Handelingen 14:26

En daarvandaan voeren zij naar Antiochië,
waar zij aan de genade van God opgedragen waren
voor het werk dat zij volbracht hadden.

Paulus:
Barnabas en ik hadden een rondreis gemaakt
om het Evangelie te verkondigen.
Er waren verschillende nieuwe gemeentes gesticht.
Op de terugweg kwamen we opnieuw in Antiochië.
Daar waren we van tevoren aan God opgedragen.
Want van Gods genade en Zijn zegen zijn we allemaal afhankelijk.
Nu konden we vertellen wat er allemaal gebeurd was.

Het is belangrijk dat je als gemeente meeleeft met zendelingen;
dat je ze opdraagt aan de genade van God en bidt voor hun werk.

Handelingen 14:27

Toen zij daar aangekomen waren, riepen zij de gemeente bijeen
en deden er verslag van wat voor grote dingen God met hen gedaan had,
en dat Hij voor de heidenen de deur van het geloof geopend had.

Paulus:
Het is goed om concreet te benoemen wat God heeft gedaan.
Houd dat niet voor jezelf.
Als je van Gods grote daden getuigt, is dat bemoedigend voor anderen,
maar ook je eigen geloof wordt erdoor versterkt.
Het geeft blijdschap
en moed om verder te gaan als volgeling van de Heere Jezus.

Heeft de Heere ooit een deur voor jou geopend?
Wat gebeurde er?

Handelingen 15:1, 10-11

En enigen … leerden de broeders:
Als u niet besneden wordt volgens het gebruik van Mozes,
kunt u niet zalig worden.
…
Welnu dan, waarom verzoekt u God
door een juk op de hals van de discipelen te leggen
dat onze vaderen en ook wij niet hebben kunnen dragen?
Maar wij geloven door de genade van de Heere Jezus Christus
op dezelfde wijze zalig te worden als ook zij.

Paulus:
Mensen willen graag alles zelf doen, óók zalig worden.
Besnijdenis is nodig…, regeltje zus…, regeltje zo…
Helemaal fout!
Je hebt alleen de Heere Jezus nodig.
Geloof in Gods genade, in Jezus ons bewezen.

Handelingen 15:8-9

En God, de Kenner van de harten,
heeft getuigenis aan hen gegeven
door hun de Heilige Geest te geven, evenals aan ons;
en Hij heeft geen onderscheid gemaakt tussen ons en hen,
en heeft hun hart door het geloof gereinigd.

Paulus:
In mijn tijd werd er onderscheid gemaakt
tussen christenen uit de Joden en christenen uit de heidenen.
Maar God heeft de Heilige Geest gegeven
aan zowel Joodse als heidense gelovigen.
Hij maakt daarin geen onderscheid.

Tweeduizend jaar later zijn er veel verschillende kerken,
christenen uit allerlei volken.
Maak geen onderscheid,
maar kijk naar de Reiniger van harten, Die ons samenbindt!

Handelingen 15:32-33

Judas nu en Silas, die ook zelf profeten waren,
bemoedigden de broeders met veel woorden en sterkten hen.
En nadat zij daar een tijd gebleven waren,
lieten de broeders hen met vrede teruggaan naar de apostelen.

Paulus:
Waarover praat je als gelovigen onderling met elkaar?
Natuurlijk mag je over koetjes en kalfjes praten.
Maar als het over geloofszaken gaat,
hoe vaak wordt er dan kritisch gesproken over de predikant
en de gang van zaken in de gemeente?
Hoe vaak wordt er geroddeld over mede-gelovigen?

Wanneer heb je voor het laatst iemand bemoedigd en gesterkt?
Hoe kun je bijdragen aan onderlinge vrede?

Handelingen 15:39

Lukas:
Paulus en Barnabas waren beide gelovige mannen,
ze lieten zich leiden door de Heilige Geest.
Toch kregen ze een verschil van mening.
Barnabas wilde Johannes Markus meenemen
als ze langs de verschillende gemeenten gingen,
maar Paulus was het daarmee niet eens,
omdat Johannes Markus eerder de reis met hen had afgebroken.

