• Gepubliceerd door
  • Vrouw tot Vrouw
  • Gepubliceerd op
  • 26 januari 2024

Zaaien in oorlogstijd

Tekst: Marja de Kruijf-Ros

Je enige kind meegeven aan het verzet, terwijl je weet dat de kans klein is dat je hem nog terugziet. Daar moet je niet aan denken! Toch maakten de ouders van Dov Frohman in de Tweede Wereldoorlog deze hartverscheurende keuze. Ik ga in gesprek met familieleden van het gezin waar hij onderdook.

Het is 1942. Een trein komt het station van Lage Zwaluwe binnenrijden en een vrouw met een witte zakdoek kijkt zoekend het perron af. Van de andere kant komen een vrouw en een jongetje van een jaar of drie aanlopen. De vrouw duwt het jongetje in de richting van de vrouw met de witte zakdoek. Zonder iets te zeggen loopt ze weg.

Verzet

De vrouw met de witte zakdoek is Jenneke van Tilborgh uit het Brabantse Sprang-Capelle. Een week eerder stond ze ook op het perron, maar toen konden de Joodse Abram en Fajga Frohman het niet over hun hart verkrijgen om hun enig kind af te staan. Een week later doen ze wat voor elke ouder onmogelijk lijkt: ze geven hun zoon mee aan het verzet. Een lid van het verzet brengt hem naar zijn nieuwe moeder. Jenneke en haar man Anthonie nemen Dov, met gevaar voor eigen leven, in hun gezin op.

Abram en Fajga Frohman.

Onderduiken

De kinderen van het gezin Van Tilborgh, Cor, Toon, Rie en Jet, beschouwen Bert, zoals Dov tijdens zijn verblijf bij de familie van Tilborgh wordt genoemd, als hun broertje. Echt onderduiken hoeft hij niet. Samen met zijn broers en zussen speelt hij buiten en hij gaat zelfs mee naar school en naar de kerk. Alleen als de Duitsers langskomen, wordt hij verstopt onder een bed of in de kelder. In tegenstelling tot zijn blonde broers en zussen, heeft Bert donker haar. Daarom worden de hoofden van de drie jongens regelmatig kaalgeschoren. Dat Bert niet echt een zoon van Anthonie en Jenneke van Tilborgh is, was waarschijnlijk bekend bij de buren. Toch heeft niemand hen verraden, zelfs niet de buurman die banden had met de NSB.

Familie Van Tilborgh.

Enkele jaren gaat het goed, tot de dag van de bevrijding in november 1944. Een Duitse officier wijst naar Bert en zegt tegen Anthonie van Tilborgh: ‘Dat kan uw zoon niet zijn.’ Het gezin vlucht, midden tussen de strijdende legers door, naar een ander huis. Gelukkig loopt het goed af en kan het hele gezin naar de intocht van de bevrijders kijken.

Afscheid

Na de oorlog mag Bert nog een paar jaar bij de familie Van Tilborgh blijven wonen, tot hij in 1947 wordt opgeëist. Zijn ouders keren niet terug. Ze zijn, zoals later blijkt, overleden in Auschwitz. Bert wordt opgehaald door een militair die voor een stichting werkt die Joodse weeskinderen in Europa verzamelt en naar Palestina brengt. Vier jaar nadat hij afscheid heeft genomen van zijn ouders, moet hij opnieuw afscheid nemen, nu van zijn pleeggezin. Niet alleen voor Bert, maar ook voor zijn onderduikgezin valt het afscheid zwaar. Zoals een van zijn pleegbroers later zegt: ‘Wij waren zijn thuis, wij waren zijn familie.’

Cor, Dov en Toon.

Israël

Nadat hij enkele jaren samen met andere Joodse weeskinderen in Antwerpen in een weeshuis heeft gewoond, wordt Dov in 1949 met het beroemde schip de Exodus naar Israël gebracht. Hij komt in huis bij familieleden in Tel Aviv, die hem in 1956 adopteren. Dov blijkt goed te kunnen leren. Bij Intel ontdekt hij hoe je de voordelen van het ROM- en het RAM-geheugen kunt combineren. Als je weleens een USB-stick gebruikt, heb je gemak van de uitvinding die Dov deed.

Yad Vashem

Dovs onderduikperiode heeft altijd een rol gespeeld in zijn leven, ook al spreekt hij er haast niet over. In een interview zegt Dov: ‘Mijn ervaring tijdens de oorlog heeft mij de hardnekkige overtuiging bijgebracht dat niets echt veilig is, dat overleven nooit als vanzelfsprekend mag worden beschouwd – maar ook dat de acties van vastberaden individuen het onmogelijke kunnen bereiken.’ Het feit dat zijn onderduikouders hun leven voor hem waagden, is een voorbeeld voor hem geweest. Hij is hun er altijd dankbaar voor gebleven. Deze dankbaarheid wordt zichtbaar als hij ervoor zorgt dat ze postuum een onderscheiding ontvangen van Yad Vashem, het Holocaustherdenkingscentrum in Jeruzalem. Samen met Cor, Jet en Rie van Tilborgh plant Dov een boom in de Laan der Rechtvaardigen.

Dov plant samen met Rie, Cor en Jet een boom in Yad Vashem.

Abrahams zaad

Ook nu nog, bijna tachtig jaar na de oorlog, heeft Dov regelmatig contact met de familie Van Tilborgh. Samen met zijn gezin komt hij in 2018 over naar Nederland voor de begrafenis van zijn laatste broer. Als zijn gezin naar huis gaat, blijft Dov in Nederland achter om alles op zich in te laten werken. Hij bezoekt de plaatsen die in zijn onderduiktijd belangrijk voor hem waren en staat daar geruime tijd, letterlijk, bij stil. Als hij bij zijn familie op bezoek is, luistert hij naar het bidden en Bijbellezen. Ook gaat hij soms met hen naar de kerk.

Dov Frohman.

Na de oorlog wordt aan Anthonie van Tilborgh gevraagd waarom hij de Joodse Dov, ondanks het grote risico, in huis nam. Hij vertelt dan dat hij er betrekking op had gekregen het zaad van Abraham te redden. In de oorlog werd het zaad van Gods Woord in het hart van de kleine Dov gestrooid. Zijn familie in Nederland hoopt dat dit zaad nog eens tot bloei zal komen.