• Gepubliceerd door
  • Vrouw tot Vrouw
  • Gepubliceerd op
  • 31 juli 2023

Geen minirokjes of korte jurken in Malawi

Elke dag is bijzonder en uniek. Waar je ook bent ter wereld. Maar in Malawi hebben we dat de afgelopen maanden meer dan ooit ervaren. Het leven hier is dynamisch, leerzaam, levensveranderend en vooral vol nieuwe geluiden en geuren.

De dag begint vroeg in Malawi. Rond vijf uur is het licht, en de eerste zonnestralen voelen al warm aan. Het heeft al een paar maanden niet geregend dus als het waait, stuift het stof hoog op. De honden van onze buren blaffen luid als de buurman met zijn auto de poort uitrijdt. Vanuit de kerk naast ons huis klinkt luid gezang, het koor is alvast aan het oefenen voor de zondagse dienst.

Na bijna een jaar Malawi ben ik er nog steeds niet aan gewend om zo vroeg mijn bed uit te komen. Ik wil nog een keer omdraaien, maar dan klinkt het gebiedende ‘uit!’ van onze peuter in de kamer naast ons. Vijf minuten later zit hij tevreden met een bakje rozijnen op de bank, ik heb even tijd om mijzelf aan te kleden.

Als ik voor mijn kast sta, is de keuze snel gemaakt: ik kies een van mijn zeven lange bloemenjurken. In 1973 voerde de regering de Decency in Dress Act in die verbood vrouwen om minirokjes, korte jurken en broeken te dragen. De wet gold ook voor alle buitenlandse vrouwen die het land bezochten. De wet is inmiddels afgeschaft, maar het is nog steeds erg ongebruikelijk om korte rokken of jurken boven de knie te dragen.

Het programma voor vandaag: het huis stofvrij maken, fruit halen op de markt, een interview voor de GZB uitwerken en deze blog schrijven. Ik besluit eerst naar de markt te gaan. Hier neem ik uitgebreid de tijd voor omdat ik altijd overprikkeld raak. Busjes razen met hoge snelheid over de weg, de kippen in de kleine hokjes kakelen luid, mensen prijzen hun koopwaar aan, een man staat aardappels te frituren, mensen willen een praatje maken of Ralf een high-five geven. Om het overzichtelijk te houden, maak ik een lijstje in mijn hoofd: appels, bananen en een ananas. Onderweg maak ik ook een praatje met een aantal buurvrouwen en spreekt de nachtwacht van de buren mij aan. Twee uur later – de markt is op vijf minuten loopafstand – kom ik thuis met: uien, bananen, nectarines, wortels en bonen. De appels zijn vergeten, en een ananas was nergens te bekennen. Dat is ook Malawi, je moet er altijd rekening mee houden dat producten ineens niet beschikbaar zijn.

Na een lunch met lekkere pannenkoeken – écht lekker brood is moeilijk te verkrijgen, dus dit eten we minstens een keer per week – beland ik achter mijn laptop. De peuter ligt op bed en ik heb nog genoeg te doen. Ik overleg nog even met Herman hoe onze komende dagen eruitzien, wanneer de stroom opgeladen moet worden, of we nog genoeg water hebben en wat we nodig hebben voor de boodschappen.

Na een warme avondmaaltijd besluit ik vroeg naar bed te gaan. Nederlands vroeg: om negen uur. In Malawi is dit laat. Slechts 15% van de bevolking heeft toegang tot stroom, de rest gaat dus noodgedwongen naar bed als de zon onder is.

Elke dag is bijzonder en uniek. Waar je ook komt ter wereld. En in het afgelopen jaar in Malawi hebben we dat meer dan ooit ervaren. Maar stiekem hoop ik elke dag op iets meer van hetzelfde.

Anneloes is samen met haar man Herman en zoon Ralf door de GZB uitgezonden naar Malawi. Samen werken ze voor CCAP Blantyre Synode kerk. Via hun Instagram account Meijers met missie houden ze je graag op de hoogte.