• Gepubliceerd door
  • Vrouw tot Vrouw
  • Gepubliceerd op
  • 31 oktober 2022
  • Tags

Bijbeltijd november – David, een man naar Gods hart

Door: Ineke van Loenen

En nadat Hij Saul had afgezet, verwekte Hij David voor hen tot koning; Hij gaf ook getuigenis van hem met de woorden: Ik heb David, de zoon van Isaï, gevonden, een man naar Mijn hart, die alles zal doen wat Ik wil. (Hand. 13 : 22)

In de maand november – de maand voor Advent en Kerst – willen we ons verdiepen in het leven van David, de man die door de Heere Zelf ‘een man naar Mijn hart’ wordt genoemd (Hand. 13:22). We proberen met elkaar te ontdekken wat dit betekent. Wat is de reden dat de Heere David zo noemt? Hiervoor gaan we niet chronologisch door het leven van David, van zijn geboorte tot zijn sterven. Waarschijnlijk is dát voor jou heel bekend en vertrouwd. Al is het goed om vooraf weer even te bedenken dat hij de zoon van Isaï is, geboren in Bethlehem, geroepen door God Zelf om koning te zijn over Israël. En dat is hij uiteindelijk ook veertig jaar geweest: eerst zeven jaar alleen over de stam Juda, daarna nog drieëndertig jaar over alle stammen van Israël. Hij leefde en regeerde ongeveer duizend jaar voor de geboorte van zijn grote Nakomeling, de Heere Jezus Christus.

Juist omdat de geschiedenissen van David zo bekend zijn, kiezen we deze maand voor een andere insteek. We zoomen in op enkele ‘rollen’ van de persoon David:

  1. David: vijand van Saul
  2. David: vriend van Jonathan
  3. David: man en vader
  4. David: koning van Israël
  5. David, de man naar Gods hart

1. David: vijand van Saul

dinsdag 1 november 2022 – David tot koning gezalfd

We starten met de ‘rol’ van ‘vijand van Saul’. Vandaag is er nog niets aan de hand. Saul is de eerste koning van Israël. Omdat hij ongehoorzaam is aan Samuël – en daarom aan God Zelf – moet Samuël een ander tot koning gaan zalven.

LEZEN: 1 Samuel 13: 6 – 14 en 1 Samuel 16: 1 – 13

VRAGEN: Vergelijk 1 Samuel 13: 14 en 1 Samuel 16: 7 met elkaar. Het eerste vers gaat over het hart van God, het tweede over het hart van een mens. Wat hebben die twee met elkaar te maken? Wat zal de Heere over jouw hart zeggen?

GEBED: Vertel de Heere eerlijk in je gebed wat jou drijft om Hem te dienen.

LIED: Psalm 26 vers 2

Beproef vrij, van omhoog,
Mijn hart, dat voor Uw oog,
Alwetende, steeds openlag.
Doorzoek mij; toets mijn gangen;
Doorgrond al mijn verlangen,
En stel mijn oogmerk in den dag. (oogmerk: bedoeling, intentie)

woensdag 2 november 2022 – Saul wordt een vijand voor David

Kort na de zalving tot koning wordt David door zijn vader met proviand naar zijn broers gestuurd. Die zijn met de strijdmacht van Saul gelegerd bij het Eikendal vanwege een strijd met de Filistijnen. Als hij daar aankomt, hoort hij van de uitdaging van Goliath ‘Heden hoon ik de gelederen van Israël: Geef mij een man om samen te vechten.’ (1 Sam.17:10) David wordt boos dat ‘deze onbesneden Filistijn de gelederen van de levende God durft te honen’ (vs. 26). Hij krijgt toestemming van Saul om het gevecht met Goliath aan te gaan en verslaat hem. Naarmate de successen van David toenemen, groeit de angst en jaloezie van Saul: zal David machtiger worden en hem van de troon kunnen stoten? 

LEZEN: 1 Samuel 18: 6 – 16   

VRAGEN: Een van de redenen dat Saul in David een vijand ziet, is afgunst, jaloezie. Herken jij in je eigen hart ook momenten van jaloezie naar iemand anders? Zo ja, hoe ga je daarmee om? Kan vers 14 je daarbij hulp bieden? 

GEBED: Dank de Heere als Hij je voor jaloezie wilde bewaren en bid Hem om wijsheid en inzicht als er jaloezie in je hart zit. 

LIED: Psalm 73 vers 11 en 13 

Toen ’t zwellend hart met ongeduld
En wrevel’ afgunst werd vervuld,
En ik geprikkeld in mijn nieren,
Om trots mijn drift de toom te vieren;
Was mijn verstand van licht beroofd;
Ik heb Gods waarheid niet geloofd;
Maar was, door mijn verwaande geest,
Bij U een onvernuftig beest. 

Wien heb ik nevens U omhoog?
Wat zou mijn hart, wat zou mijn oog
Op aarde nevens U toch lusten?
Niets is er, waar ik in kan rusten.
Bezwijkt dan ooit, in bitt’re smart,
Of bange nood, mijn vlees en hart,
Zo zult Gij zijn voor mijn gemoed
Mijn rots, mijn deel, mijn eeuwig goed.

donderdag 3 november 2022 – David vlucht voor Saul

De jaloezie is zo groot bij Saul dat hij David probeert te doden. Omdat Saul hem blijft opjagen, moet David een leven als vluchteling gaan leiden. In het Nieuwe Testament zien we iets dergelijks bij Paulus. Als hij tot bekering komt, worden de Joden in Damascus zo boos dat ze hem willen doden. Paulus vlucht daarom naar Jeruzalem. (Hand. 9:25). Oprechtheid en geloof kunnen blijkbaar vluchten noodzakelijk maken. 

LEZEN: 1 Samuel 19: 8 – 18 en 1 Samuel 21: 1 – 9  

VRAGEN: De Bijbel is heel eerlijk en vertelt dat David bij beide vluchtpogingen gebruik maakt van een leugen. De tweede keer heeft het verschrikkelijke gevolgen. Vind je dat er een verschil is tussen de eerste en de tweede leugen? Denk je dat ‘leugentjes om bestwil’ onschuldig zijn?  

GEBED: Dank de Heere als je je op dit moment veilig mag voelen. Bid hem om wijsheid als je je bedreigd voelt door iemand anders / anderen.   

LIED: Psalm 59 vers 1 en 10

(David heeft Psalm 59 gedicht naar aanleiding van 1 Sam. 19: 8 – 18). 

Red mij, o God, uit ’s vijands handen;
Verlos mij van de dwingelanden.
Uw heil zij, tegen ’t wreed geweld,
Mij tot een hoog vertrek gesteld.
Mijn God, ’t behaag’ U mij t’ ontzetten;
Daar d’ overtreders van Uw wetten,
Die niet dan slinkse gangen gaan,
Bloeddorstig mij naar ’t leven staan. 

