• Gepubliceerd door
  • Vrouw tot Vrouw
  • Gepubliceerd op
  • 30 april 2022

Bijbeltijd mei – Zorg voor de schepping

Door: Fianne de With

Week 1: Verwondering

Als je reclamespotjes ziet of langs etalages loopt, blijft er vanbinnen soms zomaar iets haken: ja, dat wil ik ook. Reclames zijn er over het algemeen meesterlijk in om je het gevoel te geven dat je dat product nodig hebt en daar gelukkig van wordt.
Dat massaal willen ‘hebben’ van ons mensen en dat dan ook kopen en doen zorgt voor een enorm uit balans raken van systemen die in de natuur zijn gelegd. Op dit moment hebben wij daar zelf nog niet de meeste last van, maar de armste mensen in deze wereld wel.
Juist de armen gaan God aan het hart. Evenals de dieren en alles wat leeft. Een leven van zorg voor Gods wereld begint niet met ‘willen hebben’, maar met verwondering. In plaats van naar reclames kijken, kunnen we beter kijken naar wat God ons in Zijn schepping gegeven heeft. Die houding van verwondering kenmerkt met name de Psalmen. Dat is niet zo vreemd als we teruggaan naar het begin, als God zelf op de zevende dag geniet van het goede dat Hij gemaakt heeft. Hij schept vreugde in creëren. En ook al is het niet meer heel, van die vreugde van God kun je als het ware nog steeds proeven als je iets ziet van hoe ingenieus een plantenblad in elkaar zit, of het menselijk lichaam, of het heelal.
Deze week laten we ons met name door de Psalmen, maar ook door Jezus zelf, meenemen in die verwondering en lof aan God.

Datum: Zondag 1 mei

Lezen: Psalm 19

Vragen:

  • Zie jij iets van Gods aanwezigheid, niet alleen in het Woord, maar ook in de natuur?
  • Wat vertellen de hemelluchten jou over God?
  • Neem vandaag een moment om stil naar de hemel te kijken en bij God te zijn.

Gebed: Wat bent U groot en heerlijk. Wat een wonder dat U mij een plaats hebt gegeven onder Uw hemel! Geef mij oog voor Uw heerlijkheid.

Zingen: Psalm 19:1 en 2

1. Het ruime hemelrond
Vertelt, met blijden mond,
Gods eer en heerlijkheid;
De heldre lucht en ‘t zwerk
Verkondigen Zijn werk,
En prijzen Zijn beleid.
Dus kan ons dag bij dag,
Tot roem van Gods gezag,
Zijn wonderen verhalen;
Dus weet ons nacht bij nacht
Zijn onbegrensde macht
En wijsheid af te malen.

2. Hoe goddelijk en schoon
Luidt deze hemeltoon!
Daar is geen spraak, of oord,
Daar is geen volk bekend,
Dat, zelfs tot ‘s werelds end,
Der heem’len stem niet hoort.
Hun evenredigheid
Heeft zich zo wijd verspreid,
Hun rede klinkt zo krachtig,
Dat z’ al, wat d’ aard’ bewoont,
Het merk eens Scheppers toont,
Zo gunstrijk als almachtig.

Weerklank 418 – Aan U behoort, o Heer der Heren

Datum: Maandag 2 mei

Lezen: Psalm 96

Vragen:

  • Hoe zing jij een nieuw lied voor de Heere, hoe prijs jij Hem? Hoe ziet het eruit als ‘heel de aarde’ dat doet?
  • In het midden van deze Psalm wordt de mens uit het geheel van de schepping naar voren geroepen om voor Gods aangezicht te komen, zich voor Hem neer te buigen en verzoening te ontvangen. De hele aarde beeft mee. Hebben wij ook verzoening nodig voor onze omgang met de aarde? Waar denk je aan?

Gebed: Laat ons leven voor U een loflied zijn, Heere. Niet alleen dat van mijzelf, maar ook dat van de mensen, dieren en planten om mij heen. Laat de streek waar ik woon U prijzen, ja de hele aarde.

Zingen: Psalm 96: 1, 6 en 8

1. Zingt, zingt een nieuw gezang den HEERE;
Zing, aarde, zing dien God ter ere;
Looft ‘s HEEREN naam met hart en mond;
Vermeldt Zijn heil op ‘t wereldrond;
Dat dag aan dag Zijn roem vermeêre.

6. Aanbidt Hem need’rig al uw leven,
Hem, die, in ‘t heiligdom verheven,
Een Godd’lijk licht van zich verspreidt;
Leer, aarde, voor Zijn majesteit,
Leer voor Zijn aangezichte beven.

8. Dat zich de hemelen verblijden;
Verheugd zij d’ aard’ aan alle zijden;
Verheugd de volheid van de zee;
Het veld spring’ op met al het vee,
En ‘t woud moet juichend God belijden.

Datum: Dinsdag 3 mei

Lezen: Psalm 104

Vragen:

  • In de schepping hangt alles met alles samen. Daarover spreekt ook deze Psalm. Water is er voor de wilde ezels, gras voor de dieren, gewas voor de mensen, bomen voor de vogels. Waarin ben jij afhankelijk van Gods schepping (voor voedsel, onderdak etc.)? Sta hierbij stil.
  • Voedsel komt van de aarde (vers 14-15) en van God (vers 27-28), dat is geen tegenstelling. Je belijdt dat je voedsel van God komt. Tegelijk is dat voedsel ergens verbouwd, Hij gebruikt mensenhanden. Is de manier waarop dat gebeurt tot eer van God, zoals in deze Psalm?
  • Wat betekenen Gods zorg en voorzienigheid voor jou?

