TussenWoordje december

TW-INL

Handelingen

zondag 1 december

En terwijl zij onderweg waren, kwamen zij bij een water.
En de kamerheer zei: ‘Kijk, daar is water; wat verhindert mij gedoopt te worden?’
En Filippus zei: ‘Als u met heel uw hart gelooft, is het geoorloofd.’
En hij antwoordde en zei: ‘Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is.’

Handelingen 8:36-37

Filippus:
Eenvoudig geloof in de Heere Jezus als Zoon van God is wat God van ons vraagt.
Door Hem aan te nemen als je Heere en Redder word je een kind van God.
Leg dus maar gewoon je hand in Zijn handen, en zeg maar ‘amen’ op Zijn Woord.

maandag 2 december

En hij liet de wagen stilhouden, en zij daalden beiden af in het water, zowel Filippus als de kamerheer, en hij doopte hem.
En toen zij uit het water opgekomen waren, nam de Geest van de Heere Filippus weg; en de kamerheer (…) vervolgde zijn weg met blijdschap.

Handelingen 8:38-39

Filippus:
Met de doop bevestigt God dat Hij je hemelse Vader wil zijn, dat de Heere Jezus voor jouw zonden gestorven is, en de dood heeft overwonnen, en dat de Heilige Geest je het geloof geeft en versterkt en jou wil leiden in je leven met de Heere.
Vult dat jou ook met blijdschap?

dinsdag 3 december

Paulus:
Ik zou de volgelingen van Jezus in Damascus opsporen, arresteren en geboeid naar Jeruzalem brengen.
Onderweg was er plotseling een licht uit de hemel dat me bescheen.
Ik viel op de grond en hoorde een stem zeggen:

‘Saul, Saul, waarom vervolgt u Mij?’
En ik zei: ‘Wie bent U, Heere?’
En de Heere zei: ‘Ik ben Jezus, Die u vervolgt (…).’

Handelingen 9:4-5

Wat een wonder dat Hij mij niet uitschakelde om Zijn volgelingen tegen mij te beschermen.
In plaats daarvan maakte Hij Zichzelf aan mij bekend.
En ik kon niets meer tegen Hem inbrengen.

Als je Jezus leert kennen, ontwapent Hij je.

woensdag 4 december

Paulus:
Door deze wonderlijke ontmoeting met Jezus begreep ik dat Hij de Zoon van God, de Messias, is.
Dat maakte een eind aan mijn plan Zijn volgelingen te arresteren.
Maar hoe moest ik nu verder?
Ik zei, bevend en verbaasd:

‘Heere, wat wilt U dat ik doen zal?’
En de Heere zei tegen mij: ‘Sta op en ga de stad in en daar zal u gezegd worden wat u moet doen.’

Handelingen 9:6

Misschien krijg jij niet zo’n concreet antwoord als je aan God vraagt wat je moet doen, maar als je doet wat Jezus (in de Bijbel) zegt, doe je het goede.

donderdag 5 december

En Saulus stond op van de grond; en toen hij zijn ogen opendeed, zag hij niemand.
En zij leidden hem bij de hand en brachten hem naar Damascus.
En gedurende drie dagen kon hij niet zien, en at en dronk hij niet.

Handelingen 9:8-9

Paulus:
De Heere had me stilgezet.
Door mijn plotselinge blindheid kon ik niet veel anders dan nadenken.
Over hoe ik me tegen Jezus, de Redder van de wereld, had verzet.
En hoe Hij me tegemoet gekomen is, ondanks mijn haat en geweld.

Als God je stilzet, neem dan de tijd om door Zijn ogen naar je leven te kijken.

vrijdag 6 december

En de Heere zei tegen Ananias:

‘Sta op en (…) vraag in het huis van Judas naar iemand van wie de naam Saulus is (…), want zie, hij bidt (…).’

Handelingen 9:11

Paulus:
Ik was drie dagen aan het vasten en bidden.
Dat was het grote verschil met voorheen.
Toen bedacht ik zelf wat goed en kwaad was en deed ik wat ík nodig vond.
Nu richtte ik me tot de Heere en wilde ik van Hem weten wat goed is in Zijn ogen.

Loop niet hard voor God uit, maar neem de tijd om te bidden.
Vraag de Heere wat jij voor Hem mag doen.

zaterdag 7 december

Ananias:
In een visioen zei de Heere dat ik naar Saulus moest gaan en hem de handen opleggen, zodat hij weer zou kunnen zien.
Maar ik sprak mijn twijfels daarover uit:

‘Heere, ik heb van velen over deze man gehoord hoeveel kwaad hij Uw heiligen in Jeruzalem gedaan heeft; en hij heeft hier volmacht van de overpriesters om allen gevangen te nemen die Uw Naam aanroepen.’

