• Gepubliceerd door
  • Vrouw tot Vrouw
  • Gepubliceerd op
  • 30 september 2022
  • Tags

Bijbeltijd oktober – God wil bij ons wonen

Door: Margreet Anker – van Harten

Ik sluit het deurtje. Fijne was. 30°C. Start. Wegwezen! Het avondeten staat alvast klaar. De laatste ontbijtbordjes gaan de vaatwasser in. ‘Waar zijn mijn sleutels? Ik móet weg’. De bel gaat. Gehaast – met een rood hoofd – loop ik naar de deur. Ik mompel: ‘Wéér die sneakers en schooltas op de deurmat, daar horen ze niet’. Ik doe de deur open:  

Vandaag wil Ik bij jou in huis zijn.’ 

Ons huis. We zijn er zuinig op, wellicht wel trots. We doen ons best om alles netjes te houden. We zorgen er goed voor. Een huis zonder onderhoud gaat immers vlug achteruit.  

Deze maand gaan we nadenken over ons huis. Ons geestelijke huis. Je komt in de Bijbel veel woorden tegen die te maken hebben met het huis. Bij gebeurtenissen die in en rondom het huis plaatsvinden. Maar ook als metafoor. Een van de mooie dingen in de Bijbel is dat de Heilige Geest herkenbare, alledaagse beelden gebruikt om Zijn boodschap voor ons duidelijk te maken.   

We gaan deze maand aan de slag met 4 – vanzelfsprekende – onderdelen van ons huis met de volgende thema’s: 1. De deur van hoop; 2. Een open raam; 3. De levende Steen; en 4. Onder één dak.  

Ik hoop dat deze overdenkingen voor jou van waarde mogen zijn en wens jou toe: 

‘En zij ontving Hem met blijdschap.’ 


Week 1 - De deur van hoop

Ik bel aan en wacht geduldig. Het is interessant om naar voordeuren te kijken. De oude, statige deur, het leuke naambordje, de sticker ‘NEE! Géén verkopers of geloofsovertuigers’ en de met liefde gemaakte deurkrans. De voordeur vertelt iets over de mensen die er wonen.

Wat maken we eigenlijk veel gebruik van de deur. Hoe vaak gaan we er niet onbewust doorheen. Naar buiten. Naar binnen. Laten we deze week eens heel bewust naar de deur gaan kijken. En dan bedoel ik dat natuurlijk vanuit Bijbels perspectief. Want in de Bijbel kom je regelmatig de deur tegen. Het geeft toegang en mogelijkheden, letterlijk en figuurlijk. Er zijn dichte en open deuren.

Een dichte deur. Je bent niet welkom. Je hebt geprobeerd de deur open te krijgen, maar het lukt niet. Je hebt geen contact meer met de vriendin waar je vroeger veel mee optrok of met je broer of zus. Dat doet zeer en het houdt je vaak bezig.

Ook in de Bijbel komen we dichte deuren tegen. Al heel snel. In de hof van Eden gooiden Adam en Eva de deur achter zich dicht. Zij luisterden liever naar de slang en wezen daarmee hun Schepper de deur.

Het thema van deze week is ‘deur van hoop’. De deur van hoop komen we tegen in Hosea, het Bijbelboek dat op indrukwekkende wijze Gods trouw en liefde illustreert aan de hand van het huwelijk van Hosea en Gomer, een prostituee. In Hosea 2:14 lezen we dat het dal van Achor een ‘deur van hoop’ zal zijn. Dat is wonderlijk als je beseft dat juist dit dal symbool staat voor totale mislukking en nederlaag. Het is de plaats waar Achan met zijn familie en bezittingen gestenigd en verbrand is na de nederlaag in Ai (Jozua 7). Laat nu dit ongeluksdal plaats maken voor herstel: het wordt een deur van hoop.

De deur van hoop. Het doet ons denken aan de woorden van Jezus: ‘Ik ben de Deur, als iemand door Mij naar binnen gaat, zal hij behouden worden’. Door Zijn lijden, sterven én opstanding is er voor gelovigen een levende hoop: er is toegang tot de Vader.

We komen in de Bijbel ook een deur tegen die niet te sluiten is (Openb. 3:8). Er zullen mensen zijn die het Evangelie willen horen. Hun harten zullen door de Heilige Geest geopend worden. En wie dit ook probeert tegen te houden, het zal niet lukken. De deur kan niet gesloten worden. Gods werk zal doorgaan totdat Hij komt. Wat een bemoediging, ook voor de christenen in de vervolgde kerk.

Zaterdag 1 oktober

LEZEN: Lukas 19:1 – 10
‘En hij haastte zich en kwam naar beneden en ontving Hem met blijdschap’.  

 VRAGEN
‘Vandaag wil ik bij jou in huis zijn’. Wat doet dit met jou? 
Zacheüs ruimde de ‘rommel’ in zijn huis op. Zijn er dingen die jij op moet ruimen? 

GEBED
Dank God omdat we ons voor Hem niet kunnen verstoppen en dat Hij ons altijd ziet.  Dank Jezus dat Hij in ons levenshuis wil komen.  

Vraag de Heilige Geest of Hij jou (steeds) wil laten ontdekken welke rommel jij in jouw huis hebt en of Hij jou wil helpen met het opruimen ervan.  