Gebed:

‘Hoe groot zijn Uw werken, HEERE,
U hebt alles met wijsheid gemaakt,
de aarde is vol van Uw rijkdommen.’ 

Ik ben een kwetsbaar mens, uit de aardbodem gevormd en compleet afhankelijk van de levensadem die U mij geeft. Dank U wel voor Uw trouwe zorg. Leer mij beseffen dat alles wat ik nodig heb ergens vandaan komt en dat ik daar dan ook een verantwoordelijkheid voor draag.

Zingen: Psalm 104:1

1. Waak op, mijn ziel, loof d’ Oppermajesteit.
Wat zijt Gij groot! wat spreidt Uw heerlijkheid,
Geduchte God, al luisterrijke stralen!
Zij baart ontzag door al de hemelzalen.
Het blinkend licht bedekt U als een kleed;
De hemel, dien G’ als een gordijn verbreedt,
En uitspant voor Uw Goddelijke woning,
Verbergt voor d’ aard’ Uw prachtigste vertoning.

Datum: Woensdag 4 mei

Lezen: Job 38:25-39:9

Vragen:

  • Job lijdt. Hij heeft ingrijpende verliezen geleden en is zijn perspectief kwijt. Juist aan hem openbaart de Heere in zich in de natuur. Herken je dat juist in moeilijkheden de schepping meer tot je spreekt?
  • Welke indruk maakt de Heere in dit hoofdstuk op je?

Gebed: Vader, help mij, ook als mijn hart vol is van verdriet of zorg, oog te hebben voor Uw wonderen in de schepping. Dat ik daarin mag zien dat U ook aan mij denkt en mij liefhebt.

Zingen: Weerklank 501:1 – Beveel gerust uw wegen

Datum: Donderdag 5 mei

Lezen: Psalm 148

Vragen:

  • God loven is in de Bijbel geen individuele aangelegenheid. Je doet het samen: jongens en meisjes, ouderen en jongeren. Maar ook: met de bergen, fruitbomen, vogels en wilde dieren. Welke aspecten uit deze Psalm staan dicht bij je? Welke ver(der) weg?
  • De Psalm heeft een enorme reikwijdte. Werkelijk alles moet Hem loven, niet alleen de levende (dieren, mensen) maar ook de niet-levende natuur (bergen, hemellichamen). Wat zegt jou dat over wie God is?

Gebed: Heere, wat ben ik klein in Uw wereld. Dank U dat ik samen met anderen U mag loven. Mag dit halleluja-lied vandaag in mijn hart zijn. Help mij om zo te kijken naar de dingen en mensen om mij heen: dat we samen geroepen worden U te loven.

Zingen: Psalm 148:3 en 4

3. Loof, aarde, loof Gods wonderdaân;
Gij, walvis, grond’looz’ oceaan;
Gij, sneeuw en hagel, damp en gloed;
Gij, stormwind, die Zijn last voldoet;
Gij, bergen, heuvels, landen, stromen;
Gij, dierb’re vrucht- en cederbomen;
Looft, looft des Scheppers oppermacht,
Die u uit niets heeft voortgebracht.

4. Looft, kruipend wild en tam gediert’;
Looft, vogels, Hem, die ‘t al bestiert;
Gij, koningen en rechters, saâm;
Gij, vorsten, volken, roemt Gods naam;
Gij, maagden, en gij, jongelingen,
Laat nimmer af Zijn lof te zingen;
Eerwaarde grijsheid, frisse jeugd,
Weest in den God uws heils verheugd!

Datum: Vrijdag 6 mei

Lezen: Psalm 65

Vragen:

  • Deze Psalm spreekt over een ontmoeting met de Heere God. Wellicht bij een goede oogst na een periode van droogte. Het centrum van die ontmoeting is de plek van de verzoening (hier: de tempel). Dit loopt in één lijn door naar het zien van Gods verbondstrouw op het land en tot aan ‘de einden der aarde’.
  • Hoe kom jij op dit moment voor Gods aangezicht? Kies een frase uit de Psalm om over te mediteren. Bijvoorbeeld ‘in stilte’, ‘onze overtredingen, die verzoent Ú’, ‘welzalig’.
  • ‘Uw voetstappen druipen van overvloed’. Waar merk jij Gods overvloed in je leven? Hoe kun je daar meer/bewuster van genieten?

Gebed: God van trouw, God van overvloed. Wij danken U dat U ons doet naderen, in de naam van Uw Zoon. Dank U voor al Uw goede gaven. Maak Uzelf daarin zichtbaar voor ons.

Zingen: Psalm 65:1 en 8

1. De lofzang klimt uit Sions zalen
Tot U met stil ontzag;
Daar zal men U, o God, betalen
Geloften, dag bij dag.
Gij hoort hen, die Uw heil verwachten,
O Hoorder der gebeên,
Dies zullen allerlei geslachten
Ootmoedig tot U treên.

8. Uw goedheid kroont de jaargetijen;
Waar Gij Uw voetstap zet,
Daar doet Gij ‘t al ten zegen dijen,
Daar druipt het al van vet.
Het woeste veld vangt zelfs die droppen,
Zijn weide blijft niet droog;
De heuvels steken blijde toppen
Met lachend groen omhoog.

