TussenWoordje oktober

en zij loofden God en vonden genade bij heel het volk.
En de Heere voegde dagelijks mensen die zalig werden, aan de gemeente toe.
Handelingen 2:47

Iemand uit het volk Israël:
Er ging iets uit van al die mensen die zich bekeerden.
Wij zagen dat ze vanuit hun hart God dienden en Hem loofden.
Niet uit plichtsgevoel, maar met blijdschap!
En we zagen ook hoe ze met elkaar omgingen: liefdevol!
Dat sprak mij enorm aan.
De volgelingen van Jezus hadden iets wat ik miste …,
iets waar ik naar ging verlangen …

Hoe aantrekkelijk ben je als christen?
Als Jezus in je hart woont, kan dat niet onopgemerkt blijven.

Petrus:
Toen Johannes en ik bij de tempel een kreupele man zagen
die om een liefdegave bedelde, zei ik tegen hem:

Zilver en goud heb ik niet, maar wat ik heb, dat geef ik u:
in de Naam van Jezus Christus de Nazarener, sta op en ga lopen!
Handelingen 3:6

Ik stak de man mijn hand toe, trok hem overeind
en zijn benen werden gezond; hij kon gaan en staan waar hij wilde.
Zo mochten we iets laten zien van Jezus’ kracht.
Het was een teken van Zijn Koninkrijk.

Wat heb jij van God ontvangen
waarmee je iets van Jezus kunt laten zien?

En met een sprong stond hij overeind en liep rond,
en hij ging met hen de tempel in, lopend en springend en God lovend.
Handelingen 3:8

De kreupele man die genezen was:
Ik wist dat niet Petrus mij genezen had,
maar dat dit het werk van God was.
Dus mijn lof richtte ik tot Hem.
Mijn stem alleen was niet genoeg om mijn vreugde te uiten;
ook mijn krachtig geworden benen gebruikte ik daarbij.
Lopend en springend ging ik de tempel in om de Heere mijn dank te brengen.

Dank God voor gezondheid en kracht
en loof Hem met alles wat in je is voor Zijn goede gaven.

En al het volk zag hem lopen en God loven.
Handelingen 3:9

De kreupele man die genezen was:
Iedereen die in de buurt was, zag mij springen en hoorde hoe ik God loofde,
maar ik schaamde me geen moment voor mijn uitbundigheid.
Mijn leven was van het ene op het andere moment compleet veranderd
en dat had ik aan de Heere God te danken.
Dat kon en wilde ik niet stil en voor mezelf houden.

De vreugde die God geeft, is geen privé-gebeuren.
Houd wat Hij in je leven heeft gedaan niet voor jezelf,
maar laat er anderen in delen,
zodat steeds meer mensen God zullen gaan loven.

Petrus:
Iedereen kwam naar ons toe en verwonderde zich over de genezing van de kreupele man.
Ik sprak de omstanders toe:

Israëlitische mannen, waarom verwondert u zich hierover,
of waarom kijkt u ons zo doordringend aan,
alsof wij door onze eigen kracht of godsvrucht hebben bewerkstelligd dat deze man nu loopt?
Handelingen 3:12

Wij wilden niet dat de mensen ons als wonderdoeners zouden beschouwen.
Het ging niet om ons, maar om de Heere Jezus.
Híj is de Zaligmaker; op Hem moest de aandacht worden gericht.

Als jij goed voor iemand bent,
kan er ruimte ontstaan om de ander over Gods liefde te vertellen.

De God van Abraham, Izak en Jakob (…) heeft Zijn Kind Jezus verheerlijkt,
Die u hebt overgeleverd.
U hebt Hem verloochend vóór Pilatus, toen die oordeelde dat men Hem zou loslaten.
Handelingen 3:13

Een van de omstanders:
Petrus noemde Jezus ‘Kind van God’!
Hij wond er geen doekjes om
en beschuldigde ons ervan dat wij hadden meegewerkt aan Zijn veroordeling.
Ik heb er een paar weken terug inderdaad bij gestaan en geroepen: ‘Kruisig Hem!’
Heb ik dan werkelijk de Zoon van God, Die gekomen is om ons te redden, gedood?

Soms schuurt een preek; je zonden worden hardop benoemd.
Dat is moeilijk, maar het kan nodig zijn!

