TussenWoordje september

Dit was volstrekt kwalijk in de ogen van Jona en hij ontstak in woede.
Jona 4:1

Jona:
Ik was woedend over het besluit van de Heere om Ninevé te sparen en dat zei ik ronduit tegen Hem.
Dat God barmhartig was voor mij en geduld met me had, vond ik normaal, maar dat Hij ook goed was voor die slechte heidenen, vond ik onacceptabel.
Ik had graag gezien dat Ninevé ongenadig door Hem was gestraft.
Mijn wraakzuchtige gedachten en gevoelens waren in conflict met de daden van de Heere.
Er moest veel bij mij veranderen, voordat ik het met Hem eens zou worden.

En de HEERE God beschikte een wonderboom en liet hem boven Jona opschieten, zodat er schaduw zou zijn boven zijn hoofd, om hem te bevrijden van zijn kwelling.
Jona was erg blij met de wonderboom.
Jona 4:6

Jona:
Van een afstand keek ik toe wat er met Ninevé zou gebeuren.
Toen liet God mij Zijn scheppingskracht zien; Hij liet onvoorstelbaar snel een wonderboom opschieten, zodat ik in de schaduw kon zitten.
Dat was echt heerlijk! Zo was ik goed beschermd tegen de zon.

Kijk buiten eens om je heen.
De natuur is niet ‘gewoon’, maar ze laat iets zien van de Schepper.

De volgende dag beschikte God bij het aanbreken van de dageraad een worm, die de wonderboom stak, zodat hij verdorde.
En het gebeurde, toen de zon opging, dat God een verzengende oostenwind beschikte.
Jona 4:7-8a

Jona:
Het spreekwoord ‘de mens wikt, maar God beschikt’ is waar!
Want dat is precies wat ik heb ondervonden.
Ik bedacht mijn eigen plannen, ik ‘wikte’, maar God beschikte: eerst de storm en de grote vis en later de worm en de oostenwind.

De Heere bestuurt alles; Hij regeert en dat doet Hij goed.
Verzet je niet tegen Hem, maar ontdek het plan dat Hij met je heeft.

Het eerste boek heb ik gemaakt, o Theofilus, over alles wat Jezus begonnen is te doen én te onderwijzen (…)
Handelingen 1:1

Lukas:
Ik heb met behulp van ooggetuigen nauwkeurig onderzoek gedaan naar Jezus.
Daardoor ben ik ervan overtuigd geraakt dat Hij de Zoon van God is, gekomen om mensen te redden en te verzoenen met God de Vader.
Ik heb alle feiten heel gedetailleerd opgeschreven, zodat óók Theofilus de kans had om Jezus te leren kennen en door mijn boek het onderwijs van Jezus te ontvangen.

Laat je geloof bevestigen, groeien en verdiepen door wat je in de boeken van de Bijbel leest.

…tot op de dag waarop Hij opgenomen is, nadat Hij door de Heilige Geest aan de apostelen, die Hij uitgekozen had, opdrachten had gegeven.
Handelingen 1:2

Lukas:
De volgelingen van Jezus werden van discipelen (of leerlingen): apostelen (of gezondenen).
Voordat de Heere Jezus terugging naar de hemel, gaf Hij ze een belangrijke opdracht: alle volken oproepen tot bekering en geloof in Hem.
Daar had Hij ze drie jaar op voorbereid.
De apostelen spraken niet namens zichzelf, maar de Heere gaf ze Zijn volmacht en leidde hen.

Als je een volgeling van Jezus bent, maakt Hij je duidelijk wat Hij van je verwacht.

Hij heeft Zichzelf, nadat Hij geleden had, ook levend aan hen vertoond, met veel onmiskenbare bewijzen, veertig dagen lang, waarbij Hij door hen gezien werd en over de dingen sprak die het Koninkrijk van God betreffen.
Handelingen 1:3

Lukas:
Als je in de Bijbel leest, kun je je soms afvragen of iets echt gebeurd is.
Bijvoorbeeld: is Jezus werkelijk opgestaan uit de dood?
De Bijbelschrijvers, waarvan ik er één ben, hebben nauwkeurig onderzoek gedaan.
Wij doen verslag van de feiten, dus wat je leest, zijn geen menselijke verzinsels.

