• Gepubliceerd door
  • Vrouw tot Vrouw
  • Gepubliceerd op
  • 26 november 2021

Investeren in je kind heeft eeuwigheidswaarde 

Tekst Annelies van der Linde-van Zuthem/ Foto’s Elsbeth ten Brinke 

Verlangen, verwachten, wie doet dat meer dan een zwangere? Is dat anders voor wie een zevende kind verwacht dan voor wie voor het eerst zwanger is? Elsbeth ten Brinke, getrouwd met Jonathan ten Brinke en lid van het landelijk bestuur vertelt ons erover. 

Hoe beleef je deze tijd van verlangen en verwachten?
‘Het is een wonder om voor de zevende keer nieuw leven te mogen dragen. Ik ervaar het, ook deze zevende keer, als bijzondere genade. De grote Schepper ‘borduurt’ in het verborgene van mijn lichaam een kindje naar Zijn beeld en naar Zijn wil. En wij wachten op het moment dat we ons, nee, Zíjn kindje voor het eerst mogen zien. We ontvingen al zes kinderen van God. Alle zes verschillend. We zijn heilig benieuwd wie het kindje is, dat onze hemelse Vader nu aan het scheppen is en aan onze zorgen toevertrouwt’. 

Er zit veel tijd tussen deze zwangerschap en de eerste. Is het heel anders? 
‘Zeker, er is verschil tussen de eerste zwangerschap en deze zevende verwachtingstijd. Ruim achttien jaar geleden waren mijn man en ik samen in verwachting, nu zijn we dat met z’n achten.’ Elsbeth geeft aan dat er ook verschil is in haar eigen voorbereiding. ‘De eerste keer las ik zoveel mogelijk over zwangerschap, geboorte, voeding en verzorging in allerlei reguliere tijdschriften. Nu heb ik daar geen behoefte aan. Wel heb ik in de vakantie bewust tijd genomen voor het boek ‘Vrouw Vandaag’ van Wilma Samyn en Marieke den Butter. Onder meer de hoofdstukken over zwangerschap, moederschap en gezin hebben mij aangescherpt en bemoedigd. Veertig plus zijn en een zevende kindje verwachten, komt in deze tijd niet veel voor, ook niet in kerkelijke kring. Dit boek heeft me geholpen om deze zwangerschap, mijn moederschap en het gezinsleven nog meer in het licht van het Koninkrijk van God te zien. Ik weet me gesterkt door de Heere Zelf. Hij schept nieuw leven. Hij roept ons opnieuw om een kindje op te voeden voor Zijn Koninkrijk. Het is van én voor Hem!’ 

Hoe hebben jullie het grote nieuws aan de kinderen verteld?
‘In ons gezin praten we vaak over ‘de oudsten’ (18, 16, 14 jaar) en ‘de jongsten’ (10, 8, 5 jaar). Onze oudere kinderen hebben we al vroeg laten delen in de verwachting. In het begin van de zwangerschap vond ik vooral de avonden pittig. Het gaf rust dat de oudsten wisten waar mijn ‘gehang op de bank’ vandaan kwam en het was ook heel mooi om dit ‘geheim’ enkele weken met hen alleen te delen. Het gaf mogelijkheden om een-op-een met de kinderen in gesprek te zijn over gezinsvorming, maar ook over keuzes die je als ouders moet maken in een tijd waarin alle mogelijke prenatale screening aangeboden wordt.  

De jongere kinderen hebben we het nieuws verteld toen ik ongeveer dertien weken zwanger was. Zij reageerden uitbundig; het was voor hen heel vanzelfsprekend dat er nog een kindje bij zou kunnen komen in het gezin. De oudere kinderen denken meer over de consequenties na. Onze oudste dochter was bezig met het voorbereiden van haar havo-examen en is inmiddels begonnen aan een studie in Ede en is veel van huis. Zij heeft meer en meer haar ‘eigen’ leven; de komst van een klein broertje of zusje is voor haar heel anders dan voor onze jongste dochter van vijf, die aan ieder die het horen wil, vertelt dat ze grote zus wordt … 

Het is mooi om met zo’n divers gezin toe te leven naar de geboorte. Er wordt gespeculeerd over namen, de kleur van de babykamer en wie bij de Doop het kindje binnen mag dragen. Wat mij als moeder ontroert, is dat ze nu al zoveel liefde uiten richting het kindje. Dat maakt me stil en dankbaar.’ 