Handelingen 9:13-14

Als je vragen en twijfels hebt, houd deze dan niet voor jezelf, maar leg ze aan God voor. Dan kan Hij je helpen op Hem te vertrouwen en te doen wat Hij van je vraagt.

zondag 8 december

Ananias:
Ik had er bezwaren tegen om Saulus de hand op te leggen. Maar de Heere zei tegen mij:

‘Ga, want deze is voor Mij een uitverkoren instrument om Mijn Naam te brengen naar de heidenen en de koningen en de Israëlieten.’

Handelingen 9:15

In mijn geval legde de Heere aan mij uit waarom ik deze taak moest uitvoeren, maar als God je een opdracht geeft die je niet begrijpt, vertrouw Hem dan toch, want Hij weet wat Hij doet.
Wanneer je Hem gehoorzaamt, kan Hij jou als een instrument in Zijn handen gebruiken voor de opbouw van Zijn Koninkrijk en tot zegen van je naaste.

maandag 9 december

Ananias ging het huis binnen; en na hem de handen opgelegd te hebben, zei hij: ‘Saul, broeder, de Heere heeft mij gezonden, namelijk Jezus, Die u verschenen is op de weg waarlangs u gekomen bent, opdat u weer ziende zou worden en met de Heilige Geest vervuld zou worden.’
En meteen vielen hem als het ware schellen van de ogen, en onmiddellijk werd hij weer ziende, en hij stond op en werd gedoopt.

Handelingen 9:17-18

Ananias:
Er zijn nog zo veel mensen ziende blind.
Hoe is dat bij jou?
De Heere wil je ogen openen, zodat je Jezus leert kennen zoals Hij is.

dinsdag 10 december

En toen hij voedsel genomen had, sterkte hij aan.
En Saulus verbleef enige dagen bij de discipelen in Damascus.

Handelingen 9:19

Ananias:
Na drie dagen vasten was Saulus verzwakt.
Dus het was tijd om te eten.
Als volgeling van de Heere Jezus ben je niet alleen bezig met het geestelijk leven, maar moet je ook goed voor je lichaam zorgen.

De dagen die Saulus bij de discipelen in Damascus doorbracht, had hij nodig om meer te leren over de Heere Jezus en de gemeente te leren kennen.

Je hebt zowel lichamelijk als geestelijk voedsel nodig, maar ook de omgang met mede-gelovigen is onmisbaar.

woensdag 11 december

En meteen predikte hij Christus in de synagogen, dat Hij de Zoon van God is.

Handelingen 9:20

Saulus:
Ik had me net zo lang tegen Jezus en Zijn volgelingen verzet, totdat Hij Zich persoonlijk aan mij had bekend gemaakt.
Vanaf dat moment wilde ik dat ook anderen Hem leerden kennen.
Iedereen die de Messias verwachtte, moest weten dat Jezus de Messias is, de Zoon van God, gekomen om ons te redden.

Het is geweldig als jij een persoonlijke relatie met de Heere Jezus hebt, maar Hij wil dat alle mensen Hem leren kennen.
Daarin heeft elke christen, dus ook jij, een taak.

donderdag 12 december

Toen Saulus nu in Jeruzalem gekomen was, probeerde hij zich bij de discipelen aan te sluiten, maar zij waren allen bevreesd voor hem, want zij geloofden niet dat hij een discipel was.

Handelingen 9:26

Saulus:
Omdat ik verkondigde dat Jezus de Zoon van God is, werd ik in Damascus met de dood bedreigd en moest ik vluchten.
Maar vanwege mijn verleden als vervolger van de gemeente hadden de gelovigen in Jeruzalem geen vertrouwen in mij.

Ook binnen de christelijke gemeente kan het soms moeilijk zijn je eigen plekje te vinden.
Dat is teleurstellend, maar bij de Heere is er zeker plaats voor jou!

vrijdag 13 december

Maar Barnabas nam hem onder zijn hoede, bracht hem naar de apostelen en vertelde hun hoe hij onderweg de Heere gezien had, dat Hij tot hem gesproken had en hoe hij in Damascus vrijmoedig gesproken had in de Naam van Jezus.