Ik zal, omdat G’ in bange dagen
Mijn Toevlucht waart, van U gewagen;
Van U, mijn sterkte, zij mijn zang
En snarenspel, mijn leven lang.
Ik heb in nood, aan God verbonden,
In Hem mijn hoog vertrek gevonden;
In God, Wiens goedertierenheid
Zich over mij heeft uitgebreid.

vrijdag 4 november 2022 – Saul probeert David te doden

David vlucht eerst naar Gath, daarna brengt hij zijn ouders in veiligheid in Moab. In de loop van de tijd sluiten allerlei mensen zich bij hem aan die ook voor Saul op de vlucht zijn. Vandaag lezen we twee geschiedenissen waarin Saul probeert David te doden. Let bij het lezen op de afhankelijkheid van David aan zijn God (vers 2, 10 vv) en de duidelijke hand van de Heere in de afloop (vers 27, 28).  

LEZEN: 1 Samuel 23: 1 – 28   

VRAGEN: Hoe ervaar jij in je leven dat de Heere bijstand biedt in gevaar?  

GEBED: Dank de Heere voor Zijn hand in de geschiedenis en dat voor Hem niets te moeilijk is om uitkomst te geven. Bid Hem om vertrouwen en overgave als het in je leven en het wereldgebeuren soms zo anders gaat dan je zou willen.  

LIED: Psalm 54 vers 1 en 4  

(David dichtte deze psalm naar aanleiding van de gelezen geschiedenis) 

O God, verlos mij uit de nood,
En red door Uwe Naam mijn leven;
Mijn rechtzaak zij aan U verbleven;
Och, of Uw arm mij bijstand bood!
O God, sla acht op mijn gebed;
Neig tot mijn rede gunstig d’ oren,
En wil mijn bitt’re klacht verhoren,
Zo word’ ik uit de angst gered. 

Want God wil mij Zijn bijstand biên;
Hij heeft mij ’t onheil doen ontkomen,
En mijn benauwdheid weggenomen;
Ik heb mijns vijands val gezien.

zaterdag 5 november 2022 – David spaart het leven van Saul

Na de confrontatie van gisteren, gaat Saul door met het vervolgen van David. Hij kan pas rusten als David dood is. David krijgt de gelegenheid om Saul te doden maar heeft ontzag voor God Die Saul heeft aangesteld als koning. Daarom wil David geduldig wachten op Gods tijd. Het antwoord van Saul aan David is bewogen en ontroerend (vers 17-23). Toch is zijn hart er ten diepste niet in. Hij vraagt wel aan David genade voor zijn nageslacht maar niet om Gods genade. Ook keren ze aan het eind van deze geschiedenis niet samen terug. Bijzonder is dat David zweert het nageslacht van Saul niet te zullen ombrengen (vers 22, 23). 

LEZEN: 1 Samuel 24: 1-23  

VRAGEN: De mannen om David heen leggen de situatie in de grot uit als een ‘van God gekregen gelegenheid’ om Saul te doden. David weigert dit zo te zien. Welke les ligt hier voor jou in? 

GEBED: Dank de Heere voor de momenten waarin je duidelijk Zijn leiding mocht ervaren en vraag Hem of Hij je vandaag wil leren hoe je handelen moet.   

LIED: Heer, wijs mij Uw weg (Sela)

2. David: vriend van Jonathan

We hebben de afgelopen dagen gelezen hoe David voor Saul een vijand is. Afgunst en angst voor het verliezen van zijn koningschap spelen hier een grote rol. Vandaag veranderen we van perspectief. De komende dagen leggen we de focus op de ‘rol’ van David als ‘vriend van Jonathan’, de zoon van Saul. Wat reageert Jonathan anders dan zijn vader. Terwijl juist voor hem als troonopvolger David een grote bedreiging vormt! Aan alles kun je merken dat Jonathan, net als David, de Heere vreest.

Direct na het gevecht van David met Goliath ontstaat er een hechte vriendschap tussen David en Jonathan. Terwijl Saul en de broers van David afgunstig zijn op Davids overwinning op Goliath, kent Jonathan dat helemaal niet. Als later Saul een poging wil doen om David te doden, brengt Jonathan een verzoening tussen beiden teweeg. Maar uiteindelijk wint de vijandschap van Saul en moet David toch het hof ontvluchten.

zondag 6 november 2022 – David en Jonathan worden vrienden

LEZEN: 1 Samuel 18: 1 – 4 en 1 Samuel 19: 1 – 7   

VRAGEN: In deze geschiedenis zie je de grote waarde van echte vriendschap, juist als je beiden de Heere liefhebt. Wat betekent een echt (christelijke) vriendin voor jou? 

GEBED: Dank de Heere als je waardevolle vriendschap(pen) mag hebben. En als je die mist en graag zou willen, vraag Hem dan of Hij je op Zijn tijd een goede vriendin wil geven. Doe voorbede voor mensen in je omgeving die eenzaam zijn.   

LIED: Ik wil jou van harte dienen – Weerklank nr. 264 

Ik wil jou van harte dienen
en als Christus voor je zijn.
Bid dat ik genade vind, dat
jij het ook voor mij kunt zijn.

Wij zijn onderweg als pelgrims,
vinden bij elkaar houvast.
Naast elkaar als broers en zusters,
dragen wij elkanders last.

Ik zal Christus’ licht ontsteken
als het duister jou omvangt.
Ik zal jou van vrede spreken
waar je hart naar heeft verlangd.

Ik zal blij zijn als jij blij bent,
huilen om jouw droefenis,
al mijn leeftocht met je delen
tot de reis ten einde is.

Dan zal het volmaakte komen
als wij zingend voor Hem staan,
als wij Christus’ weg van liefde
en van lijden zijn gegaan.

maandag 7 november 2022 – David en Jonathan sluiten een verbond

David en Jonathan sluiten een vriendschapsverbond. Eigenlijk gebeurde dit al in het gedeelte van gisteren toen Jonathan zijn mantel, zwaard, boog en gordel aan David gaf (1 Sam. 18: 3, 4). Het is een verbintenis tussen een kroonprins en een herdersjongen, best wel bijzonder. Maar het kan, omdat het voortvloeit uit de liefde. Vandaag lezen we in vers 8 dat ook de Heere in het verbond betrokken is. Jonathan belooft dat hij zal zorgen dat David een mogelijkheid krijgt om te vluchten als zal blijken dat Saul hem wil doden (vers 12,13). David belooft aan Jonathan en zijn nageslacht ‘goedertierenheid te bewijzen’ (vers 14,15).  

LEZEN: 1 Samuel 20: 1 – 23   

VRAGEN: Jonathan treedt vrijwillig terug als troonopvolger en aanvaardt dat David koning zal worden. Zou jij ook zo ‘edelmoedig’ kunnen zijn in zo’n situatie? Wat is de grond onder deze ‘edelmoedigheid’?  

GEBED: Dank de Heere voor Zijn genadeverbond met ons, waarin Christus Zijn genade en barmhartigheid aan ons belooft. Vraag Hem of jij je wil leren uit dit verbond te leven, ook in edelmoedigheid en barmhartigheid naar anderen toe.  

LIED: Een rijke schat van wijsheid – Weerklank 277 vers 1, 2 en 5

dinsdag 8 november 2022 – David en Jonathan nemen afscheid van elkaar

Gisteren hebben we gelezen van het plan waarmee Jonathan duidelijkheid wil krijgen over de moordplannen van Saul richting David. Het verbond is gesloten met de aangrijpende woorden ‘zie, de HEERE is tussen mij en jou tot in eeuwigheid.’ Vandaag lezen we over de uitvoer van het plan. Saul wordt woedend als Jonathan de kant van David kiest. Hij beweert dat Jonathan over zichzelf en zijn familie schande brengt (vers 30) en werpt zelfs zijn speer naar Jonathan om hem te doden (vers 33). De zaken liggen helder. Jonathan vertelt David alles wat er is voorgevallen. Terugvallend op hun verbond, nemen ze afscheid van elkaar. David wordt een vluchteling. Nog eenmaal zullen ze elkaar ontmoeten.  

