• Gepubliceerd door
  • Vrouw tot Vrouw
  • Gepubliceerd op
  • 28 februari 2022

Bijbeltijd maart – Jezus alleen

Door: Maartje Kok

Deze maand is onderdeel van de lijdenstijd, de tijd dat we ons voorbereiden op Goede Vrijdag, Stille zaterdag en Pasen. In de vroege kerk stond toen al het thema verootmoediging centraal. Is verootmoediging vooral in jezelf kijken en moedeloos worden van wat je daar ziet? Nee, het is op Jezus zien, en kleiner worden. Deze maand kijken we naar Jezus, in het Oude en Nieuwe Testament. Zodat Jezus alleen overblijft.  

God heeft ons goed geschapen. De Bijbel begint niet bij Genesis 3, maar Gods woorden schilderen in Genesis 1 een prachtige werkelijkheid waarin staat dat het goed was, zeer goed zelfs. Alles is gemaakt tot verheerlijking van Hemzelf en ten dienste van de mensen. Het is goed. En u en jij hebben het al vaak gehoord, kunnen het misschien dromen. Maar ook deze lijdenstijd staan we er weer bij stil, om het te doordenken, te doorleven. Tot het moment dat de duivel listige woorden tot Eva spreekt: ‘Is het echt zo dat God gezegd heeft: U mag niet eten van alle bomen in de hof?’ (Genesis 3:1) Eva spreekt de slang tegen met de woorden van God zelf: ‘Van de vrucht van de bomen in de hof mogen wij eten, maar van de vrucht van de boom die in het midden van de hof staat, heeft God gezegd: U mag daarvan niet eten en hem niet aanraken, anders sterft u’. (Genesis 3:2-3) De duivel antwoordt met liegende woorden: ‘U zult zeker niet sterven.’ (Genesis 3:4) Dat laatste zinnetje galmt na, je zult zeker niet sterven. Het doortrekt de eeuwen van lijden en dood. Want: we zullen zeker wel sterven. De heerlijkheid die God in de schepping had gelegd, lijkt ver weg. Er zijn glimpen op te vangen, maar de schepping zucht. We zullen zeker wel sterven. God brengt de zonden van Adam en Eva aan het licht en Hij zwijgt niet, maar spreekt. Daarmee veegt Hij de zonden niet van tafel, maar Hij hangt er consequenties aan en spreekt tegen Adam en Eva: ‘In het zweet van uw gezicht zult u brood eten, totdat u tot de aardbodem terugkeert, omdat u daaruit genomen bent; want stof bent u en u zult tot stof terugkeren.’ (Genesis 3:19)   

Deze laatste zin is de zin die in veel Rooms-Katholieke kerken klinkt op a.s. woensdag (2 maart). De mensen gaan naar de kerk en horen daar de woorden uit Genesis, ze lopen naar voren en krijgen een kruis van as op hun voorhoofd getekend. Sta even stil bij deze symboliek. Het wijst ons heen naar de hof: ook ik krijg figuurlijk een zwart kruis op mijn hoofd getekend en God zegt tegen mij: ‘Stof ben je, tot stof zul je terugkeren’. Het gevolg van de keus tegen God sijpelt door mijn eigen leven heen. Ik draag de consequenties van mijn zonden met mij mee. In mijn dagelijks leven, in mijn contacten, in mijn werk. En ik moet erkennen: ik ben stof, en tot stof zal ik terugkeren. Want ja, ik zal zeker sterven. Maar, dan is daar God die spreekt in Genesis 3:14 en 15: ‘Toen zei de HEERE God tegen de slang: Omdat u dit gedaan hebt, bent u vervloekt onder al het vee en onder alle dieren van het veld! Op uw buik zult u gaan en stof zult u eten, al de dagen van uw leven. En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht; Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel vermorzelen.’ 

Week 1

De Onsterfelijke Jezus wordt genoemd op de eerste bladzijdes van de Bijbel. Ja, we zijn stof.  Ja, we zullen sterven. Maar ook: God laat het er niet bij zitten, Hij zal alsnog eeuwig leven aanbieden door Jezus alleen. 

Dat lezen we deze week in de Bijbelgedeelten die voorbij komen. Voel je sterfelijk? Dat ben je, maar er is een eeuwigheid voor je weggelegd door het geloof in Jezus Christus. Want verzoening met de Eeuwige God, geeft je eeuwig leven. Dit laat God al in het Oude Testament zien als verwijzing naar wat er in het Nieuwe Testament zal plaatsvinden. Die lijnen ontdek je deze week.   

Dinsdag 1 maart

Jesaja spreekt hier tot het volk Israël. Het volk weet dat ze sterfelijk is en in de duisternis wandelt. Als je de hoofdstukken in Jesaja leest, zie je hoe ver het volk van God af was gegaan. Maar opnieuw is het God die beloftes spreekt, er zal Iemand komen en dit zal Zijn naam zijn. Het laat zien dat geen plek te donker is, geen mens te zondig, of Hij is het antwoord, het licht en de Koning die alle sterfelijkheid kan laten verdwijnen, omdat Zijn namen dat zeggen. 

LEZEN:  Jesaja 9: 1-6 

VRAGEN:
1. Wat ontdek je hierin van Jezus? Wat zeggen deze namen over Hem? Zoek hierbij de verzen waarnaar verwezen wordt om een rijkere blik te krijgen op het Bijbelgedeelte. 

GEBED:
Goede Schepper, U die mij geschapen heeft om tot eer van U te leven en om eeuwig van U te mogen genieten. Vergeef mij, dat ik zo van U ben afgeweken. Dat ik gekozen heb voor de sterfelijkheid. Ik loof en prijs U dat U op de eerste bladzijdes van Uw Woord laat zien dat Jezus zal komen om te redden. Dank U dat U laat zien aan Uw volk Israël, en daardoorheen ook aan mij, wie Hij is, wat Hij komt doen en wie Hij ook in de toekomst zal blijken te zijn. Geef dat deze eeuwige woorden in mijn sterfelijke leven zullen landen, dat ik Hem zal eren als Wonderlijk, Raadsman, sterke God, eeuwige Vader, Vredevorst. Maakt U deze lijdenstijd, tot een tijd waarin eeuwigheid plaatsneemt in mijn sterfelijke leven, om mij te verheugen in wie U bent en mij toe te vertrouwen aan Uw goede woorden. Kom mij daarin te hulp. In Jezus Naam, amen. 

