• Gepubliceerd door
  • Vrouw tot Vrouw
  • Gepubliceerd op
  • 24 april 2023
  • Tags

Wees niet bang

Bijbelstudie 1 - Openbaring 1:9-20

ds-De Wilde

Door: ds M.K. de Wilde

De creatieve verwerking staat onderaan de pagina.

God spreekt in de Bijbel op verschillende manieren tot ons. In het Bijbelboek Openbaring spreekt Hij door middel van beelden en visioenen. Je zou Openbaring een plaatsjesboek kunnen noemen. Niet letterlijk, soms denk je zelfs: had God er maar een plaatje bij gezet. Het gaat echter wel over plaatjes, visioenen die Johannes te zien krijgt en aan ons doorgeeft. Zo moet je ze ook lezen. Je moet ze voor je zien, op je in laten werken. Niet te snel zeggen: hoe zit dat dan precies? Net als bij een schilderij: je moet de tijd nemen om te kijken.

Verdrukking (vers 9)

Openbaring is dus een plaatjesboek. Het gaat over de eindtijd, zoals we in de inleidende Bijbelstudie al zagen, de periode tussen Jezus’ eerste en tweede komst, de tijd waarin Johannes leefde en de tijd waarin wij vandaag nog leven. Wat is dat voor een tijd? In het eerste hoofdstuk en vooral in de verzen 9-18 wordt het mooi samengevat. Het is allereerst een heel moeilijke tijd, een tijd van ‘verdrukking’. Dat is het woord dat Johannes in vers 9 gebruikt.
Hij is daar zelf een voorbeeld van, want Johannes was ‘omwille van het Woord van God en het getuigenis van Jezus Christus’ door de Romeinen verbannen naar Patmos, een klein rotseiland in de Egeïsche zee, voor de kust van Turkije. De situatie van Johannes is echter ook een beeld voor de héle kerk. Johannes zegt: ik ben een ‘deelgenoot in de verdrukking’ die we als gelovigen allemaal ervaren.

Duivel

Bij die verdrukking mogen we denken aan alle moeilijke en verdrietige dingen in ons leven. In Openbaring gaat het echter vooral om de aanvallen van de duivel. Juist in de eindtijd, nu God beslissend heeft ingrepen door Zijn Zoon de Heere Jezus (Hebr. 1:1), gaat ook de duivel extra hard tekeer om dat werk van God weer af te breken, of om God in ieder geval tegen te werken.

In Openbaring 12 wordt de duivel vergeleken met een rode draak met zeven koppen en tien horens. Het is alsof God wil zeggen: ‘Pas op, als je met Mij wilt leven en mijn Zoon wilt volgen, zit je midden in een geestelijke strijd, dan heb je de duivel tegen je en hij gebruikt van alles.’ Vervolging, soms zelfs door de overheid zoals bij Johannes en in onze tijd in Noord-Korea of China. Soms ook groepsdruk: de verleiding om je aan te passen aan de mensen om je heen en compromissen te sluiten. Ook kan de duivel je afleiden van God en Diens plan met je leven, door middel van allerlei afgoden. Dingen die misschien op zichzelf helemaal niet verkeerd zijn, maar wel de plaats van God innemen.

Jezus (vers 10-16)

Gelukkig is de eindtijd niet alleen een tijd van verdrukking, het is ook een tijd waarin de Heere Jezus aan het werk is. Johannes wordt daar op een heel bijzondere manier aan herinnerd, want Jezus komt naar hem toe op de dag van de Heere, de zondag, Jezus’ opstandingsdag.

Jezus verschijnt aan Johannes in een visioen. Een soort droom, maar dan terwijl je wakker bent. Wat Johannes dan ziet en hoort, is zo bijzonder dat hij het eigenlijk niet goed kan beschrijven. Toch probeert hij het wel. Hij gebruikt daarvoor allerlei beelden die hij kent uit het Oude Testament, vooral uit het Bijbelboek Daniël.