Datum: Zaterdag 7 mei

Lezen: Mattheüs 6:25-34

Vragen:

  • Als iemand zich verwondert over de natuur is het Jezus zelf. Hij leefde de Psalmen die we deze week lazen. Dat blijkt uit Zijn onderwijs in Mattheüs 6 waarin Hij ons laat kijken naar de natuur. Wat zegt dat jou?
  • Waar maak jij je zorgen om en word je in dit Bijbelgedeelte uitgedaagd meer vertrouwen te hebben?
  • Het gaat over kleding. Waarschijnlijk hoeven wij ons er geen zorgen over te maken of we wel genoeg hebben. We hebben eerder meer dan genoeg. En vaak ten koste van mensen in derdewereldlanden. Wat zegt het jou in dit verband om eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid te zoeken?
  • Neem de oproep van Jezus eens letterlijk door vandaag een poosje naar de vogels, de bloemen en/of het gras te kijken. Wat leer je daaruit over Jezus?

Gebed: Hemelse Vader, ik moet eerlijk zeggen dat ik over het algemeen heel véél voedsel en kleding heb en dat ik me er toch druk over kan maken. Help mij om niet allereerst gericht te zijn op mijn comfort en luxe, maar op Uw Koninkrijk en Uw gerechtigheid. Geef me de moed en het geloof om het met minder te durven doen.

Zingen: Zoekt eerst het Koninkrijk van God

Week 2: Bekering

Als je je ogen opent voor de schoonheid van Gods schepping kom je onvermijdelijk ook de gebrokenheid tegen. In het klein misschien wel in je eigen moestuin – last van ongedierte. Maar ook in beelden van plastic in de oceaan en van droge, opengebarsten aarde. Het is dan niet moeilijk om te zien dat de schepping zucht en lijdt.
In de Bijbel is dit lijden van het land een gevolg van de zonden van mensen. In het Oude Testament wordt dat concreet in het leven van Israël. God heeft hen een land gegeven en zijn wetten die gericht zijn op een goed leven in dat land. Lang niet altijd is men daar trouw mee omgegaan. Het gevolg zijn droogtes, plagen met ongedierte, mislukte oogsten, ziektes. Het zijn verschijnselen die nog altijd even actueel zijn, op grotere schaal dan ooit.
Op die momenten van crises treden er profeten op. Zij wijzen op wat er gaande is: kijk eens, iedereen kan dit zien, dit komt doordat jullie God verlaten hebben! Het is een oproep tot berouw en terugkeer naar Hem. Besef dat het lijden dat wij de schepping aandoen afbreuk doet aan de eer die het aan God kan brengen. Dat God het misschien nog wel veel erger vindt dan dat wij dat doen.
Deze week laten we zulke profetenstemmen tot ons komen. En bidden we: vergeef ons, zie wat bij ons een schadelijke weg is en ontferm U!

Datum: Zondag 8 mei

Lezen: Genesis 1:26-31

Vragen:

  • Mensen hebben een bijzondere rol en verantwoordelijkheid in de schepping gekregen. Hoe merk je dat in dit gedeelte?
  • Kun je een voorbeeld geven waarin je zelf aan deze opdracht van God beantwoordt? En een voorbeeld waarin niet?

Gebed: Heere, wij belijden dat we niet goed zijn omgegaan met de prachtige schepping die U ons hebt gegeven. Dat begon al in het paradijs toen de mens niet genoeg had aan wat U hem gegeven had. Nog dagelijks vallen wij in die zonde, dat we nemen in plaats van ontvangen, dat we uitbuiten in plaats van zorgen. Vergeef en vernieuw ons, o God.

Zingen: Psalm 8: 1, 4-9

1. HEER, onze Heer, grootmachtig Opperwezen!
Hoe wordt Uw naam op aard’ alom geprezen!
Gij, die den glans van Uwe majesteit
Hebt boven lucht en heem’len uitgebreid.

4. Mijn God, wat is de mens dan op deez’ aarde!
De broze mens, hoe klimt hij tot die waarde,
Dat Gij aan hem in zoveel gunst gedenkt;
En ‘s mensen zoon Uw teêrste liefde schenkt!

5. Gij deedt hem wel, een weinig tijds, beneden
Het eng’lenheir een rang en plaats bekleden;
Maar hebt hem ook Uw rijkste gunst betoond,
En hem met eer en heerlijkheid gekroond.

6. Gij geeft hem, wijd en zijd in alle landen,
De heerschappij der werken Uwer handen.
Ja, zet èn aard’ en zee voor ‘s mensen zoon,
Door Uw gezag, ter voetbank van zijn troon.

7. Waar schapen zijn, of ossen in de weiden;
Waar enig vee op bergen zij of heiden;
Waar ‘t wild gediert’ ook zwerv’ in woud en veld:
Gij hebt het al in zijne macht gesteld.

8. Wat voog’len door den ruimen luchtkring zweven;
Wat vissen er in stroom en beken leven;
En wat de paân doorwandelt van de zee:
Zijn hoog bevel deelt hij aan allen mee.

9. HEER, onze Heer, grootmachtig Opperwezen!
Hoe billijk wordt Uw grote naam geprezen;
Hoe heerlijk rolt, uit aller vromen mond,
Die grote naam door ‘t ganse wereldrond!

Datum: Maandag 9 mei

Lezen: Deuteronomium 28:1-24,47

Vragen:

  • Wat hebben overvloed en gehoorzaamheid volgens dit gedeelte met elkaar te maken?
  • Welke zegeningen zie je in jouw leven?
  • Welke zegen verlang je van de Heere?

Gebed: Wij bidden U om gehoorzaamheid, o God. Dat we zullen opmerken wat Uw wil is, om die te doen. Wij bidden U om zegen voor onszelf, het land en de dieren. Dank U wel dat alle details van het leven U ter harte gaan.