LIED:
Psalm 130:1-4
1. Zo Gijin‘t rechtwilt treden,
O HEER,en gadeslaan
Onz’ ongerechtigheden,
Ach, wiezal dan bestaan?
Maar neen, daar isvergeving
AltijdbijUgeweest;
Dies wordtGij,HEER,met beving,
Recht kinderlijk gevreesd. 

2. Zo Gij in ‘t recht wilt treden,
HEER, en gadeslaan
Onz’ ongerechtigheden,
Ach, wie zal dan bestaan?
Maar neen, daar is vergeving
Altijd bij U geweest;
Dies wordt Gij, HEER, met beving,
Recht kinderlijk gevreesd.

3. Ik blijf den HEER verwachten;
Mijn ziel wacht ongestoord;
Ik hoop, in al mijn klachten,
Op Zijn onfeilbaar woord;
Mijn ziel, vol angst en zorgen,
Wacht sterker op den HEER,
Dan wachters op den morgen;
Den morgen, ach, wanneer?

4. Hoopt op den HEER, gij vromen;
Is Israël in nood,
Er zal verlossing komen;
Zijn goedheid is zeer groot.
Hij maakt, op hun gebeden,
Gans Israël eens vrij
Van ongerechtigheden;
Zo doe Hij ook aan mij.

Woensdag 2 maart

In de geschiedenis over de koperen slang is de sterfelijkheid van de mensen te zien. God geeft ze een uitweg: hef je hoofd omhoog, kijk en je zult leven. Deze geschiedenis wordt door Jezus zelf opnieuw aangehaald als Hij in gesprek is met Nicodemus over het eeuwige leven. Als een heenwijzing: kijk, dat is: geloof in Jezus! 

LEZEN: Numeri 21: 1-9 / Johannes 3:13-16 

VRAGEN: Ik weet niet of je wel of niet in Jezus gelooft, of je wel of niet gelooft dat Hij de enige is waardoor je eeuwig leven kan krijgen. Daarom twee vragen:  

  1. Wanneer heb jij de Heere Jezus leren kennen? Schrijf dit verhaal eens op en dank God voor wat Hij in jouw leven heeft gedaan. 
  2. Als je weet dat je Jezus niet kent, wat weerhoudt je om op Jezus te zien als enige Verlosser van je zonden? Schrijf deze tegenwerpingen op en onderzoek in de Bijbelgedeeltes van vandaag, welk antwoord daarin te vinden is op deze tegenwerpingen. 

Gebed: Vader, U die Uw volk door de woestijn heeft geleid en die telkens weer Uw barmhartigheid, genade en trouw liet zien aan een volk dat het verzondigd had. U die hen manna en water gaf. Ik loof en prijs U, dat U Jezus heeft gegeven. Brood voor mijn ziel, water voor mijn droge bestaan. Ik erken dat ik midden in de dood leef, maar ik hef mijn hoofd omhoog en zie op U. Enkel het zien op U is genoeg, want U heeft alles volbracht en wat U zegt is waar: geloof en word behouden. Ik geloof Heere, kom mijn ongeloof te hulp. Laat mij verwonderd zijn over de rijkdom en de eenvoud van het evangelie en leer mij geloven in alles wat U daarin belooft. In Jezus naam. Amen.

Lied:Richt je oog op Jezus, zie op Hem. Leg je oor te luistren, naar Zijn stem…’  

Donderdag 3 maart

LEZEN: Lukas 4:16-21 & Jesaja 61:1-11

Vragen: 
Jezus baseerde Zijn levenstaak op de teksten uit het Oude Testament, in de synagoge citeert hij de profetie van Jesaja. Hier beschrijft Jesaja de betekenis van de zending van de Gezalfde voor de treurenden van Sion en de volken en geeft hij beloften voor Sion en de volken. Wat leer je vanuit Jesaja 61 over Jezuslevenstaak? En hoe werd dit zichtbaar in Zijn leven? 

Gebed: Goede Heere Jezus, U die Uzelf heeft gegeven, in volledige toewijding aan Uw Vader en Uw wereld. U die volmaakt en gezalfd bent door de Heilige Geest, ik loof en prijs U om Uw werk. Dank U dat U de profeet Jesaja het al liet opschrijven, zodat we kunnen zien dat U trouw bent en doet wat U belooft. Laat mij de diepte zien van Uw levenstaak en geef dat ik door de kracht van de Geest die met U is, ook iets van Uw heilige Koninkrijk mag laten zien, en bovenal de volmaakte werkelijkheid zal verwachten die U voor ons heeft gereedgemaakt. In Jezus Naam, amen. 

Lied: Lofzang van Zacharia: 1&2
1. Lof zijden God van Israël,
Den HEER,die aan Zijnerfvolk dacht,
En, doorZijn liefderijkbestel,
Verlossing heeft teweeg gebracht;
Een hoorndes heils heeft opgerecht;
‘t Geen Davids huis was toegezegd,
Dat wilHijonsnu schenken;
GelijkGods trouw, van ‘s aardrijksochtendstond,
Door derprofetenwijzen mond,
Zich hiertoeaandevaderen verbond. 

2. God had hun, tot hun troost, gemeld,
Hoe Zijn genâ ons redden zou
Van onzer haat’ren wreed geweld;
Nu blijkt Zijn onverwrikb’re trouw;
Nu toont Hij Zijn barmhartigheid,
Van ouds den vaad’ren toegezeid,
En dat Hij wil gedenken
Aan ‘t heilverbond, aan dien gestaafden eed,
Dien Hij weleer aan Abram deed,
Aan Zijn verbond, dat van geen wank’len weet.

Vrijdag 4 maart

LEZEN: Johannes 5:37-47 

Vragen: 
Zoals we afgelopen dagen hebben gezien, is Jezus zichtbaar in het Oude Testament. In het Bijbelgedeelte van vandaag spreekt Jezus daar ook over. De hele Bijbel leidt je naar Jezus alleen, die het eeuwige leven kan geven omdat Hij eeuwige woorden spreekt. Wij kunnen soms het Oude Testament degraderen tot het boek wat enkel een voorbereiding is op ‘het echte werk’. Maar Jezus zegt: ‘Lees dit, en je zult Mij leren kennen.’ Zijn punt is: deze woorden leiden tot geloof in Mij. De farizeeën wijzen dat doelbewust af en missen dat punt volledig. De vraag van vandaag is: wat heb jij afgelopen maanden gevonden van Jezus in de Bijbel? Schrijf dat eens op. Geloof je dit? 