Wat zou je tegen vrouwen willen zeggen die wel verlangen maar niet verwachten? 
‘Zelf kan ik mij een huis zonder kinderstemmen niet voorstellen, laat staan de pijn van het onvervulde verlangen. Bemoedigend is het dat de Bijbel wel stem aan die worsteling geeft. Eerder in dit gesprek gaf ik al aan dat onze kinderen ten diepste niet van ‘ons’ zijn, maar van de Heere. Daarom wil ik tegen zusters in de christelijke gemeente zeggen: mijn kinderen zijn jouw kinderen. Ik hoop dat je zo de kinderen van de gemeente wilt zien. ‘Zing vrolijk, onvruchtbare, u die niet gebaard hebt (…), want de kinderen van de eenzame zijn talrijker dan de kinderen van de getrouwde …’ We hebben een verschillende roeping, jij en ik. Maar we zijn samen onderweg. Totdat Hij komt!’  

De wereld waarin we leven verandert best snel. Beïnvloedt dat de hoop en verwachting die je hebt?
‘Onze God, de God van het verbond, is niet veranderd! En daarom is de hoop en de verwachting die ik heb voor ons zevende kindje dezelfde als voor onze andere kinderen. Gods beloften zijn in Christus vast en onwankelbaar. Wel denk ik dat we nu nóg meer beseffen hoe nodig we deze vaste grond hebben in de opvoeding van onze kinderen. De tijd is complexer geworden. Er zijn geen vanzelfsprekendheden meer, alles staat ter discussie. We zien onze oudere kinderen daarin worstelend hun weg gaan. Dan bedenk ik wel eens: hoe is het over vijftien jaar, als het kindje dat ik nu veilig bij me draag, midden in de puberteit zit? En toch … We mogen weten dat de Schepper van ons kindje Zich aan hem of haar verbindt, dat Hij ons kindje voor de eeuwigheid geschapen heeft. Hij heeft een doel met ons gezin, in deze tijd, in deze wereld. Ons leven is geborgen in Zijn (doorboorde) hand. Ons gebed en onze verwachting is dat de HEERE door ons gezin heen Zijn Koninkrijk bouwt 

Het is bijna advent, wat betekent advent voor jou? 
‘Advent vind ik een bijzondere tijd. Gods belofte wordt heerlijk vervuld. Christus is gekomen! En vandaaruit verwachten we opnieuw. In onze woonkamer hangt een bijzondere foto die we bij ons afscheid van Stolwijk kregen. Allemaal kijken we blij en verwachtingsvol omhoog. Boven de foto staan de tekstwoorden: ‘Totdat Hij komt!’ Het bepaalt me bij de tijdelijkheid van dit aardse bestaan, maar meer nog bij de naderende komst van onze Heiland. In het plannen van afspraken, in het ordenen van mijn huis, in het opstellen van mijn boodschappenlijstjes, maar ook in de verwachting van ons kindje … De tijd van het in-verwachting-zijn is een soort spiegel voor mezelf. Ik kijk met groot verlangen uit naar de geboorte van ons kindje. Hoe groot is mijn verlangen naar de komst van mijn Heere?’ 

Heb je een bemoediging voor andere moeders?
‘Ik ben door de jaren heen voor mezelf meer en meer overtuigd geraakt van het grote belang van het fulltime moeder-zijn. Niet alleen voor de jongere, maar ook voor de oudere kinderen. In onze maatschappij telt het nauwelijks, maar voor God en mijn kinderen des te meer. Laat het een bemoediging voor je zijn, dat er in Gods ogen geen hogere roeping is als je kinderen ontvangen hebt. ‘Kinderen zijn het eigendom van de HEERE’, zegt Salomo in Psalm 127. Het moederschap is een hoge roeping met een groot perspectief. Wat een moeder in haar kinderen investeert, heeft waarde voor de eeuwigheid. Het kost veel van jezelf, maar wat geeft het een vreugde. En zijn onze (Zíjn!) kinderen het niet waard? Is Gód het niet waard?’ 


Dit artikel is verschenen in Vrouw tot Vrouw magazine. Meer weten? Kijk hier.