Veertig dagen lang hebben vele mensen Jezus gezien, gesproken, aangeraakt en met Hem gegeten.
Het is bewezen: JEZUS LEEFT!

En toen Hij met hen samen was, beval Hij hun dat zij niet uit Jeruzalem weg zouden gaan, maar de belofte van de Vader zouden verwachten, die u, zei Hij, van Mij gehoord hebt; want Johannes doopte wel met water, maar u zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen.
Handelingen 1:4-5

Een van de discipelen:
Als de Heere Jezus naar de hemel zou zijn gegaan, moesten wij wachten op de vervulling van Gods belofte.
Hij zou ons binnenkort volmaken van de Heilige Geest, Die ons verder zou leiden.

Ook jij mag met verwachting bidden om de leiding van de Heilige Geest.

Zij dan die samengekomen waren, vroegen Hem: Heere, zult U in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer herstellen?
En Hij zei tegen hen: Het komt u niet toe de tijden of gelegenheden te weten die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft (…)
Handelingen 1:6-7

Een van de discipelen:
Wij dachten over Gods Koninkrijk dat het beperkt bleef tot Israël en hoopten dat we nog zouden meemaken dat het Koninkrijk Israël werd hersteld.
Het waren menselijke ideeën.

Maar Gods grootse plan omvat de hele wereld en ieder die Jezus volgt, maakt daarvan deel uit.
Wanneer wordt dat plan voltooid? Op Gods tijd, de juiste tijd.

Een van de discipelen:
De laatste woorden van de Heere Jezus voordat Hij in de hemel werd opgenomen, waren deze:
‘(…) maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde.’
Handelingen 1:8

De Heere Jezus kon als mens op één plaats tegelijk zijn, maar de Heilige Geest, Die van Hem en God de Vader uitgaat, kan overal tegelijk zijn.
Bij ons in Jeruzalem én in Europa, Afrika, Amerika …

Gods Geest verandert bange gelovigen in moedige getuigen van Jezus.

En toen zij, terwijl Hij van hen wegging, hun ogen naar de hemel gericht hielden, zie, twee mannen stonden bij hen in witte kleding, die ook zeiden:
Galilese mannen, waarom staat u omhoog te kijken naar de hemel?
Deze Jezus, Die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan.
Handelingen 1:10-11

Een van de discipelen:
De engelen die ons aanspraken, hielpen ons niet te blijven steken in het afscheid van de Heere Jezus.
We moesten vooruitkijken!

Ook jij mag uitzien naar de toekomst: de Heere Jezus zál terugkomen.
Leef daar maar naartoe.

En toen zij in Jeruzalem gekomen waren, gingen zij naar de bovenzaal en bleven daar, namelijk de elf discipelen.
Dezen bleven allen eensgezind volharden in het bidden en smeken, met de vrouwen en Maria, de moeder van Jezus, en met Zijn broers.
Handelingen 1:13-14

Petrus:
Wij vormden samen een kleine gemeente.
In afwachting van de vervulling van Gods belofte – dat Hij ons zou volmaken met de kracht van de Heilige Geest – bleven we met elkaar bidden.

Je hebt de gemeente nodig, en de gemeente heeft jou nodig.
Samen bidden, samen God zoeken, Bijbellezen, geloven en hopen.
Dat helpt je om vol te houden.

Petrus:
Nadat Judas de Heere Jezus had verraden, pleegde hij zelfmoord.
Nu waren er nog maar elf apostelen, een incompleet aantal.
Wat moesten we doen?
We lieten ons door Gods Woord leiden.
Ik zei: ‘Want er staat geschreven in het boek van de Psalmen: Laat zijn woonplaats woest worden en laat er niemand zijn die daarin woont.’
Judas is een waarschuwing voor ons: als je God verlaat, Hem verraadt, loopt je leven dood.
Wees dus trouw!