Handelingen 9:27

Barnabas:
Ik wist dat de bekering van Saulus echt was en dat hij geen gevaar meer was voor de volgelingen van Jezus.
Daarom kwam ik voor hem op en vertelde ik dat we hem konden vertrouwen.

Als jij iemand kan helpen om door mede-gelovigen geaccepteerd te worden, doe dat dan, want in de kerk laat je toch niemand links liggen?

zaterdag 14 december

Petrus:
In Lydda ontmoette ik Eneas, die al acht jaar verlamd op bed had gelegen.
Ik zei tegen hem:

‘Eneas, Jezus Christus maakt u gezond; sta op en maak voor uzelf uw bed op!’
En hij stond meteen op.
En allen die in Lydda en Sarona woonden, zagen hem en bekeerden zich tot de Heere.

Handelingen 9:34-35

De genezing van Eneas was een indrukwekkend wonder, het was het ingrijpen van God.
Maar het feit dat al die mensen tot geloof kwamen, is een nog groter wonder, want geloven doe je niet uit jezelf, dat is het werk van de Heere in jouw hart.

zondag 15 december

En er was in Joppe een zekere discipelin van wie de naam Tabitha was, wat vertaald Dorkas betekent.
Deze was overvloedig in goede werken, en in liefdegaven die zij schonk.

Handelingen 9:36

Petrus:
Je noemt je misschien ‘christen’, een discipel of volgeling van de Heere Jezus, maar wat laat je – door je manier van leven – van Christus zien?
Voor ons was Dorkas een voorbeeld.
Zij maakte kleren voor weduwen en gaf hen wat ze nodig hadden.
Ze hielp haar medemens zoveel ze kon.
Niet omdat het moest, maar uit liefde voor God en haar naaste.

Hoe kun jij het voorbeeld van Dorkas volgen?

maandag 16 december

Petrus:
Dorkas werd ziek en stierf.
Dat gaf veel verdriet, maar geen wanhoop.
Ik werd opgehaald.
Daar aangekomen, stuurde ik iedereen naar buiten, knielde neer en bad.
Vervolgens keerde ik me naar het lichaam en zei:

‘Tabitha, sta op!’

Handelingen 9:40-41a

En zij deed haar ogen open en zodra zij me zag, ging zij overeind zitten.
En ik gaf haar de hand en hielp haar opstaan.

Ieder van ons zal eens sterven.
Maar daarmee is niet alles gezegd.
Er is hoop, want de Heere Jezus heeft de dood overwonnen!
Ieder die in Hem gelooft zal bij Zijn terugkomst worden opgewekt en eeuwig leven hebben!

dinsdag 17 december

Petrus:
Ik had me teruggetrokken om te bidden.
Toen ik honger kreeg, zag ik in een visioen een groot laken vol met dieren.

En er kwam een stem tot me: Sta op, Petrus, slacht en eet!
Maar ik zei: Beslist niet, Heere, want ik heb nooit iets gegeten wat onheilig of onrein is.

Handelingen 10:13-14

Het was me niet direct duidelijk wat er van me werd verwacht, maar ik kende Gods geboden en wist dat ik geen onreine dieren mocht eten.
Dus ging ik in gesprek met de Heere, totdat ik Zijn bedoeling zou begrijpen.

Bid om duidelijkheid, voor je in actie komt.

woensdag 18 december

Petrus:
Ik had in antwoord op het visioen tegen de Heere gezegd dat ik geen onreine dieren zou eten.

En er kwam opnieuw, voor de tweede keer, een stem tot hem: Wat God gereinigd heeft, mag u niet voor onheilig houden!

Handelingen 10:15

Toen ik direct daarna ontboden werd bij een Romeinse hoofdman, een heiden, maakte Gods Geest me duidelijk wat het visioen betekende.
Het Evangelie was óók voor heidenen, mensen die voor ons Joden onheilig, onrein, waren.

Heb jij je oordeel over andere mensen al klaar?
Vergeet niet dat je zelf leeft van Gods vergeving en Zijn genade.
Gun het ook anderen.

donderdag 19 december

En dit gebeurde tot driemaal toe; en het voorwerp werd weer opgenomen in de hemel.