Er ontstond daarom verbittering, zodat zij uit elkaar gingen …

Paulus en Barnabas kregen helaas onenigheid.
Wees daarom niet verbaasd als zoiets jou overkomt,
een conflict met een broeder of zuster in het geloof.
Hoe ga je daarmee om?
Is het een optie om (tijdelijk) afstand van elkaar te nemen?

. Handelingen 16:3

Paulus wilde dat Timotheüs met hem mee zou gaan;
en hij … besneed hem omwille van de Joden die in die plaatsen woonden,
want zij wisten allen dat zijn vader een Griek was.

Paulus:
Besnijdenis is niet nodig om door God aanvaard te worden.
Daarvoor is alleen nodig dat je in de Heere Jezus gelooft,
Hem kent als je Redder.
Maar om het Evangelie onder de Joden te kunnen verkondigen,
om voor hen geloofwaardig te zijn, is Timotheüs besneden.

Wat doe jij om aansluiting te zoeken
met degene aan wie je de blijde boodschap wilt doorgeven?
Hoever kan/mag je daarin gaan?

. Handelingen 16:6

En nadat zij door Frygië en het land van Galatië gereisd waren,
werden zij door de Heilige Geest verhinderd het Woord in Asia te spreken.

Paulus:
Wij hadden bepaalde reisplannen,
maar de Heilige Geest maakte ons duidelijk waar we niet heen moesten.
De reden waarom kenden wij niet, maar we gaven gehoor aan Zijn leiding,
in het vertrouwen dat de Heere precies weet waarheen wij moeten gaan
en wat we moeten doen.

Gods redenen zijn ons niet altijd bekend, maar Hij maakt geen fouten.
Leg daarom je plannen aan Hem voor,
en bid om duidelijkheid of ze passen in Gods plan.

Handelingen 16:9

En Paulus kreeg ‘s nachts een visioen te zien:
er stond een Macedonische man, die hem dringend vroeg:
Kom over naar Macedonië en help ons!

Paulus:
De Heere liet ons weten waar we niet heen moesten …
maar waar wilde Hij ons dan wél hebben?
Dat maakte Hij duidelijk door een visioen.
We moesten naar Macedonië om daar het Evangelie te verkondigen.

Misschien heb je een verlangen om te werken in Gods Koninkrijk.
Daarin wil de Heere je leiden.
Vraag Hem je duidelijk te maken wat Hij van jou vraagt.
Verwacht niet direct een visioen;
de Heere werkt op allerlei manieren.

Handelingen 16:13

En op de dag van de sabbat gingen wij de stad uit,
de rivier langs, waar het gebed gewoonlijk plaatsvond;
en nadat wij daar waren gaan zitten,
spraken wij tot de vrouwen die er samengekomen waren.

Paulus:
In Filippi vonden we geen synagoge,
maar dit betekent niet dat gelovigen niet samenkwamen.
Op de rustdag zochten gelovige vrouwen elkaar op om samen te bidden.
Aan hen brachten we het Evangelie.

Als gelovige heb je mede-gelovigen nodig.
Want waar de gemeente samenkomt, daar is God aanwezig
en wordt je geloof opgebouwd.
Daar mag jij ook zelf anderen bemoedigen en versterken in het geloof.

Handelingen 16:14

En een zekere vrouw, van wie de naam Lydia was,
een purperverkoopster uit de stad Thyatira,
die God diende, luisterde naar ons.
En de Heere opende haar hart,
zodat zij acht gaf op wat door Paulus gesproken werd.

Paulus:
Door de leiding van Gods Geest kon ik de juiste woorden vinden
om anderen te bereiken met het Evangelie.
Tegelijk werkt de Heere ook bij hen die luisteren.
Hij opende Lydia’s hart, zodat mijn woorden haar raakten.

Bid om de leiding van de Heilige Geest voor jezelf,
voor hen die het Evangelie verkondigen
en speciaal ook voor hen die het Evangelie horen.

Handelingen 16:25
En omstreeks middernacht baden Paulus en Silas
en zongen lofzangen voor God.
En de gevangenen luisterden naar hen.