U echter hebt de Heilige en Rechtvaardige verloochend
en gevraagd dat u een moordenaar geschonken zou worden,
maar de Vorst van het leven hebt u gedood (…).
Handelingen 3:14-15a

Een van de omstanders:
Petrus sprak overtuigend; alles wat hij over Jezus zei, geloofde ik.
Ik was geschokt, want dat betekende dat ik de Zoon van God had verworpen
toen ik riep ‘Kruisig Hem!’
Hij, de Heilige en Rechtvaardige, de Vorst van het leven, is door mij gedood!

Het is een harde boodschap om te horen dat je schuldig bent.
Maar inzien dat je gezondigd hebt, dat je een zondaar bént, is noodzakelijk;
het gaat aan vergeving vooraf.

(…) de Vorst van het leven hebt u gedood,  

Die God uit de doden opgewekt heeft,  

waarvan wij getuigen zijn. 

Handelingen 3:15 

Een van de omstanders: 

De gedachte dat ik schuldig was aan de dood van Gods Zoon, was onverdraaglijk!  

Dan was er voor mij geen redding mogelijk!  

Maar … 

nu hoorde ik uit de mond van Petrus, die er zelf getuige van was geweest,  

dat Jezus was opgewekt uit de dood.  

Als Hij leeft, dan is er misschien nog hoop voor mij … 

God is sterker dan de dood.  

Daarom kon de dood de Vorst van het leven niet vasthouden. 

En daarom is er hoop, ook voor jou!  

En Zijn Naam heeft deze man, die u ziet en kent, sterk gemaakt door het geloof in Zijn Naam.
En het geloof dat er is door Hem,
heeft hem in aanwezigheid van u allen deze volkomen gezondheid gegeven.
Handelingen 3:16

Een van de omstanders:
De kreupele man die in de Naam van Jezus genezen was, was het bewijs dat Jezus leeft!
Petrus had Hem ‘Kind van God’ en ‘de Heilige en Rechtvaardige’ genoemd,
dus Jezus is aan God gelijk.
Het is moeilijk te bevatten, maar dat geloof ik.
Niet uit mezelf, maar omdat God mijn ogen heeft geopend.

Dat je gelooft, is het werk van God!

En nu weet ik, broeders, dat u het uit onwetendheid gedaan hebt, evenals uw leiders (…).
Kom dus tot inkeer en bekeer u, opdat uw zonden uitgewist worden
en er tijden van verkwikking zullen komen van het aangezicht van de Heere (…).
Handelingen 3:17 en 19

Een van de omstanders:
Deze woorden van Petrus lieten het vonkje van hoop in mij opvlammen:
als ik mijn zonden zou inzien en me zou bekeren,
zouden mijn zonden worden uitgewist!
Dat wilde ik vanuit het diepst van mijn ziel!
Ik verlangde naar die verkwikking, die de Heere alleen me kon geven.

Wil je van je zondelast worden bevrijd, breng het bij de Heere!

Petrus:
Want Mozes heeft tegen de vaderen gezegd:
De Heere, uw God, zal voor u een Profeet laten opstaan uit uw broeders, zoals ik;
naar Hem moet u luisteren in alles wat Hij tot u zal spreken.
En het zal zo zijn dat al wie niet geluisterd zal hebben naar deze Profeet,
uit het volk uitgeroeid zal worden.
Handelingen 3:22-23

De Profeet waarvan Mozes al sprak, is de Heere Jezus.
Als je naar Hem luistert, leidt Hij je tot God en geeft Hij je eeuwig leven.
Maar als je Zijn woorden verwerpt, zal je verloren gaan,
want buiten Hem is er geen leven.

Petrus:
God, Die Zijn Kind Jezus heeft doen opstaan,
heeft Hem eerst naar u gezonden om u hierin te zegenen
dat Hij ieder van u zou afbrengen van zijn slechte daden.
Handelingen 3:26

Misschien heb je het zelf niet eens goed door,
maar het is een zegen van God
als je ervan wordt weerhouden om slechte dingen te doen.
En het is Zijn werk in jou wanneer je goede daden doet.
Als je de Heere Jezus volgt, naar Hem luistert en van Hem leert,
zal je steeds meer bereid zijn om te doen wat goed is
en te laten wat verkeerd is.