LEZEN: 1 Samuel 20: 24 – 43 en 1 Samuel 23: 15 – 18 

VRAGEN: Echte vriendschap heeft veel voor de ander over. Herken je dat bij jezelf? Overdenk de woorden van de Heere Jezus uit Johannes 15: 13,14. ‘Niemand heeft grotere liefde dan deze, namelijk dat iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden. U bent Mijn vrienden, als u doet wat Ik u gebied.’  

GEBED: Dank de Heere voor dat wonderrijke Evangelie dat Hij Zijn leven wilde geven om ons het eeuwige leven te kunnen geven. Bid of Hij dát Evangelie in jouw leven wil bevestigen en dat je vrucht mag dragen naar anderen toe.   

LIED: Psalm 103 vers 1 en 5

Looft, loof de HEER’, mijn ziel, met alle krachten;
Verhef Zijn Naam, zo groot, zo heilig t’ achten;
Och, of nu al wat in mij is, hem prees!
Loof, loof, mijn ziel, de Hoorder der gebeden;
Vergeet nooit één van Zijn weldadigheden;
Vergeet ze niet; ’t is God Die z’ u bewees. 

Hij zal Zijn volk niet eindeloos kastijden,
Nóch eeuwiglijk Zijn gramschap ons doen lijden;
Hij is het Die ons Zijne vriendschap biedt;
Hij handelt nooit met ons naar onze zonden;
Hoe zwaar, hoe lang wij ook Zijn wetten schonden,
Hij straft ons, maar naar onze zonden niet.

woensdag 9 november 2022 – Een klaaglied van David over de dood van Saul en Jonathan

Het boek 1 Samuel eindigt met de dood van Saul en zijn zonen. Ze komen om bij een strijd met de Filistijnen waarbij het Israëlische leger verpletterend wordt verslagen. David treurt over hun dood. We lezen vandaag zijn klaaglied. Het laat een diep persoonlijk verdriet zien. Uit vers 26 blijkt opnieuw hoe hecht de vriendschap tussen David en Jonathan is geweest. Maar David klaagt ook over de dood van Saul! 

LEZEN: 2 Samuel 1: 17 – 27  

VRAGEN: Wat vind je van dit klaaglied over Saul (en Jonathan)? Ben je het eens met de opmerking van de Studiebijbel HSV: ‘Al heeft David van Saul vreselijk onrecht geleden, hij denkt aan hem met edelmoedigheid. Hij is voor ons een voorbeeld, omdat hij benadrukt wat een overledene aan goeds heeft gedaan.’    

GEBED: Dank de Heere voor de wijze waarop wij in Nederland geregeerd worden en bid hem voor een ommekeer en het heil van de vijanden in de wereld (en van jezelf).  

LIED: Psalm 9 vers 2, 3 en 18 

Ik zal in U, mijn God, van vreugd
Opspringen, in den geest verheugd;
Uw Naam zal door mijn psalmgezangen
O Allerhoogste, lof ontvangen.

Omdat mijn vijand, hoe geducht,
Teruggekeerd is en gevlucht;
Hij is, schoon stout te veld getogen,
Vergaan, gevallen voor Uw ogen. 

Nooddruftigen vergeet God niet,
Noch laat hen eind’loos in ’t verdriet;
’t Ellendig volk mag op Hem wachten;
Hij zal hun hoop niet steeds verachten.

donderdag 10 november 2022 – David zorgt voor de zoon van Jonathan

Bij de verbondssluiting met Jonathan had David beloofd voor het nageslacht van Jonathan te zorgen. Die belofte maakt hij waar. Hij ontfermt zich over de zoon van Jonathan die kreupel is aan zijn beide voeten. 

LEZEN: 2 Samuel 4: 4 en 2 Samuel 9: 1 – 13   

VRAGEN: Hoe ga jij om met beloften/toezeggingen die je naar anderen (en naar God) gemaakt hebt?  

GEBED: Dank de Heere voor mantelzorg dat jij mag geven of ontvangen. Vraag Hem om open ogen voor de nood in jouw omgeving, maar ook om inzicht om niet lichtvaardig geloften te doen die je niet na kunt/wilt komen.  

LIED: Psalm 56 vers 5

Ik roem in God; ik prijs ’t onfeilbaar woord;
Ik heb het zelf uit Zijne mond gehoord;
‘k Vertrouw op God, door gene vrees gestoord;
Wat sterv’ling zou mij schenden?
Ik heb beloofd, wanneer G’ in mijn ellenden
Mij bestand boodt, en ’t onheil af zoudt wenden,
Tot U, o God, mijn lofzang op te zenden,
Door ijver aangespoord.

3. David: zijn gezin

We hebben de afgelopen twee weken David gevolgd als vijand van Saul en als vriend van Jonathan. In zijn doen en laten zagen we iets van zijn hart: niet zonder zonden, maar wel levend in afhankelijkheid aan de Heere. In de omgang met Saul en met Jonathan wilde hij met vallen en opstaan God lief hebben boven alles en de naaste als zichzelf.

De komende dagen zien we David in de ‘rol’ van man en vader. En dat is best confronterend.

Sinds zijn vrouw Michal, de dochter van Saul, hem hielp met vluchten (1 Sam. 19:11-17) heeft David haar niet meer gezien. Aan het eind van hoofdstuk 25 blijkt dat Saul haar aan een andere man gegeven heeft. We zullen lezen dat hij na Michal meerdere vrouwen heeft genomen en dat er (mede daardoor) tussen zijn kinderen grote onenigheid en afgunst is.

Vandaag lezen we dat David trouwt met Abigaïl. Zij is een wijze, bescheiden en voorzichtige vrouw. Ze veracht haar man Nabal niet, hoewel ze zijn dwaasheid niet verzwijgt. Ze vernedert zichzelf voor David, de Heere verhoogt haar. Aan het slot lezen we dat hij met haar trouwt. Tegelijk trouwt hij met nog een andere vrouw: Ahinoam.

In het gedeelte dat we niet lezen vraagt David aan Nabal om voedsel voor zijn mannen. Nabal reageert hier nogal bot en grof op (vers 10, 11) en weigert. We beginnen te lezen vanaf het moment dat David deze reactie hoort en woedend wordt. Gelukkig dat de Heere hem op tijd tot inkeer brengt door de beleefdheid van Abigaïl, de vrouw van Nabal. Niet David, maar de Heere Zelf grijpt in en doodt Nabal.

vrijdag 11 november 2022 – huwelijk met Abigaïl en Ahinoam

LEZEN: 1 Samuel 25: 1 – 3 en 21 – 42  

VRAGEN: Probeer je te verplaatsen in Abigaïl. Hoe ga jij om in conflictsituaties waarin je man of een vriendin de ‘schuldige’ is? 