Het eerste wat hij zegt, is dat Jezus’ stem klinkt als een bazuin, een trompet, waar iemand heel hard op blaast. Zo krachtig is de stem van Jezus! Daarna vertelt hij over de kleding die Jezus aanheeft: een gewaad tot op de voeten, de kleding van een priester of een koning, en een gouden gordel die ook door priesters of koningen gedragen werd. Jezus’ hoofd en haren zijn wit als witte wol of sneeuw, Zijn ogen schitteren als vlammen en Zijn voeten zijn als blinkend gesmolten koper. Nog een keer vertelt Johannes hoe krachtig Jezus’ stem is: als het geluid van een bulderende zee. Jezus’ stem is niet alleen krachtig, Zijn woorden leggen je leven en je hart ook open, het is alsof er een scherp zwaard uit Jezus’ mond komt. Ten slotte zegt Johannes nog iets over Jezus’ gezicht: dat straalt als de zon, zo fel.

Het is niet de bedoeling dat we te veel op de details letten of ons afvragen hoe dat allemaal samen kan gaan. Het gaat om het totaalbeeld, om het krijgen van een indruk van het overweldigende van dit visioen, dat we ontdekken hoe groot en heerlijk Jezus Christus is.

Wees niet bevreesd (vers 17-20)

Als Johannes Hem zo ziet, valt hij ‘als dood’ aan zijn voeten. Hoewel Johannes de Heere Jezus goed kent en Hem ook na Zijn opstanding gezien heeft, kan hij niet overeind blijven staan als Zijn Heere in dit visioen zo groot en zo overweldigend naar hem toekomt. Hij valt ‘als dood’ aan Zijn voeten.

Vervolgens lezen we de kernverzen van dit hoofdstuk: ‘en Hij legde Zijn rechterhand op mij en zei tegen mij: Wees niet bevreesd.’ Daarmee zegt Jezus: Johannes, je hoeft niet bang voor me te zijn, Ik ben het. Hij zegt echter nog meer, vooral: Johannes, wat je ook meemaakt in deze tijd van verdrukking, hoe de duivel ook tekeergaat, Ik ben er ook. Wat je ook aan tegenstand ondervindt, Ik ben bij je en Ik bewaar je.

Dat zegt Hij niet alleen tegen Johannes, dat zegt Hij tegen iedere gelovige. Daarom ziet Johannes die kandelaren met Jezus in het midden, daarom die sterren in Jezus’ rechterhand. Dat zijn allereerst de zeven gemeenten in Klein-Azië: Efeze, Smyrna, Pergamus, Thyatira, Sardis, Filadelfia en Laodicea, de eerste lezers van Openbaring. Maar die zeven gemeenten staan tegelijkertijd voor alle gelovigen, voor de kerk van alle tijden en plaatsen.
Als wij moeten zeggen: Heere Jezus, dicht bij U is de beste plek, maar ik vind geloven en blijven geloven zo moeilijk, ik word zo moe van die verdrukking en van die tegenstand van de duivel, dan zegt Jezus: Ik ben bij je, Ik houd je vast.
In vers 18 zegt Hij het zo, herinnerend aan Pasen: ‘Ik was dood, en zie Ik ben levend tot in alle eeuwigheid.’ Het is alsof Hij wil zeggen: ‘Al lijkt het alsof alles doodloopt, Ik zorg voor een nieuw begin al moet het dwars door de dood heen.’

Eenmaal voorbij

Eenmaal is het voorbij met alle verdrukking. Dat is het derde wat in ons Bijbelgedeelte naar ons toekomt. De eindtijd houdt een keer op. Straks komt Jezus terug om Zijn werk af te maken en is het voorbij met de duivel, de zonde, het lijden en de dood. Je zou het zo kunnen zeggen: wat Johannes hier meemaakt op Patmos, dat Hij Jezus ziet, dat zullen we allemaal een keer meemaken. Niet in een visioen, maar letterlijk, als Jezus terugkomt.