En:
‘Laat een ander zijn ambt als opziener nemen.’
Handelingen 1:20

Ondanks ontrouw van mensen, gaat God door met Zijn werk en daarvoor blijft Hij mensen inzetten.

Het is dus nodig dat een van de mannen die met ons omgegaan zijn gedurende heel de tijd dat de Heere Jezus onder ons in- en uitging, (…) met ons getuige wordt van Zijn opstanding.
Handelingen 1:21-22

Petrus:
Degene die in plaats van Judas zou komen, moest de Heere Jezus gekend en meegemaakt hebben vanaf het begin van Zijn publieke optreden tot en met Zijn hemelvaart.
We zochten een betrouwbare getuige die kon zeggen: ‘Ik heb gezien dat Jezus leeft; ik heb Hem horen spreken. Hij is werkelijk de Overwinnaar van de zonde, de dood en de duivel! Híj alleen kan je verlossen.’

En zij stelden er twee voor: Jozef (…) en Matthias.
En zij baden en zeiden: U Heere, Kenner van het hart van allen, wijs van deze twee er een aan, die U uitgekozen hebt.
En zij wierpen hun loten en het lot viel op Matthias (…)
Handelingen 1:23-24, 26

Petrus:
Bij het kiezen van een apostel deden we verschillende dingen: we gebruikten ons verstand en overlegden met elkaar, we baden om Gods leiding en we hielden een loting, in het geloof dat de Heere door dit praktische middel een nieuwe apostel zou aanwijzen.

Zo mag je beslissingen nemen met wijs beleid en in afhankelijkheid van God.

En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken.
Handelingen 2:4

Petrus:
Op het Pinksterfeest, waarop we God dankten voor de oogst, waren we eensgezind bij elkaar.
Toen gebeurde er iets wonderlijks.
We werden allemaal vol van de Heilige Geest en konden in allerlei talen spreken.
In het Koninkrijk van God was de oogsttijd aangebroken; het werk waarop de Heere Jezus ons had voorbereid, mochten wij nu gaan uitvoeren.

God wil ook jou vullen met Zijn Geest om het werk te kunnen doen dat Hij al heeft voorbereid.

(…) ieder hoorde hen in zijn eigen taal spreken.
En zij waren allen buiten zichzelf en verwonderden zich, en zij zeiden tegen elkaar: Zie, zijn het niet allen Galileeërs die daar spreken?
(…) wij horen hen in onze taal over de grote werken van God spreken.
Handelingen 2:6b-7, 11

Petrus:
Er waren vele Joodse gelovigen uit het buitenland in Jeruzalem en ze verstonden ons allemaal!
Iedereen begreep dat wij niet uit onszelf al die talen spraken.
Het was een ontzagwekkend wonder van God, waardoor iedereen in zijn eigen taal hoorde welke grote dingen God had gedaan.

Dank God dat Hij je aanspreekt in je eigen taal.

En zij waren allen buiten zichzelf en raakten in onzekerheid, en de één zei tegen de ander: Wat wil dit toch zeggen?
Anderen zeiden spottend: Zij zijn vol zoete wijn.
Handelingen 2:12-13

Petrus:
Er werd heel verschillend gedacht over de gebeurtenissen op het Pinksterfeest.
Hoe kon het bestaan dat wij ineens andere talen spraken?
De menigte stond voor een raadsel.
Een deel van de mensen dacht dat we dronken waren; zij spotten met ons.
Anderen hadden een meer open houding; zij stelden vragen…

Als je een gebeurtenis niet kunt verklaren, vraag je dan af of God er misschien mee te maken kan hebben.

Petrus:
Ik begon de menigte toe te spreken en zei dat wat hier gebeurde, al was voorzegd door de profeet Joël:

En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw jongemannen zullen visioenen zien en uw ouderen zullen dromen dromen.
Handelingen 2:17

Als de Heilige Geest werkt, kun je wonderen verwachten: zo verkondigden wij de boodschap van redding in ieders taal…

Jou kan Hij inzicht geven in Gods plan met je leven; hoe Hij jou wil gebruiken om Zijn Koninkrijk op te bouwen.

