• Gepubliceerd door
  • Vrouw tot Vrouw
  • Gepubliceerd op
  • 12 april 2023

Samen groeien

Tekst: Prof.dr. H. van den Belt  

‘Wat heeft een been of arm eraan als ze in een vreemde omvang en dikte boven andere ledematen uitsteekt?’ (Johannes Calvijn). Als de kerk een lichaam is, dan is het belangrijk dat de leden – de ledematen van dat lichaam – samen opgroeien.  

Geestelijke groei is het werk van de Heilige Geest in het leven van Gods kinderen waardoor zij meer en meer op de Heere Jezus gaan lijken. Een belangrijk aspect van die geestelijke groei is de gemeenschap der heiligen. Groeien doe je samen en niet alleen. Het kan zelfs een valkuil zijn om helemaal gericht te zijn op jouw eigen groei, want een kenmerk van een volwassen geestelijk leven is juist dat je jezelf vergeet omdat je gefocust bent op de Heere Jezus en op je naaste.  

De ontwikkeling van het geloofsleven is het werk van de Heilige Geest in je verstand, je gevoel en je wil. Hij verlicht je verstand zodat je een helder inzicht krijgt in het Woord van God en de Heere Jezus beter leert kennen. In je gevoelsleven ontstaat verlangen naar God en liefde voor alles wat heilig is en dus krijg je een hekel aan het onheilige. Groeien in het geloof betekent vooral een toenemende overgave van jouw wil aan de wil van God, een oefening in zelfverloochening en in het volgen van de Heiland onder het heiligend kruis.  

 

'Groei is geen optie, het is een opdracht voor allen: groei in de genade en de kennis van Jezus Christus'

Paradoxaal
Het is opvallend hoe vaak de Heidelbergse Catechismus de uitdrukking ‘hoe langer hoe meer’ gebruikt. We worden gedoopt ‘opdat wij hoe langer hoe meer aan de zonden afsterven en een godzalig en onberispelijk leven leiden’. In het Avondmaal worden we ‘hoe langer hoe meer’ met het heilig lichaam van Christus verenigd. Het Avondmaal is dan ook voor hen ingesteld die ‘verlangen hun geloof meer en meer te versterken en hun leven te beteren’. In de bekering gaan we de zonden ‘hoe langer hoe meer’ haten en ontvluchten. Wij bidden dat wij ‘hoe langer hoe meer naar het beeld van God vernieuwd worden’ en dat we ons ‘hoe langer hoe meer’ aan God onderwerpen’. Mocht iemand nog denken dat geestelijke groei typisch evangelisch is, dan laat de Catechismus wel iets anders zien.  

Alles wat leeft, groeit. Als je niet groeit, is het niet best. Groei is geen optie voor een enkeling, het is een opdracht voor allen: groei in de genade en de kennis van Jezus Christus (2 Petr. 3:18). Toch is die groei ook een beetje paradoxaal. Het is het mooiste als je er zelf zo weinig mogelijk van merkt. Als je van jezelf vindt dat het geweldig goed gaat en dat je heel goed gedijt, dan heb je misschien nog een beetje te weinig zicht op de ware aard van de geestelijke groei. Groeien in de genade betekent niet dat jij steeds groter wordt, maar dat Christus steeds groter wordt. Johannes de Doper zei: Hij moet groeien en ik moet minder worden (Joh. 3:30).  

Hoe meer je als christen groeit in de kennis en in de genade van Christus, des te meer last krijg je ook van je eigen zonden. Een christen die zichzelf gaandeweg steeds heiliger vindt, is een gevaar voor zichzelf en voor anderen. Dat maakt het wel uitermate lastig om de geestelijke groei bij jezelf te constateren. Daarvoor heb je elkaar nodig.  

'Als de gemeente groeit, groeit de christen en als de christenen groeien, groeit de gemeente.'

Voedingsbodem
Een belangrijk aspect van de geestelijke groei is de gemeenschap der heiligen. Groeien doe je samen. Je kunt het niet alleen. Een kweker weet dat de voedingsbodem voor zijn plantjes van groot belang is voor de groei. In moderne kassen wordt soms een substraat van steenwol gebruikt. Daar kan natuurlijk niets op groeien, tenzij de tuinder de voedingsmiddelen in de juiste hoeveelheden toevoegt. De gemeente van Christus is het substraat voor de geestelijke groei. 