Zingen: Psalm 1:1, 2 en 3

1. Welzalig hij, die in der bozen raad
Niet wandelt, noch op ‘t pad der zondaars staat,
Noch nederzit, daar zulken samenrotten,
Die roekeloos met God en godsdienst spotten;
Maar ‘s HEEREN wet blijmoedig dag en nacht
Herdenkt, bepeinst, en ijverig betracht.

2. Want hij zal zijn gelijk een frisse boom,
In vetten grond geplant bij enen stroom,
Die op zijn tijd met vruchten is beladen,
En sierlijk pronkt met onverwelkte bladen;
Hij groeit zelfs op in ramp en tegenspoed;
Het gaat hem wel; ‘t gelukt hem, wat hij doet.

3. Gans anders is ‘t met hem, die ‘t kwaad bemint;
Hij is als kaf, dat wegstuift voor den wind;
Geen zondaar zal ‘t gewis verderf ontkomen,
Als in ‘t gericht door God wordt wraak genomen;
Hij, die van deugd en godsvrucht is ontaard,
Zal niet bestaan, waar ‘t vrome volk vergaârt.

Datum: Dinsdag 10 mei

Lezen: Joël 1

Vragen:

  • Waarom zou er volgens Joël over wat er in dit hoofdstuk beschreven wordt aan de kinderen en kleinkinderen verteld moeten worden?
  • Welk beelden kom je tegen in dit hoofdstuk? Welk beeld raakt jou het meest?
  • ‘Tot U Heer roep ik!’ (vers 19) Hoe reageer jij op berichten over insectenplagen, mislukte oogsten, lijdende dieren?

Gebed: Tot U, Heere, roep ik. Ontferm U!

Zingen: Psalm 74:1, 4, 14, 16 en 17

1. Waarom, o God, zijn wij in eeuwigheid
Van Uwe gunst en onderstand verstoken?
Hoe kan Uw toorn dus tegen ons nog roken,
Die schapen zijn, zelfs door Uw hand geweid?

4. Uw vijand heeft, ter plaatse van ‘t gebed,
Gelijk een leeuw gebruld bij ‘t zegevieren;
Zelfs, U ten schimp, heeft hij zijn krijgsbanieren,
In trotsen moed, tot tekenen gezet.

14. Uw sterke hand heeft ‘s Leviathans woên
Betoomd, gestuit; deed Farao bezwijken;
Waar ‘t woest gediert’ aan duizenden van lijken,
Op ‘t dorre strand, zijn rooflust mocht voldoen.

16. De dag is d’ Uw’; ook vormdet Gij den nacht;
Gij schiept het licht, de zon met gloed en stralen;
Door U is d’ aard’ gesteld in juiste palen;
Elk jaarseizoen hebt Gij tot stand gebracht.

17. Herdenk, mijn God, herdenk die wonderdaân!
Een dwaas geslacht heeft Uwen naam gelasterd;
De vijand, van Uw vrees en dienst verbasterd,
Heeft Uwen roem met smaad en schimp belaân.

Datum: Woensdag 11 mei

Lezen: Hosea 4:1-3

Vragen:

  • De Heere spant een rechtszaak aan met Zijn volk. Wat doet dit beeld met jou?
  • ‘Kennis van God’ (vers 1), waar denk je dan aan?

Gebed: Als U zou rechtspreken, wie zou dan bestaan? Maar bij U is vergeving, opdat U gevreesd wordt!

Zingen: Weerklank 492 – Lam van God

Datum: Donderdag 12 mei

Lezen: Jeremia 12:1-4

Vragen:

  • Gisteren lazen we over een rechtszaak. Vandaag weer. Jeremia geeft God op voorhand gelijk. Toch wil hij met Hem spreken over Zijn oordelen. Waarom, denk je? Herken je dit?
  • Jeremia heeft het moeilijk met wat hij ziet gebeuren: met de goddelozen gaat het goed. Maar het land lijdt onder hun levensstijl. Waar zie je dat vandaag?

Gebed: Heere, open onze ogen voor het onrecht, zoals Jeremia daar een scherp oog voor had. Het kan door ons hart snijden te zien hoe mensen en bedrijven zich verrijken ten koste van de armen en kwetsbare delen van deze wereld. Stop hen, o God, en schud hen wakker. Denk aan Uw rechtvaardigheden en Uw trouw! Beproef mijn hart, ken mij en laat mijn hart met U zijn.

Zingen: Psalm 73:1, 2 en 14

1. Ja waarlijk, God is Isrel goed,
Voor hen, die rein zijn van gemoed;
Hoe donker ooit Gods weg moog’ wezen,
Hij ziet in gunst op die Hem vrezen.
Maar ach, hoewel mijn ziel dit weet,
Mijn voeten waren in mijn leed
Schier uitgeweken, en mijn treên
Van ‘t spoor der godsvrucht afgegleên.

2. Ik zag met nijdig’ ogen aan,
Hoe dwazen hier op rozen gaan,
En hoe godd’lozen in hun gangen,
Al veeltijds rust en vreê erlangen.
Zij weten van geen tranenbrood,
Van gene banden, tot hun dood;
Hun kracht is fris; zij zijn gezond
Tot op hun laatsten avondstond.

14. Wie, ver van U, de weelde zoekt,
Vergaat eerlang en wordt vervloekt;
Gij roeit hen uit, die afhoereren
En U den trotsen nek toekeren;
Maar ‘t is mij goed, mijn zaligst lot,
Nabij te wezen bij mijn God;
‘k Vertrouw op Hem geheel en al,
Den HEER, Wiens werk ik roemen zal.

