• Gepubliceerd door
  • Vrouw tot Vrouw
  • Gepubliceerd op
  • 31 augustus 2022
  • Tags

Bijbeltijd september – navolging | Ezra en Nehemia

Door: Alide Snitselaar

Er zijn prachtige boeken geschreven over de navolging. Thomas a Kempis schreef in de 14e eeuw zijn beroemde boek ‘Over de navolging van Christus’ en Dittrich Bonhoeffer schreef in de spannende tijd voor de Tweede Wereldoorlog zijn indrukwekkende boek ‘Navolging’. Juist in moeilijke tijden komt de vraag over hoe de Heere God na te volgen naar boven. Wat vraagt Hij van ons, hoe leven we naar Zijn wil? Wat betekent tegenslag in ons leven en hoe ontmaskeren we vijanden van God?  

In onze tijd kunnen wij als christenvrouwen ook met die vragen te maken krijgen. Wat vraagt de Heere van ons? Hoe maken we onze keuzes? Mag het leven voor de Heere ons nog wat kosten of verwachten we dat Hij ons voor moeiten en zorgen zal behoeden? Gaan wij mee met de tendens van deze tijd dat we het vooral over onze rechten hebben en veel minder over wat onze verantwoordelijkheid en onze taak is? Hoe gaan we om met ‘tegenstanders’, die aanslagen plegen op je geloofsleven en de kerk?  

De Bijbel is een eerlijk boek. We lezen niet zo vaak over voorspoed en een gemakkelijk leven, maar veel meer over moeiten, zorgen, tegenstand, afval en teleurstellingen. Het volgen van de Heere maakt het leven niet eenvoudiger, maar het houdt ons klein en afhankelijk. De Bijbel leert ons niet dat we slachtoffer zijn van regels, instanties, grootmachten en vijanden, maar dat we verantwoordelijkheid moeten nemen en inventief en creatief mogen omgaan met de mogelijkheden die er zijn.   

Deze maand lezen we twee kleine bijbelboeken: Ezra en Nehemia. Beide beschrijven het einde van de ballingschap in Babel en de terugkeer van een deel van het tweestammenrijk naar Juda.  

In deze boekjes komen we van alles tegen en soms zijn er prachtige lijnen te trekken naar (de gemeente van) nu. In feite gaat het over leven met hoogte- en dieptepunten, verwachtingen en teleurstellingen, hoop en vertrouwen, zonde en genade. 

We beginnen met Ezra. Ondanks dat het boekje de naam van de priester en schriftgeleerde Ezra draagt, gaat het eerste deel niet over hem. De eerste hoofdstukken van Ezra vertellen hoe na 70 jaar ballingschap in Babel, koning Kores de Joden toestemming geeft om naar Jeruzalem te trekken en daar de tempel weer op te bouwen. De profeten Haggai en Zacharia spelen hierbij een rol.  

Meer dan 50 jaar later gaat er weer een grote groep ballingen vanuit Babel naar Jeruzalem. Daar is ook Ezra bij. Hij geeft leiding aan het verder opknappen (versieren) van de tempel, het opnieuw instellen van de tempeldienst en het houden van de feesten. Ook laat hij de Thora, de wet voorlezen en uitleggen en moeten gemengde huwelijken ontbonden worden.   

We lezen het hele boekje, bij lange hoofdstukken wordt een alternatief gegeven, maar als het lukt is het mooi om alles te lezen.   

Donderdag 1 september

Het Joodse volk (tweestammenrijk) is in ballingschap. De Heere had via de profeet Jeremia beloofd dat het volk na 70 jaar bevrijd zou worden. Koning Kores van Perzië wordt gebruikt om de beloften van God te vervullen. Hij erkent de goden van de verschillende volkeren die onder zijn macht vallen, ook die van de Joden. Zij mogen terug naar Jeruzalem om de tempel te gaan herbouwen. Materiaal daarvoor krijgen ze ruimschoots mee.  

Lezen: Ezra 1: 1 – 9  

Vragen: De Heere God gebruikt een niet-gelovige in Zijn dienst. Hij neigt ook harten van mensen die Hem niet (er)kennen om goed te doen voor anderen, in het bijzonder voor Zijn volk. Wat zegt jou dat? Ken je daar meer voorbeelden van?  

Gebed: Bid vandaag voor wereldleiders. Vraag God of Hij hun harten wil neigen tot goed doen en   vrijheid schenken aan mensen of volkeren die worden onderdrukt of vervolgd.    

Lied: Waar God de Heer Zijn schreden zet – Weerklank 245 

Vrijdag 2 september

Voor de Heere God gaat het niet alleen om het volk, maar om al de ingezetenen ervan. Hij heeft oog voor iedereen persoonlijk. Maar ook is Hij een God van generaties, ieder mens is verbonden met zijn voorgeslacht.  

Lezen: Ezra 2: 1 – 67 of 2: 1,2 en 59 – 67 

Vragen: Wat is voor jou de waarde van de opsomming, de namen en de aantallen van de families?  

Gebed: Dank God voor je voorgeslacht en bid voor je familie.    