Handelingen 10:16

Petrus:
De Heere liet me driemaal hetzelfde zien.
Als om te onderstrepen wat Hij me duidelijk wilde maken.
Om me te zeggen dat het erg belangrijk was.
Zo lees je door de hele Bijbel heen herhalingen van Gods boodschap aan ons.
Daarmee bevestigt Hij ons dat het waar en zeker is, én dat het Hem ernst is.
Denk niet bij een herhaling: ‘nu weet ik het wel’, maar laat je geloof erdoor versterkt worden en vraag je af wat de Heere er jou mee wil zeggen.

vrijdag 20 december

Petrus:
Terwijl ik me afvroeg wat het visioen kon betekenen, zei Gods Geest tegen me:

Zie, drie mannen zoeken u; sta daarom op, ga naar beneden en reis met hen mee.
Twijfel niet, want Ik heb hen gestuurd.

Handelingen 10:19-20

De Heere nam alle twijfel bij me weg.
Ook al druiste het in tegen alles wat ik geleerd had, ik zou gehoorzaam Gods wil doen.

Soms kan de Heere iets van je vragen wat moeilijk voor je is, omdat het ingaat tegen de traditie of wat mensen van je verwachten.
Bid dan of God je door Zijn Geest en Woord duidelijkheid wil geven.

zaterdag 21 december

Petrus:
Ik vroeg de mannen die God gestuurd had, waarom ze gekomen waren.

En zij zeiden: Cornelius, een hoofdman over honderd, een rechtvaardig man, die God vreest en van wie heel het volk van de Joden een goed getuigenis geeft, is door een aanwijzing van God aangespoord door een heilige engel om u naar zijn huis te ontbieden om van u woorden van zaligheid te horen.

Handelingen 10:22

Nu begreep ik dat God wilde dat het Evangelie ook aan heidenen wordt verkondigd.
Ik mocht Cornelius vertellen dat de Heere Jezus zijn Redder wil zijn.

Jood of heiden, deze blijde boodschap is voor jou!

zondag 22 december

Petrus:
De mannen bleven een nacht logeren en de volgende dag gingen een paar broeders uit Joppe en ik met hen mee.

En de volgende dag kwamen wij in Caesarea aan.
En Cornelius verwachtte ons en had zijn familieleden en beste vrienden bijeengeroepen.

Handelingen 10:24

Goed nieuws houd je niet voor jezelf.
Dat wil je wel van de daken schreeuwen.
In elk geval wil je er je familie en vrienden bij betrekken.

Voor elk mens geldt dat het beste nieuws is dat God redt, door Jezus, Zijn geliefde Zoon.
Wie wil jij meenemen in je geloof, in je relatie met de Heere Jezus?

maandag 23 december

En het gebeurde, toen Petrus naar binnen ging, dat Cornelius hem tegemoetkwam, aan zijn voeten viel en hem aanbad.
Maar Petrus richtte hem op en zei: Sta op, ik ben zelf ook maar een mens.

Handelingen 10:25-26

Petrus:
Het gevaar is dat mensen die leidinggeven in de kerk, te belangrijk worden gevonden.
Ik heb van de Heere Jezus geleerd dat ik Hem en de gemeente mag dienen.
De Heere wil mij gebruiken als instrument in Zijn hand om anderen te bereiken.

Welke taak je ook mag vervullen, geef God alle eer en wees dankbaar dat je van Hem mag meewerken in Zijn Koninkrijk.

dinsdag 24 december

Cornelius:
Ik zei tegen Petrus:

Vier dagen geleden had ik tot dit uur toe gevast, en op het negende uur bad ik in mijn huis.
En zie, er stond een man in blinkende kleding voor mij en die zei: Cornelius, uw gebed is verhoord en uw liefdegaven zijn bij God in gedachtenis gekomen.

Handelingen 10:30-31

Laat je hierdoor aanmoedigen om standvastig te zijn, je tot God te blijven richten en te blijven bidden.
Hoewel jij misschien niet merkt dat jouw gebeden iets uitmaken, kan de Heere al bezig zijn ze te verhoren.
Blijf jij ondertussen trouw aan God, blijf geloven, hopen en liefhebben.

woensdag 25 december

Petrus:
Nadat Cornelius had verteld hoe God zijn gebeden had verhoord, zei ik:

Ik zie nu in waarheid in dat God niet iemand om de persoon aanneemt (…).

Handelingen 10:34

Als je nagaat dat Cornelius een heiden was …
En dan ook nog een Romeins legeroverste, dus een van onze overheersers, dan begrijp je dat ik niet uit mezelf naar hem toe zou zijn gegaan.
Maar de Heere vraagt niet naar iemands afkomst of carrière; Hij kijkt naar het hart.
Wie zijn wij dan om vooroordelen te hebben, nog voor we iemand kennen?
Als God jou in genade aanneemt, wees dan ook genadig voor anderen.

donderdag 26 december

Petrus:
De Heere kijkt niet naar je afkomst of carrière …
Voor Hem maakt het niet uit of anderen je belangrijk vinden of niet,

(…) maar in ieder volk is degene die Hem vreest en gerechtigheid doet, Hem welgevallig.

