- Gepubliceerd door
- Vrouw tot Vrouw
- Gepubliceerd op
- 31 oktober 2024
- Categorieën
- Link in bio
- TussenWoordje
- Tags
Tussenwoordje november
Tussenwoordje november
Vrijdag 1 november
En van de anderen durfde niemand zich daar bij hen aan te sluiten,
maar het volk had grote achting voor hen.
Handelingen 5:13
Johannes:
Je bekeren, laten dopen en bij ons aansluiten was niet zonder gevaar,
want de Joodse leiders waren tegen ons.
En dan had je ook nog de Romeinse overheersers …
Bovendien kan iemands opvoeding, omgeving of karakter in de weg staan
om een stap te zetten waardoor zijn/haar hele leven verandert.
Wat houdt jou tegen om de Heere Jezus te volgen?
Hij wil je bevrijden van alles wat tussen jou en Hem
én tussen jou en God de Vader in staat.
Zaterdag 2 november
En er werden er steeds meer toegevoegd die in de Heere geloofden,
menigten van zowel mannen als vrouwen (…).
Handelingen 5:14
Petrus:
Hoewel er mensen waren die aarzelden zich bij ons aan te sluiten,
kwamen er steeds meer mensen tot geloof in de Heere Jezus.
De gemeente groeide snel!
In het West-Europa van de 21e eeuw zie je een omgekeerde beweging.
Steeds meer mensen haken af, omdat ze niet meer in God geloven.
Wat kun je eraan doen?
Blijf zelf volharden in het geloof;
blijf bij de Heere, Zijn Woord en Zijn gemeente.
Leef ernaar en bid voor de mensen om je heen.
Zondag 3 november
(…) zij droegen de zieken naar buiten op de straten (…)
opdat, wanneer Petrus voorbijkwam,
ook maar zijn schaduw op iemand van hen zou kunnen vallen.
En ook de menigte uit de steden in de omgeving kwam gezamenlijk naar Jeruzalem.
Men bracht zieken en hen die door onreine geesten gekweld werden,
en zij werden allen genezen.
Handelingen 5:15-16
Petrus:
Niet ik genas zieke mensen, maar de Heilige Geest van God werkte door mij heen.
Het was een teken van Gods Koninkrijk, het goede leven met de Heere,
zonder zonde, ziekte en dood,
een vooruitblik naar het volmaakte dat komt.
Daar mag ook jij naar uitzien.
Maandag 4 november
Maar de hogepriester stond op, en allen die bij hem waren
(dit was de sekte van de Sadduceeën) en zij werden vervuld met afgunst.
En zij sloegen hun handen aan de apostelen
en zetten hen vast in de openbare gevangenis.
Handelingen 5:17-18
Petrus:
Het was niet anders dan toen de Heere Jezus nog bij ons was.
In die tijd waren de godsdienstige leiders ook jaloers,
omdat er zoveel mensen waren die Hem volgden.
Tóén hadden ze Jezus gevangengenomen en nú sloten ze ons op.
Maar hoe erg vijanden van God ons ook kunnen behandelen,
ze kunnen het nooit van God winnen!
Dinsdag 5 november
Maar een engel van de Heere opende ‘s nachts de deuren van de gevangenis,
bracht hen naar buiten en zei:
Ga in de tempel staan en spreek tot het volk al de woorden van dit leven.
Handelingen 5:19-20
Petrus:
Wij hoefden geen poging te doen uit de gevangenis te ontsnappen.
De Heere Zelf stuurde een engel die ons vrijliet.
En we kregen opnieuw de opdracht om in de tempel het Evangelie te verkondigen.
God laat Zich door niemand tegenhouden, Zijn werk moet doorgaan,
iedereen moet weten van het leven met Hem.
Laat ook jij je niet tegenhouden, maar vertel anderen van de Heere.
Woensdag 6 november
Petrus:
We werden opnieuw meegenomen naar de Raad
en de hogepriester herinnerde ons aan het bevel om niet meer te spreken over de Heere Jezus.
Maar wij antwoordden en zeiden:
Men moet aan God meer gehoorzaam zijn dan aan mensen.
Handelingen 5:29
Dat is een principe dat voor iedereen geldt.
Houd je aan alle redelijke menselijke geboden.
Wetten, verkeersregels en omgangsvormen dragen bij aan een goed functionerende samenleving.