Bij Zijn eerste komst kwam Hij als een klein kindje, bijna niemand had het in de gaten. Bij Zijn wederkomst komt Hij echter als de grote Koning, dan zal iedereen Hem zien (vers 7) en moet iedereen voor Hem op de knieën (Filipp. 2:10-11). Als je dat dan nog nooit gedaan hebt, is het te laat. Openbaring waarschuwt ons keer op keer: je kunt straks ook buiten staan (6:15-17; 21:7-8), zonder Jezus loopt het slecht af. Wie wil er nu leven zonder Jezus? Dat hoeft gelukkig niet. Laten we niet te groot zijn en ons klein maken voor Hem, net als Johannes. Dan legt Hij Zijn rechterhand ook op ons.

Gebed

 – Dank U Heere Jezus dat U waakt over Uw kerk
– Opent U mijn ogen voor U en voor Uw heerlijkheid

Creatieve verwerking

De eindtijd kan ons zorgen baren, maar Openbaring 1:1-20 wijst ons erop dat de eindtijd uitloopt op Jezus’ definitieve overwinning! 

Verwerking

We maken een lauwerkrans die symbool staat voor overwinning. We houden het simpel en gebruiken de achtergrond van deze pagina als overtrekvorm.

Benodigdheden:

  • IJzerdraad (ik gebruikte hier zwart plantendraad, maar ander ijzerdraad kan ook)
  • Puntbektang/sieradentang

Aan de slag:

  • Neem een lang stuk ijzerdraad (laat het voor de zekerheid op de rol zitten).
  • Gebruik de achtergrond van deze pagina als overtrekvorm.
  • Begin bij het uiterste blaadje en werk richting de onderkant van de tak, bij elk blaadje kun je het ijzerdraad vastdraaien.
  • Als je de hele tak af hebt, laat je er nog een stuk ijzerdraad extra aanzitten. Maak de tak twee keer.
  • De basis is klaar. Als je één tak omdraait (spiegelt) heb je een krans. Met de overige stukken ijzerdraad kun je ze aan elkaar bevestigen en er een oog aan maken.

Tip:

Leuke variatie: je kunt er (droog)bloemen doorheen verwerken

Download hier het sjabloon.

Vragen


1. Johannes was verbannen naar Patmos.
– Wat betekent ‘deelgenoot’ zijn in de verdrukking voor ons?
– Hoe wordt de kerk in Nederland verdrukt in onze tijd? Waar denken we dan vooral aan?


2. Leven als christen is leven in de spanning tussen het koninkrijk van God dat in de Heere Jezus gekomen is, (Mark. 1:14-15; Hebr. 1) en de ‘verdrukking’ die de eindtijd kenmerkt.
– Hoe gaan wij met die spanning om?
– Wat ervaren wij meer, het koninkrijk dat al gekomen is of het koninkrijk dat nog moet komen?


3. Hebben wij Jezus’ rechterhand weleens gevoeld? Durven we daarvan iets te vertellen aan elkaar? Of gaat het niet om een bepaalde ervaring? Probeer met elkaar te ontdekken hoe en waarin wij Jezus’ rechterhand kunnen zien.
Verdiepende vragen


4. De Engelse puriteinen legden veel nadruk op meditatie, ‘heilig nadenken’ over God en de belangrijke thema’s van het christelijk geloof. Zouden we juist in onze vluchtige tijd niet veel meer moeten mediteren? Hoe zouden we dat kunnen doen en wat kan daarbij helpen? Misschien is dit ook een mooie opdracht voor de komende week: mediteer over de Heere Jezus zoals Hij in Openbaring 1:10-16 beschreven wordt.

5. Waarom zouden de gemeenten in vers 20 vergeleken worden met sterren en kandelaren (zie Ex. 25:37; Matt. 5:14-15 en Filipp. 2:15)? Wie zijn de ‘engelen’ van de gemeenten?

6. Welke beelden uit Jesaja en Daniël komen we in dit visioen over de Heere Jezus tegen?