Petrus:
Johannes en ik werden door de godsdienstige leiders gearresteerd
vanwege het goede werk dat we in Jezus’ Naam deden.
Zíj die verantwoordelijk waren voor Zijn kruisdood,
riepen ons ter verantwoording,
maar ik benoemde hun zonde:

(…) laat het dan bij u allen en bij heel het volk Israël bekend zijn
dat door de Naam van Jezus Christus, de Nazarener,
Die u gekruisigd hebt maar Die God uit de doden opgewekt heeft,
dat door Hem deze man hier gezond voor u staat.
Handelingen 4:10

Ook christenen kunnen denken dat ze goed bezig zijn voor God,
terwijl ze Hem soms juist tegenwerken.
Bedrieg jezelf niet!

Petrus:
Deze Jezus is de steen die door u, de bouwers, veracht werd,
maar Die de hoeksteen geworden is.
Handelingen 4:11

De hoeksteen is vergelijkbaar met het fundament van je huis;
als je de hoeksteen van een gebouw weghaalt, stort het in.
Zo is het ook met het geloof:
mensen die zeggen in God te geloven maar Jezus verachten,
verwerpen de Hoeksteen die God Zelf gelegd heeft.
Je kunt wel denken dat je Jezus niet nodig hebt,
maar God denkt daar blijkbaar anders over.
Je meent toch niet serieus dat je het beter weet dan God?
Veracht Jezus niet, maar leer Hem kennen.

Petrus:
En de zaligheid is in geen ander,
want er is onder de hemel geen andere Naam onder de mensen gegeven
waardoor wij zalig moeten worden.
Handelingen 4:12

Geen ander dan Jezus alleen kan mensen zalig maken,
verzoenen met God en eeuwig leven geven.
De Naam van Jezus moet wereldwijd bekend worden gemaakt,
want Hij is onze door God gegeven redding.
Als je ziet dat iemand die blind is een afgrond dreigt in te stappen,
dan vlieg je er toch heen om te voorkomen dat hij doodvalt?
Als je geeft om de mensen in jouw omgeving,
vertel ze dan ook Wie Jezus is!

Toen zij nu de vrijmoedigheid van Petrus en Johannes zagen
en merkten dat zij ongeleerde en eenvoudige mensen waren,
verwonderden zij zich
en herkenden zij hen als mensen die met Jezus samen geweest waren.
Handelingen 4:13

Petrus:
We hadden zo veel van Jezus geleerd,
dat we herkenbaar waren geworden als volgelingen van Hem.
Maar we handelden en spraken niet uit eigen kracht;
de Heilige Geest gaf ons de wijsheid én de vrijmoedigheid om te spreken.

Als je de Heere Jezus liefhebt en vertrouwelijk met Hem omgaat,
leer je ook om met vrijmoedigheid over Hem te spreken;
daarvoor hoef je niet gestudeerd te hebben.

De raad van wijze mannen overlegde:
Wat zullen wij met deze mensen doen?
Want dat er een alom bekend teken door hen is verricht (…) kunnen wij niet ontkennen.
Maar laten wij, opdat het niet nog verder onder het volk bekend raakt,
hun met de grootste dreiging gebieden
dat zij tot geen enkel mens meer in die Naam mogen spreken.
Handelingen 4:16-17

Petrus:
Eerst (wonderen of bewijzen) zien en dan geloven?
Zo werkt het niet.
Want hoewel er overduidelijk in Jezus’ Naam een wonder was gebeurd,
bleef de Raad zich tóch tegen Hem verzetten.

Geloof niet in Jezus om Zijn wonderen, maar om Hemzelf.

Maar Petrus en Johannes antwoordden en zeiden tegen hen:
Oordeel zelf of het juist is in Gods ogen, meer naar u te luisteren dan naar God.
Want wij kunnen niet nalaten te spreken over wat wij gezien en gehoord hebben.
Handelingen 4:19-20

Petrus:
Wij konden geen gehoor geven aan het bevel om voortaan te zwijgen over Jezus,
want Hij had ons toch Zelf de opdracht gegeven het Evangelie te verkondigen?!
En het Evangelie draait om Jezus, dus we móésten wel over Hem spreken,
als we niet ongehoorzaam aan God wilden zijn.