Handelingen 10:35

God had gezien dat Cornelius Hem in alle ernst wilde dienen.
Het ontzag voor de Heere werd ook zichtbaar in zijn daden, de manier waarop hij met zijn naaste omging.
Dat was hoe de Heere het graag ziet!

Dat is wat Hij ook van jou als christen verwacht: dat je goed naar Hem luistert en eerlijk en rechtvaardig leeft, met hart voor je medemens.

vrijdag 27 december

Petrus:
Blijkbaar had Cornelius geen vrede gevonden bij de vele Romeinse goden.
Toen hij gelegerd was in Israël, had hij de enige ware God leren kennen.
Nu mocht ik hem vertellen hoe hij vrede met God kon ontvangen:

Dit is het woord dat Hij gezonden heeft tot de Israëlieten, waardoor Hij vrede verkondigt door Jezus Christus; Deze is de Heere van allen.

Handelingen 10:36

Ervaar je ook onrust in je hart?
Ben je op zoek naar rust en vrede?
Jezus Christus is de sleutel; Hij kan je zonden vergeven en je met God verzoenen.
Geloof in Hem en je zult ware vrede kennen.

zaterdag 28 december

Petrus:
Ik getuigde van wat ik met Jezus had meegemaakt:

(…) hoe God Jezus van Nazareth gezalfd heeft met de Heilige Geest en met kracht en hoe Hij het land doorgegaan is, terwijl Hij goeddeed en allen die door de duivel overweldigd waren, genas, want God was met Hem.

Handelingen 10:38

Ik heb samen met de andere discipelen Jezus gevolgd, al het goede wat Hij deed gezien, gehoord wat Hij verkondigde over het leven met God en meegemaakt dat Hij de duivel overwon …
Alles bewees dat Hij de door God gezalfde Redder van de wereld is, mijn Redder, Die ook jouw Redder wil zijn.

zondag 29 december

Petrus:

En wij zijn getuigen (…).
Ze hebben Hem gedood door Hem aan een hout te hangen.
Deze heeft God opgewekt op de derde dag (…).

Handelingen 10:39-41

De kruisdood en opstanding van Jezus zijn cruciaal!
Hierom draait het hele Evangelie en dat is ook de reden dat alle apostelen het blijven herhalen.
Door Jezus’ kruisdood is er vergeving van zonden, door Jezus’ opstanding is er eeuwig leven.
God wil ook jou vergeving en eeuwig leven schenken.
Je kunt het ontvangen door in Jezus te geloven en verwonderd tegen Hem te zeggen: ‘Dank U Heere Jezus, dat U ook voor mij stierf en bent opgestaan!’

maandag 30 december

Petrus:

En wij zijn getuigen van alles wat Hij gedaan heeft, zowel in het Joodse land als in Jeruzalem.
Ze hebben Hem gedood door Hem aan een hout te hangen.
Deze heeft God opgewekt op de derde dag en Hij heeft gegeven dat Hij zou verschijnen (…) aan de getuigen die door God tevoren verkozen waren, aan ons namelijk, die met Hem gegeten en gedronken hebben, nadat Hij uit de doden opgestaan was.

Handelingen 10:39-41

Wij zijn getuigen van Jezus’ leven, Zijn woorden en daden, Zijn dood en opstanding.
Ons getuigenis is betrouwbaar.
En ik hoop dat jij hierdoor in Jezus gaat geloven.

dinsdag 31 december

Petrus:
En Hij heeft ons bevolen tot het volk te prediken en te getuigen dat Hij Degene is Die door God aangesteld is tot een Rechter over levenden en doden.
Van Hem getuigen al de profeten dat ieder die in Hem gelooft, vergeving van zonden ontvangen zal door Zijn Naam.

Handelingen 10:42-43

De Heere Jezus, Die door God als Rechter over ons is aangesteld, oordeelt rechtvaardig en zal over elk mens moeten zeggen: ‘Schuldig!’
Maar Hij nam Zélf onze straf op Zich; Hij stierf aan het kruis voor onze zonden om jou en mij te kunnen vrijspreken.
Zo is Jezus Rechter én Redder!