Datum: Vrijdag 13 mei

Lezen: 2 Kronieken 7:12-16

Vragen:

  • In situaties van ecologische crises: wat doet God en wat moeten mensen doen? (vers 13 tot 15)
  • Welke belofte van God uit deze tekst spreekt je het meest aan?

Gebed: Heere, wij keren ons tot u. Wij brengen U onze schuld, ons tekort, ons onvermogen om op zo’n manier met Uw gaven om te gaan dat het dient tot bloei van anderen. Dank U wel dat U ernaar verlangt dat we tot U komen. Dat er open ogen en een open hart voor ons is. Genees ons, Heere!

Zingen: Weerklank 495 – Schuldig staan wij voor U, Heer

Datum: Zaterdag 14 mei

Lezen: Micha 6:6-8

Vragen:

  • Wij kunnen God niets vergoeden voor onze zonden. Op welke manier probeer jij dat misschien toch wel eens?
  • Wat Hij wél vraagt heeft iets eenvoudigs. Ootmoedig met God wandelen. Wat doet dat met jou?
  • Jezus vervulde deze opdracht aan de mens voor ons. Hoe zie je vers 8 in Zijn leven?
  • Hoe kun jij, in Zijn voetsporen, recht doen?

Gebed: Wij danken U dat wij U onze zonden niet hoeven te vergoeden. Wij bidden U om een wandel met U, en om groei daarin. Dat we in navolging van Christus mogen leren recht te doen, het goede lief te hebben en trouw te zijn in het kleine.

Zingen: Psalm 40:4

4. Brandofferen, noch offer voor de schuld,
Voldeden aan Uw eis, noch eer.
Toen zeid’ ik: “Zie, ik kom, o HEER;
De rol des boeks is met Mijn naam vervuld.
Mijn ziel, U opgedragen,
Wil U alleen behagen;
Mijn liefd’ en ijver brandt:
Ik draag Uw heil’ge wet,
Die Gij den sterv’ling zet,
In ‘t binnenst’ ingewand.”

Week 3: Wijsheid

Als wij bij God gekomen zijn met schuld en verbijstering over wat er van Zijn schepping geworden is, als we gehoord hebben over verzoening en genezing van het land, dan wil Hij ook een nieuwe weg openen. Het gaat om een verandering van onszelf: dat Hij weer in het middelpunt komt te staan. Dat is goed voor de hele schepping.
Het verlangen om in een nieuw leven te wandelen is in de praktijk van het leven met zorg voor de schepping best ingewikkeld. Er zijn allerlei dilemma’s op het gebied van duurzaamheid. Welke producten koop ik wel en niet? Maakt het nu echt uit wat ik doe?
Misschien roept het ook wel irritatie bij je op, het gevoel dat het niet goed is was je altijd hebt gedaan, of dat welke kleding of koffie je ook koopt het nooit helemaal ‘fair’ is.
Het Bijbelse begrip van wijsheid kan daarbij helpen. Dat is zogezegd niet een pakketje wat je uit de hemel ontvangt, maar dat moet zich ontwikkelen in de praktijk van alle dag. Daar moet je in oefenen. Steeds weer afstemmen op God en Zijn Woord, op de werkelijkheid waarmee je te maken hebt en op jezelf. De basis is Gods genade: we hoeven er niets mee te verdienen of te redden, maar zoeken uit liefde het goede voor Gods wereld.
Deze week staan we daarbij stil, wat de vernieuwing van ons leven betekent voor een duurzame levensstijl. Hoe we wijs kunnen worden daarin.

Datum: Zondag 15 mei

Lezen: Kolossenzen 1:15-20

Vragen:

  • Christus als hoofd van de gemeente is een bekend beeld. Maar Jezus als hoofd van de schepping, zie je Hem ook zo? Wat betekent dat?
  • Hij was er niet alleen eerder dan alle dingen, alles bestaat in Hem (vers 17). Hij is het middelpunt van alle dingen en houdt alles bijeen. Zou Hij dat niet doen, dan vervalt alles tot chaos. Waarin zie jij dat, dat zonder Jezus chaos overblijft?
  • Als Jezus het centrum van het hele universum is, dan zullen alle stukjes van ons leven alleen betekenis krijgen als we Hem tot het middelpunt maken en niet van bepaalde terreinen uitsluiten. Zie jij het geheel van je leven, inclusief inkopen doen en je omgang met dieren, als aanbidding?

Gebed: Heere Jezus, wat ontzagwekkend dat U die de bron van de schepping bent zelf deze wereld bent binnengekomen. Leer mij U kennen als het middelpunt van alle dingen. Op alle terreinen van mijn leven, laat mij zien wat Uw verlangen is. Verzoen en vernieuw in mijn levensstijl wat daar niet bij past.

Zingen: Weerklank 435 – Halleluja, zing vol vreugde

Datum: Maandag 16 mei

Lezen: Spreuken 8:1-3, 22-33

Vragen:

  • De wijsheid is hier niet slechts een eigenschap, maar een persoon. Om wijsheid te ontvangen heb je afstemming op dé Wijsheid nodig. Zij zoekt allereerst contact met ons (vers 1-3). Wat doet dat met je?
  • Deze tekst over de wijsheid die al voor de schepping bij God was is in de traditie van de kerk vaak op Jezus Christus betrokken. Jezus als een kind dat speelt voor het aangezicht van God in de wereld die Hij heeft gemaakt (vers 30-31). Wat roept dat beeld in je op?