Gebed: Heere Jezus, vergeef dat ik zo vaak bezig ben met mijzelf vinden in Uw woord. Geef dat ik U zal leren kennen door al Uw woorden heen. Open mijn ogen opdat ik zal zien. Geef mij het geloof dat U alles wat U spreekt zal doen. Tot eer van U en tot zegen van mijn naaste. In de kracht van Uw Heilige Geest. In Jezus Naam, amen. 

Lied:
‘Bewerk ons hart O God, maak het goede grond. Help ons te ontvangen wat U spreekt tot ons. Plant Uw woord diep in ons hart, geef het rijke vrucht. Leid ons in Uw waarheid Heer, geef dat twijfel vlucht.’ 

Zaterdag 5 maart

Lezen: Johannes 5:37-47 

Vragen: Wat zegt dit gedeelte over God en over de Heere Jezus? Wat zegt Jezus over de mens? 

Gebed: Vader in de hemel, geef dat ik U zal liefhebben om wie U zegt dat U bent. Dat ik niet naar eigen woorden zal zoeken, of U zal maken tot dat wat U niet bent. Leer mij U vinden in Uw woord, ook als ik dat soms moeilijk vind. Leer mij U kennen. In Jezus Naam. Amen. 

Lied:

Week 2

Het bloed van Jezus alleen 

Leviticus is het Bijbelboek waar de meeste mensen stranden als ze de Bijbel doorlezen. Het lijkt taai en saai, die offers en wetten. Maar, om te begrijpen wat er op Goede Vrijdag is gebeurd, moeten we het verhaal van Jezus aan het kruis in het grote perspectief van de Bijbel lezen. Het staat niet op zichzelf. Leviticus is het boek waarin we beter leren begrijpen wat dat offer inhoudt en het laat zien dat we alleen Jezus nodig hebben voor de verzoening van onze zonden.   

In Leviticus wordt beschreven dat we heilig voor God moeten leven, omdat Hij de Heilige is. Achtenzeventig keer komt het woordje ‘heilig’ voorbij. God wil bij de mensen wonen, maar hoe kan dat als Hij afkeer heeft van de zonden van die mensen? Hij kan alleen bij Zijn volk wonen als de zonden en schuld vergeven zijn. God laat dit zien in de offerdienst: niet een mens moest hier sterven, maar de dieren namen de plaats in van de Israëlieten. Die offers waren een toonbeeld van Zijn liefde. Elke dag moesten er dieren geofferd worden en moest er bloed vloeien. Een bekende handeling is dat bij het brengen van zo’n offer de handen op het kop van het dier moesten worden gelegd. Zo verbond de mens zich met het dier en zo werd degene die offerde zich bewust van het feit dat hij daar had moeten liggen.  

Door alle wetten en het bloed heen zien we het evangelie. Want deze offerdienst zou niet voor altijd blijven bestaan. Er kwam een ander offer. Een volmaakt offer. Iemand die de plaats zou vervangen van degene die de wetten niet konden houden. De offers zijn een schaduw van wat er op Golgotha gaat gebeuren. God offert zijn zoon. Waarom? Hij wil bij mensen wonen en met Zijn Geest in mensen wonen. Leviticus wordt zo niet meer saai, maar indrukwekkend. Het is de Heere, de God die heilig is, die uit is op relatie en herstel met de mensen: verzoening. Door Leviticus sijpelt het heen, tot aan het Nieuwe Testament: Kijk naar Jezus, het Offerlam: ‘Hij voor mij, omdat ik anders de eeuwige dood had moeten sterven.’ Hoe de kracht van Zijn bloed zichtbaar wordt, ontdekken we deze week. 

Zondag 6 maart

LEZEN: Leviticus 16:18-19 / Leviticus 17:11-12 / Hebr. 13:10-12 

VRAGEN: Welke overeenkomsten zie je tussen de teksten uit het Oude en het Nieuwe Testament? Schrijf de laatste zin van Hebreeën 13:12 eens op als reminder voor deze dag. 

GEBED:Heere Jezus, U heeft geleden in mijn plaats. Offers waren niet genoeg, mijn eigen daden waren niet genoeg. Alleen Uw offer was genoeg. Geef dat ik daarvan zal leven, elke nieuwe dag, tot eer van U en tot zegen van de mensen om mij heen. In Jezus Naam, amen.

LIED:
Psalm 40:4
Brandofferen, noch offer voor de schuld,
Voldeden aan Uw eis, noch eer.
Toen zeid’ ik: “Zie, ik kom, o HEER;
De rol des boeks is met Mijn naam vervuld.
Mijn ziel, U opgedragen,
Wil U alleen behagen;
Mijn liefd’ en ijver brandt:
Ik draag Uw heil’ge wet,
Die Gij den sterv’ling zet,
In ‘t binnenst’ ingewand.”

Maandag 7 maart

Lezen: Leviticus 1:1-9 en Hebreeën 10:1-11

Vragen: Welke verzen/woorden vallen je op in beide Bijbelgedeeltes? Welke overeenkomsten en/of verschillen zie je? 

Gebed: Grote Priester, Jezus Christus. U die nooit gezondigd heeft, maar wel de zonden heeft gedragen. Ja, nog meer, U hebt Uzelf gegeven tot in de dood. U kunt de zonden wegnemen, hoeveel het ook is. Neem mijn zonden, neem mijn leven, zodat ik met U zal sterven en zal opstaan in een nieuw leven vol heilige vreugde. In Jezus Naam, amen. 

Lied: 

Dinsdag 8 maart

Lezen: 1 Petrus 1:17- 19 

Vragen:

  1. Schrijf deze tekst op en probeer deze te memoriseren zodat je steeds meer het evangelie gaat ‘proeven’ door het te herhalen. Wat valt je op? Wat raakt je? Waar word je blij van? Wat zegt dit over Jezus?  
  2. Als je de Heere Jezus nog niet kent, geloof je dat dit bloed ook jou kan vrijkopen van de zinloze gedachtes dat het voor jou niet beschikbaar is? 

Gebed: Heere Jezus, Uw bloed was meer dan zilver of goud en heeft mij vrijgekocht van mijn zinloze levenswandel. Ik loof en prijs U om dit gegeven. Geef dat ik in Uw vrijheid zal blijven wandelen en zal blijven inzien hoe kostbaar Uw bloed is. In Jezus Naam, amen.

Lied:

Woensdag 9 maart

Lezen: Efeze 1:3-14 

Vragen: Wat ontvang je dankzij het werk van Jezus? Lees de tekst langzaam door (het kan helpen dit hardop te doen). Schrijf deze woorden op en prijs Zijn Naam hiervoor. 