LIED: Psalm 133  

1. Ai ziet, hoe goed, hoe lief’lijk is ‘t, dat zonen
Van ‘t zelfde huis, als broeders, samen wonen,
Daar ‘t liefdevuur niet wordt verdoofd;
‘t Is als de zalf op ‘s Hogepriesters hoofd,
De zalf, waarmee hij is aan God gewijd,
Die door haar reuk het hart verblijdt.

2. Die liefdegeur moet elk tot liefde nopen,
Als d’ olie, die, van Arons hoofd gedropen,
Zijn baard en klederzoom doortrekt;
Z’ is als de dauw, die Hermons kruin bedekt,
Die Sions top met vruchtbaar vocht besproeit,
En op zijn bergen nedervloeit.

3. Waar liefde woont, gebiedt de HEER den zegen:
Daar woont Hij Zelf, daar wordt Zijn heil verkregen,
En ‘t leven tot in eeuwigheid.

Zondag 2 oktober

LEZEN: Exodus 12:21-28 
Er zal wellicht met vreemde ogen opgekeken zijn. Misschien werd er ook om gelachen. Met een kwastje werden de deurposten ingesmeerd met het bloed van het paaslam. Schuil je achter het bloed, dan ben je veilig.  

VRAGEN:
Kijk vandaag eens naar de deurposten van de voordeur van je huis en denk eens terug aan dit verhaal.  Wat doet dit met je? Voel jij je veilig achter het bloed van hét Paaslam, Jezus Christus?  

GEBED:
Dank Jezus omdat Hij onze plaats wilde innemen en dat we daardoor veilig mogen zijn achter Zijn bloed.  Bid voor je dierbaren. Wat zou het bijzonder zijn als iedereen in het gezin, de familie en vriendenkring Jezus mag zien als Verlosser! 

LIED: Heer, Uw bloed dat reinigt mij 

Maandag 3 oktober

LEZEN: Deuteronomium 6:4-12
Bij joodse gezinnen vinden we op de rechterdeurpost een kokertje, de mezoeza (wat letterlijk deurpost betekent) waarin een perkamentrolletje bewaard wordt met de o.a. de woorden uit Deuteronomium 6:4-9. Bij het thuiskomen of de deur uit gaan, wordt het kokertje met de hand aangeraakt of met de lippen gekust. 

VRAGEN:
Welke gedachte zou er achter de mezoeza zitten en wat vind je ervan?  

GEBED: Dank God voor Zijn geboden. 

 Vraag of Hij ons wil helpen om uit liefde en dankbaarheid Zijn wil te doen en te luisteren naar zijn geboden, niet alleen thuis, maar ook buiten de deur.   Belijd dat het vaak mis gaat en vraag Hem om vergeving.  

 LIED: Psalm 119: 1 en 3  

1. Welzalig zijn d’ oprechten van gemoed,
Die, ongeveinsd, des HEEREN wet betrachten;
Die Hij op ‘t spoor der godsvrucht wand’len doet;
Welzalig die, bij dagen en bij nachten,
Gods wil bepeinst, en Hem als ‘t hoogste goed,
Van harte zoekt met ingespannen krachten.

3. Och, schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest!
Mocht die mij op mijn paân ten leidsman strekken!
‘k Hield dan Uw wet, dan leefd’ ik onbevreesd;
Dan zou geen schaamt’ mijn aangezicht bedekken,
Wanneer ik steeds opmerkend waar’ geweest,
Hoe Uw geboôn mij tot Uw liefde wekken.

Dinsdag 4 oktober

LEZEN: Hosea 2:13 – 22
Een dieptrieste plek, het dal van Achor, wordt tot een deur van hoop. ‘Daar zal zij zingen als in de dagen van haar jeugd’.  

VRAGEN:
Wie wordt er bedoeld met ‘zij’? 
Wat springt er voor jou uit in deze tekst? Is er iets dat jou raakt? 
Heb jij iets in jouw leven dat je ervaart als ‘een dal’ dat soms zo hopeloos lijkt? Wat neem je dan mee uit dit Bijbelgedeelte?  

GEBED:
Dank Hem voor de hoop die er is in Jezus Christus, dé Deur van hoop. 
Vertel God – en dat mag heel concreet – van de moeilijkheden die je ervaart in jouw leven.  

ZINGEN: Leer mij Uw weg, o Heer 

Woensdag 5 oktober

LEZEN: Johannes 10:1 – 9 

VRAGEN:
‘Ik ben de Deur’, zegt Jezus. Hoe zou je je voordeur vormgeven als je deze boodschap erin wilt verwerken, denk daarbij bijv. aan het formaat, materiaal, kleur en vorm. (Wij zijn overigens erg benieuwd. Als je iets wil laten zien wat je gemaakt hebt, kun je dat mailen naar reacties@vrouwtotvrouw.nl).  

GEBED:
Dank God voor de open deur waardoor we tot de Vader kunnen komen.  Vraag Hem om hulp – dag in dag uit – te beseffen dat deze liefde voor ons álles heeft gekost: Zijn eigen Zoon.  

LIED: Psalm 116: 1,2,3 en 11 

Donderdag 6 oktober

LEZEN: Johannes 20:19-29
Jezus komt door gesloten deuren.  

VRAGEN: Welke gesloten deur zou jij graag geopend zien?  

GEBED: 
Dank God dat er hoop is voor gesloten deuren.  Heb je verdriet om een gesloten deur? Vertel dit aan God.  