Gebed: Heere Jezus, wij verwonderen ons over wie U bent. Dat U vreugde schept in wat U geschapen hebt. Dank U wel dat U een God bent die contact zoekt. Wij bidden U om Uw wegen te verstaan, als wij het soms zo lastig vinden om het goede te doen of te weten wat het goede is.

Zingen: Weerklank 426:1 Eeuwig Woord, U willen wij bezingen

Datum: Dinsdag 17 mei

Lezen: Genesis 41:15-36/57

Vragen:

  • Vandaag een voorbeeld van een wijs mens, Jozef. Hij is te midden van omstandigheden waar hij niet zelf voor gekozen heeft. Toch probeert hij het goede te zoeken voor de mensen en omgeving daar. Wat zegt dat jou?
  • Welke waarschuwing krijgt de farao?
  • Wat maakt Jozefs advies een wijs advies?
  • In deze geschiedenis gaat het over klimaatverandering. Vruchtbare en zeer droge jaren. Welke rol speelt God daarin? En welke rol mensen? Wat zegt dat jou?

Gebed: Heere, wij bidden U om Uw Geest, zoals U ook Jozef daarmee vervuld hebt. Maak ons trouw op de plek waar wij zijn. Help ons niet ons eigen belang te zoeken, maar met nederigheid én moed het belang van Uw gehele schepping.

Zingen: Weerklank 348 – Om de bloesem aan de bomen

Datum: Woensdag 18 mei

Lezen: Spreuken 12:10 en Deuteronomium 25:4

Vragen:

  • Het leven van het vee ‘kennen’. Wat stel je daarbij voor?
  • Kun je een voorbeeld bedenken van meedogenloze barmhartigheid?
  • Waarom zou een Israëliet zijn rund niet mogen muilkorven bij het dorsen?
  • Misschien leef je in direct contact met dieren, misschien niet. Maar ook dan zijn ze er in je omgeving en is er een indirecte verbinding door het eten van dierlijke producten. Hoe kun jij het leven van je vee ‘kennen’?

Gebed: God, maakt U ook onze omgang met de dieren rechtvaardig. Ze zijn door U met zorg gemaakt. Mogen wij die zorg van U weerspiegelen.

Zingen: Psalm 36:2

Datum: Donderdag 19 mei

Lezen: Jeremia 29:4-7

Vragen:

  • Babel is niet de plek waar Israëlieten willen wonen en zich willen settelen. Toch roept de Heere hen via een brief die Jeremia de ballingen moet sturen op om zich daar te wortelen. Ook Jezus heeft zich dertig jaar lang ‘geworteld’ in de omgeving waar Hij leefde. Wat betekent dit wortelen voor jou? Op welke manier kun jij een gezonde relatie hebben met de omgeving om je heen?
  • Bid vandaag voor de vrede van je eigen woonplaats. Noem ook concrete issues die daar spelen.
  • In de vrede van de stad zul je zelf ook vrede hebben. Wat stel je je daarbij voor? Wat kun je daar zelf in betekenen?

Gebed: God van de hemelse machten, God van Israël, wij bidden U vandaag voor de plek waarin wij leven. Geef ons liefde voor deze plek, het verlangen om de vrede voor haar te zoeken.

Zingen: Weerklank 33 – Zo sprak de Heer der legerscharen

Datum: Vrijdag 20 mei

Lezen: Mattheüs 6:9-13 en Spreuken 30:7-9

Vragen:

  • ‘Geef ons heden ons dagelijks brood’ betekent zoiets als ‘geef ons precies wat we vandaag nodig hebben’. Hoe zou het zijn om dat elke dag te bidden?
  • Om wijsheid te ontvangen is gebed onmisbaar. Breng je concrete keuzes over geldbesteding, tijdsbesteding etc. in gebed?
  • Neem een keuze (klein of groot) in gedachten die je op dit moment bezighoudt. Op welke manier kun je hierin de heiliging van Gods Naam en de komst van Zijn Koninkrijk dienen?

Gebed:
Heere, wij bidden U om precies genoeg om van te leven. Zodat daardoor Uw Naam geheiligd wordt en Uw Koninkrijk gestalte onder ons krijgt.

Zingen: Gebed des Heeren:2 en 5

2. Geheiligd word’ Uw naam; ai, geef,
Dat elk, waar hij op aarde leev’,
Dien Vadernaam erkennen moog’,
Uw deugden roeme hemelhoog;
Dat elk, als kind, aan U gelijk’,
En in zijn doen Uw beelt’nis blijk’.

5. Geef heden ons ons daag’lijks brood;
Betoon Uw trouwe zorg in nood;
Gij weet, wat elk op aard’ behoev’;
Dat ons dan geen gebrek bedroev’;
Dat nooit Uw zegen van ons wijk’,
Die maakt alleen ons blij en rijk.

Datum: Zaterdag 21 mei

Lezen: Galaten 5:22-25

Vragen:

  • ‘Van Christus zijn’ en ‘door de Geest leven’ – wat betekent dit voor jou?
  • In welk onderdeel van de vrucht van de Geest verlang jij te groeien?

Gebed:
Jezus – Uw liefde in mij.
Jezus – Uw blijdschap in mij.
Jezus – Uw vrede in mij.
Jezus – Uw geduld in mij.
Jezus – Uw vriendelijkheid in mij.
Jezus – Uw goedheid in mij.
Jezus – Uw geloof in mij.
Jezus – Uw zachtmoedigheid in mij.
Jezus – Uw zelfbeheersing in mij.