Gebed: God en Vader van de Heere Jezus Christus, U heeft mij gered, verlost van al het kwaad. Mijn zonden vergeven en mij laten delen in de overvloed van Uzelf. Ik loof en prijs U voor dit grote werk, deze ondoorgrondelijke gave. Geef dat ik het nooit te licht zal behandelen, maar mij er altijd over zal verwonderen. In Jezus Naam, amen. 

Lied:

Donderdag 10 maart

Lezen:  Romeinen 5:1-9 

Vragen: Hoe vaak wordt het woord ‘rechtvaardiging’ hier genoemd? Hoe zou je dit woord uitleggen aan de hand van het Bijbelgedeelte? In vers 6 staat dat Zijn bloed ons behouden heeft van Gods toorn, wat roepen die woorden bij jou op? 

Gebed: Heere Jezus, U ging de dood in en onderging de toorn van de Vader. U dronk de beker die ik niet heb hoeven drinken. U werd verlaten zodat ik nooit verlaten hoef te worden. U droeg de toorn, zodat ik altijd mag bestaan in Uw liefde. Dit beseffen maakt mij nederig en klein, ik wil U danken en mijn dank zal nooit groot genoeg zijn. Ik hou van U Heere Jezus, om alles wat U heeft gedaan om alles wie U bent. U stierf voor mij toen ik een zondaar was. Uw bloed waste mij schoon van al mijn zonden, daardoor mag ik nu vrijuit naar de Vader gaan. Geef dat ik dit niet zal vergeten en uit die vergeving zal leven. In Jezus Naam. 

Lied: 

Vrijdag 11 maart

Lezen: Kolossenzen 1:15-23  

Vragen: Welke woorden worden hier over Jezus gesproken? Wat heeft het bloed van Jezus gedaan voor degenen die in Hem geloven? Wat is de oproep aan de gelovigen?

Gebed: Heere Jezus, U bent het beeld van de Onzichtbare God, U heeft alles gemaakt wat wij zien en niet zien. U heeft de aarde gekroond met goedheid en Uzelf aan een zondige, vervallen wereld gegeven om mensen heilig en smetteloos voor U te plaatsen. Laat mij zo in dat geloof leven, vast en gefundeerd in het evangelie. U bent het waard om te bezingen, drie-enige God, om U te loven met alle adem die in mij is. In Jezus Naam, amen.

Lied:  Psalm 150: 1,2,3
1. Looft God, looft Zijn naam alom;
Looft Hem in Zijn heiligdom;
Looft des HEEREN grote macht,
In den hemel Zijner kracht;
Looft Hem, om Zijn mogendheden,
Looft Hem, naar zo menig blijk
Van Zijn heerlijk koninkrijk,
Voor Zijn troon en hier beneden.

2. Looft God, met bazuingeklank;
Geeft Hem eer, bewijst Hem dank;
Looft Hem, met de harp en luit;
Looft Hem, met de trom en fluit;
Looft Hem, op uw blijde snaren;
Laat zich ‘t orgel overal
Bij het juichend vreugdgeschal,
Tot des HEEREN glorie, paren.

3. Looft God, naar Zijn hoog bevel,
Met het klinkend cimbelspel;
Looft Hem, op het schel metaal
Van de vrolijke cimbaal;
Looft den HEER; elk moet Hem eren,
Al wat geest en adem heeft;
Looft den HEER, die eeuwig leeft;
Looft verheugd den HEER der heren!

Zaterdag 12 maart

Lezen: Openbaring 1:1-5 

Vragen:

  1. Wat zegt dit gedeelte over de Vader, Zoon en Heilige Geest? Wat zegt dit gedeelte over de mensen die gewassen zijn door Zijn bloed?
  2. In vers 6 spreekt Johannes over de gelovigen als koningen en priesters. Dit komt ook in 1 Petrus 2:9 en Openbaring 5:10 voor. Kun je met Bijbelteksten onderbouwen wat dit dan inhoudt? 

Gebed: U ben de Alfa en Omega, het begin en het einde. U heeft de wereld in handen en gaat Uw Goddelijke gang in deze wereld. U roept mensen tot het eeuwige licht en verlost mensen uit allerlei volken en plaatsen. Ik wil Uw naam grootmaken, met mijn kleine woorden. Ik kniel neer en belijd dat U God bent, en ik niet. U hebt mij gemaakt en heeft het voor het zeggen in mijn leven. Maak mij tot een goede dienaar, een dochter van U, Hemelse Vader. Die niets liever wil, dan in het licht van de eeuwigheid die wacht, vreugdevol leven. In Jezus Naam, amen. 

Lied: 

https://www.youtube.com/watch?v=O–1xP6-TYM

Week 3

Afgelopen twee weken hebben we eerst vanuit het Oude Testament gekeken naar hoe Jezus daar genoemd wordt en hoe Hij Zich daar openbaart. Daarna hebben we gekeken naar de kracht van het bloed van Jezus, vanuit Leviticus in lijnen naar het Nieuwe Testament. Deze week focussen we ons op een lied uit het Oude Testament, namelijk Jesaja 53. Dit hoofdstuk is het vierde lied in het boek Jesaja waar er over de Knecht van de HEERE wordt gezongen. Dit lied vertolkt de hoop voor Israël, want: er komt Iemand die de schuld van het volk volledig weg zal dragen.  

Het lied verbloemt niks. Het benoemt de zonden van de mens. We kijken in dit hoofdstuk naar Jezus en naar onszelf. Een groot contrast. Hij noemt ons overtreders, schapen die weglopen en die ongerechtigheid naleven. Maar, tussen al die verzen klinkt er een toon die zuiver is, volmaakt en heilig, Zijn naam is: Jezus.  

Hij wordt afgeschilderd als iemand voor wie wij ons hoofd zouden wegdraaien. En voor deze mensen legt Hij vrijwillig zijn leven af. Jesaja 53 klinkt bekend, misschien zijn we er wel aan gewend geraakt dat er zulke pijnlijke woorden gebruikt worden om Jezus voor te stellen aan Israël en aan ons. Jesaja echter vindt het allesbehalve gewenning. Hij roept het namelijk uit: ‘Wie heeft dit geloofd?’ Het is God die op deze manier verzoening met de mensen mogelijk maakt. Op een manier die dwaas lijkt. Een manier die met lijden gepaard gaat.  