Maar zodra er iets van je wordt gevraagd wat ingaat tegen Gods wil,
laat dan duidelijk zijn dat je God moet gehoorzamen.
Doen wat de Heere van je vraagt, komt altijd op de eerste plaats.
Donderdag 7 november
Petrus:
We maakten de Raad duidelijk dat wij niet móchten zwijgen over Jezus:
Deze Jezus heeft God door Zijn rechterhand verhoogd tot een Vorst en Zaligmaker,
om Israël bekering te geven en vergeving van zonden.
En wij zijn Zijn getuigen van deze dingen,
en ook de Heilige Geest, Die God gegeven heeft aan hen die Hem gehoorzaam zijn.
Handelingen 5:31-32
Als je een blinde ziet die zonder het te weten op een afgrond afloopt,
waarschuw je hem en wijs je hem de juiste weg om zijn leven te redden.
Precies daarom verkondigen wij Jezus,
want niemand mag blindelings zijn eeuwige ondergang tegemoet gaan.
Vrijdag 8 november
Gamaliël:
Het liefst zouden we die volgelingen van Jezus hebben gedood.
Maar ik had erover nagedacht.
Stel je nu voor dat het wáár was wat zij beweerden?
Dus ik zei:
Houd u ver van deze mensen en laat hen gaan,
want als dit voornemen of dit werk van mensen afkomstig is, dan zal het afgebroken worden,
maar als het van God afkomstig is, kunt u dat niet afbreken,
opdat u niet misschien ook tegen God blijkt te strijden.
Handelingen 5:38-39
Dat er twintig eeuwen later wereldwijd meer dan 2 miljard christenen zijn,
is dus een bewijs dat dit het niet-af-te-breken werk van God is!
Zaterdag 9 november
Petrus:
We werden eerst gegeseld,
kregen nogmaals het bevel niet meer te spreken in de Naam van Jezus
en werden vervolgens vrijgelaten.
Een onrechtvaardige behandeling, maar …
wij gingen weg uit de tegenwoordigheid van de Raad
en waren verblijd dat we waardig geacht waren,
omwille van Zijn Naam schandelijk behandeld te worden.
Handelingen 5:41
De Heere Jezus had zoveel geleden voor ons,
met als dieptepunt Zijn vreselijke dood aan het kruis,
dat wij het een eer vonden dat we nu voor Hem mochten lijden.
Ken jij lijden vanwege je geloof in de Heere Jezus?
Je bent niet alleen; Hij houdt je vast!
Zondag 10 november
In die dagen, toen het aantal discipelen steeds toenam,
ontstond er gemor van de Griekssprekenden tegen de Hebreeën,
omdat hun weduwen bij het dagelijkse dienstbetoon over het hoofd gezien werden.
Handelingen 6:1
Petrus:
De gemeente groeide, dus ook de zorg voor de gemeenteleden.
In het bijzonder voor hen die het moeilijk hadden, zoals de weduwen.
Daar ging het mis, omdat er onderscheid werd gemaakt.
Dat was natuurlijk de bedoeling niet.
Hoe groot een gemeente ook is, geen mens mag uit het oog verloren worden.
Als kinderen van één Vader moeten we elkaar helpen.
Wat doe jij om ‘vergeten’ gemeenteleden aandacht te schenken?
Maandag 11 november
Petrus:
Wij wilden gehoor geven aan de opdracht van de Heere Jezus
om het Evangelie te verkondigen,
maar de gemeente had ook behoefte aan praktische zorg.
Er waren dus taken te verdelen …
Zie daarom uit, broeders, naar zeven mannen uit uw midden,
van wie men een goed getuigenis geeft,
vol van de Heilige Geest en van wijsheid,
die wij voor deze noodzakelijke taak zullen aanstellen.
Wij echter zullen volharden in het gebed en in de bediening van het Woord.
Handelingen 6:3-4
Welke taak je ook vervult binnen de gemeente,
doe het van harte voor de Heere en je geestelijke broers en zussen.
Dinsdag 12 november
(…) en zij kozen Stefanus, een man vol van geloof en van de Heilige Geest,
Filippus, Prochorus, Nicanor, Timon, Parmenas
en Nicolaüs, een proseliet uit Antiochië.
Zij leidden hen vóór de apostelen,
en die legden hun, nadat zij gebeden hadden, de handen op.
Handelingen 6:5-6
Petrus:
De eerste diakenen, dienaren van de gemeente, waren gekozen.
Wij baden voor hen en zegenden hen.
