- Gepubliceerd door
- Vrouw tot Vrouw
- Gepubliceerd op
- 21 november 2024
- Categorieën
- Artikelen
- Link in bio
Geroepen om te delen
Tekst: Gertruud de Koeijer-Hoekman, voorzitter Vrouw tot Vrouw en redactielid van Vrouw tot Vrouw magazine
Foto’s: Jonneke Oskam
Je zou bijna denken dat het interview in de hal van haar huis afgenomen zou worden. Toen ik binnenstapte, raakten we al in gesprek. Marika Rentier-Pretorius (61), deelt graag iets over de missie die haar leven van alledag doortrekt: moslims bereiken met het evangelie. Eén ding maakt ze me direct duidelijk: het gaat niet over háár missie, maar over Gods missie waarin zij een plaats kreeg dankzij Gods genade.
Marika, wie ben je?
‘Ik ben Marika Rentier en ik ben geboren in Lydenburg, een dorp in Zuid-Afrika. Mijn voorgeslacht groeide op in Ouddorp, maar dan moeten we echt honderden jaren terug in de tijd. Ik studeerde Duits en geschiedenis en werd docent. Al op jonge leeftijd legde de Heere God het in mijn hart om Zijn liefde te delen met mensen om me heen. De liefde waarmee Hij me tot Zich getrokken had, mocht ik immers niet voor mezelf houden. Hij gaf me hart voor moslims, om hen naar Zijn licht te trekken. Het was een heel proces dat plaatsvond gedurende een lange periode, maar uiteindelijk werden deuren geopend en kon ik het Evangelie delen. Eerst in Zuid-Afrika, daarna een paar jaar in Duitsland en nu in Nederland.’
Waarom kwam je juist in Nederland wonen en werken?
‘Ik wist dat er in Europa veel moslims wonen, met name Koerden en Turken. Omdat ik vooral voor hen oog en hart had gekregen, hield ik er rekening mee dat mijn weg een keer naar Europa zou leiden. Ik had gehoord van een organisatie in Duitsland die hulp kon gebruiken. Ze namen mij aan en ik werd betrokken bij het kinderwerk onder Turkssprekenden en bezocht Turkssprekende vrouwen. Tijdens een conferentie ontmoette ik Cees Rentier uit Nederland. We kregen elkaar in beeld en hoe gaat dat dan: er ontstond iets tussen ons wat uiteindelijk leidde tot een huwelijk. Cees werkte bij Stichting Evangelie & Moslims, waarvan hij nu directeur is. We hadden dus een gezamenlijke passie: moslims bereiken met het Evangelie. We trouwden in Zuid-Afrika en gingen in Nederland wonen.’
Dat is geen kleine stap, Zuid-Afrika, Duitsland en dan Nederland …
‘Na drie jaar in Duitsland te hebben gewoond, moest ik gaan wennen aan de Nederlandse cultuur met alles wat daarbij hoort. Hoewel de Afrikaanse taal dicht bij de Nederlandse taal ligt, vroeg het leren van weer een nieuwe taal de nodige energie. Nederlands is de vijfde taal die ik spreek. Toen we net getrouwd waren, deden we ook nog eens samen een Turkse taalstudie …
Ik moest in Nederland vooral wennen aan de directheid van mensen. Zuid-Afrika kent twaalf verschillende cultuurgroepen en de groep waaruit ik kom, is sterk beïnvloed door de Engelse cultuur. Wij zijn voorzichtig en indirect. Wat cultuur betreft sta ik een beetje tussen de Nederlandse cultuur en die van het Midden-Oosten in. Dat helpt me om mensen te begrijpen die moeite hebben om in Nederland te wennen. Ook als het om bijvoorbeeld gastvrijheid gaat, sta ik tussen deze culturen in, dat ervaar ik als helpend. Verder mis ik het gevarieerde natuurschoon van Zuid-Afrika. Ik houd zo van de bergen!’
Eenmaal in Nederland ging je verder met de invulling van je roeping om moslims te bereiken met het evangelie?
‘Omdat Cees bij de Stichting Evangelie & Moslims werkte, kon ik via hem vriendschappen aanknopen met bijvoorbeeld Koerden. Sommige van die contacten zijn er nog steeds. Toen ik zwanger raakte en onze zoon Naïm geboren werd, kwam er echter een grote verandering in ons leven. Vanaf het begin merkten we dat er iets niet goed was met Naïm, maar het werd niet snel helder wát er precies aan de hand was. Na een jaar werd een tweede kindje geboren: Elian. Zijn naam betekent: God is getrouw. Op de echo’s was al te zien dat hij ernstige beperkingen had, het risico om te overlijden zou groot zijn. Hij heeft precies zeven dagen en zeven uur geleefd. Op de zevende dag lag hij, losgekoppeld van alle apparatuur, stervend op mijn schoot. Het geluid van allerlei apparatuur op de zaal, klonk in mijn oren als kerklokken. Het was Hemelvaartsdag en dat betekende veel voor me. De kleine Elian werd opgenomen in Gods heerlijkheid, de plaats waar Jezus ook heengegaan was!
Moslims zeggen: als je baby overlijdt, gaat de weg naar God open. Dan zeg ik dat niemand de weg naar God kan openen, dat kan alleen God Zelf doen en dat heeft Hij gedaan door Jezus Christus. Hij is de enige weg tot God. Zelfs door het sterven van de kleine Elian mocht ik iets doorgeven van het Evangelie. Hoe bijzonder is dat! Het verdriet om het overlijden van Elian was groot, maar intussen gingen de onderzoeken bij Naïm door. Uiteindelijk bleek hij meervoudig gehandicapt te zijn. Het was een intensieve periode, want het gemis van Elian en het verdriet om Naïm liepen helemaal door elkaar.’
Hoe ging het toen verder met het staan in Gods missie?
‘Als single wist ik me geroepen om het Evangelie door te geven aan moslims en die roeping gaat altijd door. Ook in tijden van zorg. Hij kwam met Zijn liefde naar mij en daarvan wil ik uitdelen. Naïm is onze evangelist, op allerlei manieren komen we via hem in gesprek.’ Marika noemt verschillende voorbeelden van het doorgeven van het Evangelie. Ze is merkbaar ontroerd, maar ook gepassioneerd als ze verhalen vertelt.
Lees Marika’s verhaal in het novembermagazine van Vrouw tot Vrouw.
Ben je nog geen abonnee?
Een (proef)abonnement of los nummer kun je hier bestellen.