LIED: Psalm 29: 1 en 6 

1. Aardse machten, looft den HEER;
Geeft den HEERE sterkt’ en eer;
Dat de lof van ‘s Hoogsten naam
Aller groten roem beschaam’.
Vorsten, ‘t voegt u, Hem, in’t midden
Van Zijn heiligdom, t’ aanbidden:
‘t Voegt u, met de Godgetrouwen,
‘s HEEREN heerlijkheid t’ ontvouwen.

6. Looft den HEER, die wond’ren werkt;
Israël, Zijn volk, versterkt;
Hem, die Jacobs heilig kroost
Zeeg’nen zal met vreed’ en troost.

Vrijdag 7 oktober

LEZEN: Openbaring 3:7-13
Open deuren die niet te sluiten zijn.  

VRAGEN: Ben jij wel eens een ‘deur’ tegengekomen die niet te sluiten was? 

Kijk eens op de website van Open Doors of SDOK, lees het verhaal van een christen/christin en bidt ervoor!  

GEBED: 
Bid voor de vervolgde christenen. Vraag of God het werk van stichtingen als Open Doors en SDOK overvloedig wil zegenen. Dank God voor de godsdienstvrijheid in ons land.  

 LIED: Weerklank 520 vers 1, 6, 7, 8 en 9.   

Zaterdag 8 oktober

LEZEN: Openbaring 3:14-22
‘Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen’.  

VRAGEN: Hoe herken je Gods geklop? En Zijn stem?  

 GEBED:
Vr
aag God om goede oren om Zijn geklop te horen.  Dank God voor de Bijbel die wij mogen lezen in onze eigen taal.  Bid voor het werk van bijbelvertalers, zodat elk volk een Bijbel kan lezen in haar eigen taal.  

LIED: Psalm 78:1 en 2 

1. Neem, o mijn volk, neem mijne leer ter oren;
Neig oor en hart, om naar mijn stem te horen,
‘k Zal met mijn mond u wijze spreuken leren,
Verborgenheên, van ouds af waardig t’ eren;
Mij vloeit een schat van wijsheid uit den mond,
Gelijk een bron, die voortspringt uit den grond.

2. Verborgenheên, met diep ontzag te melden,
Die ons voorheen de vaderen vertelden,
Die wij hun kroost ook niet verbergen mogen,
Die stellen wij het nageslacht voor ogen;
Des HEEREN lof uit ‘s lands historieblaân,
Zijn sterken arm en grote wonderdaân.

Week 2 - Een open raam

Hoe vaak kijk je niet even uit het raam naar buiten? Of kijk je als je op de fiets zit (stiekem 😉) even bij een ander naar binnen? Dat gaat gewoon automatisch. Ramen zijn heerlijk. Je zou maar een huis hebben zonder ramen.

Deze week denken we na over ramen die wij tegenkomen in de Bijbel. Ons thema ‘een open raam’ is afkomstig uit Maleachi (3:10). Iets verderop kom ik hier op terug.

Het raam in de Bijbel mag ook geassocieerd worden met verwachting en hoop. Noach krijgt de opdracht om een venster in de ark te maken: een lichtopening. Na veertig dagen wachten gaat het venster vol verwachting open. De deur is nog dicht, maar het raam open!

Deze hoop komen we ook tegen bij Rachab. Ze had de spionnen Jozua en Kaleb helpen ontsnappen via het raam. En nu waren haar ogen verwachtingsvol gericht op het raam met het scharlaken koord. Vol vertrouwen wist zij dat God haar en haar familie verlossing zou geven.

Bij een aantal profeten komen we ook ramen tegen. In Maleachi lezen we dat God vensters in de hemel heeft, die Hij kan sluiten en openen. Het sluiten van de ramen geeft vloek: het land wordt geteisterd door droogte en het kleine beetje dat groeit, wordt opgegeten door sprinkhanen. Het openen van de vensters geeft zegen en zóveel dat er geen schuren genoeg zijn om al het voedsel op te slaan.

In Joël 2 lezen we over een raam waardoor Gods oordeel naar binnen komt (2:9). De sprinkhanen – die alles in het land vernietigen – klimmen tegen de huizen op en komen als een dief via de ramen naar binnen. ‘Keer terug naar Hem want de dag van de HEERE komt!’ Het is heel mooi om te lezen dat de HEERE het tóch opneemt voor Zijn volk. Het raam gaat open: de Leraar tot gerechtigheid zal komen (2:23) en de Geest zal uitgestort worden op alle vlees (2:28).

Het kan soms donker zijn in je huis. Er gebeuren dingen waar je je ontzettend zorgen om maakt. Je voelt je machteloos. Als je naar buiten kijkt, zie je eigenlijk alleen maar donkere stapelwolken. Ook voor Daniël zag de toekomst er niet hoopvol uit, het wetsvoorstel was door koning Darius aangenomen. Daniël opende zijn vensters, dankte en bad tot God, zoals hij altijd deed (Dan. 6:11). Het is indrukwekkend om vervolgens te lezen hoe Daniël wordt beschermd en gezegend. Gods open venster vanuit de hemel!

Zondag 9 oktober

LEZEN: Jozua 2:1-24

‘En zij bond het scharlaken koord aan het venster’.

VRAGEN: Wat kan jij van Rachab leren voor het raam van jouw levenshuis?

GEBED: Dank God voor het mooie voorbeeld dat Hij geeft in Rachab. Vraag God of Hij jou wil leren alleen te vertrouwen op het verlossingswerk van Christus. Bid voor vrouwen en meisjes die in de prostitutie beland zijn en vraag of zij de echte Liefde van Christus mogen vinden. Bid voor bescherming van kwetsbare tieners tegen Loverboys. Bid voor het werk van de stichting Het Scharlaken Koord dat helpt vrouwen en meisjes van de prostitutie te bevrijden.