Lied: Psalm 89: 2, 3  

2. “Ik heb”, dit was Uw taal, “een vast verbond gemaakt
Met Mijnen gunsteling, dien steeds Mijn oog bewaakt;
Ik heb aan Mijnen knecht, aan Mijnen uitverkoren’,
Aan David, in Mijn gunst, met enen eed gezworen:
Ik zal van kind tot kind, tot aan het eind der dagen,
Uw zaad bevestigen, en uwen rijkstroon schragen.”

3. De hemel looft, o HEER, Uw wond’ren dag en nacht;
Uw waarheid wordt op aard’ de glorie toegebracht,
Daar Uw geheiligd volk van Uwe trouw mag zingen;
Want wie is U gelijk bij al de hemelingen?
En, welke vorsten ooit het aard’rijk moog’ bevatten,
Wie hunner is, o HEER, met U gelijk te schatten?

Zaterdag 3 september

Zeven maanden krijgen de mensen de tijd om hun leven in Juda weer op te pakken. Ze zullen hebben moeten bijkomen van de reis (voettocht van 1500 km!) en het weer opbouwen van verwoeste huizen en steden. Ook het klaarmaken van de landerijen zal veel van hen hebben gevraagd. Maar dan is het tijd om naar Jeruzalem te gaan. Het eerste brandoffer wordt gebracht op de plek waar voorheen het altaar stond en gezamenlijk wordt het Loofhuttenfeest gevierd. Angst voor de volken om hen heen motiveert hen om de Heere te dienen en veel te geven voor het herstel van de tempel.  

Lezen: Ezra 2: 68 – 3: 6 

Vragen: Wat motiveert jou ten diepste om de Heere te dienen?   

Gebed: Bespreek met de Heere het antwoord op bovenstaande vraag. Wat heb je van Hem nodig? Waarvoor moet je bewaard blijven? Wat wil je Hem graag geven?   

Lied: Genade God, hoe loof ik U – Weerklank 484: 1 – 4 

Zondag 4 september

Lezen: Ezra 3: 7 – 13 

Tranen van vreugde en tranen van verdriet liggen soms dicht bij elkaar. De tempel wordt opgebouwd terwijl er muziek klinkt. Niet alleen bouwers, maar ook muzikanten worden ingeschakeld. Er klinkt zelfs beurtzang: de Heere is goed! En als de fundering gelegd is, is het feest, het volk juicht! Maar er wordt ook gehuild, de ouderen weten van de verwoesting van Gods huis.  

Vragen: Ken jij ook dat dubbele gevoel? Je bent dankbaar, blij, hoopvol … en tegelijkertijd is er verdriet om wat er niet meer is in bijvoorbeeld de kerk. Hoe ga jij daar mee om? Durf je het zo te uiten als de mensen daar bij de tempel?  

Gebed:
Heere God, 
lachen en huilen,
vreugde en verdriet,
het gaat zo vaak samen op. 
U leert ons spreken met twee woorden,
er is genade, maar ook schuld, 
er is bevrijding, maar ook onrecht.
er is licht, maar ook duisternis,
vrede en oorlog
verwachting en teleurstelling.
Help mij om U te blijven zoeken en recht te doen aan wat U ons leert door Woord en Geest. 
Help mij om met twee woorden te blijven spreken, te juichen en te huilen, totdat U komt.  

Amen 

Lied: Psalm 32: 1 – 4 

1.  Welzalig hij, wiens zonden zijn vergeven;
Die van de straf voor eeuwig is ontheven;
Wiens wanbedrijf, waardoor hij was bevlekt,
Voor ‘t heilig oog des HEEREN is bedekt.
Welzalig is de mens, wien ‘t mag gebeuren,
Dat God naar recht hem niet wil schuldig keuren,
En die in’t vroom en ongeveinsd gemoed,
Geen snood bedrog, maar blank’ oprechtheid voedt.

2. Toen ‘k zweeg en U mijn ongerechtigheden,
Weerhouden door de vrees, niet heb beleden,
Verouderden mijn beend’ren door geklag,
In mijn gebrul en angst den gansen dag.
Want, HEER, Uw hand, die mij bezocht met plagen,
Deed dag en nacht mij zware smarten dragen;
Mijn levenssap droogd’ uit van uur tot uur,
Gelijk het land door zomerzonnevuur.

Maandag 5 september

De Joden komen niet terug in een leeg land. De koningen van Babel en Perzië hadden heel listig alle volkeren opnieuw verdeeld over hun rijk. Mensen van andere volkeren die in Juda wonen, willen meehelpen met de tempelbouw. Als dat wordt geweigerd, komen ze in opstand, dienen ze bezwaarschriften in bij de koning en wordt de bouw stilgelegd.  

Lezen: Ezra 4: 1 – 5 

Vragen: Samenwerken met niet-gelovigen: begrijp je waarom de oudsten van Juda dit weigeren? Wat zegt ons dat in onze tijd? Ken je voorbeelden uit je omgeving?  

Gebed: Bid de Heere om wijsheid. Juist als het gaat om omgang, toenadering en samenwerking met niet-gelovigen. Vraag Hem hoe je missionair kunt zijn en tegelijkertijd Zijn eer hoog kunt houden.   