Wij overtraden de wet, Hij volbracht de wet. Hij zweeg als een Lam, wij schreeuwden tegen Hem. Wij gingen onze eigen wegen, Hij ging de weg van Zijn Vader. Wij waren ziek, Hij kwam genezing brengen. Jesaja 53 horen we weerklinken in het avondmaalsformulier: Daar werd Hij gebonden opdat Hij ons zou ontbinden. Daarna heeft Hij onnoemelijk veel smaad geleden, opdat wij nooit meer te schande zouden worden. Hij is onschuldig ter dood veroordeeld, opdat wij in Gods gericht vrijgesproken zouden worden. Hij heeft zelfs Zijn gezegend lichaam aan het kruis laten vastspijkeren, opdat Hij de schuldbrief van onze zonden daaraan zou hechten. (Kol. 2:14) Zo heeft Hij de vervloeking van ons op Zich geladen, opdat Hij ons met Zijn zegen zou vervullen. Hij heeft zich met lichaam en ziel aan het kruishout vernederd tot in de allerdiepste smaad en angst der hel, toen Hij met luide stem riep: ‘Mijn God! mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten?’ opdat wij door God aangenomen en nooit meer door Hem verlaten zouden worden. (Matth. 27:46) Ten slotte heeft Hij met Zijn dood en bloedstorting het nieuwe en eeuwige testament, het verbond der genade en verzoening, bevestigd, toen Hij zei: ‘Het is volbracht’. (Joh. 19:30) 

Wie heeft dit geloofd? 

Zondag 13 maart

Lezen: Jesaja 53 

Vraag: Wat wordt er over de Messias gezegd en wat wordt er over de mens gezegd? 

Gebed:

Heere Jezus, U bent de Verlosser die werd voorzegd. En U heeft Uw Naam waargemaakt. Geef dat ik dit geheim leer kennen. Vergeef mijn zonden, mijn dwalingen en mijn ongerechtigheden. Want U bent Degene die alles op U heeft genomen wat ik heb verdiend. Geef dat ik mijn gezicht niet opnieuw van U zal afwenden, maar dat ik voortdurend naar U op zal zien. In Jezus Naam. Amen. 

Lied:

Maandag 14 maart

Lezen: Jesaja 53:1-4 / Mattheus 8: 1-17 

Vraag: Het laatste vers het gedeelte van Mattheüs is een verwijzing naar Jesaja 53. Jezus laat hier tekenen van het Koninkrijk zien en laat zien dat Hij degene is die Jesaja 53 in vervulling brengt. Hij wil genezen op Zijn tijd en manier. Waar verlang jij tekenen te zien van Zijn Koninkrijk?

Gebed: Jezus, U kwam om te lijden en te sterven. U kwam om de ziekte op U te nemen en tekenen te laten zien van het Koninkrijk wat nog komen gaat. Help mij te volharden als er geen genezing komt in mijn leven of dat van mijn geliefden. Ik hou vast aan Uw belofte dat ooit alles nieuw zal zijn en de belofte van het dragen van de ziekte, vervuld zal worden. Ik dank U, dat U de Heere bent die betrokken is op ons aardse leven en ons kan genezen en door dit leven heen wil dragen. Help mij om te zien, dat Uw offer voor alles genoeg is. Ook voor mijn onvervuld verlangen naar grote tekenen van Uw Koninkrijk. In Jezus Naam.  

Lied:

Dinsdag 15 maart

Lezen: Jesaja 53:5-6 / 1 Petrus 2:19-25 

Vragen: Petrus verwijst in deze verzen naar Jesaja 53. De zachtmoedige en nederige houding van Jezus komt hier naar voren. Petrus laat dit zien, zodat ook jij, als je Zijn navolger bent geworden, Hem daarin navolgt. Ook als je misschien onterecht behandeld wordt. Welke dingen worden hier over Jezus geschreven? Wat kun je hiervan leren?

Gebed: Vader, U geeft wat U van mij vraagt. Geef dat ik Jezus mag navolgen. Niet om de hoogste prijs te hoeven betalen, want dat heeft Uw Zoon al gedaan. Maar omdat U Uw zoon heeft gegeven als een voorbeeld, om Zijn voetsporen te volgen. Geef dat ik besef wat Jezus voor mij heeft gedaan, dat ik ook genadig kan zijn naar de mensen om mij heen. Geef dat ik de onderste weg zal gaan en het oordeel aan U over zal laten en niet aan mijzelf. In Jezus Naam. Amen. 

Lied: Psalm 17:3 
Ik zet mijn treden in Uw spoor,
Opdat mijn voet niet uit zou glijden;
Wil mij voor struikelen bevrijden,
En ga mij met Uw heillicht voor.
Ik roep U aan, ‘k blijf op U wachten,
Omdat G’, o God, mij altoos redt,
Ai, luister dan naar mijn gebed,
En neig Uw oren tot mijn klachten.

Woensdag 16 maart

Lezen: Jesaja 53:7-9 / Mattheus 26:47-75 

Vragen: Als Jezus voor het Sanhedrin staat, zien we de woorden van Jesaja in vervulling gaan. Jezus zwijgt. Maar Petrus spreekt. Verloochent. Spreekt leugens. In hoeverre herken jij je in de houding van Petrus tegenover Jezus? Laat de zwijgende wijze liefde van Jezus, het Offerlam in Wiens mond geen bedrog is geweest, je tot berouw brengen en belijd dit aan Hem.

Gebed en lied samen:

Donderdag 17 maart

Lezen: Jesaja 53: 10- 12 / Lukas 23: 1-43 

Vragen: In Lukas 23 zien we de woorden uit Jesaja in vervulling gaan. In Lukas 23 zien we de overtreders schreeuwen, slaan, minachtend kijken. Stel je eens voor dat je tussen de menigte staat: wat zie je gebeuren, wat hoor je dat er gezegd wordt? We hebben deze geschiedenis al zo vaak gehoord, maar probeer je eens in te leven. Het helpt om dit dan bijvoorbeeld hardop te lezen. Als je Jezus hoort bidden voor de overtreders, als je ziet dat een moordenaar aan het kruis, bij Hem in het paradijs mag komen … Geloof jij dan dat ook jij je geloof mag stellen op deze Jezus?  

Gebed: Heere Jezus, geen zonde is te groot, of U kan het vergeven. Geef dat ik zal rusten in Uw woorden. Dat ik mijn hoofd zal neerleggen op Uw beloftes. Vergeef mijn schuld, geef dat ik bij U in het Paradijs zal zijn, om tot in eeuwigheid met U te leven. In Jezus naam, Amen. 