LIED: Jezus’ liefde voor mij

Maandag 10 oktober

LEZEN: Daniël 6:1–12

Donkere wolken, open vensters.

VRAGEN: Wat doe jij als je in nood bent? Heb jij thuis ook een plekje waar je graag bidt?

GEBED: Dank God dat je bij Hem terecht kunt met je zorgen. Bid voor mensen die vastlopen en het open venster niet kunnen vinden. Vraag Hem of Hij je wil helpen als je het lastig vindt om consequent ‘het open venster’ (versta: stille tijd) op te zoeken.

LIED: Psalm 5 vers 1, 2 en 12

Dinsdag 11 oktober

LEZEN: Joël 2: 1 – 14

Sprinkhanen! Ze klimmen tegen de huizen en als een dief komen zij door de vensters binnen. ‘Keer terug naar Hem!’

VRAGEN:
Wat moet je je voorstellen bij de woorden: ‘Scheur uw hart en niet uw kleren’? Welke woorden in dit Bijbelgedeelte zou jij willen onderstrepen? En waarom?
In vers 14 lees je: ‘Wie weet zal hij Zich omkeren’. Klinkt dit niet wat twijfelachtig? Hoe moet je dit lezen?
Waarvan zou jij je moeten bekeren?

GEBED: Dank God voor Zijn genade, barmhartigheid, geduld en goedheid (vers 13).
Vraag God of Hij jou steeds wil laten zien wat jouw zonden en tekortkomingen zijn en of Hij jou wil leren het goede te doen, tot eer van Zijn naam!

LIED: Psalm 6: 1, 2 en 9

Woensdag 12 oktober

LEZEN: Joel 2: 18 – 32

We zagen gisteren donkere, duistere wolken uit het raam. Wat een verschil met vandaag! Het wordt licht!

VRAGEN: Waarom is het zo belangrijk om de twee kanten van Gods openbaring naast elkaar te houden: oordeel en redding? Wat is het gevaar als je een van beiden onderbelicht of laat verdwijnen?
Welke beloften kom je tegen in het gedeelte wat we zojuist gelezen hebben?

GEBED: Dank God voor het Licht in de duisternis. Dank Hem voor Zijn trouw en dat Hij steeds bewijst dat Hij doet wat Hij belooft (wat een verschil met ons!) Dank Jezus dat Hij het voor ons wil ‘opnemen’ en dat er genade is. Dank God voor de komst van de Heilige Geest en vraag of Hij steeds in ons huis aanwezig wil zijn.

LIED: Kom Heilige Geest (Sela)

Donderdag 13 oktober

LEZEN: Maleachi 3:7-12

Beproef Mij of Ik de vensters van de hemel voor u zal openen.

VRAGEN: Het volk berooft God, lezen we. Hoe kunnen wij vandaag de dag God beroven?
God opent zijn vensters. Wat moet je je hierbij voorstellen? Zie je dit ook terug in jouw leven?

GEBED: Vraag God of Hij je ogen wil openen voor datgene waarmee je Hem berooft. Vraag Hem ook om vergeving hiervoor.
Dank God voor zijn trouw en geduld, keer op keer.

LIED: 145 vers 1 en 3

1. O God, mijn God, Gij aller vorsten HEER,
Ik zing, verheugd, Uw groten naam ter eer;
Ik zal den roem van Uwe majesteit
Verhogen tot in d’ eindlooz’ eeuwigheid;
‘k Zal dag aan dag U eer en dank bewijzen.
De HEER is groot; al ‘t schepsel moet Hem prijzen;
Zijn grootheid streeft het kloekst begrip te boven.
Laat elk geslacht Zijn werk en almacht loven.

3. Zij zullen, uit de volheid van ‘t gemoed,
Gedachtig aan den milden overvloed
Van Uwe gunst, die roemen bij elkeen,
En juichen van al Uw gerechtigheên.
De HEER is goed en vriend’lijk en weldadig,
Barmhartig, mild, lankmoedig en genadig;
Hij doet Zijn gunst aan allen klaar bemerken;
Zijn goedheid is verspreid op al Zijn werken.

Vrijdag 14 oktober

LEZEN: Handelingen 20:7-12

Het is zo menselijk wat hier gebeurde … De ‘dominee’ blééf maar preken. Hij vocht tegen zijn vermoeide ogen, maar het licht in de zaal werkte niet mee. Toen viel hij uit het raam en stierf. Maar Eutychus mocht een levende getuige zijn van de opstandingskracht van Christus. Een open venster op de toekomst!

VRAGEN: Als jij een raam in huis in het teken van ‘verwachting’ zou inrichten, hoe zou het raam er dan uit zien? (Welk raam in jouw huis zou je dan uitkiezen? Wat zou je in de vensterbank zetten?)

GEBED: Dank Jezus voor het open venster: Hij heeft de dood overwonnen, het graf is leeg!
Leg je zwaktes voor God neer (slechte concentratie bij het bidden of Bijbellezen, vermoeidheid tijdens je gebed voor het slapen gaan, …).