Zingen: Weerklank 207 – Wat zijn de goede vruchten

Week 4: Hoop

Wat zouden wij zijn zonder hoop in deze wereld? Berichten met scenario’s van wat klimaatveranderingen voor gevolgen hebben voor de aarde kunnen je bang maken. Voor jezelf of voor je kinderen. Betrokkenheid op klimaat en milieu kan ook overspannen vormen krijgen. Ja, het ziet er niet goed uit voor de aarde. Zo reëel en eerlijk moeten we zijn. Recent verscheen hierover (weer) een rapport van de Verenigde Naties, waarin weer duidelijk werd dat wij daarin schuld en verantwoordelijkheid hebben.
Maar wat zouden wij zijn zonder hoop? Hoop dat God alle dingen nieuw maakt. Hoop dat dit niet het einde is. Gelukkig blijft waar: de aarde ligt in de hand van God. Hij laat niet los. Hij stuwt ons naar Zijn toekomst. In die toekomst van God is de hele schepping betrokken. Dat zullen we zien in de teksten die we deze week lezen.
Het verlangen naar deze nieuwe wereld maakt passie wakker om nu al zo te leven alsof we daar zijn. En vertrouwen dat alles wat wij hier en nu doen uit zorg voor Gods wereld, hoe klein ook, zin heeft. ‘Wat gedaan werd uit liefde tot Jezus / dat houdt zijn waarde en zal blijven bestaan’, zo zingt een lied.
De hoop voor Gods schepping is al verankerd aan het begin van Zijn geschiedenis met de wereld. Deze week laten we ons aan de hand van teksten van Genesis tot en met Openbaring vullen met hoop en verwachting.

Datum: Zondag 22 mei

Lezen: Genesis 9:8-11

Vragen:

  • Met wie sluit God hier een verbond? Wat betekent dat?
  • De regenboog is een indrukwekkend en tegelijk kwetsbaar teken. Ze verschijnt zonder dat je er invloed op hebt, je kunt haar niet vangen. Ze is prachtig licht tegen de achtergrond van vaak dreigende wolken. Wat zegt jou dat over wie God is en over Zijn verbond met de aarde?

Gebed:
U bent een God van trouw, de God die de werken van Uw handen niet loslaat. Dank U wel dat ook wij, ja alles wat leeft, in Uw verbond begrepen zijn.

Zingen: Psalm 111:3 en 5

3. Hij maakte, Hij, die heerlijk is,
Zijn wond’ren een gedachtenis;
Hij is barmhartig en genadig;
Hij gaf hun, die Hem vrezen, spijs;
En, Zijnen groten naam ten prijs,
Gedenkt Hij Zijns verbonds gestadig.

5. ‘t Is trouw, al wat Hij ooit beval;
Het staat op recht en waarheid pal,
Als op onwrikb’re steunpilaren;
Hij is het, die verlossing zond
Aan al Zijn volk; Hij zal ‘t verbond
Met hen in eeuwigheid bewaren.

Datum: Maandag 23 mei

Lezen: Psalm 37:1-19

Vragen:

  • Op de Heere vertrouwen en het goede doen. Wat is dat voor jou vandaag?
  • Wat betekent trouw (vers 3) voor jou?
  • In deze weg mag je God verwachten en een ‘duurzame zegen’ (vers 18). Op welke manier kun je vandaag uitzien naar Hem?

Gebed:
Vandaag zijn we stil voor U. We vertrouwen ons werk aan U toe. U zult openbaren wat er ‘recht’ aan is. Wij bidden U dat wat wij doen en laten, kopen en gebruiken, duurzame waarde zal hebben. Dat het ook werkelijk recht mag blijken te zijn.

Zingen: Psalm 37:2 en 3

2. Stel op den HEER in alles uw betrouwen;
Betracht uw plicht; bewoon het aardrijk; leer
Uw welvaart op Gods trouw volstandig bouwen;
Verlustig u met blijdschap in den HEER;
Dan zal Hij u in liefd’ en gunst aanschouwen,
U schenken, wat uw hart van Hem begeer’.

3. Geen ijd’le zorg doe u van ‘t heilspoor dwalen;
Houd in uw weg het oog op God gericht,
Vertrouw op Hem, en d’ uitkomst zal niet falen:
Hij zal welhaast uw recht, voor elks gezicht,
Doen dagen als de morgenzonnestralen,
En blinken als het helder middaglicht.

Datum: Dinsdag 24 mei

Lezen: Psalm 98

Vragen:

  • ‘Hij komt om de aarde te oordelen.’ In deze Psalm is dat een vreugdevolle zaak. Herken je dat? Kijk je hiernaar uit of zie je er tegenop? Leg het aan de Heere voor.
  • Wat betekent het voor jouw dag vandaag dat God zal komen?

Gebed:
Laat ons huppelen en vrolijk zingen in de wetenschap dat U komt, o God. Laat ons verlangen naar Uw recht op aarde.

Zingen: Psalm 98:4

4. Laat al de stromen vrolijk zingen,
De handen klappen naar omhoog;
‘t Gebergte vol van vreugde springen
En hupp’len voor des HEEREN oog:
Hij komt, Hij komt, om d’ aard’ te richten,
De wereld in gerechtigheid;
Al ‘t volk, daar ‘t wreed geweld moet zwichten,
Wordt in rechtmatigheid geleid.

Datum: Woensdag 25 mei

Lezen: Joël 2:18-27

Vragen:
Eerder (10 mei) lazen we over de verwoesting die Joël moest aanzeggen. Vandaag beloften van vernieuwing. Welke belofte raakt jou het meest?