Want of je nu het Evangelie verkondigt,
of brood uitdeelt aan de armen, je hebt Gods zegen nodig.
In afhankelijkheid van de Heere mag ieder zijn werk in de gemeente doen.
Daarom mag je bidden om Zijn zegen, óók voor jezelf.
Woensdag 13 november
En Stefanus, vol geloof en kracht, deed wonderen en grote tekenen onder het volk.
Handelingen 6:8
Maar verschillende Joodse groeperingen gingen met hem in discussie.
Zij waren echter niet in staat de wijsheid en de Geest, door Wie hij sprak, te weerstaan.
Handelingen 6:10
Toen werd Stefanus opgepakt en voor de Joodse Raad gebracht.
En allen die in de Raad zaten, hielden hun ogen op hem gericht
en zagen zijn gezicht als het gezicht van een engel.
Handelingen 6:15
God werkt met Zijn Geest door mensen heen.
De duivel doet dat ook!
Open je hart voor God en geef de duivel geen kans.
Donderdag 14 november
Stefanus:
De hogepriester vroeg aan mij of de beschuldigingen klopten.
Ik greep deze gelegenheid aan om van mijn geloof te getuigen en zei:
Mannenbroeders en vaders, luister!
De God der heerlijkheid verscheen aan onze vader Abraham,
toen hij nog in Mesopotamië was, voordat hij in Haran woonde (…).
Handelingen 7:2
Met mijn inleidende woorden toonde ik aan dat ik de God van Abraham diende,
de God van mijn volk Israël, de levende God.
Ik verkondigde geen dwaalleer of vreemde religie.
Als iemand jou naar je geloof vraagt,
laat die gelegenheid dan niet onbenut voorbijgaan,
maar spreek vrijmoedig over de Heere, de levende God.
Vrijdag 15 november
Stefanus:
Vanuit de geschiedenis van God met ons volk wilde ik duidelijk maken
dat de Heere Jezus de Profeet is,
waarvan Mozes tegen de Israëlieten gezegd heeft:
De Heere, uw God, zal voor u een Profeet laten opstaan uit uw broeders, zoals ik;
naar Hem moet u luisteren.
Handelingen 7:37
Mozes werd door de Heere als leider van Israël aangesteld,
maar Israël wilde niet naar Mozes luisteren.
Zouden de Israëlieten nu dan wel naar Jezus willen luisteren?
Welke mensen/leiders moet jij gehoorzamen? Doe je dat ook?
Als je geen ontzag voor mensen hebt,
kun je dan wel ontzag voor God hebben?
Zaterdag 16 november
Stefanus:
Ik zei over de tempel:
De Allerhoogste woont echter niet in tempels die met handen gemaakt zijn, zoals de profeet zegt: De hemel is voor Mij een troon en de aarde een voetbank voor Mijn voeten. Wat voor huis zult u dan voor Mij bouwen, zegt de Heere, of wat is de plaats van Mijn rust? Heeft Mijn hand niet al deze dingen gemaakt?
Handelingen 7:48-50
De Heere is te groot om in een aards gebouw te wonen, te groot voor ons om Hem te kunnen bevatten…
En tóch maakt Hij Zich aan ons bekend en wil Hij onze God zijn.
Zondag 17 november
Stefanus:
Ik sprak harde woorden tegen de godsdienstige leiders:
Hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, u verzet u altijd tegen de Heilige Geest; zoals uw vaderen deden, zo doet u ook. Wie van de profeten hebben uw vaderen niet vervolgd? Zelfs hebben zij hen gedood die de komst van de Rechtvaardige aankondigden, van Wie u nu verraders en moordenaars geworden bent. U, die de wet ontvangen hebt door de dienst van engelen, hebt die niet in acht genomen!
Handelingen 7:51-53
Raken mijn woorden jou?
Verzet je niet tegen de Heilige Geest, maar geef je aan God over en belijd je zonden.
Maandag 18 november
Toen zij dit hoorden, barstten hun harten van woede en knarsten zij hun tanden tegen hem.
Handelingen 7:54
Stefanus:
Soms is het nodig een ander op zijn fouten te wijzen.
Zeker als het gaat om een denk- of handelwijze die tegen God ingaat.
Dat lijkt misschien hard, maar als je niks zegt, laat je de ander doorgaan op zijn dwaalweg, terwijl jij weet dat het dan verkeerd kan aflopen.
Waarschuw de ander uit liefde.