GEBED: Dank de Heere voor vrouwen (en mannen) die de wijsheid hebben om in conflicten de juiste toon aan te slaan. Bid Hem of Hij ook jou wijsheid wil geven om de juiste woorden op de juiste tijd te spreken. 

LIED: Aan mijn zij – Sela
Als de reis mij zwaar valt, de weg is lang:
dan bent U mijn Vader die mij dragen kan.
Wanneer ik wankel onder zware last,
houdt Uw hand mij stevig vast.
In de diepste nood, door de moeite heen,
blijft U aan mijn zij, U mijn God alleen.

Met Uw woord als waarheid in de hand,
zie ik naar U op, houd ik gelovig stand.
Dwars door het duister heen schijnt een helder licht;
toont mij Uw heerlijk vergezicht.
God van hoop, U blijft altijd aan mijn zij,
die mij niet verlaat, die mij verder leidt.

Door de kracht van Hem die verrezen is,
weet ik dat mijn leven altijd veilig is.
Uw macht is groot, want zie de dag breekt aan:
al het kwaad zal die dag vergaan.
God van hoop, volbreng al Uw werk aan mij:
leid mij naar Uw huis, naar Uw koninkrijk!

zaterdag 12 november – overspel met Bathseba

Jaren later, als hij al jaren koning is, valt David in grove zonden. De begeerte sluipt door het oog het hart van David binnen als hij Bathseba ziet. Hierin zien we dat zonder Gods genade niemand – ook een man naar Gods hart niet – staande kan blijven tijdens verzoekingen. De ene zonde lokt de andere uit en Uria wordt gedood (dit gedeelte lezen we niet). David overtreedt het ene na het andere gebod van God: het zesde, zevende, achtste, negende en tiende gebod. Pas nadat Nathan David confronteert met zijn zonden, komt hij tot schuldbelijdenis.  

LEZEN: 2 Samuel 11: 1 – 5, 26, 27 en 2 Samuel 12: 13 – 23    

VRAGEN: Hoe ga jij om met (grove) zonden in je leven?  

GEBED: Dank de Heere als Hij je voor grove uitbrekende zonden heeft willen bewaren. Belijd Hem je schuld als die grove uitbrekende zonden er wel zijn. En vraag Hem om Zijn beschermende en bewarende Hand vandaag.   

LIED: Psalm 119 vers 15 en 19 

Weer snood bedrog, o God, van mijn gemoed;
Laat Uw genâ mij Uwe wetten leren;
Ik kies de weg der waarheid voor mijn voet,
Om mij van ’t pad der zonden af te keren;
Uw rechten, die zo heilig zijn en goed,
Steld’ ik mij voor; die wil ik need’rig eren. 

Wend, wend mijn oog van d’ijdelheden af;
Verlevendig mijn hart door Uwe wegen;
Dat mij ’t betreên dier paden vreugd verschaff’;
Bevestig toch aan Uwen knecht den zegen,
Waartoe Uw woord hem blijde hope gaf;
Hij is oprecht tot Uwe vrees genegen.

zondag 13 november – vrouwen, kinderen en een straf van God

In het gezin van David is er van alles aan de hand. Naast Abigaïl, Ahinoam en Bathseba heeft David nog meer vrouwen. En elk van deze vrouwen heeft weer zonen en dochters. Dat zorgt voor veel problemen. Na de zonde met Bathseba zegt Nathan namens de Heere tegen David: ‘Zie, Ik breng onheil over u uit uw eigen huis.’ Gelukkig zijn de zonden van David voor de HEERE geen belemmering om Zijn beloften aan David te vervullen: ‘Uw huis en uw koningschap zullen voor uw ogen voor eeuwig vaststaan, uw troon zal voor eeuwig zeker zijn’ (2 Sam. 7:16).  

LEZEN: 2 Samuel 3: 2 – 5; 2 Samuel 5: 13 – 16 en 2 Samuel 12: 11 – 14    

VRAGEN: Wat vind je van de uitspraak ‘Je zondigt niet goedkoop, want elke zonde heeft blijvende gevolgen. Zonde veroorzaakt schade bij God, bij jezelf en vaak ook bij anderen’?  

GEBED: Dank de Heere voor de wonderrijke genade die Hij bereidt heeft in het offer Zijn Zoon, de Heere Jezus. Dat Hij Zijn beloften altijd houdt, wat er ook gebeurt. Vraag Hem om die genade, maar ook of Hij je wil bewaren goedkoop met die genade om te gaan.  

LIED: Weerklank 369 vers 1 en 2 (melodie Psalm 51)
God doet geen onrecht in Zijn wet te vragen,
wat ik niet op kan brengen al mijn dagen.
Hij schiep de mens en heeft hem zo gemaakt,
dat hij kon doen al wat aan God behaagt.
Maar wat God gaf, dat heeft de mens verloren;
met hem heeft elk die uit hem werd geboren,
uit eigen wil van God zich afgewend
en satans woord als nieuwe wet erkend.

God laat niet ongestraft dit overtreden.
Hij straft het hier, opdat ik in dit heden
mij wend tot Hem en door Hem word bekeerd,
eer dat Zijn vuur voor eeuwig mij verteert.
Zijn heiligheid was al mijn liefde waardig.
Mijn diepe val maakt Zijn gericht rechtvaardig.
Ik wist Zijn woord: ‘een ieder treft de vloek
die niet vervult de wetten uit mijn Boek.’

maandag 14 november – Amnon

De eerste zoon waar we op inzoomen is Amnon. Gisteren lazen we dat hij de oudste zoon van David is. Ahinoam is zijn moeder. Amnon is vol van wellust naar zijn halfzus Thamar, zus van Absalom, en verkracht haar. 

David straft zijn zoon niet. Hij is wel kwaad om hem, maar zijn boosheid wordt niet concreet in daden omgezet. Dit lijkt liefde, maar is geen liefde want er gebeurt geen gerechtigheid. Ook lezen we niets over hulp aan Thamar. Komt die slapheid vanwege zijn eigen zonde met Bathseba? Alsof hij vond dat hij geen recht van spreken meer heeft? De gevolgen zijn desastreus: Absalom wreekt de verkrachting van zijn zus en dood Amnon. 

LEZEN: 2 Samuel 13: 1 – 29 en 37 – 39   

VRAGEN: Hoe wordt er in jouw gezin (van herkomst) omgegaan met zonde en/of nare familietrekjes? Is er ontkenning (met de kans op herhaling en escalatie) of erkenning (om eerlijk de strijd aan te gaan met jezelf en de toekomst)?
Zoek (professionele) hulp als het niet goed gaat. 

GEBED: Dank de Heere als Hij je een gezin (van herkomst) heeft gegeven waar er op een goede wijze met elkaar wordt omgegaan. Bid voor jezelf of anderen als je zoveel zonden en verdriet ervaart of ziet in je (eigen) gezin (van herkomst).  