Gebed:
God, U verwoest niet met een ander doel dan om vernieuwing aan te brengen. Wij verheugen ons in Uw werken.

Zingen: Weerklank 35:1-4, 6 en 9 – Vrees niet, gij land, verheug u en wees blijde

Datum: Donderdag 26 mei

Lezen: Jesaja 11:6-10

Vragen: Jesaja schetst visioenen van de toekomst die God brengt. Deze wordt ingezet met de komst van de Messias (vers 1-5). Welk beeld roept verlangen in je op? Sta hier een poosje bij stil.

Gebed:
God, U geeft ons beelden om iets van Uw toekomst te laten zien. Maar het zal nog veel heerlijker zijn. Wij bidden U: laat Uw Koninkrijk komen.

Zingen: Weerklank 217 – Heer, Gij hebt dit lieve leven

Datum: Vrijdag 27 mei

Lezen: Jesaja 29:17-21

Vragen:

  • Waar zie jij mensen die uit zijn op onrecht?
  • God herschept de dingen, Hij keert alles om. ‘Is het niet nog een klein moment’ (vers 17). De volledige herschepping lijkt langer te duren. Toch: ‘een klein moment’. Voor God is het een klein moment. Of misschien: je kunt er al gauw íets van zien. Hoe?

Gebed:
Wilt U nu al het onrecht uitroeien uit ons leven, Heere. U schept er vreugde in als wij Uw wil zoeken. Laat ons zien hoe U nu al, in een klein moment, alles nieuw zult maken.

Zingen: Psalm 125:4

4. Geef, HEER, den goeden Uwen zegen;
Doe wèl aan ‘t vroom gemoed;
Maar hem, die onrecht doet,
En die zich neigt tot kromme wegen,
Zal God verdoen; doch Isrel leven
En vrede geven.

Datum: Zaterdag 28 mei

Lezen: Markus 1:9-13

Vragen:
Bij Zijn eerste komst op de aarde richt Jezus tekenen op van het Koninkrijk van God. Niet alleen genezingen van mensen, maar ook wonderen van de natuur. Niet alleen de zee is Hem gehoorzaam, maar ook de wilde dieren. In deze tekst staat letterlijk dat Hij te midden van de wilde dieren zit. Zoals je te midden van een kring vrienden kunt zitten. De dreiging is weg. Er wordt al iets zichtbaar van Jesaja 11 (zie donderdag j.l.). Laat dit beeld een tijdje op je inwerken. Waar wil je Jezus voor danken vandaag? Wat wil je Hem vragen?

Gebed:
Heere Jezus, U komt om alle dingen te herstellen. Onze verhouding met God, met elkaar en ook met de dieren en de schepping. Wij bidden U dat U nu al met dat werk in ons begint. En het voltooit tot op Uw dag.

Zingen: Psalm 29:1 en 6

1. Aardse machten, looft den HEER;
Geeft den HEERE sterkt’ en eer;
Dat de lof van ‘s Hoogsten naam
Aller groten roem beschaam’.
Vorsten, ‘t voegt u, Hem, in’t midden
Van Zijn heiligdom, t’ aanbidden:
‘t Voegt u, met de Godgetrouwen,
‘s HEEREN heerlijkheid t’ ontvouwen.

6. Looft den HEER, die wond’ren werkt;
Israël, Zijn volk, versterkt;
Hem, die Jacobs heilig kroost
Zeeg’nen zal met vreed’ en troost.

Datum: Zondag 29 mei

Lezen: Romeinen 8:18-26

Vragen:

  • Waar zie jij het lijden en de zinloosheid van de schepping?
  • Wat betekent het voor jou om te verwachten ‘met volharding’?
  • Welke rol heeft het gebed daarin?

Gebed:
Wij danken U dat wij niet altijd hoeven te weten wat we moeten bidden. Dat Uw Geest het in ons doet. Wij zien uit naar Uw heerlijkheid. Kom. En geef ons tot die tijd volharding.

Zingen: Weerklank 211 – Door al het lijden van de tijden

Datum: Maandag 30 mei

Lezen: Openbaring 5:11-13

Vragen:

  • Net als in de Psalmen zijn het hier alle schepselen die God lof brengen. Wat roepen de beelden uit deze verzen bij je op?
  • Hoe kun je vandaag in je omgang met alle schepselen God de lof brengen?

Gebed:
Lof, aanbidding, heerlijkheid en eer zij U Christus. Laat ons leven vandaag al iets van deze toekomstglans krijgen.

Zingen: Weerklank 92 – Het Lam, voor ons op aarde geslacht

Datum: Dinsdag 31 mei

Lezen: Openbaring 21:3-6 en 22:1-5

Vragen:

  • ‘Zie, Ik maak álle dingen nieuw.’ Dit gaat niet alleen over de toekomst, letterlijk staat er: Ik ben alle dingen nieuw aan het maken. Wat doet deze wetenschap met jou?
  • Waarom zouden er natuurbeelden worden gebruikt in dit visioen van de toekomst? (vergelijk evt. met Genesis 1 en 2)

Gebed:
Heere, wij zien uit naar Uw dag van volledige vernieuwing van alle dingen. Doe Uw werk van alle dingen nieuw maken ook vandaag al in mij. Maranatha, kom Heere Jezus!

Zingen: Weerklank 216 – God zal het heelal bewaren


Reageren? Stuur een mail naar reacties@vrouwtotvrouw.nl