• Gepubliceerd door
  • Vrouw tot Vrouw
  • Gepubliceerd op
  • 31 augustus 2023
  • Tags

Uitdaging en belofte

Door: Alide Snitselaar

Na je vorige maand te hebben meegenomen door het Bijbelboek Hebreeën, kom ik nu uit bij Zacharia. Dat is best een uitdaging. Niet eenvoudig om te lezen en soms wat ingewikkeld om te begrijpen. Maar wat is ook dit Bijbelboek weer verrassend, hoopvol en bemoedigend. Ik hoop dat je leeservaring ook zo zal zijn. Daarom bid ik dat de Geest het Woord voor je opent en je nog meer zult gaan houden van de God van Israël die zoveel geduld had met zijn volk en trouw bleef. Beloften eens gedaan, worden altijd vervuld.

We lezen het hele Bijbelboek door. Omdat er mooie linken zijn te vinden naar het Nieuwe Testament, niet één Oudtestamentisch boek wordt zo vaak geciteerd, lezen we op zondag een gedeelte uit het Nieuwe Testament.

Inleiding week 1

Zacharia (de Heere gedenkt) leefde ongeveer 520 voor Christus. Hij profeteerde in Jeruzalem, net na de terugkeer uit de ballingschap in Babel. Het tweede deel van het boek is waarschijnlijk zo’n dertig jaar later geschreven. Behalve de namen van zijn vader en grootvader, weten we niet zoveel van Zacharia. Dat hoeft ook niet, het gaat om zijn boodschap.

In de tijd van Zacharia staat het volk voor de uitdaging om het land, de hoofdstad en vooral ook de tempel te herbouwen. Ze moeten weer een volk worden wat de Heere dient. Dat is niet eenvoudig. Zacharia spreekt over de Heilige Geest die mensen tot God terug wil brengen en leert hen kijken naar de toekomst waarin de Heere Koning zal zijn over Israël en de volken. Naast veel waarschuwingen zijn er ook steeds weer beloften van God.

Zacharia ontvangt in een nacht acht visioenen. Hij wordt er helemaal in betrokken, kan vragen stellen en krijgt ook antwoorden. Ze gaan over de toekomst van Juda. De eerste en de achtste gaan over het oordeel voor de volken en herstel van Jeruzalem en de tempel. Twee en drie gaan over Jeruzalem zonder muren, alle volken zijn welkom. Vier en vijf gaan over Jozua en Zerubbabel die bemoedigd worden om de tempel op te bouwen. Zes en zeven gaan over de zondigheid van de Joden en de opdracht om een licht te zijn voor de volken rondom.

vrijdag 1 september

LEZEN: Zacharia 1: 1 – 6

Zacharia staat op het tempelplein van de verwoeste tempel in Jeruzalem. Hij roept het volk op zich te bekeren.

VRAGEN: Met wat voor gedachten ben jij begonnen met het lezen van dit Bijbelboek? Breng die gedachten bij God. Probeer je de komende tijd voor te stellen dat jij in Jeruzalem op het plein van de verwoeste tempel staat en hoort wat God door Zacharia het volk Israël en ook jou te zeggen heeft.

GEBED: Heere, God der legerscharen,
maar ook Vader van Jezus Christus.
U roep ik aan,
schenk mij Uw Geest,
help mij Uw Woord te verstaan,
er door en er uit te leven,
tot eer van Uw grote naam.
Help mij iedere dag
me naar U te keren,
het van U te verwachten,
U zelf in mijn leven te verwachten.

Door Uw Zoon,
onze Heere Jezus Christus.

Amen

LIED: Psalm 27: 5 en 7

zaterdag 2 september

Het eerste visioen vertelt over een Man, de Engel van de Heere, die met zijn ruiters een inspectietocht door het land heeft gemaakt. Het is er stil en dat verontrust de Man op het rode paard. Bijzonder is dat Hij daar niet de mensen, maar de Heere God op aanspreekt. Het antwoord mag Zacharia doorgeven.

LEZEN: Zacharia 1: 7 – 17

VRAGEN: Het volk is stil, lijkt lamgeslagen en moedeloos. Ze zitten als het ware bij de puinhopen neer. Herken jij die stilte in je eigen leven? Heb je dan wat aan de woorden uit vers 14 – 17?

GEBED: Heere God,
dank voor Uw goede en troostende woorden.
Ik dank U voor Uw oneindige geduld,
voor Uw liefde voor Jeruzalem en Sion,
voor Uw trouw voor Uw volk,
maar ook voor Uw rechtvaardigheid,
U bent een heilig God.
U kunt de zonden niet zien.
Niet van Uw eigen volk,
en niet van de volken rondom hen.
Toch keert U telkens naar Uw volk terug,
met barmhartigheid en vergeving,
met belofte en troost.
Dank U voor Uw trouw,
die ik vooral ook mag zien in Uw Zoon,
onze Heere Jezus Christus.

Amen.

LIED: Psalm 74: 11 en 12
11. Ach, waarom trekt G’ uw hand dus van ons af,
Uw rechterhand, die ons tot steun kan strekken?
Ai, wil haar eens uit Uwen boezem trekken,
En maak een eind aan Uw gestrenge straf.

12. Gij, evenwel, Gij blijft dezelfd’, o HEER;
Gij zijt van ouds mijn toeverlaat, mijn Koning,
Die uitkomst gaaft, en, uit Uw hemelwoning,
Voor ieders oog Uw haat’ren gingt te keer.

zondag 3 september

In de Bijbel wordt vaak gesproken over troost. Gisteren lazen we in Zacharia 1: 14 over goede troostende woorden. Vanmorgen lezen we over God Zelf als Trooster, de Heilige Geest.

LEZEN: Johannes 14: 23 – 29

VRAGEN: Hoe troost de Heilige Geest? Hebt je daar wel eens iets van gemerkt?