LIED: Hij is opgestaan (Sela)

Zaterdag 15 oktober

LEZEN: Hooglied 2: 8 – 14

Springend over de bergen. Huppelend over de heuvels. Kijkend door de vensters. Het gaat hier niet over de sprinkhanen in Joël 2 waar we dinsdag over lazen. Het is de Liefste die door het raam naar binnen kijkt en roept: ‘Sta op, Mijn vriendin! Mijn allermooiste, en kom!’

VRAGEN: Wie wordt er hier bedoeld met Liefste? En wie is de vriendin? Wat is in de verzen die we gelezen hebben opvallend aan de relatie tussen de Liefste en Zijn vriendin? Is Jezus jouw Liefste in je leven?

GEBED: Dank God voor Zijn geduld en oneindige liefde.
Belijd dat je vaak zoveel ‘liefdes’ hebt (je man, kinderen, werk, dagelijkse beslommeringen, vakantie, …) dat je hierdoor keer op keer de Liefste te kort doet of verwaarloost. Hij verdient het zo om op de eerste plaats te staan.
Bid of de gemeente een bruid mag zijn die verlangend uitkijkt naar de komst van de Bruidegom.

LIED: Ik zal er zijn (Sela)

Week 3 - Een levende steen

Deze week gaan we kijken naar de stenen van ons huis. Wanneer je vanuit de tuin of vanaf de straat naar de gevel kijkt, zie je rechte, vormvaste stenen, in keurige rijen gemetseld. Dat was vroeger wel anders. Geen steen was hetzelfde, er was altijd verschil in vorm, grootte en structuur. Dat is ook wel verklaarbaar: de stenen werden uitgehakt uit rotsen of gemaakt van leem dat met de voeten werd gekneed en met een pottenbakkersschijf in vorm gebracht.

Tijdens de bouw komen de bouwvakkers een opvallende steen tegen. Ze passen en proberen, maar kunnen er niets mee. De steen is volledig ongeschikt. Geïrriteerd gooien ze hem weg (Psalm 118:22) en laten hem links liggen. De eigenaar komt op de bouwplaats: ‘Ik wil dat déze steen gebruikt wordt voor het fundament’. En zo wordt de afgekeurde steen gebruikt als hoeksteen, de belangrijkste steen die zorgt voor een solide huis.

Jezus is een steen die niet past in het beeld van mensen, Hij is ongeschikt. Zijn dienende houding klopt niet bij het beeld van een koning. Zijn boodschap is niet de boodschap die je wilt horen. Hij laat zichzelf vernederen en kruisigen. Er is geen eer aan te behalen. Maar voor God is Hij de Hoeksteen: Hij staat op uit de dood, Hij leeft! In zijn brief vergelijkt Petrus (1 Petr. 2:4) Hem dan ook met een levende Steen.

Er zijn ook levende stenen (1 Petr. 2:5). Zij worden gebruikt voor de bouw van een geestelijk huis. Ze zijn allemaal verschillend. Maar hoe verschillend ook, ze hebben hetzelfde fundament: Jezus Christus.

In de Bijbel spreekt Jezus over roepende stenen. Bij de intocht in Jeruzalem loven en prijzen Zijn discipelen: ‘Gezegend is de Koning, die daar komt in de Naam van de Heere!’ (Psalm 118). De Farizeeën ergeren zich en gebieden Jezus hen te bestraffen. Jezus zegt hierover dat als zij zouden zwijgen, de stenen zullen gaan roepen. Gods Woord gaat door zelfs als mensen (moeten) zwijgen.

Hoe vaak zwijgen we niet als christen? Ik las een confronterende blog over mopperende christenen op de geseculariseerde kerstbeleving. Maar hoe vaak spreek jij in jouw omgeving enthousiast en blij over het geboren Kind? In het tuincentrum horen we – te midden van kerststalletjes – de dweperige Christmas songs, maar galmt tussendoor ook het Evangelie: Joy to the world! The Lord has come. Let earth receive her King! Als christenen zwijgen over de geboren Koning, roepen de ‘stenen van de winkels’ het dan uit?

Zondag 16 oktober

LEZEN: Psalm 118:1-29

Psalm 118 is een van de Hallel-psalmen (113 – 118) die tijdens de paasmaaltijd wordt gezongen. Ook Jezus zal deze Psalm gezongen hebben voordat Hij naar Gethsemané ging.

VRAGEN: Wat zal er denk je in Jezus omgegaan zijn toen Hij deze psalm zong?

GEBED: Vraag of God ons steeds wil laten verwonderen en ons wil bewaren voor gewenning aan het Evangelie.
Bid voor Israël en vraag of velen mogen zien dat in Jezus de belofte is vervuld.

LIED: Psalm 118 vers 7 en 11

Maandag 17 oktober

LEZEN: Mattheüs 21:33-46

Heb je dat ook? Tijdens het lezen van dit gedeelte voel je boosheid opkomen. Zelfs de Zoon wordt niet gespaard. En de Farizeeën lopen er met open ogen in: deze gelijkenis gaat over hén. Zij zijn die glasharde, gewetenloze landbouwers. De Hoeksteen – uit Psalm 118 – kan ook een steen zijn waarop je je te pletter kunt vallen. Ingrijpend. De boosheid – die je op voelde komen – maakt plaats voor stilte.

VRAGEN: Erger jij je weleens aan Jezus? Waar stoot je je dan aan?

GEBED: Vraag de Heere of Hij jou wil leren elke dag de hoop op Hem, dé Hoeksteen, te vestigen. Vraag of Hij je wil bewaren voor het stoten aan Zijn Woord.