Lied: O grote God die liefde zijt, Weerklank 455: 1, 2 

Dinsdag 6 september

De brief namens de inwoners van Juda wordt geschreven. De koning van Perzië, inmiddels een andere, laat onderzoeken of de beschuldiging waar is. Hij ontdekt dat in het verleden koningen niet altijd trouw hun belasting betaalden en laat de herbouw van de tempel en de stad stoppen.  

Lezen: Ezra 4: 9 – 24  

Vragen: In heel wat landen gebeurt wat hier beschreven is. Brieven naar overheden beschuldigen bijvoorbeeld christenen (maar ook wel andere groepen mensen) en zij worden gestraft. Kerken worden afgepakt en soms ook verwoest. Bouwvergunningen geweigerd. Zoek deze week eens voorbeelden van dit soort zaken bij bijvoorbeeld Open Doors of SDOK.  

Gebed: Bid voor christenen die door mensen in hun omgeving gehinderd en tegengewerkt worden.  

Lied: Psalm 124: 1 en 3 uit Weerklank 

Woensdag 7 september

Twee profeten komen de inwoners van Juda bemoedigen. Het volk vat moed en ondanks het verbod starten ze in geloof weer met de bouw van de tempel. Als ze bezoek krijgen van de provinciebestuurders, verwijzen ze naar een bevel van koning Kores.   

Lezen: Ezra 5 of 5: 1,2 en 11 – 15 

Vragen: Soms is er moed en slimheid nodig om tegen de machthebbers in te gaan. Ken jij ook dit soort situaties? En wat leer je van vers 12?  

Gebed: Bid om moed, dapperheid en wijsheid om als dat moet Gods weg te gaan, ook al gaat dat tegen regels van anderen in.  

Lied: Kom laat ons voortgaan kinderen. Weerklank 241: 5,6 

Feestvieren  

Van Joden is bekend dat ze heel goed zijn in feestvieren. Je kent vast wel de beelden van hossende Joodse mannen of vrouwen. Protestanten hebben over het algemeen wat moeite met feesten. Ze houden zich in en vinden het moeilijk om zich ‘te laten gaan’. Mijn opa was eens op een bruiloft, waar werd gedanst. Hij was daar niet mee bekend, vond het ook afkeurenswaardig. Maar toen hij het hossen een tijdje had aangekeken zei hij: ‘Deze mensen laten ook met hun lichaam merken dat ze blij zijn en plezier hebben. Misschien is dit wel beter dan het ene borrelglaasje na het andere leegdrinken’.

Feestdagen en vieren is iets wat God ons leert. De Bijbel staat vol met momenten van vreugde en blijdschap. Zingen, muziek maken, dansen, offeren, samen eten, het hoort er allemaal bij. Het gaat hier om de feesten die God laat instellen (sjabbat, Pesach, Sjavoeot, Soekot), maar ook om bijvoorbeeld besnijdenissen en bruiloften. Bij al die feesten horen offers, muziek, liederen, reidansen en vaak samen eten. God danken, Zijn werk herinneren en onder de aandacht brengen, Hem loven om wat Hij deed, doet en zal doen. Het hoort er in de Bijbel allemaal bij.

Het volk wil een tempel. Ondanks dat de hele stad in puin ligt, wordt begonnen met het restaureren van het Godshuis. Dat is de plaats waar Hij woont, waar Hij wordt aanbeden met offers en muziek. Het is de plek waar ze terechtkunnen met hun dankbaarheid en verlangens, maar ook met hun zonde en schuld. Als we letten op de hoeveelheid Levieten en Priesters, dan begrijpen we nog meer hoe belangrijk de Heere het vindt dat het volk bleef vieren. Juist de feesten moedigen mensen aan de Heere te dienen.

De niet-Joodse inwoners van Juda vierden ook feesten. Maar dat liep nogal eens uit op brasserijen en seksuele uitspattingen. Een mooie leidraad is, dat als het in het feest niet om de Heere en wat Hij geeft gaat, je het gevaar loopt dat het mis gaat. Als het gaat om jezelf en je eigen genot, dan worden er al snel grenzen overschreden. Grenzen die God gegeven heeft in Zijn Woord, maar ook grenzen van fatsoen en integriteit. Daar weten we ook in onze tijd helaas alles van.  

Donderdag 8 september

Koning Darius vindt de boekrol met de afspraken die Kores heeft gemaakt. De Judeeërs mogen door met het werk aan de tempel en na vier jaar is de tempel klaar.    

Lezen: Ezra 6: 1 – 15 of 6: 1 – 7  

Vragen: Koning Darius respecteert de afspraken die gemaakt zijn door koning Kores. Dat gebeurt meestal niet: nieuwe koning, nieuwe wetten. Wat zou de reden geweest zijn dat Darius zo gul is? Ken jij voorbeelden van een (liberale) overheid die royaal is (geweest) naar de kerk?  

Gebed: Bid om een goede verstandhouding tussen de kerk(en) en de overheid.  

Lied: Wij bidden voor de overheid, Weerklank 246: 1, 2 en 5 

Vrijdag 9 september

De tempel wordt ingewijd met feest, (zond)offers, en even later viert iedereen het Pascha.  