GEBED: Weerklank 204 O Schepper, Geest, woon in Uw kerk
1 O, Schepper, Geest, woon in uw kerk,
schenk haar het heil van Christus’ werk,
stort hemelgaven in haar uit,
bereid haar toe als reine bruid.

2 Lof zij Uw Naam, Heilige Geest.
Gij kwaamt met kracht op ‘t pinksterfeest.
G’ ontsluit een volheid van gena,
de vrucht van ‘t kruis van Golgotha.

3 O Heilge Geest, die eeuwig leeft,
de Trooster, die ons bijstand geeft,
Gij spreekt van heil en zaligheid
van oudsher voor ons toebereid.

4 Uw krachten werken door het woord,
nooit wordt vergeefs Uw taal gehoord.
Uw lamp schijnt in het duister hart,
Uw licht verblindt wie zich verhardt.

5 Laat U mijn hart een tempel zijn,
maak toch mijn leven nieuw en rein.
Regeer mij door Uw levend woord.
Geleid ook als Gods kindren voort.

6 O Geest, die al Gods heil ontvouwt,
schenk ons Uw gaven zevenvoud,
ontspring in ons als een fontein
die leven wekt in de woestijn.

7 Wanneer des vijands strijdkreet klinkt,
geeft dat de moed ons niet ontzinkt.
Weersta de satan met Uw kracht,
want hij belaagt ons dag en nacht.

8 Geest van de Vader en de Zoon,
terneergedaald van Christus’ troon,
die met de Heiland voor ons pleit,
breng al Gods volk tot heerlijkheid.

9 U, Vader, U zij eeuwig eer!
Lof zij U, Christus, onze Heer!
U, Geest, van beiden uitgegaan,
geprezen zij uw grote naam!

LIED: Weerklank 203: 1, 2 en 3

maandag 4 september

Het volk Israël (twee- en tienstammenrijk) is weggevoerd en verstrooid door de wereldmachten van die tijd, hier verbeeld door hoorns. Maar deze machten zullen ook weer tenietgedaan worden door andere machten, verbeeld door smeden.

LEZEN: Zacharia 1: 18 – 21

VRAGEN: Ik las ergens: er is er Een die de wereldgeschiedenis beheerst. Wat zegt jou dat in onze tijd?

GEBED: Weerklank 429 Geef vrede, Heer geef vrede
Geef vrede, Heer, geef vrede,
De aarde wacht zo lang,
Er wordt zo veel geleden,
De mensen zijn zo bang,
De toekomst is zo duister
En ons geloof zo klein;
O Jezus Christus, luister
En laat ons niet alleen!

Geef vrede, Heer, geef vrede,
Gij die de vrede zijt,
Die voor ons heeft geleden,
Gestreden onze strijd,
Opdat wij zouden leven
Bevrijd van angst en pijn,
De mensen blijdschap geven
En vredestichters zijn.

LIED: Psalm 3: 3 en 4

3. Ik lag en sliep gerust,
Van ‘s HEEREN trouw bewust,
Tot ik verfrist ontwaakte;
Want God was aan mijn zij’;
Hij ondersteunde mij
In ‘t leed, dat mij genaakte.
Ik zal, vol heldenmoed,
Daar mij Zijn hand behoedt,
Tienduizenden niet vrezen;
Schoon ik, van allen kant,
Geweldig aangerand
En fel geprangd moog’ wezen.

4. Sta op, verlos mij, HEER!
Gij hebt, o God, weleer
Getoond voor mij te waken,
Mijn haters onderdrukt;
En mij ‘t gevaar ontrukt;
Gij sloegt hen op de kaken,
Verbrekend onverwacht
Hun tanden door Uw macht;
‘k Heb d’ overhand verkregen.
Gij, HEER, alleen, Gij zijt
Verwinnaar in den strijd,
En geeft Uw volk den zegen.

dinsdag 5 september

Jeruzalem hoeft niet opgemeten te worden, muren zullen de stad niet omringen, omdat er een grote menigte aan mensen en vee zal wonen. De stad zal zo groot zijn, dat iedereen erin kan. God zelf zal de stad beschermen met een muur van vuur en in haar midden wonen. En dan het grootste wonder: eens zullen ook de heidenvolken er mogen wonen en zullen ze met Gods volk één volk zijn.

LEZEN: Zacharia 2: 1 – 13

VRAGEN: Kun je begrijpen dat mensen dit nachtgezicht (gedeeltelijk) in vervulling zagen gaan bij de stichting van de staat Israël in 1948? Wat zegt vers 8b jou in deze tijd?

GEBED: Bid voor het Joodse volk, Gods oogappel.

LIED: Psalm 87: 1, 2 en 3

1. Zijn grondslag, zijn onwrikb’re vastigheden
Heeft God gelegd op bergen, Hem gewijd;
De HEER, die Zich in Sions heil verblijdt,
Bemint het meer dan alle Jacobs steden.

2. Men spreekt van u zeer herelijke dingen,
O schone stad van Isrels Opperheer!
‘k Zie Rahab, ik zie Babel, tot Uw eer,
Bij hen geteld, die mijne grootheid zingen.

3. De Filistijn, de Tyriër, de Moren,
Zijn binnen u, o Godsstad, voortgebracht;
Van Sion zal het blijde nageslacht
Haast zeggen: “Deez’ en die is daar geboren”.

woensdag 6 september

Hogepriester Jozua wordt aangeklaagd door de satan. Hij zou ongeschikt zijn voor zijn ambt omdat hij uit het heidense Babel komt. God Zelf spreekt hem vrij, wast zijn onreinheid af en kleedt hem in een feestelijk gewaad. Zo kan hij zijn werk in de tempel doen.

