu een volwassen man en zag er bovendien uit als een Egyptenaar.
Mijn broers zagen een machtige onderkoning van wie ze afhankelijk waren voor voedsel.
Ik was niet meer dezelfde als dat vervelende broertje van zeventien.
Maar ik herkende hen wel!
En ik vroeg me af of mijn broers ook veranderd waren…

Waaraan ben jij herkenbaar?
Alles wat je meemaakt, heeft invloed op je, positief of negatief, maar wanneer jij je door God laat vormen, word je een beter mens.

dinsdag 12 maart

Zij zeiden: Wij, uw dienaren, waren twaalf broers, zonen van één man in het land Kanaän; en zie, de jongste is heden nog bij onze vader, en één is er niet meer.

Genesis 42:13

Jozef:
Het was vreemd om van mijn broers te horen dat ik er niet meer was.
Ze hadden me zelf verkocht aan slavenhandelaars en wisten natuurlijk niet hoe het verder met mij was gegaan.
Ik kreeg het idee dat ze vermoedden dat ik gestorven was.
Maar God had me al die jaren bewaard.

Dat je gezond bent en leeft, is niet vanzelfsprekend; je hebt het aan God te danken!

woensdag 13 maart

Hiermee zult u beproefd worden: Zo waar de farao leeft, u zult niet vanhier vertrekken, tenzij dat uw jongste broer hier komt!

Genesis 42:15

Jozef:
Ik stelde mijn broers op de proef, omdat ik wilde weten of zij veranderd waren.
Hadden ze spijt van de manier waarop ze mij hadden behandeld, of waren ze nog even hard als vroeger?
Ik gaf ze een kans om te bewijzen dat ze nu te vertrouwen waren.

Al doe je verkeerde dingen, elke dag is een kans die de Heere je geeft om te veranderen.
Geef jij mensen die je vertrouwen hebben beschaamd, ook een nieuwe kans?

donderdag 14 maart

Jozef:
Ik hield mijn broers drie dagen in de gevangenis opgesloten.
Ze moeten erg ongerust zijn geweest en zich hebben afgevraagd hoe het met hen zou aflopen, want als onderkoning van Egypte kon ik ze makkelijk ter dood veroordelen.

Op de derde dag zei ik tegen hen: Doe dit, zodat u in leven blijft, want ik vrees God.

Genesis 42:18

Ik had als onderkoning wel een hoge positie, maar God was voor mij belangrijker.
Bij alles wat ik deed, wilde ik Hem gehoorzamen.
Ook als geen mens je aanspreekt op je keuzes, je woorden en daden, ben je altijd verantwoording aan God schuldig.

vrijdag 15 maart

Toen zeiden de broers van Jozef tegen elkaar: Werkelijk, wij zijn schuldig vanwege onze broer. Wij zagen zijn zielsbenauwdheid toen hij ons om genade smeekte, maar wij luisterden niet! Daarom komt deze benauwdheid over ons.

Genesis 42:21

Een broer van Jozef:
Er waren inmiddels zoveel jaar overheen gegaan, maar wat we Jozef hadden aangedaan, liet ons niet los.
We werden allemaal geplaagd door een kwaad geweten.

Als je worstelt met een zonde, belijd het dan aan de Heere en vraag Hem, maar ook de mensen die je hebt gekwetst, om vergeving. Dan zal je de gevolgen van je daden wel ondervinden, maar is je geweten gezuiverd.

zaterdag 16 maart

Juda:
Het voedsel dat we uit Egypte hadden meegenomen, was op.
De onderkoning had gezegd dat we alleen mochten terugkomen als we onze jongste broer meenamen.
Onze vader, Jakob, wilde hem niet laten gaan, uit angst hem te verliezen.
Maar ik zei:

Ikzelf zal borg voor hem staan; van mij mag u hem opeisen – als ik hem niet bij u terugbreng en hem voor u plaats, dan sta ik alle dagen schuldig tegenover u.

Genesis 43:9

Vroeger kon het me niet schelen wat er met Jozef zou gebeuren.
Nu wilde ik mijn leven voor Benjamin geven.

Wat heb jij over voor je familie?

zondag 17 maart

Jakob:
De onderkoning van Egypte had mijn zoon Simeon gevangen gehouden en wilde ook mijn jongste zoon Benjamin zien, voordat hij opnieuw graan aan ons zou verkopen.
Ik zag geen uitweg meer en zei:

God, de Almachtige, geve jullie barmhartigheid in de ogen van die man, zodat hij jullie andere broer en Benjamin met jullie terug laat gaan.
En wat mij betreft, als ik van kinderen beroofd word, dan word ik maar van kinderen beroofd.

