• Gepubliceerd door
  • Vrouw tot Vrouw
  • Gepubliceerd op
  • 12 oktober 2022

Vergeet de gastvrijheid niet

Tekst: Simone Aantjes-Freije
Foto’s: Marika Rentier 

Op een warme zomerdag word ik hartelijk welkom geheten door Jan en Arina Meerkerk, in de gezellig ingerichte woonkamer van Huize ‘Draagt elkanders lasten’. ‘Draagt elkanders lasten’ is een opvanghuis voor jonge moeders. Wat drijft hen om deze moeders te helpen? 

Jullie geven leiding aan een opvanghuis voor jonge moeders. Hoe lang doen jullie dit al en wat drijft jullie?

Jan is een enthousiast verteller en al snel buitelen de zinnen over elkaar heen. ‘Eind september 2016 zijn we gestart met het opvangen van jonge moeders’, vertelt hij. ‘Dit kwam voort uit pleegzorg. Naast de drie pleegkinderen die bij ons bleven, hadden we ook regelmatig crisisplaatsingen. Eén zo’n crisisplaatsing was de zorg voor de baby van een tienermoeder.  Dat vonden we zo aangrijpend dat we gingen nadenken over hulp aan deze moeders om een scheiding tussen hen en hun kind te voorkomen. Zo’n scheiding is echt traumatisch, we verlangden ernaar om hen een veilige plek te bieden.’  

'We hebben echt Gods leiding ervaren, Hij baande de weg voor ons.'

Leiding

‘We hebben echt Gods leiding ervaren, Hij baande de weg voor ons.’ Terwijl we nadachten over hoe we onze plannen konden vormgeven, vertelde onze buurman dat hij ging verhuizen. Wonderlijk genoeg werd het voor ons financieel mogelijk om het huis te kopen. 

Een deel van de woning moesten we zelf bewonen, de andere helft van de benedenverdieping was bestemd voor de moeders, afgescheiden door een wand en een deur. Ook maakten we een woonkamer en keuken voor hen. Boven maakten we ruimte voor drie slaapkamers voor moeders met hun baby én een logeerkamertje voor getraumatiseerde vrouwen.  

Eind september 2016 zouden we het opvanghuis openen, de dag voor de officiële opening stond er een meisje op de stoep met slechts twee plastictasjes met wat spullen. Zij was door stichting Siriz doorverwezen. Met deze stichting hebben we een goede samenwerking. Er volgde al snel een tweede aanmelding via het Babyhuis in Dordrecht. Ook via sociale wijkteams van gemeenten krijgen we aanmeldingen. 

We hebben bewust geen website. Omdat het soms om geheime plaatsingen gaat, is het veiliger dat niemand kan nagaan waar de moeder verblijft.’  

Doelgroep

Huize ‘Draagt elkanders lasten’ wil er zijn voor alleenstaande jonge moeders die vanwege hun zwangerschap tijdelijk onderdak en begeleiding nodig hebben, ongeacht hun godsdienst, levensbeschouwing of land van herkomst. Er wordt wel verwacht dat er enige mate van zelfstandigheid is en dat de moeders geen andere kinderen hebben. Wanneer zij werken of een opleiding volgen, moeten ze zelf voor oppas zorgen. Uiteraard willen we hierin meedenken. Zij mogen hier twee jaar blijven, daarna moet er een andere oplossing komen. Ze gaan dan bijvoorbeeld zelfstandig wonen. ‘Als er meer hulp nodig is, helpen we hen graag bij het zoeken van de juiste instanties,’ vertelt Arina.  

‘In de afgelopen zes jaar mochten we aan 22 moeders een veilig plekje bieden. Sommigen blijven twee jaar, anderen blijven slechts enkele maanden. Velen van hen hebben heftige dingen meegemaakt, vaak zijn ook de baby’s getraumatiseerd.’  

Arina: ‘We stimuleren, als het mogelijk is, de band met de eigen familie. Met hen moeten ze verder, ze moeten ons een keer loslaten. Als ze bij ons weg zijn, houden we contact via de app. Sommige moeders nodigen ons uit om hun huisje te bekijken. Het is vaak beschamend hoe gastvrij ze zijn, ondanks dat ze hun eten bij de voedselbank halen en weinig inkomen hebben. De maaltijd is niet karig, maar overdadig. Ze gunnen het ons, omdat ze dankbaar zijn voor de begeleiding die ze bij ons ontvingen. Ze willen graag iets terugdoen.  