Paulus:
In de Naam van Jezus Christus hadden we een slavin van een waarzeggende geest bevrijd,
Haar meesters waren woest
omdat ze met waarzeggen veel geld voor hen had verdiend,
maar de vrouw zelf betekende niets voor hen.
Wij kregen stokslagen en werden in de gevangenis gegooid.
Daar baden we en zongen we lofzangen voor God,
want wat er ook gebeurt, God blijft altijd Dezelfde;
Hij laat Zijn kinderen – zelfs in de gevangenis – niet alleen.

In welke bijzondere omstandigheden heb jij God geëerd?

Handelingen 16:26

Paulus:
Het volgende gebeurde nadat wij gebeden hadden
en lofzangen voor God hadden gezongen:

Er vond plotseling een grote aardbeving plaats,
zodat de fundamenten van de gevangenis bewogen werden;
en onmiddellijk gingen alle deuren open en raakten de boeien van allen los.

De gevangenis schudde op haar fundamenten, maar stortte niet in.
Er waren geen gewonden en doden, maar alleen bevrijde gevangenen.
Hier was God aan het werk.

Gebeden en lofzangen hebben hun uitwerking,
ook in de meest uitzichtloze situaties.
Blijf dus bidden, blijf God eren met je lofzangen
en wees bereid om voor anderen een (deel van) gebedsverhoring te zijn.

. Handelingen 16:27-28

En de cipier, die wakker geworden was
en zag dat de deuren van de gevangenis open waren,
trok een zwaard en zou zichzelf gedood hebben,
omdat hij dacht dat de gevangenen ontvlucht waren.
Paulus riep echter met luide stem:
Doe uzelf geen kwaad, want wij zijn allemaal hier.

Paulus:
Hoewel je dat zou verwachten,
was géén van de gevangenen gevlucht!
Het gebeurde had bij iedereen diep ontzag afgedwongen.
Daardoor kon ik voorkomen dat de cipier zichzelf doodde.

God kan onvoorstelbare wonderen bewerken:
Bevrijde gevangenen die zich vrijwillig aan de cipier overgeven…

Vergelijk: Bevrijd van zonden kom je tot overgave aan God.

Handelingen 16:30-31

Paulus:
Toen hij om licht gevraagd had, sprong de cipier naar binnen.
Hij begon erg te beven, viel voor Silas en mij neer;
en hij bracht ons naar buiten en zei:

Heren, wat moet ik doen om zalig te worden?
En wij zeiden:
Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden,
u en uw huisgenoten.

Door het gebeurde stond de cipier open voor het Evangelie.
Wij mochten hem en zijn huisgenoten – maar ook jou! – verkondigen
dat er redding is door het geloof in de Heere Jezus,
herstel van de relatie met God de Vader en het eeuwige leven!

Handelingen 16:33-34

En hij nam hen in dat nachtelijke uur met zich mee
en waste hun striemen,
en hij werd onmiddellijk gedoopt, en al de zijnen.
En hij bracht hen in zijn huis en richtte voor hen de tafel aan.
En hij verheugde zich
dat hij met al zijn huisgenoten tot geloof in God gekomen was.

Paulus:
Het geloof in de Heere Jezus veranderde de cipier.
Hij werd zorgzaam en liefdevol voor anderen.
Het geloof bracht hem vreugde,
omdat hij en zijn huisgenoten de Heere hadden leren kennen.
Dat gaf hun leven doel en betekenis.

Welk verschil maakt je geloof in jouw leven?

Handelingen 16:37

Paulus:
De magistraten wilden ons in stilte laten vertrekken.
Maar ik zei tegen hen:

‘Zij hebben ons, die Romeinen zijn, onveroordeeld in het openbaar gegeseld
en in de gevangenis geworpen en werpen zij ons daar nu onopgemerkt uit?
Zo gaat dat niet!
Laten zij zelf komen en ons uitgeleide doen.’

We kwamen niet alleen voor onszelf op,
maar het ging ons om de goede Naam van Christus en Zijn gemeente.
Daar mocht geen smet op komen.
Het Evangelie mag niet ‘verdacht’ worden;
de mensen die het horen moeten onbevooroordeeld kunnen luisteren.
Daar streed ik voor.