Genesis 43:14

Ik was vaak in mensen teleurgesteld en had weinig fiducie in de onderkoning, maar op God kun je vertrouwen: de Almachtige kan harde mensen barmhartig/meelevend maken.

maandag 18 maart

Een van de broers:
Terug in Egypte moesten we bij de onderkoning komen.
We waren bang voor wat ons te wachten stond, maar we werden gastvrij ontvangen.

De onderkoning vroeg ons naar onze welstand en zei: Gaat het goed met uw vader, de oude man, over wie u gesproken hebt? Leeft hij nog?

Genesis 43:27

Wij merkten dat de belangstelling van de onderkoning oprecht was, want hij nam de tijd, stelde vragen en luisterde met aandacht naar ons.

De ander merkt of jij het meent als je vraagt hoe het met hem gaat.
Door serieus interesse in hem te tonen, laat je iets van God zien.

dinsdag 19 maart

Hij sloeg zijn ogen op en zag Benjamin, zijn broer, de zoon van zijn moeder, en zei: Is dit uw jongste broer, over wie u met mij gesproken hebt?
Daarna zei hij: Mijn zoon, God zij u genadig.

Genesis 43:29

Benjamin:
Toen de onderkoning begreep dat ik de jongste broer was, richtte hij zich tot mij en sprak me hartelijk toe.
Wat ik ook had verwacht, in elk geval niet dat hij me Gods genade zou toewensen.
Het verraste me dat deze Egyptische machthebber in God geloofde.

Er zijn veel geheime gelovigen die, misschien ‘incognito’, de Heere dienen.
Ze hebben ons gebed nodig.

woensdag 20 maart

Zij zaten vóór hem: de eerstgeborene overeenkomstig zijn eerstgeboorterecht en de jongste overeenkomstig zijn jeugd, zodat de mannen onder elkaar verbijsterd waren.

Genesis 43:33

Benjamin:
Dat ik de jongste was, wist de onderkoning, maar hij liet ons, elf broers, exact op volgorde van leeftijd aan tafel zitten.
Hoe kon die man dat zo precies weten?
Wij wisten niet wat we ervan denken moesten.

Als je dingen meemaakt die vragen oproepen waarop geen antwoord is, kan dat je verontrusten.
Wat moet je ermee?
Leg het aan God voor en vertrouw erop dat Hij de regie heeft.
Dat kan je helpen het los te laten.

donderdag 21 maart

Juda:
Benjamin werd gearresteerd op verdenking van diefstal.
De zilveren beker die de onderkoning kwijt was, werd bij hem gevonden.
Toen de onderkoning Benjamin als slaaf wilde houden, kwam ik voor hem op:

Laat uw dienaar toch in plaats van deze jongen de slaaf van mijn heer blijven, en laat de jongen met zijn broers gaan.

Genesis 44:33

Vele eeuwen later gebeurde hetzelfde.
Jezus ging in onze plaats staan.
Wij zijn schuldig en verdienen straf van God.
Maar Jezus zei: ‘Ik laad hun schuld op Me, zodat zij door U vrijgesproken worden.’
Zo gaf de Heere Jezus Zijn leven voor jou en mij!

vrijdag 22 maart

Jozef:
Ik had mijn broers op de proef gesteld en ze hadden bewezen dat ze veranderd waren.

Toen kon ik me niet meer bedwingen voor allen die bij me stonden, en ik riep: Laat iedereen van mij weggaan. Er stond niemand bij mij, toen ik me aan mijn broers bekendmaakte.

Genesis 45:1

Dit was voor mij zo’n belangrijk moment!
Na al die jaren was ik met mijn familie herenigd!
Daarom wilde ik met mijn broers samen zijn, zonder buitenstaanders erbij.
Wat ooit tussen ons was misgegaan, wilde ik herstellen.

Wat doe jij om de relatie met je naaste familie goed te houden/te verbeteren?

zaterdag 23 maart

Jozef zei tegen zijn broers: Ik ben Jozef! Leeft mijn vader nog?
Maar zijn broers waren niet in staat om hem antwoord te geven, want zij waren door schrik voor hem overmand.

