• Gepubliceerd door
  • Vrouw tot Vrouw
  • Gepubliceerd op
  • 9 mei 2025

Interview met Nellie van Dooijeweert

Tekst Gertruud de Koeijer-Hoekman/ Foto’s Renate Bleijenberg

Nellie van Dooijeweert (83) is getrouwd met evangelist Jan van Dooijeweert (87) en vertelt graag over Gods leiding in haar leven. We spreken op een zonnige middag over wat het Heilig Avondmaal voor haar betekent. Ze heeft zich erop voorbereid, een notitieblokje met wat krabbels ligt klaar. Haar man wordt naar zijn studeerkamer gestuurd: ‘Hup Jan, naar boven, wij moeten aan het werk.’

Voor we gaan praten over wat het Heilig Avondmaal voor jou betekent, eerst een vraag: wie ben je?
Ik ben Nellie van Dooijeweert-van der Slikke, geboren in Oostburg in 1942. Toen ik vier jaar was, verhuisden we naar de boerderij van mijn opa en oma. Na een paar maanden werd mijn zusje geboren. Op mijn elfde kreeg ik een broertje. In 1961 trouwde ik met Jan van Dooijeweert. Toen ik een paar maanden na ons huwelijk aan mijn moeder vertelde dat ik in verwachting was, vertelde ze heel beschroomd dat zij dat ook was … Zes weken na de geboorte van ons kindje, kreeg ik nóg een zusje. Jan en ik ontvingen zes kinderen, een van hen is al bij de Heere. Ook hebben we inmiddels al een heel aantal klein- en achterkleinkinderen.

Leefde het geloof al jong bij jou?
‘Ja, het geloof leefde al vroeg bij me. Als jong meisje hielden de dingen van het geloof me al bezig. Ik hoorde ’s zondags over een hemelhoge schuld en daar worstelde ik als kind mee, ik lag er echt wakker van. Over de Heere Jezus hoorde ik niet veel, ’s zondags niet, maar ook doordeweeks thuis niet. Ik herinner me dat ik van een buurvrouw een kaartje kreeg met daarop de tekst: ‘Laat de kinderen tot Mij komen’. Dat troostte me zo! Er werd thuis over de dingen van het geloof weinig gesproken. We waren wel kerkelijk, maar er werd niet zo met de Heere geleefd. Als kind heb je leiding nodig in deze dingen. Ik merkte altijd dat mijn vader mij wel begreep, maar toch sprak hij niet met me over het geloof. Toen ik 12 jaar was, hoorde ik een preek over Deuteronomium 32:11 en 12 waar staat: ‘Zoals een arend zijn nest opwekt, boven zijn jongen zweeft, zijn vleugels uitspreidt, ze pakt en ze draagt op zijn vlerken, zo heeft alleen de HEERE hem geleid, er was geen vreemde god bij hem.’ Die preek raakte me zo, die is altijd meegereisd, tot vandaag. Hij onder de jongen, ja, zo is Hij, Hij draagt! Dat de Heere zo is, bemoedigt me nog steeds.’

Toen kreeg je verlangen om geloofsbelijdenis te doen?
‘Het geloof leek wat weggeëbd toen ik iets ouder was, het vuurtje brandde niet meer zo, omdat ik weinig mensen over de Heere hoorde spreken. Toch heb ik de stap naar belijdeniscatechisatie gezet. Ik verlangde ernaar maar vond het ook spannend. Ik deed wel belijdenis, maar ging nog lang niet naar het Heilig Avondmaal. We trouwden en ik verhuisde naar de Betuwe, waar Jan vandaan kwam. Het was best een behoudende gemeente, dus ik durfde niet aan te gaan omdat er veel voorwaarden bestonden. Het Avondmaal was zo heilig maar de mensen waren dat niet …  Jan had inmiddels wel vrijmoedigheid om aan te gaan.’

whatsapp logo pngWhatsApp
Volg Vrouw tot Vrouw nu ook via WhatsApp! Klik daarvoor op deze link.