En als jij gewaarschuwd wordt, ontplof dan niet van woede, maar luister, denk erover na, en vraag de Heere of Hij je ogen wil openen voor de waarheid.
Dinsdag 19 november
Stefanus:
Ik had mijn volksgenoten woedend gemaakt doordat ik ze had gezegd dat ze zich altijd tegen de Heilige Geest verzetten, en zich niet aan Gods geboden hielden.
Mijn leven liep gevaar.
Toch was ik niet bang, want ik keek niet naar de mensen die mij wilden doden…
Maar ik, vol van de Heilige Geest, hield mijn ogen naar de hemel gericht en zag de heerlijkheid van God, en Jezus, staande aan de rechterhand van God.
Handelingen 7:55
Dát is het werk van de Heilige Geest; Hij opent je ogen voor Gods werkelijkheid, een realiteit waar het aardse bestaan niet tegen opweegt.
Woensdag 20 november
Maar zij riepen met luide stem, stopten hun oren dicht en stormden eensgezind op hem af.
En zij wierpen hem de stad uit en stenigden hem (…).
Handelingen 7:57-58a
Stefanus:
Ik had de waarheid gesproken, maar dat maakte de luisteraars vreselijk kwaad.
Begrijpelijk, want het is niet leuk om te horen hoe slecht je eigenlijk bent.
Je kunt er je oren voor sluiten en tekeergaan, maar zo gaat het van kwaad tot erger.
Blijf je niet verzetten tegen de waarheid van Gods Woord, want dat betekent je ondergang, maar klamp je vast aan de Heere Jezus, Hij wil je met God verzoenen.
Donderdag 21 november
En zij stenigden Stefanus, terwijl deze Jezus aanriep en zei: Heere Jezus, ontvang mijn geest.
Handelingen 7:59
Stefanus:
Omdat ik de Heere Jezus had gevolgd tijdens mijn leven, kon ik ook met Zijn Naam op mijn lippen sterven.
In het vertrouwen dat wanneer ik op aarde mijn ogen zou sluiten, ik ze in de hemel weer zou openen.
Mijn lichaam kon worden gedood, maar mijn geest zal eeuwig leven, dankzij mijn Heere en Redder.
Het volgen van Jezus kan je hier en nu veel kosten, maar Hij is het waard!
En wat je ervoor terugkrijgt, is niet in woorden uit te drukken!
Vrijdag 22 november
Stefanus:
Als je de Heere Jezus volgt en bidden en Bijbellezen dagelijkse kost voor je zijn, geef je God de ruimte om door Zijn Geest in je leven te werken.
Dan is er een constant groeiproces dat jouw denken en doen verandert.
Daarom kon ik net als de Heere Jezus bidden voor mijn vijanden.
En terwijl hij op de knieën viel, riep hij met luide stem: Heere, reken hun deze zonde niet toe! En toen hij dat gezegd had, ontsliep hij.
Handelingen 7:60
Hoe langer je de Heere Jezus volgt, hoe meer je op Hem gaat lijken.
Daar word je mooi van!
Zaterdag 23 november
En Saulus stemde van harte in met zijn dood (…).
En Saulus begon de gemeente te verwoesten: hij ging de huizen binnen, sleepte mannen en vrouwen mee en leverde hen over in de gevangenis.
Handelingen 8:1 en 3
Paulus:
In de tijd dat ik nog Saulus werd genoemd, haatte ik iedereen die Jezus volgde.
Ik dacht serieus dat ik de Heere diende door deze nieuwe godsdienstige stroming met geweld de kop in te drukken.
Wil je weten of jouw daden goed of kwaad zijn in Gods ogen?
Stel jezelf dan de vraag: laat ik me leiden door haat, of door liefde voor God en mijn naaste?
Zondag 24 november
Zij dan die overal verspreid waren, trokken het land door en verkondigden het Woord.
Handelingen 8:4
Een van de volgelingen van Jezus:
Door het geweld van Saulus waren we ons leven niet zeker.
Daarom vluchtten wij en raakten we door het land verspreid.
Maar dat was voor ons geen reden te breken met Jezus.
We bleven Hem volgen en vertelden overal waar we kwamen dat Hij de Messias is, door God gezonden om onze Redder te zijn.
Zo gebruikte de Heere de vervolging van de gemeente voor de verspreiding van de blijde boodschap.
Waar je ook gaat of staat, ook jij mag het goede nieuws van Jezus doorgeven.