Genesis 45:3

Een van de broers:
Wij hadden gedacht dat we Jozef nooit zouden weerzien en dat onze slechte daden verborgen zouden blijven.
Dus toen de onderkoning zei: ‘Ik ben Jozef!’, schrokken wij enorm.
We voelden geen blijdschap omdat hij nog leefde, maar we waren bang dat hij zich zou wreken.

Draag jij een last van onbeleden zonden?
Belijd je schuld aan God en degene die door jou gekwetst is en vraag om vergeving.

zondag 24 maart

Jozef:
Ik zag de angst van mijn broers en zei tegen hen:

Maar nu, wees niet bedroefd en laat jullie ogen niet in toorn ontvlammen omdat jullie mij hiernaartoe hebben verkocht, want God heeft mij vóór jullie uit gezonden tot behoud van jullie leven.

Genesis 45:5

Ik wilde niet dat mijn broers elkaar zouden gaan verwijten dat ze mij als slaaf verkocht hadden.
Daarvoor wilde ik ze ook niet laten boeten, want God had mij laten inzien dat Hij alles wat mij was overkomen, gebruikte om mijn familie te redden.

Wat zou Gods bedoeling kunnen zijn met de situatie waarin jij je bevindt?

maandag 25 maart

Jozef:
Ik zag Gods hand in de manier waarop mijn leven was verlopen en ik zei tegen mijn broers:

Nu dan, niet jullie hebben mij hiernaartoe gestuurd, maar God.
Hij heeft mij aangesteld als een vader voor de farao, als heer over heel zijn huis en als heerser over heel het land Egypte.

Genesis 45:8

Neem eens de tijd om na te denken over het verloop van je leven.
Heb je het allemaal naar eigen inzicht uitgestippeld?
Of vind je dat je vooral veel geluk of juist pech hebt gehad?
Hoe heeft God, door alles wat je hebt meegemaakt, in je leven gewerkt?

dinsdag 26 maart

Vervolgens kuste Jozef al zijn broers en hij huilde met hen; daarna durfden zijn broers met hem te spreken.

Genesis 45:15

Jozef:
Ik was teruggekomen op het feit dat mijn broers me hadden verkocht, maar ik had ook gezegd dat God me had geleid.
Omdat ik eerlijk was en me daarbij kwetsbaar opstelde, kwamen mijn broers ook los en durfden ze gewoon met me te praten.

Zijn er gebeurtenissen uit het verleden die je niet hebt verwerkt?
Koester geen wrok, maar probeer erover te praten met hen die erbij betrokken waren.
Met Gods hulp kunnen gekwetste gevoelens genezen en relaties worden hersteld.

woensdag 27 maart

Jozef:

En de farao zei tegen mij: (…) haal uw vader en uw gezinnen op en kom naar mij toe. Ik zal u het beste deel van het land Egypte geven en u zult het voortreffelijkste van het land eten.

Genesis 45:17-18

Soms kun je als gelovige verrast worden door iemand die God niet kent.
Zo gunde farao mijn familie het beste wat Egypte te bieden had.
Hij was gastvrij en royaal, waardoor mijn broers begrepen dat ze echt welkom waren.

Ook bij God is elk mens HARTELIJK WELKOM, niemand uitgezonderd.
Hoe kun je dat als christen aan anderen (inclusief dat buitenbeentje) laten zien?

donderdag 28 maart

En God sprak tot Israël door nachtelijke visioenen en zei: Jakob! Jakob! En hij zei: Zie, hier ben ik.

Genesis 46:2

Jakob:
Met vallen en opstaan heb ik geleerd naar God te luisteren.
Toen God door visioenen tot me sprak, was ik een en al oor.
Je denkt misschien dat je ook wel zou opletten als je visioenen kreeg, maar wat doe je met de Bijbel?
Dat is een middel dat God gebruikt om tot je te spreken.
Als jouw Bijbel dicht blijft, hoor je niet wat de Heere je te zeggen heeft.
Dus lees je Bijbel met aandacht en luister naar God!

vrijdag 29 maart

Jakob:

En God zei: Ik ben God, de God van uw vader; wees niet bevreesd om naar Egypte te trekken, want Ik zal u daar tot een groot volk maken. Ik zal met u meetrekken naar Egypte en Ik zal u ook zeker doen terugkeren (…)

Genesis 46:3-4

De weg die de Heere met mij en mijn familie ging, was moeilijk te begrijpen, maar Hij ging met ons mee en daarom was het goed.
Hoewel de weg die God met je gaat, voor jou op een doolhof kan lijken, kun je Hem vol vertrouwen volgen.
Maar ga niet zonder Hem op een zelfgekozen weg!

zaterdag 30 maart

Jozef ging naar Gosen, zijn vader Israël tegemoet. Toen hij voor hem verscheen, viel hij hem om de hals en huilde hij lange tijd aan zijn hals. Toen zei Israël tegen Jozef: Nu kan ik sterven, nu ik jouw gezicht weer gezien heb, want je leeft nog.