Lezen: Ezra 6: 16 – 22 

Vragen: Wat valt jou het meest op in dit gedeelte? Wat zegt jou dat?  

Gebed: Bid voor mensen die niet zomaar naar een kerk kunnen en bid voor je gemeente (inclusief jezelf) dat de liefde tot de eredienst mag blijven bestaan.  

Lied: Psalm 122: 1, 2 

  1. Ik ben verblijd, wanneer men mij
    Godvruchtig opwekt: “Zie, wij staan
    Gereed, om naar Gods huis te gaan;
    Kom, ga met ons en doe als wij.”
    Jeruzalem, dat ik bemin,
    Wij treden uwe poorten in;
    Daar staan, o Godsstad, onze voeten.
    Jeruzalem is wèl gebouwd,
    Wel saâmgevoegd: wie haar beschouwt,
    Zal haar voor ‘s Bouwheers kunstwerk groeten.
  2. De stammen, naar Gods naam genoemd,
    Gaan derwaarts op; waar elk zich buigt
    Naar d’ ark, die van Gods gunst getuigt;
    Waar elk Zijn naam belijdt en roemt;
    Want d’ achtb’re zetel van ‘t gericht
    Is daar voor Davids huis gesticht;
    De rechterstoelen staan daar binnen.
    Bidt, met een algemene stem,
    Om vrede voor Jeruzalem.
    Het ga hun wèl, die u beminnen.

Zaterdag 10 september

Nu, na 50 jaar, komt Ezra in beeld. Hij reist met een grote groep ballingen (die blijkbaar nog waren achtergebleven) van Babel naar Jeruzalem en krijgt geloofsbrieven en geschenken mee.   

Lezen: Ezra 7 of 7: 6 – 10 en 27 – 28  

Vragen: Ezra dankt de Heere, de God van onze Vaderen, die … Hoe noem jij de Heere meestal in je gebed? Waarom?    

Gebed: Dank de Heere voor wat Hij doet in jouw leven. Waar zie je Zijn hand? Vraag om moed om de taak die je hebt te volbrengen.  

Lied: Zegen mij op de weg die ik moet gaan – Sela 

Zondag 11 september

Lezen: Ezra 8 of 8: 21 – 23, 31, 35, 36 

Vragen: Ezra laat het volk vasten om hulp te vragen voor onderweg. In de Bijbel lezen we wel vaker dat mensen vasten. Doe jij dat ook wel eens? Waarom (niet)? 

Gebed:  

O God,
Leer mij alles wat op mijn weg komt,
tegemoet treden met rust
in mijn ziel en met de vaste
overtuiging dat Uw wil
over alles heerst.  

Elisabeth Elliot 

Lied: Psalm 31: 15, 16, 17 

15. Hoe groot is’t goed, dat Gij zult geven
Hem, wiens oprechte geest
Op U betrouwt, U vreest!
Hoe groot is ‘t heil, dat G’ in dit leven,
Ver boven beed’ en wensen,
Reeds wrocht voor ‘t oog der mensen!

16. Gij zult uw volk een schuilplaats wezen;
Gij bergt hen in het licht,
Van ‘t Godd’lijk aangezicht,
Daar zij geen leed van trotsen vrezen;
Een hut, waarin zij ‘t woelen,
Den twist der tong niet voelen.

17. Geloofd zij God, Die Zijn genade
Aan mij heeft groot gemaakt;
Die voor mijn welstand waakt:
Zijn oog slaat mij in liefde gade;
Hij wil mij heil bereiden;
Mij in een vesting leiden.

Maandag 12 september

Als Ezra in Jeruzalem aan het werk is, hoort hij dat veel Joden zich (door een huwelijk) verbonden hebben met de niet-Joodse bevolking. Ezra verootmoedigt zich, belijdt schuld, maar doet ook een beroep op Gods vergeving. Een indrukwekkend hoofdstuk.  

Lezen: Ezra 9  

Vragen: Welke vormen van gebed ontdek je in dit hoofdstuk? Herken je die in je eigen gebeden? Welke wel en welke niet?  

Gebed: Inventariseer de zorgen, problemen en zonden uit ons land die bij je opkomen. Kijk of je die kunt verwoorden zoals Ezra dat deed.   

Lied: Vader, vol van vrees en schaamte – Weerklank 497

Dinsdag 13 september

Het bidden en vasten van Ezra werkt veel uit. Steeds meer mensen erkennen schuld. Iedereen moet naar Jeruzalem komen, daar wordt de zonde van het volk benoemd en er komt een onderzoek. Alle gemengde huwelijken moeten ontbonden worden.   

Lezen: Ezra 10: 1 – 44 of 10: 1 – 17 

Vragen: Hoe lees jij zo’n hoofdstuk? Wat zou in onze tijd een reden kunnen zijn om bijvoorbeeld een boete- en gebedsdag te houden?  

Gebed: Kyrie gebed  

Op internet zijn verschillende kyriegebeden te vinden, bid een van de gebeden die je vindt.   