LIED: Weerklank 8

Welzalig de man, die niet wandelt
in de raad der goddelozen.
Die niet staat op de weg der zondaars,
noch zit in de kring der spotters,
maar aan des Heeren wet
zijn welgevallen heeft.
En diens wet overpeinst
bij dag en bij nacht.
Want hij is als een boom
geplant aan waterstromen.
Die zijn vrucht geeft op tijd,
welks loof niet verwelkt, alles gelukt.

dinsdag 15 november – Absalom

Door het gebeuren met Thamar en Amnon en de reactie daarop van David, groeit bij Absalom de haat. Hij probeert weer in contact te komen met zijn vader, maar David wil hem niet meer spreken (dus ook niet om het uit te praten!). Absalom zorgt dan dat hij geliefd wordt bij het volk, smeedt een samenzwering en roept zichzelf uit tot koning. David moet vluchten en ontmoet onderweg zowel voor- en tegenstanders. Om zijn vader te vernederen gaat Absalom in het openbaar met de bijvrouwen van zijn eigen vader naar bed. Als het gevecht tussen de beide manschappen losbarst, wordt Absalom gedood. David is in diepe rouw.  

LEZEN: 2 Samuel 15: 1 – 16; 16:15 – 22 ; 18:1, 5, 9 – 15, 32 – 33   

VRAGEN: David zou met Absalom hebben kunnen praten over recht, gerechtigheid en vergeving. Hij had zo nóg meer inhoud kunnen geven aan alle gaven die God hem had gegeven’ (T. Stortenbeker in ‘Als David je vader is…’). Het is opvallend dat David zo integer handelt als vriend en zo ‘fout’ als vader. Herken je bij jezelf ook een verschil in jouw omgang met familie en vrienden? Zo ja, hoe komt dat, denk je? 

GEBED: Dank de Heere dat Hij in Zijn Woord zegt dat Hij Vader voor je wil zijn. Bid Hem of jij in Christus werkelijk Zijn kind mag zijn en/of dat je als Zijn kind op de goede manier vandaag zal omgaan met de mensen om je heen.   

LIED: Psalm 3 vers 1 en 2

(David heeft deze psalm gedicht naar aanleiding van zijn vlucht voor Absalom) 

Hoe vreeslijk groeit, o God,
Het saamgezworen rot
Dergenen die mij drukken;
Zij maken niet alleen
Den opstand algemeen,
Om mij mijn kronn t’ ontrukken;
Maar, velen doen van mij,
Hoe bitter ik ook lij’,
Nog deze smaadtaal horen:
‘God zal hem nu niet meer
Verlossen, als weleer,
Hem is geen heil beschoren.’ 

Maar, trouwe God, Gij zijt
Het schild dat mij bevrijdt,
Mijn eer, mijn vast betrouwen.
Op U vest ik het oog;
Gij heft mijn hoofd omhoog,
En doet m’ Uw gunst aanschouwen.
‘k Riep God niet vrucht’loos aan;
Hij wil mij niet versmaân,
In al mijn tegenheden;
Hij zag van Sion neer,
De woonplaats van Zijn eer,
En hoorde mijn gebeden.

woensdag 16 november – Adonia of Salomo?

Helaas is er nog een zoon die voor grote problemen zorgt: Adonia. Hij wordt in 2 Samuel 3 ‘de vierde zoon, de zoon van Haggith’ genoemd. Amnon (eerste zoon) en Absalom (derde zoon) zijn gedood, van Chileab (tweede zoon, van Abigaïl) horen we niets. Wanneer David oud is, vind Adonia dat hij koning moet worden, ook al weet hij dat het toegezegd is aan Salomo. Wanneer Bathseba en David horen dat Adonia zichzelf koning heeft gemaakt, grijpen ze snel in en wordt Salomo tot koning gezalfd. Adonia vlucht en Salomo schenkt hem gratie. 

LEZEN: 1 Koningen 1: 5 – 34 en 41 – 53  

VRAGEN: Begrijp je de actie van Adonia: hij is ouder dan Salomo en zijn vader David ‘heeft hem zijn leven lang geen verwijt gemaakt’ (vs. 6)? Waarin zondigt Adonia? Welke overeenkomst zie je met de gelijkenis over de oudste/jongste zoon? 

GEBED: Dank de Heere dat Hij regeert en leiding heeft, ook als wij (jij?) in ongehoorzaamheid onze eigen eer zoeken. Vraag hem om nederig je weg te mogen gaan, zodat je een ander van harte Zijn zegeningen gunt.  

LIED: Weerklank 5 vers 9 en 10 (melodie lofzang van Maria) 

De Heere God regeert.
Zijn goede trouw fundeert
een rijk voor al de Zijnen.
Zij zijn gerust en stil.
Maar wie het boze wil
zal in de nacht verdwijnen.  

Des Heeren woord beslist
der volken oude twist.
De laatsten worden eersten.
Mijn hart verheugt zich zeer,
en roemt in God, de Heer.
Zijn vredevorst zal heersen.

donderdag 17 november 2022 – Salomo, niet Adonia

Toen David oud was, kon hij zichzelf niet meer warm houden en kwam Abisag uit Sunem hem verzorgen. Adonia kan zich er niet bij neerleggen dat hij geen koning is. Hij doet een slimme poging om alsnog op de troon te komen: hij vraagt of deze Abisag zijn vrouw mag worden. Zo probeert hij dat het volk hem toch als kroonpretendent gaat zien. Salomo doorziet het en besluit Adonia alsnog te doden, in overeenstemming met zijn woord aan Adonia in 1 Koningen 1:52. 

LEZEN: 1 Koningen 2: 13 – 25   

VRAGEN: In Bijbel staan meer verhalen waarin mensen het heft in eigen hand nemen om te proberen dat het gaat zoals jij wilt. Noem er eens een? Welke boodschap kunnen wij als hedendaagse lezers hieruit halen?  

GEBED: Dank de Heere dat onze oudste Broer, de Heere Jezus, Zich heeft willen vernederen en mens werd om onze zaligheid te verwerven. Vraag Hem of Hij je wil bewaren voor een slinkse of hoogmoedige omgang met anderen.  

LIED: Psalm 2 vers 6 en 7

Vrees ’s HEEREN macht, en dient Zijn majesteit;
Juicht, bevend op ’t gezicht van Zijn vermogen,
En kust den Zoon, vanouds u toegezeid,
Eer u Zijn troon verdelg’ voor aller ogen;
U op uw weg tot stof doe wederkeren,
Wanneer Zijn wraak, getergd door uw gedrag,
U, onverhoeds, zou door haar gloed verteren,
Tot staving van Zijn langgehoond gezag. 

Welzalig zij die, naar Zijn reine leer,
In Hem hun heil, hun hoogst geluk beschouwen;
Die Sions Vorst erkennen voor hun Heer’!
Welzalig zij die vast op Hem betrouwen!

vrijdag 18 november 2022 – David, man naar Gods hart?

De afgelopen dagen zijn aangrijpend geweest. Wat heeft David gefaald in zijn gezin! Zowel wat betreft de grote hoeveelheid vrouwen als de opvoeding van zijn zonen. Keer op keer maakt David onherstelbare fouten. Zijn schuld rondom Bathseba en Uria was groot. Zijn verdriet om het naamloze kindje van David en Bathseba, om Amnon, om Absalom (en om Thamar) was intens. Is David wel een man naar Gods hart? Aan het eind van de maand komen we er nog op terug, maar het is goed vandaag even stil te staan bij een van de aangrijpendste psalmen van David, Psalm 51. 

LEZEN: Psalm 51   

VRAGEN: Wat raakt jou het meest in deze psalm? 