LEZEN: Zacharia 3: 1 – 7

VRAGEN: Herken je de slinkse aanval van de satan? Komen zinnen als ‘Wie ben jij nou helemaal?’ of Daar ben jij toch niet geschikt voor?’ of ‘Dat komt jou helemaal niet toe’ je bekend voor? Wat kun je dan uit dit gedeelte leren?

GEBED: Bid de Heere God om vergeving voor al je zonden, inclusief die onheilige gedachten. Vraag Hem om vernieuwing van je doen en denken.

LIED: Psalm 32: 3 en 4

donderdag 7 september

De priesters met hogepriester Jozua krijgen een machtige belofte te horen. In de toekomst zal Gods knecht, de Spruit geboren worden, de Messias. Die zal de zonde vergeven en rust en vrede schenken. Van dat laatste is zitten onder de wijnstok en onder de vijgenboom een beeld.

LEZEN: Zacharia 3: 8 – 10

VRAGEN: Wat betekent vers 10 voor jou?

GEBED: Dank de Heere voor Zijn komst en het offer dat Hij bracht om Israël en ons vergeving, rust en vrede te schenken.

LIED: Weerklank 420 Ach blijf met Uw genade

vrijdag 8 september

Het vijfde visioen gaat over de voor Joden bekende zevenarmige kandelaar. Twee olijfbomen zorgen voor de olie die de kandelaar doet branden. De menora stond in het heilige en moest altijd branden als teken van Gods aanwezigheid. De tempel is verwoest, dus de kandelaar brandt niet meer. Het moet bijzonder geweest zijn dat Zacharia juist dit beeld mag doorgeven. De tempeldienst zal onder leiding van Zerubbabel en Jozua (de twee olijfbomen) hersteld worden!

LEZEN: Zacharia 4: 1 – 7

VRAGEN: Zerubbabel, degene die de herbouw van de tempel leidde, hoort dat God niet zal werken door geweld, maar door Zijn Geest. Uiteindelijk zal Zerubbabel de laatste steen mogen leggen. Hoe bemoedigt de Heere jou bij jouw bezigheden?

GEBED: Vraag de Heere om bemoediging, om Zijn Geest om het vol te houden en te geloven in een goede uitkomst.

LIED: Een toekomst vol van hoop

zaterdag 9 september

Wie veracht de dag der kleine dingen? De tempel die nu gebouwd wordt, lijkt in het niet te vallen in vergelijking met de tempel van Salomo. Maar ook hierin is de hand van de Heere te zien. De Heere is al blij als Hij het paslood in de hand Zerubbabel ziet.

LEZEN: Zacharia 4: 8 – 14

VRAGEN: Hoe oefen jij je in het opmerken van de ‘kleine dingen’? Probeer die dingen te onthouden (op te schrijven) en breng ze later in gebed.

GEBED: Dank God voor de ‘kleine dingen’ van vandaag.

LIED: Psalm 98: 2 en 3

Intermezzo: Kleine dingen

Ik kreeg een foto van een nichtje. Haar dochtertje van twee keek vol bewondering naar een vlinder op haar hand. Het was een prachtig gezicht, die concentratie, die verwondering. Ik weet dat de ouders van het meisje heel bewust hun kinderen meenemen naar buiten om daar de dingen te ontdekken waar anderen zo maar aan voorbij lopen. Ze ruiken aan bloemen, volgen mieren naar hun nest, bewonderen een slak met een huisje en mogen stampen in plassen. En steeds zie je ontspannen gezichtjes, soms met een glimlach, soms schaterend, maar ook in opperste verbazing.

Ik vind het mooi als ouders kinderen leren dat het de kleine dingen zijn die het doen. En dat gaat verder dan wonderen in de natuur ontdekken. Het gaat ook om dank je wel zeggen, spullen opruimen, een tekening maken voor een buurvrouw, koekjes bakken voor oma.

We leven in een tijd waar het vaak gaat om groter en grootst, beter en best, mooier en mooist, spannender en spannendst. We werken hard voor een mooiere keuken, een grotere auto, een duurdere vakantie. Wie durft er andere keuzes te maken? Geen modieuze kleding, maar aandacht voor de omgeving? Geen duur pretpark, maar met een picknickmand en bal de uiterwaarden in? Geen prijzige bos bloemen, maar een zelf geplukt bosje uit de natuur?

Het zijn de kleine dingen die het doen. Of zoals Zacharia het zegt: veracht de dag van de kleine dingen niet. Als je de waarde van de kleine dingen leert zien, dan is het ook veel eenvoudiger om God te danken. Ook in moeilijke, drukke tijden vallen de kleine dingen die God ons schenkt dan op. En is het niet zo moeilijk om dankbaar te leven. God ontvangt de eer die hem toekomt, en wij en onze kinderen een ontspannen en lichter hart.

zondag 10 september

In de tempel brandde de zevenarmige kandelaar. Deze verwees naar de vuurkolom (teken van Gods aanwezigheid) die het volk door de woestijn had geleid. Ook was het een teken van de opdracht die Israël had, om lichtdrager voor de volkeren te zijn. Als Jezus in de buurt van de kandelaar staat, betrekt Hij het licht op zichzelf.

LEZEN: Johannes 8: 12 – 20

VRAGEN: Onthoud vers 12 en breng deze vandaag een paar keer in je gedachten. Wat betekent deze tekst voor jou?

GEBED: Wie zou jij in het licht van Jezus willen brengen?

LIED: Licht van de wereld

maandag 11 september

Een immense boekrol vliegt door de lucht, je kunt ‘m niet missen. Hij ligt open bij een vloek, een vliegende vloek. Het volk zal nauwgezet moeten (gaan) leven, anders zal er weer gestraft moeten gaan worden. Deze keer gaat het over diefstal en meineed. Stelen en vals zweren om geveinsde onschuld te bewijzen worden zwaar aangerekend. God vraagt eerlijkheid en rechtvaardigheid. Zo zal Hij Zijn volk herstellen.