Lied: 

 

 

Vrijdag 18 maart

Lezen: Jesaja 53: 7 / Handelingen 8: 26-40 

Vragen: Dit gedeelte laat zien hoe Filippus met een Ethiopiër in gesprek raakt. Ze hebben het over de profetie van Jesaja. De Ethiopiër heeft het nodig dat iemand hem de weg wijst als het gaat over Jesaja 53. Stel je eens voor, iemand die nog nooit over de Messias had gehoord, leest nu levens veranderende woorden. En, hij gelooft het. Gewoon, omdat hij het heeft gelezen en Filippus het hem heeft uitgelegd. Wie zou jij het evangelie willen uitleggen? En hoe zou je dat doen n.a.v. Jesaja 53?

Gebed: Schepper van de aarde, U die alle mensen wilt bereiken met het evangelie. Gebruik ook mij om dit evangelie te verspreiden. Naar alle volken, landen en talen. Op mijn plek, of in een ander land. Help mij het evangelie te delen op grond van Uw Woord. In Jezus Naam, amen. 

Lied: psalm 96:2
Nu moet uw tong de heid’nen noden;
Meldt allen volken Zijn geboden;
Vertelt Zijn wond’ren en Zijn eer;
Groot en prijswaardig is de HEER,
En vrees’lijk boven al de goden.

Zaterdag 19 maart

Lezen: Jesaja 53: 5 / Romeinen 4:1-25 

Vragen: In Romeinen 4 wordt het geloof van Abraham uit de doeken gedaan. Telkens komt het weer terug: door het geloof … Hij geloofde, ook in de dingen die nog niet waren gebeurd. Hij geloofde omdat God het had gezegd. Abraham beantwoordde uiteindelijk Gods woorden niet met ongeloof, maar met geloof. Hij vertrouwde erop dat God de waarheid sprak. Dit hoofdstuk is ook voor ons opgeschreven (vers 23). Wat betekent het zien van het geloof van Abraham voor jouw leven? Romeinen 4 eindigt met een zacht heenwijzen naar Jesaja 53: Om onze overtredingen is het Hem aangerekend, en Hij is opgestaan om ons volledig te rechtvaardigen. Geloof je dit, net als dat Abraham geloofde? 

Gebed: Vader van Abraham, Izak en Jakob, U die beloftes waarmaakt. Leer mij geloven in de dingen die ik niet zie. Leer mij vertrouwen op Uw heilshandelen in deze wereld, en maak ook mij tot een zegen voor de mensen om mij heen. Dankzij Uw genade en opstanding. In Jezus Naam. Amen. 

Lied: psalm 62:1
Mijn ziel is immers stil tot God;
Van Hem wacht ik een heilrijk lot;
Hij immers zal mijn rotssteen wezen,
Mijn heil, mijn hulp in mijn gebrek,
Mijn toevlucht en mijn hoog vertrek:
Ik zal geen grote wank’ling vrezen.

Week 4

Jezus, de Zoon van de Levende God 
Jezus alleen is de Zoon van God. Dit is een belangrijk punt in de kerkgeschiedenis waaraan vast moet worden gehouden. Want wat hou je over als je dat loslaat? Aankomende week kijken we hoe de Bijbel woorden geeft aan het feit dat Jezus de Zoon van God is. Dit getuigenis doortrekt de eeuwen, tot aan vandaag. Gregorius van Nazianze (329-390) schetste eeuwen geleden al de paradox van het menszijn van Jezus en het zijn van de Zoon van God. Lees de woorden maar eens rustig door, in de wetenschap dat je op schouders staat van vroegere christenen die hetzelfde belijden: Jezus is de Zoon van de levende God. 

‘Als een mens werd Jezus gedoopt, maar Hij vergaf de zonden zoals God. Als een mens werd Hij verzocht, maar Hij overwon zoals God. Hij was hongerig, maar voedde duizenden. Hij was dorstig, maar riep: ‘Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken.’ Hij was vermoeid, maar is de rust voor hen die vermoeid en belast zijn. Hij was diep in slaap, maar Hij wandelde over de hoge golven. Hij bad, en Hij hoort het gebed. Hij huilde, maar Hij droogt de tranen. Hij vroeg waar Lazarus gelegd was, want Hij was een mens. Maar Hij wekte Lazarus op, want Hij is God. Hij werd verkocht voor dertig zilverstukken, maar Hij koopt de wereld vrij met de grote prijs van Zijn eigen bloed. Als schaap werd Hij naar de slachtbank geleid, maar Hij is de Herder van Israël en nu ook van de gehele wereld. Als een lam zweeg Hij, toch is Hij het Woord. Hij werd verwond en verbrijzeld, maar Hij geneest alle ziekten en zwakten. Hij werd verhoogd en aan het hout genageld, maar als de boom van leven herstelt Hij ons. Hij stierf, maar Hij geeft leven, en door zijn dood vernietigt Hij de dood. Hij werd begraven, maar Hij stond weer op …’ 

Zondag 20 maart

Lezen: We lezen vandaag heel Markus 1 omdat het van belang is om de verzen en gedeeltes in de context te lezen. Wat staat er voor en na bekende teksten, en wat zegt dat over wat er staat geschreven? We lezen daarom vandaag: Markus 1:1-45 

 Vragen: Ga in dit gedeelte na wat onderstreept dat Jezus de Zoon van God is. Waar wordt het letterlijk gezegd en waar zie je het gebeuren in de geschiedenis? Hoe uit zich dat in woorden en daden? 

Gebed: Jezus Christus, U bent de Heere, de Zoon van de Levende God. Ik kan bijna niets anders dan stilvallen als ik Uw handelen zie, Uw woorden van gezag hoor. Leer mij zwijgen en luisteren, leer mij knielen en loven om alles wat U bent en alles wat U heeft gedaan om te laten zien dat U het werkelijk bent, de Zoon van de Vader. In Jezus Naam. Amen. 

Lied: 

Maandag 21 maart

Lezen: Mattheus 4:1-11 

Vragen: De online studiebijbel zegt het volgende over dit gedeelte: ‘De satan, de verzoeker, maakte gebruik van de situatie, de honger van Jezus, en probeerde twijfel te zaaien wat betreft de uitspraken van de Vader bij de doop van Jezus (‘Dit is Mijn Zoon’). De listige tactiek van de satan bestaat daarin, dat hij uitspraken van God niet regelrecht ontkent, maar in twijfel trekt (zie comm. vs.6). De duivel wilde Jezus verleiden door Zijn macht als Zoon van God te gebruiken voor eigen doeleinden i.p.v. in gehoorzaamheid aan de Vader om de mensen te redden. Zo probeerde hij de vervulling van Jezus’ roeping te verstoren en de loop van de heilsgeschiedenis te veranderen.’ Welke twijfel zaait de satan in jouw leven als het gaat om de identiteit van Jezus? Zoek een Bijbelvers dat je kunt gebruiken als zwaard tegen de duivel, zoals Jezus telkens zegt: ‘Er staat geschreven.’  