Lied: Psalm 53a uit Weerklank 

Nehemia 

Het boekje Nehemia sluit mooi aan bij Ezra. Er zijn in het verleden twee grote groepen ballingen vertrokken naar Juda, maar nog steeds wonen er Joden in Perzië (voorheen Babel). Een van hen is Nehemia, die aan het hof in Susan werkt. Hij was daar schenker, een verantwoordelijke baan. Ondanks het feit dat hij nooit in Juda of Jeruzalem is geweest en zijn familie al meer dan 170 jaar in Perzië woont, gaat de situatie in vooral Jeruzalem (1800 kilometer verderop) hem ter harte. Zijn voorgeslacht komt er immers vandaan, zijn familie ligt er begraven.  

Nehemia hoort dat ondanks een goed begin onder leiding van Ezra, de stad grotendeels nog in puin ligt. De muren zijn nog niet opgebouwd, poorten zijn platgebrand. De stad is dus ook helemaal niet veilig. De Joden wonen op het platteland en Jeruzalem is een lege stad.  

Dat doet hem verdriet, hij is er beroerd van en hij vraagt aan de koning of hij naar Jeruzalem mag. Die geeft inderdaad toestemming om te gaan en de muren daar op te knappen. Hij krijgt geloofsbrieven en veel geschenken mee. Hij blijft 12 jaar in Jeruzalem en keert dan weer terug naar Perzië. Later onderneemt hij de reis nog een keer.  

Het boekje Nehemia, waarschijnlijk grotendeels door hem zelf geschreven, is een verslag van een getalenteerd man die zijn gaven en talenten wil besteden in dienst van God. Hij kan goed leidinggeven, is een slimme bouwer, maar is ook een bidder en weet zijn geloof praktisch te maken, handen en voeten te geven. Hij weet mensen te motiveren, kan omgaan met emoties en tegenslagen en weet het juiste evenwicht te bewaren tussen Gods leiding zoeken en eigen verantwoordelijkheid nemen.  

Gebed, God zoeken en volharding: daar gaat het om in het leven en werken van Nehemia. Of zoals Paulus het zegt: ‘Ik vermag alle dingen door Christus die mij kracht geeft’. 

Woensdag 14 september

Lezen: Nehemia 1 of 1: 4 – 10 

Vragen: In het gebed van Nehemia kun je drie gestalten onderscheiden: belijden, verootmoedigen en pleiten. Herken je dat uit jouw gebeden?  

Gebed: Probeer eens zo te bidden als Nehemia:   

  • God groot maken
  • Hem vragen naar je te luisteren 
  • De zonden van jezelf, je familie, kerk, land… belijden 
  • God aanspreken op Zijn beloften 
  • Concreet bidden om … 

Lied: Heer ik kom tot U – Weerklank 487 

Donderdag 15 september

Lezen: Nehemia 2 of 2: 1 – 6 en 16 – 19 

Vragen: Nehemia leeft dicht bij God en ervaart Zijn leiding, al moet hij er wel op wachten. Hoe ervaar jij Gods leiding in je leven? Wat doe je als je Zijn leiding niet ervaart? 

Gebed: Bid om Gods leiding in je leven en het zien van de mogelijkheden die God jou geeft om te leven in Zijn dienst.  

Lied: Psalm 143: 1 en 10

1. O HEER, wil mijn gebeden horen;
Neig tot mijn smeken gunstig’ oren;
Verhoor m’, o Oppermajesteit,
Om Uwe trouw, aan mij gezworen;
Verhoor m’ om Uw gerechtigheid.

10. Leer mij, o God van zaligheden,
Mijn leven in Uw dienst besteden;
Gij zijt mijn God, vat Gij mijn hand;
Uw goede Geest bestier’ mijn schreden,
En leid’ mij in een effen land.

Vrijdag 16 september

Lezen: Nehemia 3: 1 – 32 of 3: 1 – 2 en 28 – 32 

Vragen: Nehemia zet de mensen niet zomaar aan het werk. Als je dit hoofdstuk goed leest, dan ontdek je planning, samenwerking, gebruik maken van talenten, en motivatie. Wat kun je hiervan leren voor bijvoorbeeld het werk in de kerkelijke gemeente?  

Gebed: Dank de Heere God voor de vele werkers in zijn Koninkrijk. Bid om leiders die als Nehemia het beste uit mensen weten te halen om zo Gods Koninkrijk te bouwen en niet uit zijn op eigen eer en glorie.  

Lied: Samen in de naam van Jezus – Weerklank 242

Zaterdag 17 september

Lezen: Nehemia 4: 1 – 9 

Vragen: Niet iedereen is blij met de bouw van de muren van Jeruzalem. Tegenstanders maken het werk belachelijk en willen verwarring brengen. Heb jij daar ook wel eens mee te maken gehad? Hoe ging je daar mee om?  

Gebed: Bid voor al degenen die te maken hebben met bespotting en tegenstand.  

Lied: Psalm 89: 8 en 20 

8. Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht;
Uw vrije gunst alleen wordt d’ ere toegebracht;
Wij steken ‘t hoofd omhoog en zullen d’ eerkroon dragen,
Door U, door U alleen, om ‘t eeuwig welbehagen;
Want God is ons ten schild in ‘t strijdperk van dit leven,
En onze Koning is van Isrels God gegeven.