LEZEN: Zacharia 5: 1 – 4

VRAGEN: Wat zou er in onze tijd op de boekrol staan? Wat zijn zonden die jou na aan het hart liggen en waartegen je moet vechten?

GEBED:

LIED: Psalm 51: 2 en 4
2. Want ik gevoel de grootheid van mijn kwaad;
Mijn zonde zie ‘k mij steeds voor ogen zweven.
‘k Heb tegen U, ja U alleen, misdreven;
Uw wil en wet, hoe heilig, stout versmaad,
Ik heb gedaan, wat kwaad was in Uw oog;
Dies ben ik, HEER, Uw gramschap dubbel waardig,
‘k Erken mijn schuld, die U tot straf bewoog;
Uw doen is rein, Uw vonnis gans rechtvaardig.

4. Ontzondig mij met hysop, en mijn ziel,
Nu gans melaats, zal rein zijn en genezen.
Was mij geheel, zo zal ik witter wezen
Dan sneeuw, die vers op ‘t aardrijk nederviel.
Ai, geef mij weer gewenste zielevreugd;
Laat uit Uw mond mij stof tot blijdschap horen;
Zo wordt opnieuw ‘t verbrijzeld hart verheugd,
En in mijn geest de ware rust herboren.

dinsdag 12 september

Zacharia ziet een vrouw in een maatbak voor koren. Als ze probeert te ontsnappen, duwt een engel haar terug en legt de loden deksel op de bak. Ze wordt vrouwe goddeloosheid genoemd en wordt het land uitgevlogen door twee andere vrouwen met vleugels. De boodschap: afgoderij zal het land verlaten en het wordt gereinigd van zonden.

LEZEN: Zacharia 5: 5 – 11

VRAGEN: Mediteer over de berijmde Psalm die hieronder is aangegeven.

GEBED: Verwerk de Psalm in je gebed.

LIED: Weerklank Psalm 103: 3, 4
3. Hij is een God van liefde en genade,
barmhartigheid en goedheid zijn de daden
van Hem die niet voor altijd met ons twist,
die ons niet doet naar alles wat wij deden,
ons niet naar onze ongerechtigheden
vergeldt, maar onze schuld heeft uitgewist.

4. Zo hoog en wijd de hemel staat gerezen
boven de aarde, is voor wie Hem vrezen
zijn liefde en zijn goedertierenheid.
Zo ver verwijderd ‘t westen is van ‘t oosten,
zo ver doet Hij van hen die Hij wil troosten
de zonden weg, ja Hij heeft ons bevrijd.

woensdag 13 september

Het laatste nachtgezicht. Vier strijdwagens met paarden. Ze gaan naar het noorden en naar het zuiden, de landen die voor Juda een bedreiging vormden, en door het land zelf. In het noorden blijft Gods Geest rusten. Het zou er op kunnen duiden dat de Heere daar werkt om bijvoorbeeld koning Arthasasta (Nehemia 2) te bewegen om Nehemia met veel goederen naar Jeruzalem te laten gaan in de tijd van de opbouw van de muren van Jeruzalem. God werkt ook buiten Israël.

LEZEN: Zacharia 6: 1 – 8

VRAGEN: De nachtgezichten zijn voorbij. Hoe heb jij het lezen en overdenken ervan ervaren? Hoe denk je dat het geweest is voor het volk dat deze visioenen hoorde op het tempelplein van de verwoeste tempel?

GEBED: Vraag om liefde voor Gods woord. Ook voor die stukken die niet zo gemakkelijk zijn.

LIED: Weerklank 216 Uw Woord is een lamp

donderdag 14 september

Profetieën hebben vaak meerder lagen, soms wel drie. Ze kunnen slaan op de korte termijn, op de komst en het werk van Jezus Christus en op Zijn wederkomst en het Koninkrijk dat komt. Dat zien we in deze teksten ook. Het volk verlangt naar een tempel en dat zal het krijgen. De hogepriester wordt gekroond, er wordt gezegd dat mensen van ver zullen komen om de tempel te bouwen. Maar ook wordt er geprofeteerd over de Spruit die zal komen en zal heersen als Priester en Koning tegelijk. Dat gaat boven alles uit.

LEZEN: Zacharia 6: 9 – 15

VRAGEN: Misschien heb je het wel eens gezien: een stronk van een afgezaagde boom waar een klein groen takje in groeit. Dat is een spruit. Hoe wordt dit beeld hier voor Jezus Christus gebruikt?

GEBED: Dank God dat Hij op zoveel verschillende manieren Zijn stem laat horen en duidelijk wil maken hoe Hij Zijn beloften houdt.

LIED: Weerklank 377: 1, 2, 3 en 4
1. Gezalfde, Christus, hoge Naam
2. Tot hoogste Leraar en Profeet
3. Tot Hogepriester, Hij alleen
4. Tot eeuw’ge Koning, Hij regeert

vrijdag 15 september

Het volk had verschillende dagen van rouw en vasten. Het ging dan bijvoorbeeld om de verwoesting van de tempel of van Jeruzalem. Ze vragen zich nu af, of ze niet beter vooruit kunnen kijken dan iedere keer stil te staan bij het verleden.

LEZEN: Zacharia 7: 1 – 10

VRAGEN: Voor Wie doe je het? Dat is de vraag die vandaag naar ons toekomt. Als je bezig bent in Gods Koninkrijk, Wie heb je dan op het oog?

GEBED: Verwerk vers 9 en 10 in je gebed.