LIED: Hard geslagen, vastgenageld

Dinsdag 18 oktober

LEZEN: 1 Petrus 2:1-9

Als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis.

VRAGEN: Als gelovige ben je een levende steen. Hoe zou jij – als steen – er uit zien (formaat, vorm, kleur, plaats in de muur, …)?
Gods gemeente wordt gezien als een gebouw met levende stenen. Kijk jij ook zo naar de gemeente waartoe je behoort?

GEBED: Dank God dat Hij ons – door Christus – wil gebruiken als levende stenen. Dank en bid voor jouw kerkelijke gemeente. Bid voor alle predikanten opdat zij in liefde en trouw het Woord van God mogen verkondigen. Bid voor de gemeente van Christus, plaatselijk maar ook wereldwijd.

LIED: Morgenzang vers 3, 4 en 5

3. Dat wij ons ambt en plicht, o HEER,
Getrouw verrichten tot Uw eer;
Dat Uwe gunst ons werk bekroon’,
Uw Geest ons leid’ en in ons woon’.

4. Zie op ons neder in genâ,
Opdat ons werk voorspoedig ga;
En scheld ons alle misdaân kwijt,
O HEER, die vol ontferming zijt.

5. Verlicht ons hart, dat duister is,
Wil ons, naar Uw getuigenis,
Doen vlieden alle kwade paân,
En ijv’rig in Uw wegen gaan.

Woensdag 19 oktober

LEZEN: 1 Petrus 2:1-9

Levende stenen zijn een tempel, priester en offer tegelijk.

VRAGEN: N.a.v. 1 Petrus 2:5 mag je zeggen dat een gelovige vrouw óók een priesteres is. Heb jij daar wel eens over nagedacht?
Hoe zou jij jezelf zien als priesteres? Met welke offers zou jij God blij kunnen maken?

GEBED: Vraag of God jou wil helpen bij de taak/taken die jij hebt in de gemeente. Vraag of God jou ook wil helpen een levende steen te zijn in jouw dagelijks leven.

LIED: Psalm 43 vers 3 en 4

Donderdag 20 oktober

LEZEN: Lucas 19:28 – 40

‘Ik zeg u dat de stenen zouden roepen, als dezen zouden zwijgen’.

VRAGEN: Roepende stenen: positief of negatief? Ben jij weleens een roepende steen tegengekomen?

GEBED: Open onze mond zodat we de lof van de Heere vertellen.

LIED: Psalm 118 vers 1 en 9

Vrijdag 21 oktober

LEZEN: Amos 7:7-9

God staat met een paslood op een loodrechte muur. Het paslood – een touw met lood – werd gebruikt om te kijken of de muur recht staat. Wij zouden het nu een waterpas noemen. De Heere kondigt aan dat Hij ook een paslood gaat plaatsen in het midden van Israël. Wat er dan gebeurt laat zich raden: het zal aantonen dat de muur scheef staat. Het fundament is namelijk niet in orde: het volk vertrouwt op afgoden.

VRAGEN: Als God Zijn paslood neerlegt tegen jouw geestelijk huis. Wat zal Hij dan zien?

GEBED: Vraag de Heere of Hij jou wil helpen alles de deur uit te doen wat de relatie tussen jou en God in de weg staat.

LIED: Psalm 26 vers 1 en 2

1. O HEER, doe Gij mij recht;
Ik wandel als Uw knecht,
En vind mijn lust in Uw gebod.
Ik blijf op U betrouwen;
Op U, mijn rotssteen, bouwen:
Ik zal niet wank’len, grote God.

2. Beproef vrij, van omhoog,
Mijn hart, dat voor Uw oog,
Alwetende, steeds open lag.
Doorzoek mij; toets mijn gangen;
Doorgrond al mijn verlangen;
En stel mijn oogmerk in den dag.

Zaterdag 22 oktober

LEZEN: Ezechiël 13:10-14

Voor het oog ziet het er mooi uit …

VRAGEN: Hoe komt het dat deze muren zo slecht zijn? Zijn er dingen in jouw leven die je ‘oplapt met verf’?

GEBED: Wij zijn vaak gevoelig voor de mooie buitenkant, voor de ‘nette christen’. Vraag de Heilige Geest of Hij jou steeds weer wil leren, waar het daadwerkelijk omdraait.

LIED: Psalm 85: 1, 2 en 4

1. Gij hebt Uw land, o HEER, die gunst betoond,
Dat Jacobs zaad opnieuw in vrijheid woont;
De schuld Uws volks hebt G’ uit Uw boek gedaan;
Ook ziet Gij geen van hunne zonden aan;
Gij vindt in gunst, en niet in wraak, Uw lust;
De hitte van Uw gramschap is geblust.
O heilrijk God, weer verder ons verdriet,
Keer af Uw wraak, en doe Uw toorn te niet.

2. Heeft dan, o HEER, Uw gramschap nimmer end?
Zal z’ eindlijk niet eens worden afgewend?
Of zal Uw toorn ook op ons nakroost woên?
Zult g’ Uit den dood ons niet herleven doen,
Opdat Uw volk zich weer in U verblij’?
Dat toch, o HEER, Uw goedheid ons bevrij’;
Geef ons Uw heil, en red door Uwe hand,
Uit vrije gunst, het zuchtend vaderland.