Gebed: Heere Jezus, U die verzocht bent, maar niet hebt gezondigd. U die streed met het Woord in Uw hand. Houdt mij staande, houdt mij vast in verzoeking en strijd. Opdat ik niet zal twijfelen aan Uw waarheid. Opdat ik niet zal struikelen, maar in Uw genade blijf staan. Kom mijn ongeloof te hulp, tot eer van Uw Naam. In Jezus Naam, amen. 

Lied: Psalm 17: 3
Ik zet mijn treden in Uw spoor,
Opdat mijn voet niet uit zou glijden;
Wil mij voor struikelen bevrijden,
En ga mij met Uw heillicht voor.
Ik roep U aan, ‘k blijf op U wachten,
Omdat G’, o God, mij altoos redt,
Ai, luister dan naar mijn gebed,
En neig Uw oren tot mijn klachten.

Dinsdag 22 maart

Lezen: Hebreeën 1:1-14  

Vragen:
1. Wat wordt er hier over Jezus gezegd? Het kan helpen om dit op te schrijven zodat het beter beklijft. Deze woorden kunnen enkel over de Zoon van God gezegd worden.
2. In de tekst wordt ook geschreven dat God tot ons gesproken heeft door de Zoon, de vraag is: geloof je deze woorden? Geloof je dat alles wat Hij zegt, waarheid is? Waarom wel/niet? Hoe uit zich dit in jouw leven? 

Gebed: Heere, geef mij geloof om alles wat U zegt, te geloven en daar in te rusten. Kom mijn twijfel te hulp en vervul het met de zekerheid van Uw woord. U die hoogverheven en vol heerlijkheid bent, U die alle dingen draagt door Uw krachtig woord, U die ons wil en kan reinigen van onze zonde. Uw Naam zij gesprezen tot in eeuwigheid. Amen. 

Lied:

Woensdag 23 maart

Lezen: Johannes 6:22-71  

We lezen dit gedeelte in zijn geheel, want zoals we eerder hebben gezien: de Bijbelverzen en bekende Bijbelverhalen leer je beter begrijpen door de gedeeltes in de context te lezen. Zo zien we door de geschiedenis van vandaag in zijn geheel te lezen, waarom de uitspraak van Petrus in dit gedeelte zo bijzonder was. 

Vragen: In dit gedeelte vertelt Jezus zelf wie Hij is. Het Brood van het leven. De woorden klonken in de oren van de luisteraars weerzinwekkend en het stootte ze tegen de borst. Veel volgelingen verlieten de Heere Jezus, maar dan komt de vraag aan de discipelen: moeten jullie ook niet weggaan? Daar volgt een overtuigend getuigenis van Petrus dat hij belijdt dat Jezus de Zoon van God is. Dit is een breekpunt, ook vandaag. Ook vandaag lopen er liever mensen weg van Jezus’ woorden dan dat ze belijden achter Jezus aan te willen gaan. Hoe zou je 22-59 in eigen woorden samenvatten? En, wat is jouw reactie op deze woorden? Als jou vandaag gevraagd wordt om je christen-zijn op te geven, wat zou je dan antwoorden? 

Gebed: Heere Jezus, Brood des levens. Stil mijn honger met Uzelf. Geef dat ik U nooit zal verlaten maar telkens weer zal belijden dat U de Christus, de Zoon van de Levende God bent. Ook als mijn omgeving U veracht, en ikzelf soms van U zou willen weglopen. Trek mij naar U toe, met koorden van liefde. Amen. 

Lied: Psalm 89: 7 en 8 

7. Hoe zalig is het volk, dat naar Uw klanken hoort!
Zij wand’len, HEER, in ‘t licht van ‘t Godd’lijk aanschijn voort;
Zij zullen in Uw naam zich al den dag verblijden;
Uw goedheid straalt hun toe; Uw macht schraagt hen in ‘t lijden;
Uw onbezweken trouw zal nooit hun val gedogen,
Maar Uw gerechtigheid hen naar Uw woord verhogen.

8. Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht;
Uw vrije gunst alleen wordt d’ ere toegebracht;
Wij steken ‘t hoofd omhoog en zullen d’ eerkroon dragen,
Door U, door U alleen, om ‘t eeuwig welbehagen;
Want God is ons ten schild in ‘t strijdperk van dit leven,
En onze Koning is van Isrels God gegeven.

 

Donderdag 24 maart

Lezen: 1 Johannes 2:22-23; 4:2-3; Mattheus 10:32; Romeinen 10:9-10; 1 Johannes 1:7 1 Johannes 4:15 

Vragen: Door de brieven en evangeliën heen zien we het belang van het erkennen van Jezus als Zoon van God. Het is niet enkel uitspreken dat Jezus Christus de Zoon van God is, maar belijden is ook gehoorzaam volgen van en vertrouwen op deze Jezus Christus. Wie dit belijdt met zijn hele zijn, ontvangt van God de belofte dat Hij en degene die belijdt, met elkaar verbonden blijven. Welke indrukken laten de teksten na die je hebt gelezen? In hoeverre ben jij je ervan bewust dat het ertoe doet wat je gelooft over Jezus als Zoon van God? En, hoe belijd jij Hem als Zoon van God ten overstaan van jouw omgeving? 

Gebed: Heilige Geest, geef mij de woorden om te belijden dat Jezus Christus de Zoon van God is. Geef dat ik dit vrijmoedig zal doen, gevuld met U. Met heel mijn hart, ziel en verstand en al mijn kracht. Amen. 

Lied: 

Vrijdag 25 maart

Lezen: Marcus 2:1-17 

Vragen: Jezus laat hier zien waar Hij als Zoon van God voor is gekomen. Welke verzen maken dit duidelijk? Wat betekent dit voor jouw zondige leven? 

Gebed: Heere Jezus, U heeft de macht mijn zonden te vergeven. U bent gekomen voor zondaars, en of ik mij zo voel of niet, ik ben het. Vergeef mij, want ik kan het zelf niet goed maken. Ik werp mij voor U neer, omdat ik zo moe ben van het zoeken naar zekerheid. Maar bij U is er vergeving, bij U is de macht om mijn zonde te vergeven. Vergeef mij. In Uw Naam. Amen. 