20. Gedenk den smaad, dien elk van Uwe knechten lijdt,
Waarmee elk machtig volk mijn bang gemoed doorsnijdt;
Den smaad, o HEER, waarmee Uw haters ons beladen,
Waarmede zij den gang van Uw Gezalfde smaden.
Gij immers wilt of zult nooit onze hoop beschamen;
Den HEER zij eeuwig lof, en elk zegg’: “Amen, Amen!”

Zondag 18 september

Lezen: Nehemia 4: 10 – 23 of 4: 10, 11 en 17 – 20 

Vragen: De bespotting mist zijn uitwerking niet, de bouwers worden moedeloos. Hoe gaat Nehemia daar mee om? Wat leer je daarvan?  

Bidden: Bid om inzicht in de tactiek van de aanvallen van de satan in je eigen leven en om moed als de moedeloosheid toeslaat.  

Zingen: Ik bouw op U, mijn Schild en mijn Verlosser – Weerklank 445 

Maandag 19 september

Lezen: Nehemia 5 of 5: 1, 8 – 12 

Vragen: In dit hoofdstuk gaat het over armoede en rijkdom. In ons land leven ook veel mensen, waaronder heel veel kinderen, in armoede. Is er een mogelijkheid om daar (met je gemeente) iets aan te doen?  

Bidden: Bid om wijsheid en vrijgevigheid om te delen van wat je hebt gekregen. Of bid het gebed van moeder Teresa: 

Heer, maak ons waardig
om onze medemensen te dienen,
die overal ter wereld leven en sterven
in armoede en honger.
Geef hun heden,
door onze handen,
hun dagelijks brood;
en door onze begrijpende liefde
vrede en blijdschap.   

Zingen: Wat zijn de goede vruchten – Weerklank 207

Dinsdag 20 september

Lezen: Nehemia 6: 1 – 14 

Vragen: Nehemia wordt nu persoonlijk bedreigd. Helaas kennen wij dat in onze tijd ook meer en meer. Hoe reageert Nehemia en wat kunnen wij daarvan leren?  

Bidden: Voor mensen die te maken hebben met laster en bedreiging.  

Zingen: Psalm 31: 1, 2 en 4 

1. Op U betrouw ik, HEER der heren,
Op U, gelijk ‘t betaamt;
Ai, laat mij nooit, beschaamd,
Van Uwen troon teruggekeren;
Help mij, op mijn gebeden,
Door Uw gerechtigheden.

2. Och, neig tot mij Uw gunstig’ oren,
Schiet haastig toe; dat mij
Uw naam een rotssteen zij;
Een huis, een welgesterkte toren,
Die, op een klip verheven,
Mij veiligheid kan geven.

4. ‘k Beveel mijn geest in Uwe handen;
Gij, God der waarheid, Gij,
HEER, verlostet mij.
Ik haat hen, die het reukwerk branden
Ter eer van valse goden;
Op U steun ik in noden.

Woensdag 21 september

Lezen: Nehemia 6: 15 – 7: 4 

Vragen: De muur is binnen de kortste keren klaar. Dat maakt indruk op de vijanden. Ze zien er zelfs iets van het werk van God in. Maar de dreigingen zijn voor Nehemia nog niet voorbij, ze komen nu via zijn eigen landgenoten. Hoe ga jij om met kritiek en laster?  

Bidden: We bidden vandaag om volharding om aan Gods Koninkrijk te bouwen. Ook als er tegenwerking en tegenslag komt van eigen geloofsgenoten. Bid vooral voor mensen die hoge posten bekleden en hier mee te maken hebben.  

Zingen: Noem de overtreding mij, die Gij begaan hebt. – Weerklank 156 

Donderdag 22 september

Lezen: Nehemia 7: 5 – 73 of 7: 6, 7 en 70 – 73 

Vragen: Dit is weer zo’n hoofdstuk dat vaak wordt overgeslagen. Waarom zou het toch van belang kunnen zijn (zie Timotheüs 3: 16) dat deze namen genoemd worden?  

Bidden: Dank de Heere God dat hij iedereen in het oog heeft, ook jou en je familie. Niet anoniem, maar met je naam.  

Zingen: Psalm 139: 1, 2 en 14 

1. Niets is, o Oppermajesteit,
Bedekt voor Uw alwetendheid.
Gij kent mij; Gij doorgrondt mijn daân;
Gij weet mijn zitten en mijn staan;
Wat ik beraad’, of wil betrachten,
Gij kent van verre mijn gedachten.

2. G’ omringt mijn gaan en liggen, Gij,
HEER, zijt altoos nevens mij;
Uw onbepaalde wetenschap
Kent mijnen weg van stap tot stap;
Geen woord is nog mijn tong ontgleden,
Of Gij, Gij weet alreeds mijn reden.

14. Doorgrond m’, en ken mijn hart, o HEER;
Is ‘t geen ik denk niet tot Uw eer?
Beproef m’, en zie, of mijn gemoed
Iets kwaads, iets onbehoorlijks voed’;
En doe mij toch met vaste schreden
Den weg ter zaligheid betreden.

