• Gepubliceerd door
  • Vrouw tot Vrouw
  • Gepubliceerd op
  • 29 maart 2025

‘Het kwade gerucht dat de BibleBelt heet’

Tekst: Hanna Jongejan, redactielid online toerusting 

Gesloten, intolerant, vrouwonvriendelijk en homo-onvriendelijk en een beetje ouderwets. Dat beeld had Jonah Falke van reformatorisch Nederland, zo vertelt hij in een interview met het RD. Tot hij een ‘refo’ met een bulderende lach ontmoette. Dat was het begin van zijn zoektocht in de Biblebelt.  

Als ik het boek van Falke opensla, bekruipt me hetzelfde ongemakkelijke gevoel als zes jaar geleden, op een warme dag in augustus. Nu zie ik hem op papier, daar zag ik hem op de muur tijdens de tentoonstelling over de Biblebelt. Een kerkenstamboom. Alle kerkverbanden op een kluitje; zowel voor de buitenstaander als de kerkganger een spinnenweb. Als ik de wirwar bekijk in het boek, wenste ik dat er woorden uit de Nederlandse Geloofsbelijdenis voor in de plaats stonden. Zoals: ‘Wij geloven, dat, om ware kennis dezer grote verborgenheid te bekomen, de Heilige Geest in onze harten ontsteekt een oprecht geloof, hetwelk Jezus Christus met al Zijn verdiensten omhelst, Hem eigen maakt, en niets anders meer buiten Hem zoekt.’  

'Mensen willen heel graag vroom zijn, ik ook, maar je bent er zelf ook met je gedachten, gevoelens en ideeën. Het helpt niet om die altijd onder de pet te drukken. Je kunt elkaar in die worsteling ontmoeten.’

Een jaar in de Biblebelt

Falke liep een jaar mee in de Biblebelt. Met een beschouwende blik beschrijft hij zijn ontmoetingen. Zonder oordeel, dat maakt het boek toegankelijk. Zo logeerde hij bij een domineesgezin, schoof hij aan bij colleges van de pabo en ging Falke mee op campagne met Chris, Cornel en Jenny van de SGP. Dat levert smakelijke passages op. ‘Jenny moest strak inparkeren, er werden geen sleetse grappen over gemaakt. Integendeel, iedereen keek mee.’  

In een uitzending van Terdege Live zegt Falke het een verademing te vinden dat er geen ‘bekeringsdrang’ was in de Biblebelt. Met die woorden in mijn achterhoofd ging ik het boek lezen, met de hoop dat het niet alleen ging over de reformatorische cultuur, maar boven alles over de goede God. En Hij kwam aan de orde, gelukkig. Tijdens een gesprek met dominee Kort bijvoorbeeld. Hij zegt: ‘De liefde van de Heere is een kruikje dat in je hart verborgen zit.’ Een verfrissende stem in het boek is die van Gertrude de Wildt-Brouwer. Als ze Falke ontmoet, is het eerste wat ze zegt dat ze deze morgen ‘zeiknat is geregend’. Ze vervolgt: ‘Dit zou ik trouwens nooit zeggen in de Bible Belt.’ Dan zou ze kiezen voor kletsnat. Ze vertelt Falke geen opgepoetst, maar een eerlijk verhaal. Zo zegt ze: ‘Mensen willen heel graag vroom zijn, ik ook, maar je bent er zelf ook met je gedachten, gevoelens en ideeën. Het helpt niet om die altijd onder de pet te drukken. Je kunt elkaar in die worsteling ontmoeten.’ Ze laat in haar hart kijken, ze vertelt wie God voor haar is. En welke worstelingen geloven met zich meebrengt. ‘Ik denk dat veel mensen hiertegenaan lopen. Ik moet het machtig zeker weten. Dat gebeurt gewoon niet in je relatie met God. Het is iets wat je in vertrouwen aan Hem moet geven. Het is heel goed om je die vraag te stellen, net als in een relatie. Houden we nog van elkaar? Niet denken: ach, dat zit vast wel snor. Dan kan het iets heel gezapigs krijgen. Dit is echt een reformatorisch probleem.’ Met haar ‘refoslee’ zet ze Falke weer af bij een bushalte.  

whatsapp logo pngWhatsApp
Volg Vrouw tot Vrouw nu ook via WhatsApp! Klik daarvoor op deze link.

Patat in de pastorie

Op zaterdagavond wordt er patat gegeten met frikandellen bij de dominee. En in een pastorie ligt er ook gewoon rommel op de grond. Dat het in huize Den Hartog zo ‘gewoon’ is, dat verrast Falke ergens. Wel klinken er Psalmen door het huis, de hele zondag. En slaapt hij tijdens het logeerweekend onder de toga van Den Hartog, dat als een ‘spook’ boven hem hing. Vurig vertelt de predikant zijn logé wie God voor hem is: ‘Overgave aan God is mijn leven, dat is geen moetje, dat wil ik. In Jezus zien we wie God is, ik hoop dat je dat inmiddels begrijpt, Jonah …’  

Nog een verfrissende, bezielde stem in het geheel van de verhalen is die van Hans Barendrecht. Hij merkt op: ‘Jou is in het hart gegeven om het kwade gerucht dat de Bible Belt heet te onderzoeken of ontmaskeren, Jonah. Weet je bevoorrecht. Je bent er al achter gekomen dat de Belt niet een homogene eenheid is. Maar als ik een rode draad binnen de reformatorische diversiteit zou kunnen noemen is het volharden, het zoeken en het dienen van God, koste wat het kost. Dát vind ik kostbaar.’  

Terugkijkend op het jaar in de ‘Bible Belt’ concludeert Falke dat die term hem steeds meer gaat tegenstaan. ‘Ze doet geen recht aan de praktijk: mensen die van een afstandje op elkaar lijken, maar eindeloos verschillen. Ook maar bar weinig gereformeerden leken zich er echt mee te vereenzelvigen, er eerder slechts toevallig toe te behoren. Het lijkt me een term van een buitenstaander, uit armoede bedacht door sociologen en antropologen om grip op de statistieken te krijgen, maar die feitelijk meer het bewijs lijkt te zijn van een gebrek aan interesse en originaliteit. Ik heb slechts mensen gezien in een veranderende wereld, tussen hemel en aarde, leven en dood, hel en paradijs.’