GEBED: Dank de Heere voor het onvoorstelbaar grote wonder dat er in een weg van schuldbelijdenis vergeving bij Hem te verkrijgen is. Belijd Hem ook vandaag de boezemzonden in je leven en vraag Hem om vergeving en vernieuwing.    

LIED: Psalm 51 vers 1 en 5

Genâ, o God, genâ, hoor mijn gebed;
Verschoon mij toch naar Uw barmhartigheden;
Delg uit mijn schuld, vergeef mijn overtreden;
Uw goedheid wordt noch paal noch perk gezet.
Ai, was mij wel van ongerechtigheid;
Mijn schuld is zwaar, ik heb Uw wet geschonden;
Zie mijn berouw, hoor hoe een boet’ling pleit,
En reinig mij van al mijn vuile zonden. 

Verberg Uw oog van mijn bedreven kwaad,
Waardoor mijn ziel gevoeld de diepste wonden;
Delg, delg toch uit mijn schuld en al mijn zonden,
En spreek mij vrij van mijne gruweldaad.
Herschep mijn hart, en reinig Gij, o Heer’,
Die vuile bron van al mijn wanbedrijven;
Vernieuw in mij een vasten geest, en leer
Mij aan Uw dienst oprecht verbonden blijven.

4. David: koning van Israël

We hebben David gezien als vijand voor Saul, als goede vriend voor Jonathan en als falende echtgenoot en vader. We lazen over tijden in zijn leven waarin hij zich gedragen wist door de Heere en waarin hij mocht handelen tot Gods eer. Maar we zagen ook een echt mens van vlees en bloed die op bepaalde momenten zijn eigen weg ging en niet aan de Heere vroeg wat de weg was.

zaterdag 19 november 2022 – David wordt koning

De komende dagen leggen we de focus op David als koning. Helaas zullen we ook in deze ‘rol’ van David die ‘twee-mens’ terugzien. Na de dood van Saul en Jonathan wordt David gezalfd tot koning, allereerst alleen over zijn eigen stam Juda. Isboseth, de jongste zoon van Saul, wordt koning over de andere stammen van Israël. Hoewel Isboseth maar twee jaar regeert, duurt het in totaal ruim zeven jaar voordat David ook over die stammen koning wordt.

LEZEN: 2 Samuel 2: 1 – 4a, 8 – 11; 2 Samuel 4: 5 – 5: 12   

VRAGEN: Uiteindelijk wordt David koning. Hoe ga jij om met de leiding van God in je leven? Kun je ermee omgaan als het niet gaat zoals je gehoopt had? Welke plaats geef je aan het ‘Uw wil geschiede’?  

GEBED: Dank de Heere voor Zijn leiding in je leven. Bid of Hij je telkens opnieuw het ‘Uw wil geschiede’ leert zodat je naar Zijn wil leert handelen.

LIED: Psalm 86 vers 4 en 6

‘k Ben gewoon, in bange dagen,
Mijn benauwdheid U te klagen;
Gij toch, Die d’ ellenden ziet,
Hoort mij, en verstoot mij niet.
Heer’, wat goôn de heid’nen roemen,
Niemand is bij U te noemen;
Daden als Uw grote daân,
Treft men nergens elders aan. 

Leer mij naar Uw wil te hand’len,
‘k Zal dan in Uw waarheid wand’len;
Neig mijn hart, en voeg het saam
Tot de vrees van Uwen Naam.
Heer’, mijn God, ik zal U loven,
Heffen ’t ganse hart naar boven;
‘k Zal Uw Naam en majesteit
Eren tot in eeuwigheid.

zondag 20 november 2022 – David strijdt met de Filistijnen

Zodra de Filistijnen horen dat David koning over heel Israël is geworden en ook Jeruzalem heeft veroverd, beseffen ze dat hij een gevaar is. David vraagt aan de Heere wat hij doen moet. De eerste keer moet hij wel optrekken, de tweede keer niet. Best bijzonder om te lezen hoe hier heel duidelijk de Heere mag bepalen wat David moet doen.

LEZEN: 2 Samuel 5: 17 – 25

VRAGEN: De vraag van vandaag heeft veel te maken met die van gisteren. Denk vandaag eens na hoe jij je afhankelijkheid aan de Heere concreet maakt in je leven.

GEBED: Dank de Heere dat Hij Zichzelf in Zijn Woord heeft willen openbaren. Neem het lied van vandaag als een gebed van overgave aan Hem.

LIED: Weerklank 267 vers 1, 2, 5 en 6

Neem mijn leven, laat het, Heer,
toegewijd zijn aan Uw eer.
Maak mijn uren en mijn tijd
tot Uw lof en dienst bereid.

Neem mijn handen, maak ze sterk,
trouw en vaardig tot Uw werk.
Maak dat ik mijn voeten zet
op de wegen van Uw wet.

Neem mijn wil en maak hem vrij,
dat hij U geheiligd zij.
Maak mijn hart tot Uwe troon,
dat Uw heil’ge Geest er woon’.

Neem ook mijne liefde, Heer,
‘k leg voor U mijn schatten neer.
Neem mijzelf en voor altijd
ben ik aan U toegewijd.

maandag 21 november - David brengt de ark naar Jeruzalem

Als David koning is en regeert vanuit Jeruzalem wil hij dat Jeruzalem ook het centrum van het geloof wordt. David haalt de ark op uit Baälim-Juda, de plaats waar de ark het grootste gedeelte van de tijd heeft gestaan sinds de Filistijnen hem teruggebracht hebben (1 Samuel 6). Het verschrikkelijke voorval met Uzza wekt bij David het besef op dat God heilig is en dat we Hem uitsluitend kunnen benaderen volgens Zijn voorschriften. David vreest er zelfs voor de ark naar Jeruzalem te brengen. Drie maanden later gaan ze opnieuw de ark halen. Nu worden Gods voorschriften in acht genomen. 

LEZEN: 2 Samuel 6: 1 – 19   

VRAGEN: Wat doet de verschrikkelijke geschiedenis van de dood van Uzza met jouw beeld van God? Realiseer jij je hoe groot en allesomvattend de heiligheid van God is?

GEBED: Dank de Heere dat wij als onheilige mensen Hem als de Heilige God mogen aanbidden. Bid Hem of Hij je door Zijn heilige Geest wil leren heilig te leven tot Zijn eer. 

LIED: Weerklank 442 vers 1, 3 en

 

dinsdag 22 november - een psalm van David

Nadat de ark in Jeruzalem is gezet, stelt David een voortdurende dagelijkse dienst van lofprijzing in en schrijft hij psalmen voor deze eredienst. Die wordt gedaan voor de ark en door de Levieten. Hetzelfde gebeurt bij de offers in de tabernakel die in toen nog in Gibeon stond. 2 Samuel beschrijft dit niet, maar in 1 Kronieken lezen we deze instelling direct na het hoofdstuk waarin beschreven staat dat David de ark naar Jeruzalem gebracht heeft. Als koning is hij (op dit moment) dus volop bezig met de dienst aan de Heere.

LEZEN: 1 Kronieken 16: 1 – 16, 23 – 27, 34 – 36

VRAGEN: Hoe geef jij (dagelijks?) vorm aan de lofprijzing aan God?