Genesis 46:29-30

Jakob (= Israël):
De Heere bracht Jozef en mij na jaren van gemis weer bij elkaar.
Het was een geweldig weerzien en een grote troost voor mij dat mijn zoon nog leefde.

De dood kan mensen ruw van elkaar scheiden, maar hij is door Jezus overwonnen!
Wie in Hem gelooft, zal een hemels weerzien meemaken.

zondag 31 maart

Jozef bracht zijn vader Jakob mee en stelde hem aan de farao voor; en Jakob zegende de farao.

Genesis 47:7

Jozef:
Ik was blij dat ik mijn vader eindelijk aan farao kon voorstellen.
Mijn vader Jakob was rijk gezegend door de Heere.
En door alles wat hij had meegemaakt, had hij geleerd in afhankelijkheid van Hem te leven.
Vanuit zijn vertrouwelijke relatie met God, kon mijn vader de farao zegenen.

Ken je iemand die iets nodig heeft, een ‘zegen’, die jij niet geven kan?
En ken je iemand anders die deze ‘zegen’ wel kan geven?
Hoe zou je ze bij elkaar kunnen brengen?


april

maandag 1 april

Jakob zei tegen de farao: Het aantal van de jaren van mijn vreemdelingschap is honderddertig jaar. Weinig in getal en vol kwaad zijn mijn levensjaren geweest (…)

Genesis 47:9

Jakob:
Ik vertelde de farao over mijn leven en sprak over mijn ‘vreemdelingschap’.
Daarmee bedoelde ik dat ik altijd een ‘vreemdeling’ ben gebleven, omdat elke woonplaats tijdelijk was.
Dat heeft me geleerd dat het leven op aarde ook tijdelijk is.
Hoe oud je ook wordt, er komt een dag dat je zult sterven.
Klamp je daarom niet vast aan dingen die voorbijgaan, maar vestig je hoop op God; zoek bij Hem je eeuwige thuis.

dinsdag 2 april

En Jakob zegende Jozef en zei: De God voor Wiens aangezicht mijn vaderen, Abraham en Izak, gewandeld hebben, de God Die mij als herder geleid heeft, mijn leven lang tot op deze dag, de Engel, Die mij verlost heeft van al het kwaad, zegene deze jongens (…)

Genesis 48:15-16a

Jozef:
Van Abraham en Izak kun je leren wandelen met God.
Zij hadden een bijzonder vertrouwelijke relatie met Hem.
Hoewel mijn vader Jakob vaak eigen wegen koos en worstelde met God, heeft God hem als een herder geleid en zegende Hij mijn vader.

Met deze God kun je door het leven, Zijn zegen maakt rijk!

woensdag 3 april

Toen zei Israël tegen Jozef: Zie, ik ga sterven, maar God zal met jullie zijn en Hij zal jullie terugbrengen naar het land van jullie vaderen.

Genesis 48:21

Jozef:
Mijn complete familie woonde nu al een tijd in Egypte, maar mijn vader zei dat God ons zou terugbrengen in het land dat Hij ons had beloofd.

Zo dicht bij de dood kan het gebeuren dat gelovigen een bijzonder helder inzicht krijgen.
Misschien staat hun geest meer open voor God, waardoor ze Zijn boodschap beter dan ooit kunnen ontvangen en doorgeven.
Luister met aandacht naar hen die spreken namens God.
Bemoedigend, vermanend en troostrijk.

donderdag 4 april

De scepter zal van Juda niet wijken en evenmin de heersersstaf van tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en Hem zullen de volken gehoorzamen.

Genesis 49:10

Juda:
Mijn vader Jakob sprak op zijn sterfbed een bijzondere zegen over mij uit.
Uit mijn nageslacht zijn de koningen van Israël voortgekomen.
Maar veel belangrijker dan dat, is de komst van Silo (dat is de Messias), die door mijn vader werd aangekondigd.
Deze profetie is vervuld toen de Heere Jezus werd geboren.
Hij is Koning tot in eeuwigheid en wie bij Hem zijn heil zoekt, vindt eeuwig GELUK, waar niets op aarde mee te vergelijken is.

vrijdag 5 april

Op Uw zaligheid wacht ik, HEERE!