En het zal zo zijn dat ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zalig zal worden.
Handelingen 2:21

Petrus:
De profeet Joël kondigde niet alleen de uitstorting van de Heilige Geest aan, maar ook de dag van Gods oordeel, die zal komen met bloed en vuur en rookzuilen…

Angstaanjagend, want we zijn allemaal zondaren en niemand van ons verdient vrijspraak als God oordeelt.

En toch is er redding!
Voor ieder die de Naam van de Heere Jezus aanroept; voor ieder die gelooft dat Hij onze zonden op Zich heeft genomen en de straf heeft gedragen toen Hij stierf aan het kruis.

Deze Jezus, Die overeenkomstig het vastgestelde raadsbesluit en de voorkennis van God overgegeven is, hebt u gevangengenomen en door de handen van onrechtvaardigen aan het kruis gespijkerd en gedood.
Handelingen 2:23

Petrus:
Jezus is mens geworden om de straf te dragen die ons toekomt en te sterven voor onze zonden.
Dat gebeurde volgens Gods plan, waardoor wij gered kunnen worden.
Maar dat neemt de verantwoordelijkheid niet weg van hen die Hem veroordeeld hebben en Hem aan het kruis hebben laten slaan.

Besef je wel dat je mede schuldig bent aan de kruisdood van de Heere Jezus?
Ook voor jouw zonden werd Hij gestraft.

Deze Jezus heeft God doen opstaan, waarvan wij allen getuigen zijn.
Hij dan, Die door de rechterhand van God verhoogd is en de belofte van de Heilige Geest ontvangen heeft van de Vader, heeft dit uitgestort wat u nu ziet en hoort.
Handelingen 2:32-33

Petrus:
40 dagen na Zijn opstanding is de Heere Jezus naar de hemel gegaan, maar Hij blijft met ons begaan; Hij heeft de Heilige Geest over ons uitgestort.
Alles wat er op de Pinksterdag gebeurde, is daarvan het bewijs.
Door Zijn Geest is de Heere niet aan tijd of plaats gebonden, maar leidt Hij Zijn kinderen overal op aarde.

Laat dan heel het huis van Israël zeker weten dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk deze Jezus, Die u gekruisigd hebt.
Handelingen 2:36

Petrus:
Geloven is zeker weten dat God leeft en vast op Hem vertrouwen.
Helaas vinden we dat vaak lastig.
We worstelen met vragen en twijfelen over de dingen die we niet kunnen begrijpen.
Misschien moeten we eens ophouden met alles te willen snappen.
Als mens kunnen wij God nooit helemaal bevatten.
Maar vertrouw Hem, want Hij is goed; neem van Hem aan dat de Heere Jezus Zijn Zoon is, Die ook jouw Heere wil zijn.

En toen zij dit hoorden, werden zij diep in het hart geraakt en zeiden tegen Petrus en de andere apostelen: Wat moeten wij doen, mannenbroeders?
Handelingen 2:37

Een van de toehoorders:
Door Petrus’ woorden ging ik inzien wat ik had gedaan toen ik Pontius Pilatus mét de menigte had toegeroepen: ‘Kruisig Hem!’.
Ik was schuldig aan de dood van Gods Zoon!
Hoe zou het ooit nog goed kunnen komen tussen God en mij?

Laat je raken door de boodschap van de Bijbel, ook als daardoor jouw schuld wordt blootgelegd.
Vraag dan gerust om raad bij mensen die God en Zijn Woord kennen; zij kunnen je helpen.

Een van de toehoorders:
Petrus gaf antwoord op onze vraag wat we moesten doen:

‘Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen.’
Handelingen 2:38

Hoe wonderlijk: er is zelfs vergeving voor mij!
Ik heb me bekeerd, me op de Heere gericht en nu is Jezus, Die ik had laten kruisigen, mijn Redder!
Mijn zonden heeft Hij weggedaan én Hij vult mij met Zijn Geest; Hij vernieuwt mij van binnenuit.

Dat heeft Hij niet alleen voor mij gedaan; dat wil Hij ook voor jou doen!

Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die veraf zijn, zovelen als de Heere, onze God, ertoe roepen zal.
Handelingen 2:39

Petrus:
Gods belofte is niet voor een beperkt groepje mensen.
Hij kijkt niet naar huidskleur, leeftijd, geslacht, intelligentie of prestaties.
Hij geeft Zijn Geest aan ieder die tot Hem komt, die door het geloof in de Heere Jezus een kind van God geworden is.
De Heilige Geest wil je leiden, vernieuwen, troosten, vullen met liefde, helpen om vol te houden, laten groeien in geloof en vrucht laten dragen.
Geef daarom gehoor aan God, Die ook jou roept.

En met veel meer andere woorden legde hij getuigenis af en spoorde hij hen aan met de woorden: Laat u behouden uit dit verkeerde geslacht!
Handelingen 2:40

Petrus:
Ik wilde de mensen ervan overtuigen dat ze in de Heere Jezus moesten geloven, dat ze Hem moesten aannemen als hun Redder om behouden te worden.
Maar ik hoefde alleen te getuigen, alles te vertellen wat ik van Jezus had gezien, gehoord en geleerd.
Het is de Heilige Geest Die mensen overtuigt.

Getuigen anderen van Jezus?
Laat Gods Geest in je hart werken en kom tot geloof.
Ben jij gelovig? Getuig dan ook van Jezus.

Zij nu die zijn woord met vreugde aannamen, werden gedoopt; en ongeveer drieduizend zielen werden er op die dag aan hen toegevoegd.
Handelingen 2:41

Petrus:
De doop heeft een diepe betekenis: het laat zien dat God ons liefheeft en genadig wil zijn.
Als je in het water wordt ondergedompeld, is dat het teken dat je oude, zondige ik mét de Heere Jezus is gestorven.
En als je weer bovenkomt, is dat het teken dat je mét de Heere Jezus bent opgestaan.
Je hebt een nieuw leven gekregen; je mag voortaan leven met God en wandelen in het licht met Jezus!

Wat een vreugde!

En zij volhardden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden.
Handelingen 2:42

Iemand die zich had bekeerd:
Wij hielden ons aan wat de apostelen ons leerden, omdat de boodschap die ze verkondigden, van God kwam.
We leerden hoe we door het geloof in de Heere Jezus verzoend waren met God en voortaan met Hem mochten leven.
Dat veranderde ook de manier waarop we met elkaar omgingen.
We vormden een geloofsgemeenschap, waarin we met elkaar meeleefden en ook samen in gebed gingen.

Hoe werkt jouw geloof door in je omgang met God en je naaste?

En allen die geloofden, waren bijeen en hadden alle dingen gemeenschappelijk; en zij verkochten hun bezittingen en eigendommen en verdeelden die onder allen, naar dat ieder nodig had.
Handelingen 2:44-45

Iemand die zich had bekeerd:
Onze gemeenschapszin bleef niet beperkt tot het geestelijk leven.
We maakten het praktisch door onze bezittingen met elkaar te delen.
Rijken vertrouwden niet langer op hun geld, maar op God.
Ze deelden hun eigendommen met hen die het nodig hadden.
Zo was er niemand die te weinig had.

Hoe belangrijk zijn je mooie spullen voor je?

Jouw banksaldo is voor God niets waard, maar wat je ermee doet, kan van betekenis zijn.

En zij bleven dagelijks eensgezind in de tempel bijeenkomen, en terwijl zij van huis tot huis brood braken, namen zij gezamenlijk voedsel tot zich, met vreugde en in eenvoud van hart.
Handelingen 2:46

Iemand die zich had bekeerd:
Ondanks allerlei verschillen accepteerden we elkaar.
Niemand wilde over de anderen heersen.
We waren werkelijk één in Christus; verbonden door het geloof in Hem, waren we bereid de Heere én elkaar te dienen.
Niet alleen het kennen van God als Vader en Zijn Zoon als onze Redder gaf ons vreugde, maar ook onze onderlinge saamhorigheid.

Zoek naar wat jou en medechristenen kan samenbinden en niet naar wat jullie scheidt.