LIED: Psalm 119: 14 en 17
14. Och, dat ik klaar en onderscheiden zag,
Hoe ‘k mij naar Uw bevelen moet gedragen,
Uw wond’ren recht betrachten dag aan dag!
Mijn ziel druipt weg van treurigheid en klagen;
Ai, richt mij op, verander mijn geklag;
Wil, naar Uw woord, mij gunstig onderschragen.

17. Leer mij, o HEER, den weg, door U bepaald;
Dan zal ik dien ten einde toe bewaren;
Geef mij verstand, met Godd’lijk licht bestraald;
Dan zal mijn oog op Uwe wetten staren;
Dan houd ik die, hoe licht mijn ziel ook dwaalt;
Dan zal zich ‘t hart met mijne daden paren.

zaterdag 16 september

Waarom is het voor mensen zo moeilijk om Gods wet te houden? Het volk verzet zich er uit alle macht tegen, lezen we in vers 11. Het gevolg is dat hun hart keihard wordt, de woorden van de Heere ketsen erop af.

LEZEN: Zacharia 7: 11 – 14

VRAGEN: Verhardt uw hart niet, maar laat u leiden, lezen we in Psalm 95. Hoe kun jij ervoor zorgen dat je hart niet als diamant wordt?

GEBED:
Heere,
Ik wil zingen voor U,
jubelen voor de rots van ons heil.
Ik wil U naderen met een loflied,
voor U juichen met psalmen.
Want U bent een groot God,
een groot Koning boven alle goden.
Uw hand is op de diepste plaatsen van de aarde,
de toppen van de bergen zijn van U.
Van U is de zee, U hebt haar gemaakt,
Uw handen hebben het droge gevormd.
Ik wil neerbuigen, knielen voor U
Die mij gemaakt heeft.
Want U bent mijn God
en ik ben een schaap van Uw hand.
Daarom vraag ik U,
help mij mijn hart levend te houden,
vol liefde voor U,
vol liefde voor mijn naaste.

Amen.

(naar Psalm 95)

LIED: Psalm 95: 1 en 4
1. Komt, laat ons samen Isrels HEER.
Den rotssteen van ons heil, met eer,
Met Godgewijden zang ontmoeten;
Laat ons Zijn gunstrijk aangezicht,
Met een verheven lofgedicht
En blijde psalmen, juichend groeten.

4. Want Hij is onze God, en wij
Zijn ‘t volk van Zijne heerschappij,
De schapen, die Zijn hand wil weiden;
Zo gij Zijn stem dan heden hoort,
Gelooft Zijn heil- en troostrijk woord;
Verhardt u niet, maar laat u leiden.

Intermezzo: Gods stem verstaan

Zacharia wist precies wanneer het God was Die hem een visioen gaf of tegen hem sprak. Adam en Eva herkenden in het Paradijs de stem van de Heere. Abraham wist dat God hem riep en Paulus hoorde Jezus stem op weg naar Damascus.

Ook in onze tijd zijn er mensen die zeggen dat de Heere God hen beelden laat zien of bijzondere woorden laat horen. Anderen verlangen er naar om een persoonlijk woord te horen in tijden van twijfel, of als er een moeilijke beslissing genomen moet worden.

Wat in de Bijbel opvalt, is dat als God tot individuen spreekt, dit lang niet altijd positief is. De profeten waren te vertrouwen, als ze mensen niet naar de mond praatten. Als ze dat wel deden, werden ze vals genoemd. De stem van God is vaak confronterend en roept op tot een moeilijke taak of tot bekering.

Ik was nog jong toen een oude dame me vertelde, dat zij in een nacht de Heere had ontmoet en dat Hij haar had laten zien dat de muur tussen haar en Hem afgebroken was. Ze was heel erg bescheiden in het vertellen van haar verhaal, want zo zei ze: ‘Het is toch verschrikkelijk dat ik dit nodig had en niet genoeg had aan al die roepstemmen die in mijn hele leven tot mij waren gekomen. Zo verhard was ik, en zoveel liefde had de Heere voor mij dat Hij mij persoonlijk opzocht. Maar het had niet nodig moeten zijn.’ Ze drong er bij mij op aan om de Heere in mijn jeugd te zoeken en Hem betrouwbaar te achten en te geloven op Zijn Woord.

Gods stem horen we vooral door het lezen van de Bijbel. We ontdekken dan hoe Hij duizenden jaren niet anders deed dan mensen tot Hem roepen, hen smeekte Hem lief te hebben en te gehoorzamen. Alles had Hij ervoor over, uiteindelijk zelfs Zijn eigen Zoon. Door Zijn Woord staat Hij iedere dag aan de deur van ons hart en klopt om opengedaan te worden. Zijn Geest werkt nog steeds om harten te neigen tot Hem. Hoe bijzonder is dat!

Spreekt Hij dan na de voltooiing van de Bijbel niet meer persoonlijk tot mensen? Jazeker, daar kennen we genoeg voorbeelden van. Maar bijna altijd is het in een situatie waar het Woord niet opengaat of niet beschikbaar is. Bekeerde moslims getuigen ervan, of gevangengenomen christenen. Of zoals bij mijn oude buurvrouw, als er sprake is van verharding. Maar mensen gaan er nooit prat op. Uiteindelijk gaat het altijd om Gods eer.

zondag 17 september

Het volk Israël zou licht moeten zijn voor de volkeren om hen heen. Maar dat lukt hen vaak niet. In de Bergrede van Jezus horen de discipelen meteen na de zaligsprekingen dat zij zout en licht zijn. Daar moeten zij mee aan de slag, anders wordt het smakeloos en donker in hun leven en in dat van anderen.

LEZEN: Mattheus 5: 13 – 16

VRAGEN: Hoe ben jij zout en licht?

GEBED: Bid om wijsheid, moed en liefde voor de mensen om je heen. Dat ook zij God de Vader zullen gaan verheerlijken.