Genesis 49:18

Jakob:
Mijn aardse bestaan naderde het einde.
Daarom zegende ik mijn zoons.
Het inzicht dat God mij gaf over het verloop van hun leven, gaf ik aan hen door.
Net als ik zouden ze genoeg meemaken aan mooie en moeilijke gebeurtenissen.
Ze hadden allerlei verwachtingen en toekomstplannen.
Zelf had ik ontdekt dat alles hier op aarde sneller voorbijgaat dan je denkt.
Maar de zaligheid van God is blijvend, eeuwig.
Daar kan niets tegenop.
Ik keek er vol verlangen naar uit.
Welke dromen je ook hebt, verwacht je zaligheid, echt geluk, van de Heere.

zaterdag 6 april

Toen de broers van Jozef zagen dat hun vader dood was, zeiden ze: Als Jozef ons haat, zal hij ons zeker al het kwaad dat wij hem aangedaan hebben, vergelden.

Genesis 50:15

Een broer van Jozef:
Wij kwamen niet los van wat we Jozef hadden aangedaan.
Nu vader Jakob was gestorven, waren we bang dat hij alsnog wraak zou nemen, hoewel hij sinds onze hereniging totaal geen haatgevoelens ten opzichte van ons had getoond.
We konden ons gewoon niet voorstellen dat Jozef ons echt alles had vergeven.

Als je een kwaad geweten hebt, hoe kom je dan met de ander en jezelf weer in het reine?

zondag 7 april

Jozef:
Na mijn vaders dood ontving ik de volgende boodschap:

Och, vergeef toch de overtreding van uw broers en hun zonde, want zij hebben u kwaad gedaan. Maar nu, vergeef toch de overtreding van de dienaren van de God van uw vader.

Genesis 50:17

Ik huilde hierom, want hoewel ik ze een goede woonplaats in Egypte had gegeven en genoeg voedsel voor hun gezinnen, hadden mijn broers weinig vertrouwen in mij.
Waarom geloofden ze niet dat ik ze alles had vergeven?

Zo kunnen mensen soms ook twijfelen aan Gods vergeving.
Maar wie zijn zonden aan Hem belijdt, mag weten dat God hem vergeeft.

maandag 8 april

Jozef zei daarop tegen hen: Wees niet bevreesd, want sta ik soms op de plaats van God?

Genesis 50:19

Jozef:
Het was niet mijn taak om mijn broers te veroordelen.
Ik ben God niet.
Wat weet ik nu van wat zich in het hoofd en hart van een ander afspeelt?
Helemaal niets!
God daarentegen weet precies wat de beweegredenen van iemand zijn.
Hij is de enige die rechtvaardig over een ander kan oordelen.
Laten we voordat we iemand veroordelen, bedenken dat we zelf ook fouten maken.
Als je weet dat je mag leven van Gods genade, wees dan ook genadig voor je naaste.

dinsdag 9 april

Jozef:
Ik zei tegen mijn broers:

Jullie weliswaar, jullie hebben kwaad tegen mij bedacht, maar God heeft dat ten goede gedacht, om te doen zoals het op deze dag is: een groot volk in leven te houden.

Genesis 50:20

Omdat ik door mijn broers was verkocht, kwam ik in Egypte terecht en redde ik mijn hele familie van de hongerdood.
Zelfs het kwaad dat mensen elkaar aandoen, kan God in Zijn plan gebruiken.
Maar laat dat nooit een excuus zijn om verkeerde dingen te doen.
Want als de Heere slechte dingen kan gebruiken voor iets goeds, dan zal Hij goede daden zeker zegenen!

woensdag 10 april

En Jozef zei tegen zijn broers: Ik ga sterven, maar God zal zeker naar jullie omzien en jullie uit dit land laten trekken naar het land dat Hij gezworen heeft aan Abraham, Izak en Jakob.

Genesis 50:24

Jozef:
Geloof is vertrouwen op God; zeker weten dat Hij Zijn beloften waarmaakt!
Door het geloof wist ik dat het volk dat was voortgekomen uit mijn voorouders, eens uit Egypte zou vertrekken en naar het land zou terugkeren dat God had beloofd aan Abraham, Izak en Jakob.

Zoals God naar Israël heeft omgezien, zo wil Hij ook naar jou omzien.
Dat mag je geloven, zeker weten!