Luister meer naar God dan naar mensen en spreek vrijmoedig over Jezus.

Petrus:
Johannes en ik werden vrijgelaten.
We vertelden aan de mede-gelovigen dat we waren gearresteerd
en dat de overpriesters en oudsten ons hadden verboden over Jezus te spreken.
Toen deden we het beste wat we konden doen …
Eensgezind begonnen we te bidden:

Heere! U bent de God Die de hemel en de aarde en de zee gemaakt hebt,
en alle dingen die erin zijn (…).
Handelingen 4:24

Zo mag je in elke lastige situatie een beroep doen op de Heere.
Wanneer je Hem aanspreekt als de Schepper van alle dingen,
spreek je je geloof in Zijn almacht uit;
God kan wijsheid en uitkomst geven.

Petrus:
De Heere bracht ons in herinnering
wat Hij vroeger, door Zijn knecht David, had gezegd …
En in ons gebed citeerden wij zijn woorden uit Psalm 2:

Waarom woeden de heidenvolken en bedenken de volken wat inhoudsloos is?
De koningen van de aarde stellen zich op
en de vorsten spannen samen tegen de Heere en tegen Zijn Gezalfde.
Handelingen 4:25-26

Het gebed is voor je geloofsleven onmisbaar.
En om je geloof te voeden en te versterken, is het nodig dat je in de Bijbel leest.
Laat die twee, bidden en Bijbellezen, samengaan:
bid bij een geopende Bijbel, dan legt God je de woorden in de mond.

Petrus:
We hadden de almachtige Schepper van hemel en aarde aangeroepen
en waren teruggekomen op de veroordeling en kruisiging van Zijn geliefde Zoon.
Ons gebed diende Zíjn belang:
de verkondiging van het Evangelie en de opbouw van Zijn gemeente!
Nu legden we Hem onze vraag voor:

Nu dan, Heere, sla acht op hun bedreigingen
en geef Uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid Uw Woord te spreken (…).
Handelingen 4:29

Laat je door niemand het zwijgen opleggen om over Jezus te spreken.
Durf je toch niet goed?
Je weet nu waar je de moed vandaan kunt halen:
ga ermee naar de Heere en bid om vrijmoedigheid.

Petrus:
We baden om vrijmoedigheid om over de Heere Jezus te spreken
én hierom:

(…) dat U Uw hand uitstrekt tot genezing
en er tekenen en wonderen gebeuren door de Naam van Uw heilig Kind Jezus.
Handelingen 4:30

We mochten mensen genezen in de Naam van Jezus
en er zouden nog meer wonderen gebeuren,
zodat mensen tot geloof zouden komen …
Maar dat konden we niet uit onszelf;
alleen door de kracht van Gods Geest was dat mogelijk.
We waren afhankelijk van de Heere en dat spraken we uit in ons gebed.

Verwacht in het dienen van God niets van jezelf, maar álles van Hem!

En toen zij gebeden hadden, werd de plaats waar zij bijeenwaren, bewogen.
En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest
en spraken het Woord van God met vrijmoedigheid.
Handelingen 4:31

Petrus:
De Heere verhoorde duidelijk ons gebed.
Zou je dat ook willen meemaken?
Ga je eigen gebeden eens na: zijn ze op jezelf gericht …,
of bid je om de opbouw van Gods Koninkrijk en Zijn zegen voor je medemens?
Bid naar Gods wil en met verwachting; vestig je hoop op de Heere.
Dan geef je ruimte aan de Heilige Geest om door jou heen te werken
en komt er iets in beweging …

En de menigte van hen die geloofden, was één van hart en één van ziel;
en niemand zei dat iets van wat hij bezat, van hemzelf was,
maar alles hadden zij gemeenschappelijk.
Handelingen 4:32

Petrus:
We waren echt eensgezind.
Niemand dacht:
‘Als ik maar aan mijn trekken kom … Mijn buurman kan wel voor zichzelf zorgen.’
Iedereen had oog voor zijn naaste en de behoeften van anderen
en was bereid om zijn spullen te delen met hen die ergens te weinig van hadden.

Beschouw jij je geld en bezittingen als jouw persoonlijk eigendom,
of als een zegen van God waarin je anderen laat delen?