GEBED: Dank de Heere voor het wonder dat wij Hem de lof toe kunnen zingen met onze stem. Bid de Heere of Hij ook ons koningshuis wil leren Hem te eren en te dienen.

ZINGEN: Psalm 118 vers 1 en 14

Laat ieder ’s HEEREN goedheid loven,
Want goed is d’ Oppermajesteit;
Zijn goedheid gaat het al te boven;
Zijn goedheid duurt in eeuwigheid.
Laat Isrel nu Gods goedheid loven,
En zeggen: Roemt Gods majesteit;
Zijn goedheid gaat het al te boven;
Zijn goedheid duurt in eeuwigheid.

Gij zijt mijn God, U zal ik loven,
Verhogen Uwe majesteit.
Mijn God, niets gaat Uw roem te boven;
U prijz’ ik tot in eeuwigheid.
Laat ieder ’s HEEREN goedheid loven;
Want goed is d’ Oppermajesteit;
Zijn goedheid gaat het al te boven;
Zijn goedheid duurt in eeuwigheid.

woensdag 23 november - Davids koningschap voor eeuwig vast

Nu de ark in Jeruzalem staat, wil David ook een tempel voor de Heere bouwen. De profeet Nathan vertelt hem namens God dat niet David maar Salomo dit mag doen. Maar God zal wel Davids (konings)huis voor eeuwig bevestigen en belooft hem een eeuwige troon (vers 16). Wij als nieuwtestamentische gemeente weten dat dé grote Nakomeling van David de Heere Jezus is, Gods eigen Zoon, Die Davids troon voor eeuwig stand doet houden.  

LEZEN: 2 Samuel 7: 1 – 29  

VRAGEN: Herken je jezelf in de woorden van David in vers 18: ‘Wie ben ik, Heere HEERE, (…) dat U mij tot hiertoe gebracht hebt?  Waarom wel/niet? Wat doe je met deze (ontbrekende) herkenning? 

GEBED: Dank de Heere dat Hij altijd Zijn beloften vervult. Bid om geduld, volharding en overgave voor de vervulling van Gods beloften die nog open staan.  

LIED: Psalm 132 vers 7, 8, 11 en 12 

Tot staving van de waarheid, deed
De HEER’ Die van geen wank’len weet,
Aan David enen duren eed.
Ik zal, dus sprak Hij, uwen Zoon
Eens zetten op uw glorietroon. 

Houdt uw geslacht Mijn heilverbond,
En ’t vast getuig’nis van Mijn mond,
Dat Ik hun leer te allen stond,
Dan is hun ’t rijksbestuur bereid,
Op uwen troon, in eeuwigheid. 

Daar zal Ik David, door Mijn kracht,
Een hoorn van rijkdom, eer en macht
Doen rijzen uit zijn nageslacht.
‘k Heb Mijn gezalfden knecht een licht,
Een held’re lampe toegericht. 

Wat vijand tegen Hem zich kant’,
Mijn hand, Mijn onweerstaanb’re hand
Zal hem bekleên met schaamt’ en schand’;
Maar eeuwig bloeit de gloriekroon
Op ’t hoofd van Davids groten Zoon. 

donderdag 24 november - Oorlogsverrichtingen van koning David

In het volgende hoofdstuk van 2 Samuel lezen we hoe de Heere Zijn beloften aan David vervuld heeft en hoe David als strijder en koning veel overwinningen heeft mogen behalen. De gebeurtenissen lijken niet helemaal in tijdsvolgorde te staan. In vers 6b zien we dat de schrijver niet Davids kwaliteiten als oorzaak noemt van zijn overwinningen. Het is de zegen van de Heere. 

LEZEN: 2 Samuel 8: 1 – 15 

VRAGEN: Ook jij hebt bepaalde kwaliteiten. Benoem ze voor jezelf. Hoe kijk je tegen die kwaliteiten aan en hoe zet je ze in tot eer van God en ten dienste van je naasten?  

GEBED: Dank de Heere voor je kwaliteiten en bid om ze op de goede manier in te zetten. 

LIED: Weerklank 520 vers 1, 3 en 9 (melodie Ps. 131)

vrijdag 25 november - De zonde van de volkstelling

Aan het eind van zijn leven neemt David het besluit om het volk te tellen. De Heere is hier vertoornd over en laat David kiezen uit drie straffen. Hij kiest de pest. Wanneer de pest Jeruzalem nadert, krijgt God berouw en vindt Hij het genoeg. David zegt daarop: ‘Ik heb gezondigd en ik heb mij misdragen, maar wat hebben deze schapen misdaan?’’   

LEZEN: 2 Samuel 24: 1 – 25  

VRAGEN: Waarom was de Heere vertoornd over deze volkstelling? Herken je het gevaar van ‘een volkstelling’ in je eigen leven? Joab spreekt David aan, maar deze luistert niet en gaan zijn eigen gang. Sta jij open voor feedback van anderen op je gedrag? 

GEBED: Dank de Heere als je mensen om je heen hebt die je ‘bij de les houden’ en je aan durven spreken op je gedrag. Vraag Hem om een open houding naar feedback van mensen om je heen.  

ZINGEN: Psalm 147 vers 5 en 6 

God wil al ’t vee steeds spijzen, laven;
Hij hoort de stem der jonge raven;
Hij heeft geen lust aan ’s mensen krachten,
Aan hen die daaruit heil verwachten;
De macht van ’t paard en ’s mans vermogen
Zijn beide nietig in Zijn ogen;
Aan die vertrouwen op hun benen,
Wil Hij geen gunst of hulp verlenen.  

De HEER’ betoont Zijn welbehagen
Aan hen die need’rig naar Hem vragen,
Hem vrezen, Zijne hulp verbeiden,
En door Zijn hand zich laten leiden;
Die, hoe het ook moog’ tegenlopen,
Gestadig op Zijn goedheid hopen.
O Salem, roem den HEER’ der heren;
Wil Uwen God, o Sion, eren.  

zaterdag 26 november - David sterft

Ook aan het leven van koning David is een einde gekomen. Op 70-jarige leeftijd sterft hij. Vlak voor zijn dood geeft hij aan zijn troonopvolger Salomo nog laatste bevelen en waarschuwingen. Best opvallend dat juist David begint met Salomo op te dragen dat hij de Heere moet gehoorzamen.  

LEZEN: 1 Koningen 2: 1 – 4, 10 – 12   

VRAGEN: Op welke manier houd jij in je leven rekening met het feit dat je leven eindig is?  

GEBED: Dank de Heere als je mensen om je heen mag hebben die je oproepen Hem te dienen en te gehoorzamen. Bid of jij ook voor anderen een ‘wegwijzer’ naar de Heere mag zijn/worden.   