Maandag 25 november
En Filippus daalde af naar de stad van Samaria en predikte hun Christus.
En de menigten hielden zich eensgezind aan wat door Filippus gezegd werd, omdat zij luisterden en de tekenen zagen die hij deed.
Want bij velen die onreine geesten hadden, gingen die er onder luid schreeuwen uit; en veel verlamden en kreupelen werden genezen.
En er ontstond grote blijdschap in die stad.
Handelingen 8:5-8
Filippus:
Als je houding en gedrag met je woorden in overeenstemming zijn, ben je geloofwaardig.
Spreek daarom vrijmoedig over de Heere Jezus en wees daarbij een zegen voor de mensen om je heen.
Dat geeft grote blijdschap!
Dinsdag 26 november
Filippus:
Ik sprak in Samaria over het Koninkrijk van God en de Heere Jezus.
Veel mensen die voorheen een tovenaar naliepen, kwamen tot geloof.
Ook Simon, de tovenaar zelf, bekeerde zich en liet zich dopen.
En toen Simon zag dat de Heilige Geest gegeven werd door middel van de handoplegging van de apostelen, bood hij hun geld aan, en zei: Geef ook mij deze macht, opdat eenieder wie ik de handen opleg, de Heilige Geest ontvangt.
Handelingen 8:18-19
Maar in Gods Koninkrijk draait het niet om menselijke macht en God is niet omkoopbaar!
Wil je de Heilige Geest ontvangen, bid er dan om.
Woensdag 27 november
Petrus:
Ik zei tegen Simon (de tovenaar):
Laat uw geld met u naar het verderf gaan, omdat u dacht dat Gods gave door geld verkregen wordt!
U hebt part noch deel aan deze zaak, want uw hart is niet oprecht voor God.
Bekeer u dan van deze slechtheid van u en bid God of deze gedachte van uw hart u misschien vergeven wordt.
Handelingen 8:20-22
Je kunt er helemaal bij horen in de kerk en aan alles meedoen, maar God ziet of je hart oprecht is voor Hem.
Wat leeft er binnenin jou?
De Heere doorgrondt je; vraag Hem om een zuiver hart.
Donderdag 28 november
Filippus:
Ik werd door de Heilige Geest naar de weg van Jeruzalem naar Gaza geleid.
Daar kwam een wagen langs, waarin de beheerder van de schatkist van de koningin van Ethiopië zat.
Gods Geest maakte mij duidelijk dat ik met hem moest praten.
En ik snelde ernaartoe, hoorde hem de profeet Jesaja lezen en zei:
Begrijpt u ook wat u leest?
Handelingen 8:30
Ik herkende de boekrol die hij las en gebruikte dat als aanknopingspunt.
Door mijn vraag kwam het gesprek op gang.
Wil je met iemand over het geloof praten, probeer dan aan te haken bij iets wat zijn/haar belangstelling heeft.
Vrijdag 29 november
Filippus:
Ik vroeg de Ethiopische beheerder van de schatkist of hij begreep wat hij las.
Maar hij zei: Hoe zou ik dat kunnen, als niemand mij de weg wijst? En hij verzocht mij op de wagen te klimmen en bij hem te komen zitten.
Handelingen 8:31
Als je onbekend bent met de Bijbel, heb je uitleg nodig om de boodschap te kunnen begrijpen.
Vraag daarom hulp van christenen met Bijbelkennis, bid de Heere om inzicht en stel bij het Bijbellezen verduidelijkende vragen, zoals: Wat zegt dit gedeelte over God (Vader / Zoon / Heilige Geest)?
Wat zegt dit over mij?
Wat kan ik hiervan leren?
Zaterdag 30 november
En de kamerheer antwoordde Filippus en zei:
Ik vraag u, over wie zegt de profeet dit?
Over zichzelf of over iemand anders?
En Filippus deed zijn mond open en, uitgaande van dat Schriftwoord, verkondigde hij hem Jezus.
Handelingen 8:34-35
Filippus:
De kamerheer, die aan het Ethiopische hof een belangrijke functie had, las precies dát gedeelte uit Jesaja waarin wordt gezegd waarom de Heere Jezus moest lijden en sterven.
De man wilde alles over Hem weten.
Ik vertelde dat Jezus de Zoon van God is, gekomen om zondaren te redden.
Bid om wijsheid en leiding door Gods Geest voor allen die het Evangelie verkondigen.