LIED: Weerklank 455: 1, 2 O grote God die liefde zijt

maandag 18 september

Gods toorn en woede was heftig. Het volk heeft dat geweten. Maar even ontzagwekkend is zijn liefde voor het volk. Hij komt Zelf weer in Jeruzalem wonen en de stad zal bloeien, Joden die nu nog in de verstrooiing leven zullen terugkomen. Let ook hier weer op de verschillende (tijds)lagen die de profetie heeft. Een deel zal op korte termijn gerealiseerd worden, een deel pas in de Messiaanse tijd.

LEZEN: Zacharia 8: 1 – 17

VRAGEN: Welke tekst spreekt jou het meeste aan? En waarom?

GEBED: Bid voor het volk Israël en voor de vrede van Jeruzalem.

LIED: Weerklank 38 Jeruzalem, zo zegt de Heer

dinsdag 19 september

De laatste drie Godsspraken. Opnieuw komen de vastendagen aan bod. Deze dagen zullen dagen vol vreugde worden en er zal niet meer gerouwd en gevast hoeven worden. Maar het volk moet daarvoor wel de vrede en de waarheid liefhebben. Naast Joden zullen ook andere volkeren de weg naar Jeruzalem weten te vinden en delen in het heil van de God van Israël.

LEZEN: Zacharia 8: 18 – 23

VRAGEN: ‘Christenen zijn als mensen die de jas van een Jood grijpen en zeggen: we gaan met u mee!’ Wat zegt jou dat over je relatie met het Joodse volk?

GEBED: Dank de Heere God dat ook wij, als heidenen, toegang tot Jeruzalem en daardoor tot Hem hebben. Dat de kring van Zijn volk zo groot is geworden.

LIED: Psalm 72: 9 en 10
9. De stedelingen zullen bloeien,
Gelijk het malse kruid.
Zijn naam en roem zal eeuwig groeien;
Ook zal, eeuw in, eeuw uit,
Het nageslacht Zijn grootheid zingen,
Zolang het zonlicht schijn’,
Hun zal een schat van zegeningen,
In Hem, ten erfdeel zijn.

10. Dan zal, na zoveel gunstbewijzen,
‘t Gezegend heidendom
‘t Geluk van dezen Koning prijzen,
Die Davids troon beklom.
Geloofd zij God, dat eeuwig Wezen,
Bekleed met mogendheên;
De HEER, in Israël geprezen,
Doet wond’ren, Hij alleen.

woensdag 20 september

Met hoofdstuk 9 begint het tweede deel van Zacharia. Waarschijnlijk is dit 30-40 jaar later geschreven. Het lijkt erop dat de profeet teleurgesteld is in de situatie van Jeruzalem. Het heeft heel lang geduurd voor er iets van tempelbouw van de grond kwam, het volk dwaalde weer af. Aan het einde van zijn leven wordt hij weer gegrepen door Gods Woord.

LEZEN: Zacharia 9: 1 – 8

VRAGEN: Gods oog gaat over Israël en deze wereld, Hij ziet alles, ook de onderdrukkers van Israël. Hen wordt de ondergang aangezegd. Hoe kijk jij naar de situatie van Israël nu? Zie je iets van Gods beloften?

GEBED: Bid voor de bescherming van het Joodse volk.

LIED: Psalm 121: 1 en 4

donderdag 21 september

In vers 9 en 10 wordt het beeld van een Zoon van David getekend, die in heel de wereld vrede zal brengen. De ballingen moeten terugkeren, er zal een grote strijd zijn met de vijanden van Juda, en uiteindelijk zal het zelf door God beschermd in veiligheid en grote rijkdom leven.

LEZEN: Zacharia 9: 9 – 17

VRAGEN: Lees vers 9 en 10 nog een keer. Hoe zou jij het karakter van deze Koning omschrijven?

GEBED: Dank de Heere Jezus voor Wie Hij is en voor Gods grote liefde.

LIED: Weerklank 39: 1 en 3

vrijdag 22 september

God toornt op de buitenlandse machthebbers die het Zijn volk zuur maken. Hij komt op voor Zijn volk, maar vraagt hen ook Hem te vertrouwen en niet de afgodsbeelden en waarzeggers van de heidenen. Blijkbaar heeft het volk oude afgodische praktijken aangehouden.

LEZEN: Zacharia 10: 1 – 2

VRAGEN: Is het voor jou ook moeilijk om alleen de Heere te vertrouwen en tot Hem te bidden in tijden van nood? Wat zijn in onze tijd eventuele huisgoden of heidense praktijken die gebruikt worden?

GEBED:
Doorgrond mijn hart en ken mijn weg, o Heer.
Beproef me en zie wat niet is tot uw eer.
Is soms de weg die ’k ga niet goed voor mij:
leid me op de eeuw’gen weg, Heer, maak mij vrij!

O, Heer, heb dank, ’k mag toch de uwe zijn.
Uw dierbaar bloed wast mij van zonden rein.
Doop mij met vuur, opdat ’k mij niet meer schaam:
’k Wil leven Heer, tot eer van uwe Naam.

Zie Heer, hier ben ik; maak mij een vat voor U;
Woon in mijn hart, vernieuw het, doe het nu!
Verbreek mijn wil,
maak me’ ook van hoogmoed vrij;
’k Wil in U blijven, Heer, blijf Gij in mij.

O, heil’ge Geest, kom tot Uw heerschappij.
Schenk een herleving en begin bij mij.
Zegen Uw volk, maak ’t als een bruid bereid,
wachtend op Jezus’ komst in heerlijkheid.