Strijd je biddend mee met zendelingen?

Handelingen 16:39

En zij kwamen smekend naar hen toe;
en toen zij hen uitgeleide gedaan hadden,
vroegen zij hun de stad te verlaten.

Paulus:
De stadsbestuurders wilden niets van het Evangelie weten.
Ze beseften dat het geloof in de Heere Jezus verandering brengt.
Daar hadden ze totaal geen behoefte aan.
Ze waren heel tevreden met hun leven zoals het was
en wilden geen rekening houden met de Heere.
Ze hadden niet begrepen
dat het leven met Jezus van onschatbare waarde is,
veel kostbaarder dan aardse rijkdom.

Waaraan houd jij vast wat je los zou moeten laten,
omdat het je belemmert Jezus te volgen?

Handelingen 17:2-3

… drie sabbatten lang ging hij met hen in gesprek vanuit de Schriften.
Hij opende die en zette voor hen uiteen
dat de Christus moest lijden en opstaan uit de doden,
en dat deze Jezus de Christus is, Die ik – zo zei hij – u verkondig.

Paulus:
Aan de hand van Gods Woord toonde ik aan dat de Heere Jezus de Messias is,
Gods Zoon, gekomen om voor ons te sterven,
de zonde, duivel en dood te overwinnen
en ieder die in Hem gelooft met God te verzoenen en eeuwig leven te geven.
Dát ontdek je als je regelmatig tijd neemt voor Bijbelstudie.

Handelingen 17:5-6

Maar de Joden die ongehoorzaam waren, werden jaloers
en namen enkele slechte mannen uit het marktvolk apart,
veroorzaakten een oploop en verstoorden de orde in de stad;
en zij … sleepten Jason en enkele broeders voor de bestuurders van de stad
en riepen luid:
‘Deze mensen, die de wereld in rep en roer gebracht hebben,
zijn ook hier gekomen…’

Paulus:
Er zullen altijd mensen zijn die christenen proberen te beschuldigen.
Ze verdraaien de feiten en zetten anderen tegen de gelovigen op.

Geef tegenstanders geen aanleiding om kwaad te spreken over christenen,
maar laat je ook niet tegenhouden om te spreken over Jezus.

Handelingen 17:5-6

Maar de Joden die ongehoorzaam waren, werden jaloers
en namen enkele slechte mannen uit het marktvolk apart,
veroorzaakten een oploop en verstoorden de orde in de stad;
en zij … sleepten Jason en enkele broeders voor de bestuurders van de stad
en riepen luid:
‘Deze mensen, die de wereld in rep en roer gebracht hebben,
zijn ook hier gekomen…’

Paulus:
Er zullen altijd mensen zijn die christenen proberen te beschuldigen.
Ze verdraaien de feiten en zetten anderen tegen de gelovigen op.

Geef tegenstanders geen aanleiding om kwaad te spreken over christenen,
maar laat je ook niet tegenhouden om te spreken over Jezus.

Handelingen 17:6, 7 en 9

Maar toen zij hen (Paulus en Silas) niet vonden,
sleepten zij Jason en enkele broeders voor de bestuurders van de stad …
en Jason heeft hen in huis genomen …
Maar toen zij van Jason en de anderen een borgsom ontvangen hadden,
lieten zij hen gaan.

Lukas:
Jason had door Paulus en Silas de Heere Jezus leren kennen.
Hij was volkomen aan zijn Redder toegewijd.
Daarom nam hij het risico ‘de oproerkraaiers’ Paulus en Silas in huis te nemen,
hij werd voor de rechter gesleept
én hij betaalde de borgsom voor hun vrijlating.

Leer van Jasons toewijding aan de Heere en Zijn boodschappers.

Handelingen 17:10

En meteen stuurden de broeders Paulus en Silas ‘s nachts weg naar Berea.
Die gingen, toen zij daar gekomen waren, naar de synagoge van de Joden.