Lied: 

Zaterdag 26 maart

Lezen: Johannes 1:34; Johannes 20:30-31 

Vragen: Afgelopen week hebben we gekeken naar de geschiedenissen en teksten over Jezus als Zoon van God. De teksten van vandaag wijzen erop dat het Johannesevangelie specifiek is geschreven om de mensen tot erkenning te leiden van Jezus, de Zoon van God, opdat u en jij zullen geloven en leven zullen hebben in Zijn Naam. Als je terugkijkt op afgelopen weken: is je geloof gesterkt? Aangewakkerd? Voor het eerst of opnieuw? Wat heb je over en van Hem geleerd? 

Gebed: Grote God, ik loof U, omdat Uw Woord zo machtig is. En omdat U mij wilt leiden tot geloof en overgave aan U, mijn Schepper. U komt tot mij door Uw Zoon. Geef dat ik telkens weer Uw woorden zal herlezen, om mijn geloof te voeden. Amen. 

Lied: Psalm 68:10
Geloofd zij God met diepst ontzag!
Hij overlaadt ons, dag aan dag,
Met Zijne gunstbewijzen.
Die God is onze zaligheid;
Wie zou die hoogste Majesteit
Dan niet met eerbied prijzen?
Die God is ons een God van heil;
Hij schenkt, uit goedheid, zonder peil,
Ons ‘t eeuwig, zalig leven;
Hij kan, èn wil, èn zal in nood,
Zelfs bij het naad’ren van den dood,
Volkomen uitkomst geven.

Week 5

Een loflied op Jezus 

We zijn aan het einde gekomen van de maand maart. Ik hoop dat je meer en meer te weten bent gekomen over Wie de Heere Jezus is en hoe Zijn verlossing in de breedte van de Bijbel te zien is. We sluiten de maand af met een hymne over Jezus (Filippenzen 2:5-11). Deze is te vinden in de Filippenzenbrief, die Paulus schreef. De thema’s in deze brief zijn aanmoedigingen om te leven als burgers van een hemels koninkrijk, wat tot uiting komt in het dienen van God en elkaar. De brief roept op tot vreugde. Dit alles centreert zich rondom de bekende hymne op Christus. Een loflied, een onderwijzing van wie de Heere Jezus is, wat Hij heeft gedaan en zal gaan doen. Deze hymne staat te midden van een oproep tot het dienen van elkaar en het leiden van een heilig leven. Dit laat zien dat dit leven nooit zonder Christus als middelpunt kan. Dat het nooit kan dat we ons best doen om zo te leven, maar Jezus vergeten als hoogste voorbeeld. Het laat zien dat de enige plaats waar we echt nederig worden de plaats is waar we Jezus ontmoeten. Deze laatste dagen van maart kijken we daarom nog een keer naar Jezus, in Zijn lijden, nederigheid, vernedering en heerlijkheid. Om uiteindelijk de maand af te sluiten met een prachtig, ongelofelijk vooruitzicht. 

Zondag 27 maart

Lezen: Filippenzen 2:1-4 

Vragen: Deze verzen benoemen het verlangen van Paulus. Wat zie je in de tekst terugkomen? Wat vraagt hij van de christenen in Filippi? Onderzoek wat deze dingen betekenen. Welke spiegel of confrontatie hebben deze woorden voor jouw positie binnen de gemeente? Hoe kun je vandaag jouw eigenbelang aan de kant schuiven ten dienste van jouw broeders en zusters? 

Gebed: Vader, vergeef mijn liefdeloosheid, eigendunk en eigenbelangen. Laat mij gericht zijn op Christus, zodat ik nederig zal leren leven, in liefde, eenvoud en geloof. Om in de liefde te leven die onzelfzuchtig is, de waarheid zoekt en de ander. In Jezus Naam. Amen. 

Lied: 

Maandag 28 maart

Lezen: Filippenzen 2: 5-7 

Vragen: Welke gezindheid heb je in de Bijbel ontdekt van Christus? 

Gebed: Heere, laat in mij de gezindheid zijn die er ook in U is. Laat mij Uw voetsporen drukken. In oprechtheid en nederigheid. Door de kracht van Uw Geest, gedreven voor liefde voor U. Amen. 

Lied: 

Dinsdag 29 maart

Lezen: Filippenzen 2:5-8 en Lukas 23:33-43 

Vragen: In het Lukasevangelie zie je hoe de verzen uit Filippenzen worden ingekleurd. Dit was hoever Jezus ging, tot in de kruisdood. Hij koos voor de vernedering en gehoorzaamheid. Hoe komen de vernedering en gehoorzaamheid tot uiting in het Lukasevangelie? Wat doet dit met jou? 

Gebed: Geef dat ik Uw lijden recht leer betrachten. Dat ik Uw kruisdood nooit zal minachten, maar zal blijven zien als hetgeen wat mij verlost van mijn verdoemenis. Geef dat het mij tot nederigheid leidt en dat als ik U de weg zie gaan, weet dat ik van U nederigheid en gehoorzaamheid mag leren. Amen. 

Lied: 

Woensdag 30 maart

Lezen: Filippenzen 2:5-11 en Lukas 23:44-48 

Vragen: uiteindelijk zal elke knie, alles en iedereen zich buigen als teken van onderwerping. In het gedeelte wat we gisteren lazen in Lukas zien we hoe iemand knielt voor Jezus en de uitroep doet dat Jezus rechtvaardig is en hij looft God. Dit is een reactie op het evangelie. Hoe geef jij woorden aan het evangelie en wie zou je hier over willen vertellen? 

Gebed: Heere Jezus, elke knie zal zich buigen. Leer mij telkens weer te knielen, ook als ik rechtop wil staan. Leer mij telkens weer te zingen, ook als ik wil zwijgen. Laat mij telkens weer belijden, ook als ik iets anders wil zeggen. Geef dat ik volkomen, met alles wat ik ben, van U zal zijn. Amen. 

Lied:  

 

Donderdag 31 maart

Lezen: Openbaring 5:1-14 

Vragen: Stel, je zou hier in de menigte kunnen staan. Omschrijf wat je ziet en hoort? En als laatste: wat wordt er over Jezus gezegd wat we afgelopen maand hebben behandeld? 

Gebed: Dank God om wie Hij is en prijs Hem voor wat je over Hem hebt ontdekt deze maand. 

  • Bid om groei in het geloof. 
  • Bid om Jezus’ terugkomst, dat we Hem zullen zien, zoals Hij is. Jezus, de Zoon van God.

Lied: 


Reageren? Stuur een mail naar reacties@vrouwtotvrouw.nl.