Amen

LIED: Psalm 139: 1 en 14

zaterdag 23 september

De geestelijke leiders van het volk (herders) roepen door hun gedrag Gods toorn op, maar Hij is vol ontferming en barmhartig voor Zijn volk. Hij zal het volk strijdbaar maken, helden zullen het zijn, vol vreugde. Hij fluit hen naar Zichzelf toe, zoals een goede herder doet. Hij zal het volk talrijk maken en onder de volkeren verspreiden als zaad.

LEZEN: Zacharia 10: 3 – 11: 3

VRAGEN: Mediteer over het eerste deel van vers 8. Zie ook Jesaja 5: 26.

GEBED:
Vraag de Heere of Hij wil blijven fluiten naar … Noem hier namen van hen die ‘afgedwaald’ zijn.

LIED: Psalm 124: 1 en 4

zondag 24 september

Een van de teksten uit Zacharia die in het Nieuw Testament in vervulling gaat, is die van een Koning op een ezel. Jezus kent de Schrift. Niet op een paard, niet in een wagen of te voet, maar op een ezel zal Hij de stad binnengaan.

LEZEN: Mattheus 21: 1 – 10

VRAGEN: Wat zegt jou het beeld van Jezus op een ezel? Wat zei Zacharia (9:9) er ook al weer over?

GEBED: Bid tot Jezus, terwijl je Hem voorstelt rijdend op de ezel.

LIED: Weerklank 144

Intermezzo: Hoop

Zacharia wordt wel de profeet van de hoop genoemd. Hij onthult door nachtgezichten en profetieën een toekomst die verder reikt dan de korte termijn. Het volk, staande tussen de brokstukken van Jeruzalem en de tempel, krijgt hoopvolle woorden te horen over de tempeldienst die hersteld zal worden. God blijft tegenover Zijn volk barmhartig, al houdt dit niet in dat hij zonde straffeloos toestaat. Zijn liefde is niet goedkoop, een groot deel van het volk dat Zijn liefde heeft versmaad, gaat verloren, maar er blijft een rest over die Hij redt.

Voor ons is dit niet eenvoudig. We wensen ons vaak een God die in liefde door de vingers kijkt. Maar zo is God niet. Hij is een heilig God, vurig van Geest, die het kwaad en de zonde niet kan zien. Hij neemt het serieuzer dan wij vaak doen en dan moet Hij wel laten zien wie Hij is. De wortels van het kwaad zitten heel diep, mensen zoeken liever de duisternis dan het licht. Radicaal ingrijpen is soms nodig.

Het hoopvolle in dit Bijbelboek is dat hij telkens weer spreekt over een rest die overblijft, over Jeruzalem dat nooit meer vernietigd zal worden, over de Heere als Koning van alle volken.

Tegelijkertijd lezen we een Oudtestamentisch boek. Veel is nog onzichtbaar, ook voor de profeet. Af en toe mag hij een klein tipje van de sluier oplichten, maar het blijft onduidelijk.

Wij herkennen de Man op de ezel en de Man die doorboord werd. We kunnen lijnen trekken naar Mattheus en naar Openbaring. Wij mogen weten van de straf die niet op het volk, maar op Christus werd gelegd. En na Pinksteren lezen we hoe heidenen toegevoegd worden tot de schare die niemand tellen kan.

De mens zoals die door Zacharia getekend wordt, is nog dezelfde. Daarvoor hoeven we maar om ons heen te kijken, of beter, naar onszelf te kijken. Zondig en onrein! De God zoals Zacharia Die beschrijft, is ook nog Dezelfde: heilig en barmhartig. Het grote wonder is dat Christus ertussen is gaan staan. ‘Kijk eerst naar Mij, Mijn Vader’, zegt Hij, ‘en dan naar hen’. ‘Zie hen aan in het bloed van mijn offer.’ Als dat niet hoopvol is!

maandag 25 september

Dit hoofdstuk wordt wel het moeilijkste uit het Oude Testament genoemd. Na de barmhartigheid van God voor Zijn volk in het vorige hoofdstuk, is het nu heel anders gesteld. Zacharia moet herder worden en zo laten zien dat herders het volk uitbuiten. Eerst lijkt het volk nog een kans te krijgen (4-8), maar dan kan God niets meer met het volk beginnen (9-14) en neemt Hij afstand. De liefde is op (de staf lieflijkheid) en het verbond wordt verbroken (de staf verbinding). Tenslotte is er totale verlatenheid en wordt er een oordeel over de herders uitgesproken.

LEZEN: Zacharia 11: 4 – 17

VRAGEN: Lees vers 7 nog eens. Wat spreekt uit deze tekst?

GEBED:
Heere God,
Ook dit hoofdstuk staat in Uw Woord.
Moeilijk te begrijpen, wat bedoelt U nu precies?
Maar ook moeilijk omdat het over Uw toorn gaat.
We houden van bemoedigende teksten,
die onderstrepen we en schrijven we op kaarten,
maar dit bent U ook.
Uw liefde kan opraken,
Uw geduld is niet eindeloos.
U kunt door gedrag van herders,
maar ook door dat van schapen
getergd worden,
juist omdat U zo graag mensen
wilt weiden met LIEFLIJKHEID
en SAMENBINDING.
Help ons U niet te verwerpen,
Uw verbond niet te verkwanselen,
Uw liefde niet te verraden.
Zie ons aan in Uw Zoon,
onze Goede Herder
Die alles wat hier staat onderging,
om ons,
om mij.

Amen.

LIED: Weerklank 497 Vader vol van vrees en schaamte

dinsdag 26 september

De profeet hoeft het niet bij het vorige hoofdstuk te laten. In dit hoofdstuk gaat het om Jeruzalem. Volken zullen de stad bedreigen, maar ze zullen zich eraan vertillen. Zelfs als meer volkeren komen met paarden en ruiters, zal De Heere laten weten Wie de stad in handen heeft. Maar Jeruzalem mag zich niet verheffen boven het platteland van Juda, want ze heeft haar redding mede aan haar te danken.