Hoe kwam het zover dat je tóch aan het Heilig Avondmaal deelnam?
‘Dat is heel bijzonder gegaan. We woonden inmiddels in Tilburg en in de evangelisatie waaraan Jan als evangelist verbonden was, werd het Avondmaal niet gevierd. Het was intussen 1977 en ik was 34 … Jan had een vriend met wie hij wekelijks belde en deze nodigde ons uit om het volgend weekend bij hem te komen logeren. Hij vertelde dat er die zondag in de gemeente waar hij bij hoorde, viering van het Heilig Avondmaal zou zijn. Toen stond ik ineens voor de keuze. We gingen naar hen toe en Jans’ vriend vroeg aan me: ‘Ga je morgen ook aan het Heilig Avondmaal?’ Ik zei eerlijk dat ik het niet wist. Die zondagmorgen las ik in mijn Bijbel over de gelijkenis van de koninklijke bruiloft. Er werden allerlei mensen genodigd, maar de één had een vrouw getrouwd, de ander had iets anders, niemand wilde komen. De heer werd heel toornig en andere mensen moesten worden genodigd. Dat sloeg naar binnen en ik dacht: ‘Het is een belediging voor de Heere als ik niet aanga. Toch gaf deze gedachte me nog niet de vrijmoedigheid en rust om aan te gaan. In de kerk werd die ochtend over Ruth op de akker van Boaz gepreekt. Ruth mocht er als vreemdeling bij horen. In het Avondmaalsformulier raakten me toen de woorden: … omdat wij ons leven buiten onszelf in Jezus zoeken, belijden wij daarmee dat wij midden in de dood liggen. Ik dacht: ‘Ja, Heere, ik lig in de dood en ik heb U nodig!’ Ik vergat alles en ik liep vol verwondering en blijdschap naar voren en ging aan het Heilig Avondmaal.

Hoe was dat voor je, die eerste keer?
‘Ik was er helemaal vol van. Van blijdschap heb ik ontzettend gehuild en werd ook zeer bemoedigd. ’s Avonds kwamen er nog andere vrienden, we spraken erover met elkaar. Ook dat is belangrijk.’

Nog eens vertelt Nellie hoe het gedeelte over de koninklijke bruiloft en de hartelijke uitnodiging van de gastheer haar raakte. Haar leven ging na deze gebeurtenis verder in de evangelisatie in Tilburg waar geen avondmaal werd gevierd. Ze miste het. Wel vierde ze het soms mee in een andere gemeente. ‘Later verhuisden we naar Arnhem waar we deelnamen aan het avondmaal. Onvergetelijk hoe we daar gemeenschap met anderen beleefden aan de tafel.’

In 1999 ging de weg naar Peru, waar jullie als zendelingen hebben gewerkt. Vierden jullie daar het Heilig Avondmaal?
‘We leidden ooit een jongerenreis daarheen en ontmoetten een studentenpastor die ons vroeg om daar werk te gaan doen. Binnen een jaar zijn we er gaan wonen. Er heerste grote geestelijke armoede in de kerk daar. De mensen hadden weinig kennis en er werd geen Avondmaal gevierd. We hadden een cursus met voorgangers en die kenden het vieren ervan ook niet. Jan heeft uitgelegd wat het inhoudt en we hebben de zondag die erop volgde het Avondmaal met elkaar gevierd. Peruanen, Indianen, Nederlanders, samen aan een tafel. Een plaatje zoals het straks zal zijn met alle volken, natiën en tongen. De mensen waren erg onder de indruk. Er was een vrouw die niet aanging, omdat ze die ochtend ruzie had met haar man.