4. Dan wordt genâ van waarheid blij ontmoet;
De vrede met een kus van ‘t recht gegroet;
Dan spruit de trouw uit d’ aarde blij omhoog;
Gerechtigheid ziet neer van ‘s hemels boog;
Dan zal de HEER ons ‘t goede weer doen zien;
Dan zal ons ‘t land zijn volle garven biên;
Gerechtigheid gaat voor Zijn aangezicht,
Hij zet z’ alom, waar Hij Zijn treden richt.

Week 4 - Onder één dak

Met het dak van je huis houd je je niet zo bezig. Pas als het dak lekt, besef je dat een goed dak belangrijk is. Het hebben van een dak boven je hoofd vinden we vanzelfsprekend. Je beseft pas hoe bevoorrecht je bent, als je het niet meer hebt.

Het thema van deze week is ‘onder één dak’. Ik moest hierbij denken aan de hutten die gebouwd worden voor het Loofhuttenfeest. Er staat een hut – gemaakt van takken en bladeren – in de tuin of op het balkon, waar zeven dagen in wordt geleefd. Het is een vrolijk oogstfeest, de hut is dan ook flink versierd met vruchten en slingers. Het dak moet openblijven, zodat je ’s avonds de sterrenhemel kunt zien. Het is een herinnering aan de woestijnreis en wijst jou op je kwetsbaarheid en afhankelijkheid van God.

We wonen hier op aarde in een tijdelijk huis. Hoe mooi je misschien ook woont, we wonen eigenlijk in een tent. (2 Kor. 5:1).

Het thema voor de komende negen dagen is ‘Onder één dak’. Het is mooi om te lezen dat de Heere die ‘zeer hoog’ woont (Ps. 113:5) in ons midden wil wonen. In Exodus 25:8 lezen we dat er een heiligdom gemaakt zal worden ‘zodat Ik in hun midden kan wonen’. Onder één dak. De aanleiding is niet een gastvrije uitnodiging van mensen, het is op initiatief van God. God bepaalt zelf hoe het huis, de tabernakel, eruit komt te zien en wat erin komt te staan. Alles heeft een diepe betekenis. Kijk bijvoorbeeld eens naar de gezichten van de twee cherubs: ze zijn gericht op het verzoendeksel (Ex. 25:20). Zo kijken ze vooruit naar het verzoeningswerk van Jezus Christus, waarvan we lezen in Johannes 1:14: ‘Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond’.

God wil bij ons wonen. Maar het gaat nóg verder; God wil zelfs IN ons wonen (1 Kor. 6:19). Het gaat dan niet om een klein zolderkamertje, wat toch niet veel gebruikt wordt, Hij wil wonen in ons héle levenshuis. En eens zal God Zélf bij de mensen wonen: ‘Zie, de tent van Gods is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn. (Openb. 21:3,4a).

Onder één dak. Met God. Verlang jij ernaar?

Maar (blij vooruitzicht, dat mij streelt!)
Ik zal, ontwaakt, Uw lof ontvouwen,
U in gerechtigheid aanschouwen,
Verzadigd met Uw Godd’lijk beeld.

(Psalm 17 vers 8)

Zondag 23 oktober

LEZEN: Lukas 7: 1 – 10

Heere, doe geen moeite, want ik ben het niet waard dat U onder mijn dak komt.

VRAGEN: De hoofdman is erg geliefd. (Bij het lezen van dit gedeelte ga je zelfs ook een beetje van hem houden). In enkele verzen kom je veel over hem te weten. Wat maakt deze man geliefd?

GEBED: Dank God dat we toch altijd bij Hem mogen aankloppen, ondanks dat we het niet waard zijn. Bid voor de zieken in de gemeente of in jouw omgeving. Bid voor gezinnen die dagelijks te maken hebben met ziekte van een van de gezinsleden. Bid voor het werk artsen en verpleegkundigen.

LIED: Nooit kan ’t geloof te veel verwachten

Maandag 24 oktober

LEZEN: Exodus 25:1-9

Er wordt een extra collecte gehouden. Een hefoffer: je heft het op naar Boven. Gewillig, zonder verkeerde bijbedoelingen. De opbrengst is voor een heiligdom, zodat ‘Ik in uw midden kan wonen’.

VRAGEN: ‘Ik wil in hun midden wonen.’ Wat doet dit jou?
Wat motiveert jou om wel of juist niets te geven voor een bepaald doel? Welke maatstaven heb jij?

GEBED: Vraag of God jou wil helpen zuiver en belangeloos te geven.
Dank de Heere dat Hij in ons midden wil wonen met Zijn Woord en Geest.

LIED: Psalm 48: 4 en 6

4. Wij, o verheven Majesteit,
Gedenken Uw weldadigheid
In’t midden van Uw heil’ge woning.
Gelijk Uw naam is, grote Koning,
Bij ons terecht geprezen,
Zo is Uw roem gerezen,
En bij de volken zeer vermaard,
Tot aan het uiterst’ eind der aard.
Uw rechterhand, die’t kwaad niet duldt,
Is met gerechtigheid vervuld.

6. Want deze God is onze God;
Hij is ons deel, ons zalig lot,
Door tijd noch eeuwigheid te scheiden:
Ter dood toe zal Hij ons geleiden.

Dinsdag 25 oktober

LEZEN: Exodus 26:31-36

Er wordt een tabernakel gebouwd en God zelf is de Architect. Bijzonder is hoe alles in details wordt beschreven, hoe het eruit moet komen te zien. Er komt een deur bij de ingang van de tent en een voorhangsel voor het Heilige der Heiligen. Het herinnert ons er aan dat God heilig is en dat je niet zomaar bij God in en uit kunt lopen. Het voorhangsel wijst heen naar Christus, die de toegang tot God mogelijk maakt: ‘Ik ben de deur’ (zie week 1).