En de apostelen legden met grote kracht getuigenis af van de opstanding van de Heere Jezus;
en er was grote genade over hen allen.
Handelingen 4:33

Petrus:
Als de Heere Jezus niet was opgestaan,
waren wij als teleurgestelde mannen zonder hoop terug naar ons vroegere leven gegaan.
Maar de Heere Jezus ís opgestaan, Hij leeft!
Hij is onze Redder en Koning.
We gunnen alle mensen dat ze Hem leren kennen zoals Hij is
en hun hart aan Hem geven.

Vraag de Heere om de leiding van Zijn Geest
en liefde voor Hem en je naaste, om óók krachtig van Jezus te kunnen getuigen.

Petrus:
In de eerste gemeente deelde iedereen alles met elkaar,
zodat niemand gebrek leed.
Ook Ananias en Saffira verkochten grond
en gaven een deel van de opbrengst voor de gemeente,
maar ze deden alsof ze álles gaven.

Ik zei:
Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld,
zodat u gelogen hebt tegen de Heilige Geest
en een deel achtergehouden hebt van de opbrengst van het stuk grond?
(…) Waarom toch hebt u deze daad in uw hart voorgenomen?
U hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God.
Handelingen 5:3-4

Goede daden met een foute motivatie zijn zonde!
Weet dat je God niet kunt bedriegen.

Petrus:
Ik bracht het bedrog van Ananias aan het licht
en zei dat hij niet tegen mensen, maar tegen God gelogen had.

Toen Ananias deze woorden hoorde, viel hij neer en gaf de geest.
En er ontstond grote vrees bij allen die dit hoorden.
Handelingen 5:5

Je kunt God niet bedriegen.
Hij weet of je werkelijk christen bent of schijnheilig.
Als jij je zonden belijdt
en gelooft dat de Heere Jezus voor jou de straf gedragen heeft, ben je gered!
Maar als jij je zonden verbergt, val je onder Gods oordeel over de zonde …
Dat is de dood, de eeuwigheid zonder God, die vreeswekkend is!

Petrus:
De geschiedenis van Ananias en Saffira laat zien dat zondigen niet goedkoop is.
Ze moesten hun leugen tegen God en de gemeente met de dood betalen.
Het greep iedereen die ervan hoorde aan.
Want wie van ons is zonder zonde en verdient het niet te sterven?
De Heere Jezus!
Maar juist Hij nam onze zonden op Zich;
Hij droeg onze straf, Hij stierf onze dood om ons te redden …
En daarom:

Mijn zonde maakte ik U bekend,
mijn ongerechtigheid bedekte ik niet.
Ik zei: Ik zal mijn overtredingen belijden voor de HEERE.
En Ú vergaf mijn ongerechtigheid, mijn zonde.
Psalm 32:5

Petrus:
Nadat Ananias was begraven, kwam zijn vrouw Saffira bij ons.
Zij wist niet wat er was gebeurd.
Ik gaf haar een kans om eerlijk te zijn,
maar ook zij loog over de opbrengst van het land dat ze hadden verkocht.

Ik zei tegen haar:
Waarom toch hebt u met elkaar afgesproken de Geest van de Heere te verzoeken?
Zie, de voeten van hen die uw man begraven hebben, zijn voor de deur
en zullen u ook uitdragen.
Handelingen 5:9

Ananias en Saffira hadden elkaar gesteund in de zonde.
De gevolgen waren vreselijk.
Leer ervan en wijs elkaar terecht als dat nodig is.

(…) en zij waren allen eensgezind bijeen (…).
Handelingen 5:12

Johannes:
Er waren onder ons heus wel conflicten geweest.
Bijvoorbeeld over de vraag wie van ons de belangrijkste was.
Maar daarmee hielden we ons nu niet meer bezig.
Nu was er die eenheid waar de Heere Jezus om gebeden had.
Hoe verschillend we ook waren, we waren toch eensgezind.
We deelden hetzelfde geloof in de Heere Jezus, onze Verlosser,
we hadden hetzelfde verlangen om te leven naar Gods wil
en Jezus te volgen,
we wilden allemaal meewerken aan de opbouw van de gemeente.

Zoek bij andere christenen naar wat jullie samenbindt
en wees eensgezind.