Het is belangrijk om deel uit te maken van een kerkelijke gemeente waarin de geestelijke groei gestimuleerd wordt. De groei kan door dwaalleer verhinderd worden, maar ook door verdeeldheid en verwarring. Die zorg zien we ook in de brieven in het Nieuwe Testament. 

In de brief aan de gemeente van Efeze verbindt Paulus de persoonlijke geestelijke groei aan de groei van de gemeente. Jood en heiden vormen samen één lichaam (2:14). De gemeente is een tempel, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten en op de hoeksteen Christus. Het gebouw groeit, het leeft en zo wordt het als een levende tempel een woonplaats van God in de Geest (2:20-22).  

Naar Christus toegroeien
Vervolgens schrijft Paulus zijn machtige woorden over de lengte en breedte en diepte en hoogte van de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat (3:18). Die liefde kunnen we alleen maar kennen samen met al de heiligen. Blijkbaar hebben we elkaar nodig om te groeien in de kennis van Christus. Als ons geloofsleven altijd in de kinderschoenen blijft staan, dan zijn we gemakkelijk te beïnvloeden en lopen we het gevaar om misleid te worden, ‘heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer, door het bedrog van de mensen’ (4:14). Maar als wij ons in liefde aan de waarheid houden, zullen wij in alles toegroeien naar Hem Die het Hoofd is, namelijk Christus (4:15).  

Wat een mooi beeld is dat. Zoals de zonnebloemen zich massaal naar de zon keren, zo groeit de gemeente gezamenlijk naar Christus toe. Als de gemeente groeit, groeit de christen en als de christenen groeien, groeit de gemeente. Vanuit het Hoofd krijgt het lichaam samenhang. Zo draagt de persoonlijke groei van ieder lid bij aan de groei van het lichaam, dat opgebouwd wordt door de liefde. Calvijn schrijft naar aanleiding van deze tekst dat het ongezond is als een arm of been groeit, terwijl de rest van het lichaam niet meegroeit. De groei is ‘alleen maar nuttig als zij ten goede komt aan heel het lichaam. Wie denkt dat hij afzonderlijk kan groeien, vergist zich dus’ (Calvijn, Commentaar op Efeze 4:16). 

'Als we groeien in het geloof, dan groeien we ook in het verlangen naar die grote dag'

Grote menigte
Waar hebben wij leren geloven? Was het niet in de gemeente waar Gods Woord voor het eerst weerklank vond in ons hart? Waar is ons geloof versterkt en gevoed? Was het niet vooral onder de verkondiging van het Woord bij het gebruik van de sacramenten en door middel van gesprekken met andere christenen? De kerk als gemeenschap der heiligen is als een moeder die haar kinderen voortbrengt en voedt. Daar wordt de boodschap van het evangelie van generatie op generatie doorgegeven. Als een moeder haar kind de verhalen vertelt over de Heere Jezus of voorleest uit de kinderbijbel dan wordt het zaad van het evangelie gezaaid. De kerk als voedingsbodem voor de geestelijke groei is niet in de eerste plaats de kerkelijke organisatie, maar de kerk als het levende lichaam van Christus. 

De gemeenschap der heiligen is niet beperkt tot de plaatselijke gemeente. Er is ook een wereldwijde kerk, er zijn zendingskerken, er zijn in ons land ook christenen uit andere culturen. Soms is het lastig om met verschillen om te gaan, zij zijn zo anders dan wij, hebben andere gewoonten en tradities … Christenen uit de wereldwijde kerk van Christus kunnen ons helpen om ons eigen standpunt te relativeren. Dan kunnen we tegelijk ook de kerk van alle tijden daarbij betrekken.  

We kunnen alleen samen met alle heiligen de liefde van Christus kennen en ten volle begrijpen, welke de breedte, de lengte, de diepte en de hoogte is (Ef. 3:18). Eenmaal zal er een ontelbare menigte zijn uit alle naties, stammen, volken en talen, vóór de troon en vóór het Lam, bekleed met witte gewaden en palmtakken in hun hand. Als we groeien in het geloof, dan groeien we ook in het verlangen naar die grote dag waarop de kerk van Christus verenigd zal zijn in Hem. 


Prof.dr. H. van den Belt hoogleraar systematische theologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en publiceerde een meditatief boek over de groei in de genade Bloeien, snoeien en groeien.