Lukas:
In Thessalonica waren Paulus en Silas op veel verzet gestuit.
De gelovigen daar vonden het verstandiger dat ze zouden vertrekken.
Voor de veiligheid van Paulus en Silas,
maar ook voor de verkondiging van het Evangelie.
Want Paulus en Silas hielden voortaan niet hun mond;
in Berea zochten ze opnieuw aansluiting.

Hoe de verspreiding van het Evangelie ook wordt tegengewerkt,
het is niet te stoppen.
God Zelf zorgt ervoor dat de Blijde Boodschap wordt verkondigd.

Handelingen 17:11-12

… want zij ontvingen het Woord met grote bereidwilligheid
en onderzochten dagelijks de Schriften om te zien of die dingen zo waren.
Velen dan van hen geloofden …

Lukas:
In Berea werden Paulus en Silas heel anders ontvangen dan in Thessalonica.
De Joden daar luisterden echt en stonden open voor het Evangelie.
Ze namen het niet klakkeloos aan, maar onderzochten Gods Woord.
Zo ontdekten ze dat de Heere Jezus de vervulling is van Gods beloften
en velen kwamen tot geloof!

Als jij je hart voor de Heere openstelt en je verdiept in de Bijbel,
dan geef je het geloof kans om te groeien.

Handelingen 17:18

Lukas:
Paulus was verder gereisd naar Athene,
waar veel wijsgeren woonden
en iedereen graag hoorde van nieuwe dingen.

En sommigen zeiden:
‘Wat zou deze praatjesmaker toch willen zeggen?’
Maar anderen zeiden:
‘Hij schijnt een verkondiger te zijn van vreemde goden’,
want hij verkondigde hun Jezus en de opstanding.

Nieuwsgierigheid van een ander is een buitenkansje,
een gelegenheid om te getuigen.
Zelfs wanneer je als een praatjesmaker wordt beschouwd,
of als één of andere godsdienstige gekkie,
geeft een spottende vraag je de kans
om te vertellen wat je gelooft,
te spreken over Jezus, Zijn opstanding
en hoopvol leven door en met Hem.

Handelingen 17:22-23

En Paulus, die midden op de Areopagus stond, zei:
‘Mannen van Athene!
Ik merk dat u in alle opzichten zeer godsdienstig bent.
Want toen ik de stad doorging en uw heiligdommen bekeek,
trof ik ook een altaar aan waarop het opschrift stond:
AAN EEN ONBEKENDE GOD.
Deze dan, Die u dient zonder dat u Hem kent, verkondig ik u.’

Lukas:
Paulus heeft ontdekt dat in Athene alle mogelijke goden worden gediend.
Handig gebruikt hij het altaar aan de onbekende god als opstapje
om te vertellen Wie de Heere is.

Haak aan bij iemands belangstelling als je wilt getuigen van je geloof.

Handelingen 17:24-25

De God Die de wereld gemaakt heeft en alles wat daarin is,
Deze, Die een Heere van de hemel en van de aarde is,
woont niet in tempels die met handen gemaakt zijn.
Hij wordt ook door mensenhanden niet gediend alsof Hij iets nodig heeft,
omdat Hij Zelf aan allen het leven, de adem en alle dingen geeft.

Lukas:
Wat Paulus de Atheners leerde, is een les voor ons allemaal.
Denk niet dat jij God op één of andere manier moet helpen.
Hij is onze Schepper, de Almachtige.
Wij zijn afhankelijk van Hem, Die ons het leven geeft
en niet andersom!

Handelingen 17:26a, 27

En Hij maakte uit één bloed heel het menselijke geslacht
om op heel de aardbodem te wonen …
opdat zij de Heere zouden zoeken,
of zij Hem misschien al tastend zouden mogen vinden,
hoewel Hij niet ver is van ieder van ons.

Paulus:
De Heere heeft ons mensen gemaakt
omdat Hij wil dat we mét Hem leven.
Het begon zo goed, maar wij zijn van God afgeweken.
Tóch is er hoop, want Hij is niet ver van ons weg!
Zoek de Heere,
dan zal je Hem vinden,
omdat Hij wil dat jij Hem vindt,
zodat je in Hem je ware bestemming ontdekt.