Ook kwamen we eens bij een stam waar een paar gelovigen waren, mede dankzij het werk van Wycliffe Bijbelvertalers, en ook daar was het Heilig Avondmaal nooit gevierd. We gingen met elkaar voor een cursus naar de stad en Jan kocht, in aanloop naar de zondag, brood en druivensap. Het was een indrukwekkende viering. We hebben het ook wel eens uit verwondering en dankbaarheid gevierd, na een grote hartoperatie van Jan. Tijdens onze verlofperiode werd hij niet goed en dat verlof duurde daardoor veel langer dan gepland. Toen we eindelijk weer terug mochten naar Peru kwamen gelovigen vanuit allerlei streken naar ons toe, ze waren zo blij dat we weer bij hen waren. We hebben brood en druivensap gekocht en aan de oever van de Stille Oceaan hebben we met elkaar het Avondmaal gevierd, verwonderd en dankbaar.’

Inmiddels zijn jullie al weer jaren in Nederland en vier je elke drie maanden het Heilig Avondmaal. Welke plaats heeft de week van voorbereiding voor jou?
‘Eerlijk gezegd is dat niet een speciale week voor me, maar je bent er toch wel meer mee bezig. Dan zie ik in gedachten Jezus hangen aan het kruis, voor mij hing Hij daar …

Ken jij aanvechting rond het deelnemen aan het Heilig Avondmaal?
‘Eigenlijk niet, ik zie er met blijdschap naar uit en gebruik het steeds meer met het oog op Zijn toekomst. Ja, daar zie ik echt naar uit. Waarom kijken we zo soms zo somber als we aangaan? We mogen toch blijdschap uitstralen?’

Is het Heilig Avondmaal versterkend voor je, en hoe?
‘De mate waarin dat zo is, verschilt per keer. Het is bijzonder dat Hij mijn lege handen vult en niet meer aan mijn zonden denkt. Dat stukje brood en dat slokje wijn zeggen me: ‘Voor mij heeft Hij het gedaan, voor mij! Hij deed me het bruiloftskleed om. Ik mag als Maria aan Zijn voeten zitten, dat maakt me zo blij en verwonderd. Een andere keer jubelt het in me: ‘Nu reis ik getroost naar het Vaderlijk huis! Soms ga ik echter uit gehoorzaamheid aan en is er geen brandend verlangen, maar hoe het ook is, ik mag telkens bemoedigd verdergaan. Hij heeft de smaad voor mij geleden, Hij werd stukgeslagen en bespot. Díe liefde voor mij … ‘

Wat wil je zeggen tegen vrouwen die niet durven aangaan en het daar moeilijk mee hebben?
‘Spreek er met de Heere over als je ermee worstelt, maar ga ook naar mensen toe die al jaren aangaan. Vraag hen ernaar en zeg eerlijk wat jij moeilijk vindt. Je hebt het nodig om elkaar hierin tot een hand en voet te zijn. Soms geeft dat ook herkenning. En, als je eerder wel aanging, maar nu niet meer durft, vraag ik je: ‘Dat is erg, hoe komt dat? Is het angst voor mensen? Houd je zonden aan de hand, laat je ze niet los? Dan is het nodig dat je jezelf onderzoekt. Als Hij nodigt en je komt niet, omdat je allerlei bezwaren hebt, dan is dat erg. Genodigd zijn en niet komen, omdat je in je bezwaren blijft hangen, is erger, dan ben je eens te laat … Maar, de deur staat nu nog wagenwijd open!’

Kun je ook oppervlakkig aangaan?
‘Het is wel goed als het beleving voor je is. Je kunt niet zomaar aangaan. Als het goed is, verlang je er toch ook naar? Als je ziet hoe Hij leed en stierf aan het kruis, kun je toch niet zeggen: dat doe ik gewoon?’

Wil je nog een Bijbelgedeelte meegeven aan de lezers?
‘Ja, ik wil zo graag dat ieder de gelijkenis van de koninklijke bruiloft leest (Matth. 22:1-14). Het is erg als je genodigd wordt voor de maaltijd, maar je komt niet. Geen tijd …, dingen te doen die belangrijker zijn dan de maaltijd van de Koning. Wil je ook letten op de woorden van de Heere Jezus (Matth. 11:28-30): ‘Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven. Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.’

Nellie staart voor zich uit en het is alsof ze even terugkijkt, dan zegt ze: ‘Hij heeft me als een Vader geleid en het ontbrak me nooit aan iets.’