Waar gaat het om 

Jaren geleden maakte ik de opening van een kerk in een nieuwbouwwijk mee. Op zaterdagmiddag was er een bijeenkomst voor de kinderen van de wijk. In grote getalen waren ze gekomen, een indrukwekkend gezicht. Een van de onderdelen van de bijeenkomst was het binnenbrengen van de Bijbel. Een jongetje van een jaar of zes droeg de grote kanselbijbel de preekstoel op, waar de predikant hem overnam. Het werd ademloos stil, de dominee maakte de koperen sloten los en opende de Bijbel voor het eerst in het nieuwe gebouw. Toen hij de kerkzaal inkeek, begon een van de kinderen te applaudisseren. De predikant knikte naar het jongetje, sloeg ook zijn handen op elkaar en al gauw juichten en klapten alle kinderen. Wat een feest! 

Ik denk dat dit kind het had begrepen. Zonder dat hij het wist, leerde hij de ouderen, die eerst aarzelden om mee te doen, ‘de vreugde van de wet’. Het is een officieel feest in het Jodendom, waarbij Thorarollen tevoorschijn worden gehaald en de mannen dansend met de rollen op hun schouders door de synagoge gaan. Gods Woord mag met blijdschap geopend en ontvangen worden.  

Blij met de wet. Dat zijn de Israëlieten ook. Als de muur klaar is, komen ze bij elkaar. Ezra staat op een verhoging met naast hem familiehoofden. De hele dag luisteren ze naar Ezra als hij voorleest uit de wet. En daarna juichen ze, roepen amen, amen en ze knielen voor de Heere.  

Een aantal Levieten nemen het over. Ze lezen een stukje en geven uitleg. Dit maakt diepe indruk op het volk, nu juichen ze niet meer, maar ze moeten huilen. Is het omdat ze ontroerd zijn vanwege het feit dat God spreekt, weten ze zich aangesproken, komen ze onder de indruk van de grootheid en heiligheid van God? We weten het niet, maar Nehemia en de Levieten sporen de mensen aan tot vreugde en blijdschap. Ze moeten naar huis gaan, lekker eten klaarmaken, het delen met behoeftigen en blij zijn. Dit is een bijzondere dag.  

Vrijdag 23 september

Lezen: Nehemia 8 of 8: 9 – 13 

Vragen: Hoe ga jij om met de Bijbel als Gods Woord? Heb je wel eens gehuild als je de inhoud tot je door liet dringen?  

Bidden: Probeer je vreugde om het Woord van God te verwoorden.  

Zingen: Psalm 119: 52, 53 en 65 

52. Hoe zoet zijn mij Uw redenen geweest!
Geen honig kon ‘t gehemelt’ beter smaken;
Alleen door Uw bevelen krijgt mijn geest
Verstand van God en Goddelijke zaken;
Dies heb ik al de leugenpaân gevreesd,
En zal bedrog en slinkse wegen wraken.

53. Uw woord is mij een lamp voor mijnen voet,
Mijn pad ten licht, om ‘t donker op te klaren.
Ik zwoer, en zal dit met een blij gemoed
Bevestigen, in al mijn levensjaren,
Dat ik Uw wet, die heilig is en goed,
Door Uw genâ bestendig zal bewaren.

65. Hoe wonderbaar is Uw getuigenis!
Dies zal mijn ziel dat ook getrouw bewaren;
Want d’ oop’ning van Uw woorden zal gewis,
Gelijk een licht, het donker op doen klaren;
Zij geeft verstand aan slechten, wien ‘t gemis
Van zulk een glans een eeuw’gen nacht zou baren.

Zaterdag 24 september

Lezen: Nehemia 9 of 9: 1 – 8

Vragen: Het volk ziet in de geschiedenis ondanks de zonde van het volk, de trouwe hand van God. Als jij terugkijkt in jouw leven, wat zie jij dan?

Bidden:

Heer vergeef het
De haat die scheiding brengt tussen volk en volk, tussen ras en ras, tussen klasse en klasse
Heer vergeef het
Het begerig verlangen dat mensen en volkeren drijft naar het bezit van wat hen niet toebehoort
Heer vergeef het
De hebzucht, die de arbeid van mensen uitbuit en de aarde verwoest
Heer vergeef het
Onze afgunst op het welzijn en geluk van anderen
Heer vergeef het
Onze onverschilligheid ten opzichte van het lijden van daklozen en vluchtelingen
Heer vergeef het
De begeerte, die de lichamen van mannen vrouwen en kinderen voor onwaardige doeleinden misbruikt
Heer vergeef het
De trots, die ons ertoe brengt op onszelf te vertrouwen en niet op God
Heer vergeef het

Amen
Dit coventrygebed wordt wereldwijd in kerken gebeden.

Zingen: Zou ik niet van harte zingen – Weerklank 481: 1, 2 en 4

Zondag 25 september

Lezen: Nehemia 10 of 10: 28 – 33 en 39c 

Vragen: Het volk belooft de wet te houden op het gebied van huwelijk, rustdag en eredienst. Hoe zet jij je in voor deze zaken? Waar heb je misschien steken laten vallen en is het nodig om je er opnieuw aan toe te wijden?  