VRAGEN: Wat willen de kleuren van de gordijnen ons vertellen?

GEBED: Dank God voor de vervulling van Zijn belofte: Jezus Christus.
Vraag of God jou vandaag de vrijmoedigheid geeft iets van het geloof te vertellen.

LIED: Hier in Uw heiligdom

Woensdag 26 oktober

LEZEN: Johannes 1:1 – 14

Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond.

VRAGEN: Wat zou jij onderstrepen in het gedeelte dat wij hebben gelezen?

GEBED: Dank God voor de komst van de Zoon naar de aarde om de verlossing te brengen. Belijd als er voor Jezus weinig ruimte is in jouw leven. Vraag of Hij jou dit wil vergeven. Vraag of hij het Licht wil zijn voor jou en voor iedereen waar je van houdt.

LIED: Hoe zal ik u ontvangen?

Donderdag 27 oktober

LEZEN: Efeze 3: 14 – 21

Wat een mooi gebed!

VRAGEN: Woont Christus in jouw hart? Ga hierover met God en jezelf in gesprek.

GEBED: Dank God dat Christus in mensen wil wonen. Vraag of Hij ook in jouw hart wil wonen. Vertel Hem dat het zo lastig om zonde uit je leven te bannen. Vraag om vergeving en de hulp van de Heilige Geest.

LIED: Psalm 17:3

3. Ik zet mijn treden in Uw spoor,
Opdat mijn voet niet uit zou glijden;
Wil mij voor struikelen bevrijden,
En ga mij met Uw heillicht voor.
Ik roep U aan, ‘k blijf op U wachten,
Omdat G’, o God, mij altoos redt,
Ai, luister dan naar mijn gebed,
En neig Uw oren tot mijn klachten.

Vrijdag 28 oktober

LEZEN: Openbaring 21:1-5

‘Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn.’

VRAGEN: Wat vind jij het mooist uit dit Bijbelgedeelte?

GEBED: Dank God voor het moois dat je zojuist gelezen hebt.

LIED: Wat hou ik van Uw huis

Zaterdag 29 oktober

LEZEN: Lukas 5:17 – 26

Zij klommen het dak op en lieten hem, tussen de daktegels door, met het bed neer in het midden, vóór Jezus.

VRAGEN: Wat voor vrienden heb jij? Brengen zij jou bij Jezus? Wat voor vriendin ben jij?

GEBED: Vraag aan God of jij tot zegen mag zijn voor jouw vrienden en de andere mensen om je heen. Leg jouw zorgen neer bij Jezus’ voeten.

LIED: Psalm 9 vers 1, 2, 10 en 11

1. Ik zal met al mijn hart den HEER,
Blijmoedig geven lof en eer;
Mijn tong zal mijn gemoed verzellen,
En al Uw wonderen vertellen.

2. Ik zal in U, mijn God, van vreugd
Opspringen, in den geest verheugd;
Uw naam zal door mijn psalmgezangen,
O Allerhoogste, lof ontvangen.

10. Hij, die Uw naam in waarheid kent,
Zal, HEER, op U in zijn ellend’
Vertrouwen, wijl Gij nooit liet zuchten
Hen, die gelovig tot U vluchten.

11. Zingt zingt den HEER, die eeuwig leeft,
Die Sion tot Zijn woning heeft;
En laat voor aller volken oren,
Met psalmgezang, Zijn daden horen.

Zondag 30 oktober

LEZEN: Psalm 27

Heimwee. Sommige mensen hebben daar last van. Je kunt je draai niet vinden en je wordt steeds blijer naarmate het einde van de vakantie dichterbij komt: je mag naar huis! In de Bijbel lezen we ook over heimwee. David verlangt maar één ding: dat hij mag wonen in het huis van de HEERE (Ps. 27:4).

VRAGEN: Herken jij iets van het verlangen van David om bij God te zijn?

GEBED: Vraag of de Heere om hulp bij dingen waar je vandaag erg tegen op ziet. Vraag Hem of Hij jou de juiste weg wil wijzen. Vraag de Heere of Hij het verlangen naar Hem wil aanwakkeren, voor het eerst of steeds weer.

LIED: Psalm 27:2

2. Al zie ik zelfs een leger mij omringen,
Nog vrees ik niet; ‘k verlaat mij op den HEER;
Al wil men mij door enen oorlog dwingen,
‘k Leg mij gerust, hierop vertrouwend, neer.
Deez’ éne zaak heb ik begeerd van God;
Daar zoek ik naar; dit zij mijn zalig lot:
Dat ik, zo lang mij ‘t levenslicht bescheen,
In ‘s HEEREN huis mocht wonen hier beneên.

Maandag 31 oktober

LEZEN: Lukas 15:11-32

En toen hij nog ver van hem verwijderd was, zag zijn vader hem en deze was met innerlijke ontferming bewogen en hij snelde hem tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem.

VRAGEN: Van welke persoonlijkheid heb jij het meest weg: de oudste of de jongste zoon?

GEBED: Dank de Vader voor Zijn bewogenheid en verregaande liefde. Bid voor de jongeren in de gemeente als de wereld lonkt. Vraag aan God of Hij je terug wil brengen wanneer je de laatste tijd erg slordig was in de omgang met Hem.

LIED: Thuis