Het is nog nooit gebeurd dat we geen jonge moeders hadden in dit huis. Soms is er een plekje open, maar we moeten ook regelmatig ‘nee’ zeggen. Dan verwijzen we door naar Babyhuis Dordrecht of Siriz.’ 

Waaruit bestaat jullie begeleiding?

‘De begeleiding komt overdag met name op Arina neer. Zij geeft advies over zaken als koken, schoonmaken en alles wat voor de bevalling en opvoeding van het kindje nodig is. Dit is zowel individueel als groepsgericht.  

Het doel van de begeleiding is uiteindelijk dat de moeders weer zelfstandig verder kunnen. Jan helpt vooral bij zaken als financiën, uitkeringen, voorzieningen, studiemogelijkheden, werk en woonruimte. Elke morgen rond kwart voor tien ga ik vragen hoe de nacht gegaan is en of er hulp nodig is. We stimuleren het helpen van elkaar.’ 

Jan: ’s Avonds doen we soms een spelletje met de meiden, dat wordt erg gewaardeerd.’ Arina vertelt lachend: ‘Op zondagavond krijgen ze altijd taart, dit kan echt niet overgeslagen worden!’ 

‘Eigenlijk is elke dag bijzonder.’

Elke dag is bijzonder

We spreken met elkaar over de mooie dingen die ze meemaken. Jan: Eigenlijk is elke dag bijzonder. Verschillende verhalen passeren de revue.  

Zo is er dat meisje dat al in de abortuskliniek geweest is, maar tijdens de bedenktijd toch tot andere gedachten komt en bij hen aanklopt voor hulp. De baby wordt toch geboren, terwijl het kind er niet mocht zijn. 

Verder is er de moeder die moest kiezen tussen haar ouders of haar kind. Een onmogelijke keuze tussen loyaliteit en liefde. Zij stelde de beslissing voor abortus net zo lang uit tot het niet meer mogelijk was. Ze vertelde eerst haar moeder over de zwangerschap en daarna vertelden ze het samen aan haar vader. Het gevolg was dat beide ouders haar juist steunden. Dat was verrassend. Het meisje had veel moed nodig om het aan haar ouders te vertellen. ‘Elk nieuw leven dat geboren wordt is een bijzonder geschenk. Ondanks de vaak moeilijke omstandigheden waar de meisjes mee te maken hebben. We bieden met Gods hulp liefde, geborgenheid en veiligheid.’ 

‘We geven eigenlijk invulling aan onze trouwtekst: ‘Draagt elkanders lasten en vervult alzo de wet van Christus''

Wat betekent het geloof in jullie bezigzijn?

Jan denkt even na. Hij zegt: We geven eigenlijk invulling aan onze trouwtekst: ‘Draagt elkanders lasten en vervult alzo de wet van Christus (Galaten 6: 2 SV).’ Dit willen we uitstralen door onze handel en wandel.’ ‘De coronatijd was wat dat betreft een mooie tijd voor gesprekken,’ vult Arina aan. ‘In de woonkamer van de meiden ligt altijd een Bijbel, daardoor zijn er regelmatig fijne gesprekken. Een voorbeeld hiervan is een meisje uit Suriname dat overal op de kast in haar slaapkamer Bijbelteksten had opgehangen. Zij vroeg waar ze dat boek toch kon kopen. We gaven haar een Bijbel toen ze vertrok.’   

Af en toe eet een van de moeders mee met het gezin van Jan en Arina. Jan: ‘Ook dan bidden we, lezen we uit de Bijbel en zingen een psalmvers. Dit is een goede aanleiding tot gesprek. 

Het brengt moeders er soms toe om mee te gaan naar de kerk. Hierbij komen de cultuurverschillen openbaar. Hun geloofsbeleving is vaak totaal anders. We hebben wel geleerd niet vanuit onze cultuur te denken, maar ons aan hun manier van denken aan te passen.’ 

Jan kijkt nadenkend en zegt: ‘Er staat toch ook in de Bijbel: ‘Vergeet de gastvrijheid niet.’ Dit proberen we handen en voeten te geven. De vrouwen ervaren dit ook zo. Ze zeggen: ’Jullie waren voor ons een tweede vader en moeder. Vaak zijn ze die aandacht en geborgenheid die ze zo nodig hebben, helemaal niet gewend. We zijn dankbaar dat wij hen dit kunnen bieden.’ 


Reageren? Stuur een mail naar reacties@vrouwtotvrouw.nl