Bidden: Neem mijn leven laat het Heer – Weerklank 267 

Zingen: Wie de Heiland liefheeft 1, 2 en 4  

Maandag 26 september

Lezen: Nehemia 11 of 11: 1 – 5 

Vragen: Jeruzalem moet vol worden. Van iedere familie moeten mensen in Jeruzalem gaan wonen, evenals Levieten en andere tempelmedewerkers. De lofzang moet gaande gehouden worden. De IZB stimuleert mensen ‘missionair te verhuizen’. Zie www.izb.nl/impact/missionair-verhuizen. Is dat wat voor jou?  

Bidden: Bid voor mensen die missionair verhuizen of wonen op een plek (buiten de biblebelt) waar het niet altijd gemakkelijk is.   

Zingen: Psalm 17: 3, 4 

3.Ik zet mijn treden in Uw spoor,
Opdat mijn voet niet uit zou glijden;
Wil mij voor struikelen bevrijden,
En ga mij met Uw heillicht voor.
Ik roep U aan, ‘k blijf op U wachten,
Omdat G’, o God, mij altoos redt,
Ai, luister dan naar mijn gebed,
En neig Uw oren tot mijn klachten.

4. Maak Uwe weldaân wonderbaar,
Gij, die Uw kind’ren wilt behoeden
Voor ‘s vijands macht en vrees’lijk woeden,
En hen beschermt in ‘t grootst gevaar.
Wil mij Uw bijstand niet onttrekken;
Uw zorg bewaak’ mij van omhoog;
Bewaar m’ als d’ appel van het oog;
Wil mij met Uwe vleuglen dekken.

Dinsdag 27 september

Lezen: Nehemia 12 of 12: 27 – 29, 40 – 43 

Vragen: Wat leer jij uit dit hoofdstuk over feest vieren?   

Bidden: Dank de Heere voor alle momenten van vreugde en blijdschap die je (in de gemeente) mocht beleven.   

Zingen: Een Koning hebben wij – Weerklank 425 

Woensdag 28 september

Lezen: Nehemia 13: 1 – 13 

Vragen: Nehemia is teruggegaan naar Susan, maar hoort daar dat het weer mis gaat in Jeruzalem. Hij krijgt opnieuw verlof om terug te keren. Opnieuw gaat het mis in de tempeldienst, bij huwelijken en het houden van de sabbat. Begrijp je de woede van Nehemia? Zie vers 8 en 25. Kom je die heilige toorn nu ook nog wel eens tegen?    

Bidden: Schuldig staan wij voor U heer, Weerklank 495  

Zingen: Psalm 32: 3, 5 en 6 

3. ‘k Bekend’, o HEER, aan U oprecht mijn zonden;
‘k Verborg geen kwaad, dat in mij werd gevonden;
Maar ik beleed na ernstig overleg,
Mijn boze daân; Gij naamt die gunstig weg.
Dies zal tot U een ieder van de vromen,
In vindenstijd, met ootmoed smekend, komen;
Een zee van ramp moog’ met haar golven slaan,
Hoe hoog zij ga, zij raakt hem zelfs niet aan.

5.Wil toch niet stug, gelijk een paard, weerstreven,
Of als een muil, door domheid voortgedreven;
Gebit en toom, door ‘s mensen hand bestierd,
Beteug’len ‘t woest en redeloos gediert’;
Laat zulk een dwang voor u niet nodig wezen;
Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen;
Maar wie op Hem vertrouwt, op Hem alleen,
Ziet zich omringd met Zijn weldadigheên.

6.Rechtvaardig volk, verheft uw blijde klanken,
Verheugd in God, naar waarde nooit te danken;
Zingt vrolijk, roemt Zijn deugden t’ allen tijd,
Gij, die oprecht van hart en wandel zijt.

Donderdag 29 september

Lezen: Nehemia 13: 14 – 22 

Vragen: Hoe vier jij de zondag? Met welke verleidingen heb jij op zondag te maken?  

Bidden: Bid om volharding om de zondag een echte rustdag te laten zijn. Bid ook voor mensen die door bijvoorbeeld werk moeite hebben om van de zondag een rust- en feestdag te maken.  

Zingen: God heeft het zelf bevolen – Weerklank 403

Vrijdag 30 september

Dit laatste hoofdstuk laat zien wat we heel de Bijbel door lezen: het is vallen en weer opgericht worden. De mens wijkt steeds af van God en zijn wet. Beloften worden geschonden. Om moedeloos van te worden. Maar het wonder is dat God trouw blijft. Hij vindt telkens weer manieren om mensen naar Hem toe te trekken. Wat een geduld en wat een liefde.  

Uiteindelijk geeft Hij zelfs Zijn eigen lieve jongen, Zijn Zoon, Jezus Christus om ons te redden. Johannes 3: 16. 

Lezen: Nehemia 13: 23 – 31 en Joh. 3: 16 

Vragen: Wat leer jij van dit Bijbelboek?  

Bidden: Dank God voor wat je deze maand van Hem hebt ontvangen. Vraag Hem of Hij je wil behoeden voor lauwheid en afval. Bid voor de kerk: je eigen gemeente, de kerk(en) in je woonplaats, in Nederland en wereldwijd.  

Zingen: Jezus leidt zijn kerk – Sela 


Reageren? Stuur een mail naar reacties@vrouwtotvrouw.nl