LEZEN: Zacharia 12: 1 – 8

VRAGEN: Jeruzalem mag zich niet verheffen boven het platteland en degene die wankelt zal als David zijn (vs. 7 en 8). Kunnen wij daar in kerkelijk Nederland ook wat mee?

GEBED: Bid voor (de vrede) van Jeruzalem.

LIED: Weerklank 87: 1 en 2

woensdag 27 september

Dat Zacharia vaak over de toekomst spreekt, wordt in dit gedeelte wel heel duidelijk. Jeruzalem in rouw om Hem die zij doorstoken hebben. Het kan een man in de tijd van Zacharia zijn, maar we herkennen hier ook duidelijk de Heere Jezus in. Door het werk van Gods Geest zal niet alleen Jeruzalem, maar heel het land rouwen.

LEZEN: Zacharia 12: 9 – 14

VRAGEN: Herken jij iets van vers 10b. Heb je wel eens echt verdriet gehad om het lijden en sterven van Jezus?

GEBED: Bid voor het Joodse volk. Dat zij de doorboorde Messias gaan herkennen als hun Heiland.

LIED: Weerklank: Psalm 133: 1, 2 en 3
1. Zie toch hoe goed, hoe lieflijk is ‘t dat zonen
van ‘t zelfde huis als broeders samenwonen.
Een liefdeband houdt hen tezaam.
De zegen van Gods hoog verheven naam
daalt op hen neer vol zoete tederheid,
als olie die den priester wijdt.

2. Als olie die Aärons baard en kleren
met geur doordringt, zo is de gunst des Heren
voor wie eendrachtig samen zijn.
Als dauw is het, die ligt zo mild en rein
op Hermons top en daalt op Sion neer.
‘t Wordt al een tuin voor God den Heer.

3. Jeruzalem! Hier geeft de Heer zijn zegen,
hier woont Hij zelf, hier wordt zijn heil verkregen
en leven tot in eeuwigheid.

donderdag 28 september

Als het volk besef heeft van hun zonden, zal het zich kunnen reinigen bij de bron. De Heere zal alle afgoden en valse profeten doen verdwijnen. Ook de Herder, wordt geslagen en zijn volgelingen verstrooid. We lezen hierin ook een profetie van Jezus Christus. Het volk wordt gelouterd en beproefd. Maar… als het volk Gods Naam zal aanroepen zal Hij verhoren.

LEZEN: Zacharia 13

VRAGEN: Een valse profeet was herkenbaar aan zijn positieve boodschap. Ze praten mensen naar de mond en zeggen wat ze graag willen horen. Wat zegt jou dat over de prediking?

GEBED: Bidt voor alle mensen die het Woord van God verkondigen. Vraag de Heere of Hij hen wil bewaren voor het naar de mond praten van hun hoorders. Bidt ook voor de hoorders. Dat zij (wij) ontvankelijk zijn voor wat de Heere ons wil zeggen, ook als het moeilijk is.

LIED: Weerklank 283 Here Jezus, om Uw stem te horen

vrijdag 29 september

Opnieuw blikt Zacharia in de toekomst van Jeruzalem. De stad zal veroverd worden door andere volkeren. Als de ellende op z’n hoogst is, zal God ingrijpen. De aarde zal beven als Hij zijn voeten op de Olijfberg plant. Het onderscheid tussen dag en nacht verdwijnt, levend water zal stomen vanuit Jeruzalem en de Heere zal Koning worden, de Enige.

LEZEN: Zacharia 14: 1 – 9

VRAGEN: Welke troost zit er voor jou in dit gedeelte? En welke vermaning?

GEBED:
Almachtig God, trouwe Vader,
vandaag lees ik in Uw Woord
over grote strijd, plundering en verkrachting.
Dat maakt me stil,
wat bedoelt U hiermee,
waarom zoveel mensen,
die Uw heil niet zullen zien?
Het zijn vragen,
die in mijn hoofd rondzingen,
waar ik geen antwoord op vind.
Liever zou ik deze teksten overslaan,
wegstrepen en vervangen.
Maar het is Uw Woord,
U hebt dit laten opschrijven en
U laat mij dit vandaag lezen.
Help mij om hier niet direct
aan voorbij te gaan,
maar ook deze woorden te ontvangen,
te wegen en bij U terug te brengen.
Uw genade is niet goedkoop,
ook niet voor Uw volk.
Dat zien we vooral
in Uw Zoon,
in Zijn lijden en sterven.
Daarom vestig ik mijn oog
door deze woorden heen,
op Hem.

Amen.

LIED: Weerklank 226
Zijn Gods wegen duister

Aan de eindstreep van de tijden

zaterdag 30 september

De vijanden van Jeruzalem zullen uiteindelijk elkaar te lijf gaan. Een vreselijke strijd zal er plaats vinden, waar ook de dieren onder zullen lijden. Maar dwars door het oordeel heen zal Jeruzalem een veilige plaats worden voor alle mensen. Niet alleen voor de Joden, ook de heidenvolken zullen er welkom zijn. Samen zullen ze buigen voor de Koning en het Loofhuttenfeest vieren. Het zal een volk zijn. Daar wijzen ook de laatste verzen op. Wat vroeger alleen op de tulband van de hogepriester stond, staat nu op de bellen van de paarden. Gewone potten mogen gebruikt worden voor offers en er zullen geen handelaren (Kanaänieten) meer in de tempel te vinden zijn.

LEZEN: Zacharia 14: 10 – 21

VRAGEN: De maand met het bijbelboek Zacharia is voorbij. Wat heeft je getroffen en neem je mee?

GEBED: Lees Zacharia 10: 6 nog een keer. Dank God.

LIED: Psalm 27: 3 en 7