LIED: Ik zal er zijn – Sela

5. David: de man naar Gods hart

We hebben de afgelopen maand het leven van David gevolgd vanuit de verschillende ‘rollen’ die hij had. We hebben gelezen over zijn afhankelijk aan God, hoe hij steeds weer vroeg: ‘Heere, wat wilt U dat ik doen zal?’ Maar wat zijn we ook een zonden van hem tegengekomen. Dat maakt het bijzonder dat God hem ‘een man naar Mijn hart’ noemt. De komende dagen willen we nog, los van al die rollen, inzoomen op enkele aspecten van Davids levenshouding die ons onderwijs geven over wat hem een man naar Gods hart deed zijn.  

zondag 27 november - David, een man met een nederige geest

Vandaag kijken we naar de nederigheid van David. Meerdere keren lezen we uitspraken van hem in de trant van ‘wie ben ik en wat is mijn huis dat U mij tot hiertoe gebracht hebt?’ (2 Samuel 7: 18). Maar hij was niet alleen nederig vanwege zijn afkomst, hij was het ook vanwege zijn zonden. Hij bezat de geestelijke moed om zijn zonden toe te geven, ze te belijden en nederig terug te keren tot God. Juist daarin was hij zo anders dan Saul die verontschuldigingen zocht voor zijn ongehoorzaamheid en alleen aan eigen eer en leven dacht. David keerde telkens terug naar de Bron.  

LEZEN: Psalm 32 

VRAGEN: Vind jij het moeilijk om je zonden eerlijk te belijden aan God en (waar nodig) aan de mensen om je heen? Waarom is het belijden van zonden in je (geestelijk) leven zo belangrijk? 

GEBED: Dank de Heere als je iemand in je omgeving mag hebben bij wie je kunt ‘biechten’. Bid dat je hetzelfde doet met je zonden als David: ze belijden aan de Heere.  

LIED: Psalm 32 vers 3 en 5 

3. ‘k Bekend’, o HEER’, aan U oprecht mijn zonden;
‘k Verborg geen kwaad dat in mij werd gevonden;
Maar ik beleed, na ernstig overleg,
Mijn boze daân; Gij naamt die gunstig weg;
Dies zal tot U een ieder van de vromen,
In vindenstijd, met ootmoed smekend, komen;
Een zee van ramp moog’ met haar golven slaan,
Hoe hoog zij ga, zij raakt hem zelfs niet aan.  

Wil toch niet stug, gelijk een paard, weersterven,
Of als een muil, door domheid voortgedreven;
Gebit en toom, door ’s mensen hand bestierd,
Beteug’len ’t woest en redeloos gediert’;
Laat zulk een dwang voor u niet nodig wezen.
Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen;
Maar wie op Hem vertrouwt, op Hem alleen,
Ziet zich omringd met Zijn weldadigheên. 

maandag 28 november - David, sterk in de Heere

David kwam altijd weer in alle nederigheid bij God terug om zijn zonden te belijden en de straf te aanvaarden die de Heere gaf (denk met name aan wat we gelezen hebben op 13 en 25 november). Er is nog een kant van David die hem ‘een man van God’ deed zijn: telkens weer verwacht hij het helemaal van de Heere. En ondanks zijn grove zonden, verlangt zijn hart er naar Hem te dienen en bij Hem te schuilen. Psalm 27 is daar een helder getuigenis van.  

LEZEN: Psalm 27 

VRAGEN: De psalm eindigt met ‘Wacht op de HEERE, wees sterk en Hij zal uw hart sterk maken’. Hoe ervaar jij dat in je leven? 

GEBED: Dank de Heere dat Hij in Zijn Woord een eerlijk beeld optekent van mensen die wij ‘geloofshelden’ noemen. Vraag Hem of Hij ook jouw hart sterk wil maken.  

LIED: Psalm 27 vers 5 en 7 

Mijn hart zegt mij, o HEER”, van Uwentwegen:
Zoek door gebeên met ernst Mijn aangezicht;
Dat wil, dat zal ik doen; ik zoek den zegen
Alleen bij U, o brond van troost en licht!
Verberg toch niet Uw oog van mij, o Heer’!
Ik ben Uw knecht, zie niet in toorne neer;
Gij waart mijn hulp in al mijn zielsverdriet;
O God mijns heils, begeef, verlaat mij niet. 

Zo ik niet had geloofd, dat in dit leven
Mijn ziel Gods gunst en hulp genieten zou,
Mijn God, waar was mijn hoop, mijn moed, gebleven?
Ik was vergaan in al mijn smart en rouw.
Wacht op den HEER’, godvruchte schaar, houd moed;
Hij is getrouw, de bron van alle goed;
Zo daalt Zijn kracht op u in zwakheid neer;
acht dan, ja, wacht, verlaat u op den HEER’.  

dinsdag 29 november - Danklied van David

Vandaag lezen we het danklied dat David geschreven heeft. Het opschrift boven dit lied doelt niet op een bepaalde gebeurtenis, maar op Gods redding van David uit de hand van ál zijn vijanden. Het is een ‘Soli Deo Gloria’, Hem alleen de eer. In de Psalmen vinden we een bijna identieke versie van dit danklied in Psalm 18. Het is een lang lied, toch zou het fijn zijn als je het in z’n geheel kunt lezen vandaag. 

LEZEN: 2 Samuel 22: 1 – 51   

VRAGEN: Zijn er verzen in dit danklied die je zou kunnen overnemen in jouw danklied voor je leven? Welke zijn dat?  

GEBED: Dank de Heere voor de dankpunten die je als antwoord op de vraag gegeven hebt. Vraag Hem of Hij je wil leren om met een dankbaar hart te leven.  

LIED: Psalm 18 vers en 6 en 9 

Ik werd verlost van ’s vijands legerscharen,
En ’s haters hand, wijl zij te machtig waren.
Men viel mij aan ten dage van mijn smart;
Maar toen was God het steunsel van mijn hart;
Hij trok mij uit, en bracht m’ in ruimer wegen;
Want Hij had lust aan mij, Zijn knecht, gekregen;
De HEER’ vergold mijn onschuld naar het recht,
En schonk mij ’t loon, den reinen toegezegd. 

Ik kan met U door sterke benden dringen,
Met mijnen God zelfs over muren springen.
Des HEEREN weg is gans volmaakt en recht;
Doorlouterd, rein en trouw al wat Hij zegt.
Hij is een schild en Schutsheer voor den vrome,
Voor wie tot Hem de toevlucht heeft genomen.
Wie is een God als Hij in tegenheên?
Wie is een rots dan onze God alleen?  

woensdag 30 november - De grote Davidszoon

De koninklijke Nakomeling van David is de Messias, onze Heere Jezus Christus. Deze Nakomeling is groter en belangrijker dan Zijn voorvader David. Hij is uniek en Hem komt grotere eer toe dan David omdat Hij de Zoon van God is. Alleen door Hem kon David koning zijn, alleen in Hem kon David vergeving ontvangen. Deze Koning was zonder zonden en volmaakt gehoorzaam aan Zijn Vader. Het is deze Koning Die ook jouw en mijn Koning wil zijn. 

LEZEN: Psalm 110; Mattheus 22: 41 – 46    

VRAGEN: Is Hij Koning over je leven? Waarin uit zich dat?
Reflectievraag voor deze maand: Welk thema over David sprak je het meest aan en waarom? En welke lijnen zie je daarin naar de Heere Jezus? 

GEBED: Dank God de Vader voor het zenden van Zijn Zoon, onze Heere Jezus Christus. Dank Hem als Hij al Koning in je leven is geworden. / Vraag Hem om geloof en bekering opdat Hij jouw Koning mag worden. Bid Hem om een leven tot eer en glorie van deze Koning.  

LIED: Hij is Koning – Sela